2
De eerste Zweedse les is afgelopen. Ik fiets naar huis met een zinnetje in mijn hoofd. Har du blek. Ik hoop maar dat het echt Zweeds is. Zeker kan ik het pas weten als ik in Zweden ben. Zo'n lerares kan wel van alles verzinnen. En deze is a loud, ze heeft een kraakstem, en ze had het bijna aldoor over de regels van de taal. Ik wilde alleen wat leren praten, zei ik. Toen bedacht ze een paar zinnetjes over honden en katten en auto's. Maar ik zei dat ik liever wilde weten wat inkt is. Heb je inkt?
‘Waarom wil je dat weten?’ vroeg die mevrouw.
‘Als ik in Zweden bij die mensen op dat eiland logeer, dan wil ik inkt hebben om brieven te schrijven. Dan heb ik tenminste iets te doen.’
‘Heb je inkt,’ zei die mevrouw, ‘is “har du blek”.’