van aardige toneeltjes mogen ze bijna als een
aanhangsel van de schilderkunst beschouwd worden. Schilders waren wij toch in de
eerste plaats. Het schijnt wel, dat de mannen met den beitel hier geen eigene en
machtige dingen te zeggen hadden. In een geschiedenis van de hoofdstromingen der
Europese kunst verliezen hun daden aan betekenis. De beste beeldhouwer die voor
de regentes Margareta van Oostenrijk werkte, was een Duitser uit Worms,
overigens in sommige merkwaardige busten en statuetten niet gans vrij van
italianisme: Konrad Meyt; en het belangrijkste wat hij voor haar uitvoerde
bevindt zich in Frankrijk: de beroemde graftomben te Bourg-en-Bresse
(1526-1532). Geheel veritaliaanst is reeds de Waal Jacques Dubroeucq, wiens werk
men in de kathedraal Sainte-Waudru te Bergen (Henegouwen) bewonderen kan
(1535-1548).
In Noord-Nederland treedt de Italiaanse stijl al te beslist op met het graf van
Engelbrecht II van Nassau en zijn gemalin, in de Grote Kerk te Breda (omstreeks 1525). Maar inderdaad klassiek in den mooisten zin
van het woord is de intocht van Keizer Karel, op het koorgestoelte in de Grote
Kerk te Dordrecht (1535-1542).