Gezangen der vrije-metzelaaren(1799)–Joos Verschuere Reynvaan– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 182] [p. 182] 't Geluk van 't vrijmetzelaars leven. Wijze: Vien Janette. 1. Dat deez' dagen, Ons behaagen, Nu wij 't saâm zijn vrolijk en verheugd. Dat deez' tijden, Ons verblijden, Die ons schenken blijdschap, vrede en vreugd. ô! Wat leeven, Kan zulks geeven, Dan alleen dit waar geluk? Hier kunnen wij adem haalen, Van wat rampen, van wat kwaalen, En op 't einde zegenpraalen; Een Vrijmetz'laar blijft nooit in den druk. [pagina 183] [p. 183] 2. Wil dan zingen, In deez' kringen, Ter eere van deeze schoone Kunst. Wil haar prijzen, Eer' bewijzen, Zoo schenkt zij deez' Broederschap haar gunst. Wie kan wraaken, Haar vermaaken? Niemand dan die zulks niet kent. Wist gij Profaan wat dit leeven, Een genoegen ons kan geeven, ô! Gij zoudt ook daar naar streeven, Reeds lang hadt gij u tot ons gewend. Vorige Volgende