Gezangen der vrije-metzelaaren(1799)–Joos Verschuere Reynvaan– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 104] [p. 104] Feest-zang. volmaakte vreugde. Wijze: Uit de twee Jagers en het Melk-Meisje: Komt het staal de Kei te raaken. 1. Laaten wij vol vrolijk zingen, Op deez' dag die 't Hart verheugd! Nu wij smaaken reine vreugd. Laat nu vrolijk uwen geest, Weien op dit vreugde Feest, Door des Opperbouwheers gunst, In 't vermaak van deeze kunst, Nu wij in geweide kringen, Vieren d' heugelijke stond, Van het Broederlijk verbond. ô, Wat heil en zegeningen! Kom! wees hartelijk verblijd, Met mij op deez' vreugde tijd. [pagina 105] [p. 105] 2. achtbaar-licht der Metzelaaren, Die haar Glans in 't Oosten spreid En met Wijsheid ons geleid, Zendt ons meer en meer uw Licht Van uw' Throon, op dat de plicht Van de Vrije-Metz'laarij, Wordt beijvert naar waardij. westelijke ijveraaren, Die ons geven rijken loon, Wij eerbieden uw' geboon: Blijft ons lang tot steunpilaaren; Onderschraagt ons door uw' kracht, En beschermt ons door uw magt. 3. Veel geachte visiteuren, Daar het ons gelukken mag, U op deeze blijde dag, In ons midden, onze groet Toetezwaaijen, smaakt het zoet Van deeze ed'le Broederschap, Met ons in den hoogsten trap. En daar 't ons ook mag gebeuren, officieren deezer kunst, Ons te schenken uwe gunst, [pagina 106] [p. 106] Wensch ik dat gij zonder treuren, Ons bestuure wel te vreên, En lang leeve op onze beên. 4. Ed'le meesters die uw' werken, Onder ons hebt uitgebreid, U zij onzen dank geweid, Voor het geen gij hebt volbragt, Door uw' Meesterlijke kracht, In deez' Tempel van de Goôn: De Opperbouwheer zij uw loon! Gij die door uw' Deugdewerken, Reeds den Graad van metgezel, Hebt bereikt, gaa voord, doet wel, Wil u meer en meer versterken, In de Vrije-Metz'laars-kunst, Dan zoo leeft ge in ieders gunst. 5. Braave en trouwe leerelingen, Eertijds waart gij steeke blind, En uw doen was enkel wind, Gij zag vrolijk hier het Licht, En versterken uw gezicht, Gaa nu voord gelijk gij doet; Werkt tot dankbaarheid met moed. [pagina 107] [p. 107] Broeders houd in zegeningen, Deeze Kunst en Vriendschapsband: Eeuwig blijve zij in stand! Nooit moet onheil haar bespringen! Dan zoo leven wij verblijd, Gantschelijk de Deugd gewijd. Vorige Volgende