Gezangen der vrije-metzelaaren(1799)–Joos Verschuere Reynvaan– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 198] [p. 198] De roem der metzelaaren. Wijze: Malbrouk. 1. Kom! zingen wij ter eere, Mironton, ton, ton, Mirontaine, Kom! zingen wij ter eere, Der ed'le Metz'laarij. Der ed'le Metz'laarij. (bis.) 2. Die vergenoegd wil leeven, Mironton, Die vergenoegd wil leeven, Moet zijn Vrijmetzelaar. Moet zijn Vrijmetzelaar. (bis.) [pagina 199] [p. 199] 3. Men ziet hier weêr herbooren, Mironton, Men ziet hier weêr herbooren, De eerste gouden tijd. De eerste gouden tijd. (bis.) 4. Astréa is nu weder, Mironton, Astréa is nu weder, Om ons te rug gekeerd. Om ons te rug gekeerd. (bis.) 5. Niets kan zoo edel weezen, Mironton, Niets kan zoo edel weezen, Dan de Vrijmetz'laarij. Dan de Vrijmetz'laarij. (bis.) 6. Wil naar die Kunst dan tragten, Mironton, Wil naar die Kunst dan tragten, Zoo waard, zoo schoon, zoo eêl. Zoo waard, zoo schoon, zoo eêl. (bis.) [pagina 200] [p. 200] 7. Geluk met deeze keuze! Mironton, Geluk met deeze keuze! Mijn Broeders Metzelaars. Mijn broeders Metzelaars. (bis.) 8. Dat ons gemoed ontbrande, Mironton, Dat ons gemoed ontbrande, Voor de ed'le Broederschap. Voor de ed'le Broederschap. (bis.) 9. 't Heeläl s' groote Bouwmeester, Mironton, 't Heeläl s' groote Bouwmeester, Bescherme ons meer en meer. Bescherme ons meer en meer. (bis.) 10. Doet meer en meer haar bloeiën, Mironton, Doet meer en meer haar bloeiën, Deez' koninglijke Kunst. Deez' koninglijke Kunst. (bis.) [pagina 201] [p. 201] 11. Zoo, wordt ons meer geschonken, Mironton, Zoo, wordt ons meer geschonken, De Wijsheid, Sterkte en Deugd. De Wijsheid, Sterkte en Deugd. (bis.) 12. Laat hier op Driemaal zwenken, Mironton, Laat hier op Driemaal zwenken, 't Kanon als 't is gelost. 't Kanon als 't is gelost. (bis.) Vorige Volgende