schaduwen gemodeleerd, glijdt gedempt licht, waardoor de vormen een ongekende
malsheid verkrijgen. Men vergelijke met de Venus uit de zogenaamde ‘Aardse en
Hemelse Liefde’ (afb. 368). Of wil men teruggaan tot die van Giorgione (afb.
330), dan blijkt genoegzaam, hoe omstreeks het eind der jaren 1520 Tiziaan al
zuiverder ‘picturaal’ te werk ging, - men zie b.v. het naakt, het blanke laken
waar het op rust, en de verhouding tussen beide.
Zoals ik naar aanleiding van Giorgione zei, is Tiziaan's Venus zinnelijker; en ze
verschijnt in bepaald realistische omgeving. Maar het is van belang hier op te
merken, dat het delicate getover van kleur en licht, de luchtomhulling, waar
elke hardheid, elke droge lijn in verdwijnt, den kunstenaar een middel aan de
hand deed, om ook de gewone werkelijkheid tot een gedicht te kunnen maken. Het
is niet moeilijk te verklaren, dat het realisme door de ‘zuiver picturale’
schilderkunst bevorderd zal worden, terwijl het schilderij meer een alle
bestanddelen gelijkelijk in zich sluitende eenheid uitmaakt.
Na de Pesaro-Madonna zou Tiziaan's werkzaamheid zich nog over niet minder dan een
halve eeuw uitstrekken. Reeds in de jaren 1530 mocht hij, wijdvermaard als een
koning der schilders, ook de schilder der koningen heten. De machtigen der
aarde, Keizer Karel, Frans I, Paul III, bewezen hem bijzondere eer, schreven hem
de vleiendste brieven, rekenden het zich tot een gunst, dat hij aan hun
opdrachten wilde voldoen. In zijn paleis aan de lagune ontving hij zijn gasten
op vorstelijke wijze.
Als schilder heerste hij over alle gebieden, en de ver-