Verzameld werk. Deel 4
(1955)–August Vermeylen– Auteursrechtelijk beschermdaant.Nico van SuchtelenEmmanuel de Bom heeft op zich genomen de tolk te zijn van de talrijke vrienden die U in Vlaanderen telt. Ik zou hem het gras niet onder de voeten willen wegmaaien, zelfs indien het in mijn macht lag uw menigvuldige werking op zo velerlei gebied te schetsen. Ik moet me houden aan de aangename taak, die me door de Koninklijke Vlaamse Academie én door de Zuid-Nederlandse Vereniging van Letterkundigen werd opgedragen: namelijk U dank te zeggen voor de onvolprezen diensten, die U de Vlaamse letteren bewezen hebt. Ik meen dat de eenvoudigste woorden het best geschikt zijn om van de oprechtheid van onze gevoelens blijk te geven. Het verheugt ons daarbij, dat de Belgische | |
[pagina 814]
| |
regering niet achtergebleven is en zich zelf eer aandoet, door U met een decoratieve onderscheiding hulde te brengen. Dat een pacifist als U tot officier wordt benoemd is trouwens een pittoresk geval. En daar ik toch niet, zoals U ziet, in den officiëlen toon kan blijven, wil ik ook niet aan de verzoeking weerstaan U te zeggen, welke de voornaamste reden is van onze genegenheid en onze bewondering: zij gelden in de allereerste plaats den Mens Nico van Suchtelen en het hoge voorbeeld dat hij ons geeft, door een kompleet Mens te zijn, denker, wijsgeer, schrijver, op veel verschillende wijzen dienaar van de literatuur en de humane gedachte: een Mens, wiens ruime bedrijvigheid toch niet verspreid is, maar door een heerlijke eenheid imponeert, eenheid van geest en karakter, eenheid van ideaal en van daad. Want alles bij U is beeld van het innerlijk leven, steeds in aanvoeling met het gemeenschappelijke. Daarom vooral buigen we erkentelijk voor U, en wensen U nog lange, lange jaren toe.
1938 |
|