De Utrechtse Opera
Elke keer dat ik denk aan de Don Pasquale waarmee de Utrechtse Opera zich presenteerde te Amsterdam, komen zonder hindernis de woorden te voorschijn die we gebruiken om ons genoegen uit te drukken en wat verwondering: alleraardigst, heel grappig, verbazend prettig, fris, buitengewoon van vrolijkheid, gezelligheid, natuurlijkheid in beweging, muziek, poëzie, kleur en de rest. Allemaal onverwacht; als gloednieuw; als vanzelf; en goed ook nog, verduiveld goed; merkwaardige cocktail van humor en lyriek, uitstekend gedoseerd; een echte trouvaille, levendig, vloeiend, als 't ware geïmproviseerd, en toch in orde, geen greintje zwaartillendheid, geen greintje onhandigheid, werkelijk goed, een mirakel van samenspel, en zo maar uit de grond gestampt, ongelooflijk hoe gemakkelijk dat kan wanneer er iemand is om het te willen en te doen!
Wie zou vermoed hebben dat er in Guus Hoekman een even knap acteur steekt als voortreflijk zanger? Wat een magnifieke bas en welk een elastisch spel! Weggelopen uit de prent van een antiquair, Don Pasquale, de oude bok die nog wel een groen blaadje lust. Zijn vriend en factotum Dokter Malatesta, die hem het vrouwtje zal bezorgen, niet minder kranig, luchtig gezongen en uitgebeeld door de bariton Frans van der Ven, een tweede onbekende op de planken. De derde: Anneke van der Graaf, de jonge Norina, zwevend, hups figuurtje, half fee, half kleine feeks, met een fijn sopraantje, dat trillert en fiorituren tiereliert als een geprijsde kanarie. De vierde: John van Kesteren, lichte tenor en de ware Jozef, dat ligt voor de hand. Zijn serenade in de tuin, op het randje van scherts en ernst was een meesterstaaltje van opvatting en voordracht. Hun liefdesduet in 't maanlicht, onder 't lover, een model van exquise en rechtgeaarde sensibiliteit, korte stonde van jeugdige verrukking, waarvoor ieder hoorder nog een heimelijk plekje heeft in zijn boezem en een zwak. Hun kwartet, uitmuntend afgewogen, prachtig van klank en intonatie.
Een deel dezer verrassende en boeiende resultaten danken wij aan twee andere onbekenden, de regisseur Arend Hauer en de dirigent Chris Burgers. Hauer heeft zijn min of meer archaïsche personen (er was zelfs een amusant geschetst dansje van schoonmaaksters) laten evolueren als gewone mensen in de eenvoudige maar fleurige décortjes en costuums die Hans van Norden had uitgevonden voor dit ranke spel. Oppassen slechts om enkele grappen te veel te chargeren. Chris Burgers heeft het orkest, de solisten en de korte koren even soepel als solide bij elkaar gehouden, en, wat veel moeilijker is en veel zeldzamer, aan één stuk door overal het juiste accent, het juiste tempo getroffen, dat de muziek bloeiend maakte, aromatisch, bekoorlijk als was zij gisteren ontstaan. Op verschillende, begrijpelijke gronden besloot de directeur der Utrechtse Opera om te musiceren met het meest geschikte orkest der provincie waar de troep voorstellingen geeft. Alle lof voor Chris Burgers, die bewees dat dit nieuwe systeem niet noodzakelijkerwijze nadelen behoeft op te leveren. Alle lof voor de Haarlemse Orkest Vereniging die hier accuraat en muzikaal heeft begeleid. Een extra applaus voor de lange trompet-solo uit het tweede bedrijf, een hachelijk nummer, dat pas betoverend blijkt, en ware vondst, wanneer het, zoals hier, gespeeld wordt met de intuïtieve finesse van een artiest.
Don Pasquale is een der zeventig opera's die Gaetano Donizetti (1797-1848) schreef tussen zijn twintigste en zeven en veertigste jaar. Toen werd hij aangetast door een onweerstaanbare melancholie en stierf waanzinnig. Hij componeerde meestal haastig en slordig. Enkel wanneer een concurrent (Bellini b.v.) hem overtrof, en wanneer hij zijn publiek opnieuw te veroveren had, spande hij zich in tot een meesterwerk. Ziedaar het nut ener strenge critiek. Don Pasquale, geschreven voor Parijs in 1843, is de bewonderenswaardige vrucht van die gedwongen strijd. Terecht begon Donizetti in een volle schouwburg een nieuwe periode van triomf. Een krans komt toe aan Adriaan Morriën voor zijn berijmde vertaling die zeer zingbaar en zelfs leesbaar is. Een mand bloemen aan de leiders der ‘Amsterdamse Kunstmaand’, die de Utrechtse Opera uitnodigden naar de hoofdstad.