Gezangen der vrije-metzelaaren

[p. 111]

Antwoord van den venerable meester.

Op dezelfde wijze.

'k Triumfeere en 'k juich nu mede:

ô Mijn Broeders 'k ben verheugd!

Nu verhoort is mijne bede,

Is geen einde aan mijne vreugd.

Triumfeer en juicht nu heden! enz.

'k Zie met vreugd' nu thans herbooren,

Dien gewenschte en blijde dag,

Dat ik weder als te vooren,

U op nieuws aanschouwen mag.

Afgeslooft van 't moeilijk leven,

Vinde ik rust in dit verblijf:

Koome oprecht mijn hart u geeven,

En 'k roem hoog al uw bedrijf.

Triumfeert en juicht nu heden! enz.

[p. 112]

Een stem.

 

Wie zag ooit volmaakter vreugden,

 

Dan bij deeze Broederschaar,

 

Daar de Vriendschap, daar de Deugden,

 

Ons een waar genoegen baar?

 

Altijd vriendlijk en bescheiden

 

Leven wij met wijsbeleid:

 

Hier door slijten we in verblijden,

 

Vrolijk onze levenstijd.

Triumfeert en juicht nu heden! enz.

Wat geluk voor mij ô Broeders,

Dat ik weêr mag zijn gekeert!

Dat 'k mag zien deez' wijze Hoeders:

'k Heb nu wat mijn hart begeert,

'k Doe ook van deez' Tempelmuuren,

Bulderen het grof Kanon:

Eeuwig moet deez' Tempel duuren!

Vivat! lang scheind haare zon!

Triumfeert en juicht nu heden! enz.