Verzameld werk. Deel 4
(1955)–August Vermeylen– Auteursrechtelijk beschermdaant.Lodewijk de Raet herdachtMijn verste herinneringen aan Lodewijk de Raet gaan terug tot den tijd, dat hij, als schoolknaap, zoals wij allen nog Franse verzen schreef... Die Muze moest weldra voor zijn vurig Vlaamse overtuiging wijken, en zijn natuur drong hem naar stelliger daad. In den leerlingenkring ‘Help U Zelf’, waar hij voorzitter van was, keek ik vol ontzag naar hem op, die twee jaar ouder was, - op dien leeftijd een verschil van belang! - en geheel gaf ik mij over aan de macht die van hem uitging: die ingehouden- kalme maar vaste redenering, die ons tot radikale Vlaamsgezindheid opzweepte. Ik zat nog op de banken van het Athenaeum, toen ik met hem - en nog een derde, die spoedig daarop uit de ‘beweging’ spoorloos verdween, - het onooglijk blaadje Jong Vlaanderen uitgaf, dat het echter geen vol jaar kon uithouden. Ik meen me te herinneren, dat druk- en verzendingskosten van elk nummer tot zeventien frank opliepen, en we sloten met een aardig tekort... Later verloren we elkaar wat uit het oog: hij was te Bologna, in het Collegio flammingo, ik te Berlijn en Wenen. | |
[pagina 771]
| |
aant.Maar daarna vonden we elkaar terug in den strijd voor de Vlaamse universiteit, en het is in het tijdschrift Vlaanderen , dat dan zijn baanbrekende opstellen over Vlaamse volkskracht verschenen. Wanneer we dat tijdperk thans op enigen afstand beschouwen, zien we duidelijker in, hoezeer het van beslissende betekenis was. We waren nog alom bekneld door de opperheerschappij van het franskiljonisme: maar toen is het toch, dat het begrip van het Vlaams ideaal hechter en wijder werd uitgebouwd en alle gebieden van de Vlaamse bedrijvigheid begon te omvatten. Het was een algemene opgang: Van Nu en Straks had de jonge literatuur ingeluid, en verre van zich in den legendarischen ‘ivoren toren’ op te sluiten, verse krachten van geest losgebonden, de Vlaamse Beweging op een ruimer plan gebracht: daarnaast, en in innige betrekking daarmee, werd, eerst onder de leiding van Julius Mac Leod, de veldtocht voor de verovering van het hoger wetenschappelijk intellect ingezet, terwijl Lodewijk de Raet, met den veelzijdigsten kijk op de werkelijkheid, de waarde van de economische ontwikkeling in het licht stelde. De taal werd niet meer beschouwd als een doel op zich zelf, maar wel als een der middelen tot algehele ontvoogding. De taalstrijd werd, in den ruimsten zin van het woord, tot den strijd voor een volledige Vlaamse cultuur. Volstrekt nieuw was dat zeker niet: Julius Vuylsteke en Albrecht Rodenbach hadden al dat programma verkondigd. In 1891 had reeds onze Hollandse vriend Leo Simons geschreven, dat de Vlaamse Beweging een sociale beweging moest worden, met inachtneming van ‘de | |
[pagina 772]
| |
aant.groote vragen, die de volksbeschaving beheerschen.’ Hij gaf Studies in Volkskracht uit, en zijn Nationaal Leven , van 1903, waarin hij vaststelde, dat de behartiging van stambelangen ‘niet af te scheiden [was] van deelneming in den grooten maatschappelijken hervormingsarbeid van onzen tijd,’ werd mede met het boekje van Aug. De Winne, A travers les Flandres, dat met feiten op onzen economischen nood wees, in Vlaanderen begroet als de aansporing tot een voor ons uiterst vruchtbare werking. Ongetwijfeld heeft ook het in 1901 opgerichte Sociologisch Instituut van Waxweiler de denkbeelden van Lodewijk de Raet richting en steun gegeven. Maar De Raet is het dan, die op strikt wetenschappelijke wijze het ganse vraagstuk van de opbeuring, mede met de vervlaamsing, van ons economisch leven in al zijn onderdelen heeft toegelicht, nijverheid, landbouw, handel, zeevisserij, geldwezen. Hij is het, die het helderst heeft bewezen, welke rol het geschoolde verstand van een elite in onze beschaving spelen moet. Hij is het, die het Vlaamse Handelsverbond (1908) en iets later het Vlaams Economisch Verbond tot stand hielp brengen. Hij is het, die niet alleen voor de vervlaamsing van de Gentse Universiteit vocht, maar met nooit-ontmoedigd geloof en vastberaden wil wist door te drijven, dat ook de vervlaamsing van het technisch onderwijs een onontbeerlijk vereiste zou zijn. En dat is verwezenlijkt. Lodewijk de Raet is de grondlegger van de sociaal opgevatte Vlaamse Beweging. Vijfentwintig jaar geleden ontviel hij ons. We lagen toen onder de oorlogspsychose: de Brusselse politie- | |
[pagina 773]
| |
aant.verordeningen verboden elke redevoering, en we mochten slechts vlug zijn graf voorbijtrekken, zonder één woord...
1939 |
|