Gezangen der vrije-metzelaaren(1799)–Joos Verschuere Reynvaan– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 184] [p. 184] De vrijmetzelaarij. Wijze: Une petite filette, of Een kind van vijftien jaaren. 1. Hij die vergenoegd wil leven, Kiest voor zich de Metz'laarij: Zij kan waare vreugde geven; Niets haalt bij haar in waardij. Nooit zag men ed'ler bezigheid, Dan die hier wordt zoo luisterrijk verbreid. Zij is de Vriendschap toegeweid, Die onze ziel en hart verblijd, En ons tot trouw en deugd opleid, (bis.) Waartoe wij altijd zijn bereid. (bis.) bis.) [pagina 185] [p. 185] 2. Wil gij onze Werken weeten, Treed bij ons ten Tempel in. Leerdt daar hoe wij passen, meeten: Prendt dat alles in uw zin. Leerdt hier hoe ons bestraalt het Licht, Als 't reeds verdwijndt van de aard' voor elks gezicht: En hoe een ieder, volgends plicht, Daarbij zijn ed'le Werken sticht, Naar orde en kunst wel ingerigt: (bis.) Dit zijn Geheimen vol gewigt. (bis.) bis.) 3. Blindelings, dwaalt gij om in 't'duister; Ziende zijt gij steeke blindt. Gij mist onzen glans en luister. Al uw doen is enkel wind. 't Profaanen-Licht, hoe dat gij 't ziet, Is zwarte duisternis, een enkel niet. 't Baart niet dan rampen en verdriet. Ons Metz'laars-Licht verr' van hun vliedt. Het wil niet zijn in hun gebied. (bis.) Bij ons men dat alleen geniet. (bis.) bis.) [pagina 186] [p. 186] 4. Tragt gij om volmaakt te wezen? Wordt dan een Wiskonstenaar. Hier toe ziet gij u verheven, Als gij zijt Vrijmetzelaar. Het is doch de eêlste en schoonste staat, Die ons beschermt en voor onheil bewaart. Bij haar vindt men den besten raad. In tegenspoed een toeverlaat, Die ons behoed voor alle kwaad. (bis.) Die haar mindt strekt ze tot cieraad. (bis.) bis.) 5. Hier is 't dat men 't Licht der Lichten, Ziet in Hemel schoone glans. Zij leert ieder zijne plichten, Van haar goude Glorietrans. Hier scheindt deez' glansrijke Godin, Des daags, des s' nachts, en als z' haar loop begin. ô groote zon! ô Koningin, Gij treedt deez' Tempel vrolijk in, En schenkt ons met uw volle zin, (bis.) Uw Vriendschap en uw weder min. (bis.) bis.) [pagina 187] [p. 187] 6. Blanke Deugd zit hier verheven, Met Rechtvaardigheid ten Throon. De eerste gulde tijd beleeven Wij hier, door de gunst der Goôn. De Trouw' met Vriendschap saam gepaart, Doet ons hier altijd vrolijk zijn vergaart; Zij hebben zich voor ons verklaard, Waar door wij veilig zijn bewaard. Niets is zoo schoon en eêl van aart, (bis.) Of dat meer vergenoegen baart. (bis.) bis.) 7. Laat uw oogen dan Verlichten, Door de Schellen daarvan af Te doen vallen, leert de plichten Die me ooit Metzelaaren gaf. Zoo ziet gij 's Metz'laars heerlijkheid, Als ge in haar Tempel eerst zijt voorbereid. Een glans ziet ge over u verspreid, Die door den tijd wordt uitgebreid. Dan 't Zwijgen wordt u toegezeid: (bis.) Een Wet ons allen opgeleid. (bis.) bis.) Vorige Volgende