Vlaemsche poëtiek
(1854)–Edward Vermandel– Auteursrechtvrij
[pagina 174]
| |
Lyrische gedichten.Daer de lyrische dichtkunst door de getrouwe afmaling der innige toestanden van éen of meer menschen by voorkeur op ons gemoed werkt: zoo is het blykbaer, dat, evenals die toestanden in hunne voorkomende verschyningen altyd slechts van korten duer zyn, aldus ook de dichterlyke scheppingen die ze voorstellen van geenen grooten omvang kunnen zyn. De lyrische dichtkunst neemt liefst den gebonden styl aen, en de menigvuldigste versvormen komen er in voor. Naer onderscheidene verdeelingsgronden, vervallen de lyrische gedichten in liederen, oden of lierdichten, elegiën of treurdichten, epistels of brieven, heroïden of heldenbrieven, leergedichten, sententiën of spreukdichten, epigrammen of puntdichten, satiren of hekeldichten, enz. |
|