The Boston Symphony Orchestra
Een magnifiek orkest. Superieur door zijn trompetten, zijn bas-clarinet, zijn violoncellen, zijn clarinetten.
Een orkest, samengesteld uit de vele en verschillende nationaliteiten van Europa, het grote moederland der aarde. Het oude reservoir. De oorsprong. Als ooit dat Europa zou verdwijnen, dan is er ook niets meer. Geen nieuwe, geen verdere toevoer. Nog in de tweede generatie, zijn jonge krachten, hoort men in 't Bostons Orkest de Europese afkomst.
Toch is het Amerikaans. Maar wegens eigenschappen die wij hier in Europa aldoor vermeden, bestreden hebben: De zwaarte, de logheid. Wat Nietzsche reeds wilde verdwenen zien: een zekere Geist der Schwere. Men kan daarbij geen terminologie gebruiken, die nauwelijks nog zin heeft, omdat Duitsland is uitgeschakeld, na twee oorlogen, als richtend element, in de wording onzer wereld. Anders zou ik zeggen: het Boston Orkest is hyper-duits wegens zijn compactheid. Negen contrabassen tegenover tien violoncellen verlenen de grondtonen meer donkerheid dan zij mogen hebben. Zes hoorns verdikken overdadig de tussenstemmen. De bovenhelft weegt daar niet tegen op. Zij wordt neergedrukt, en wat de algemene klank wint aan geweld, verliest hij aan helderheid, doorschijnendheid en streling.
Ofschoon het hoofd-thema van Strauss' Till Eulenspiegel ook voor de hoorns van Boston nog gevaarlijk en niet volmaakt speelbaar bleek, voelde men overal een technische onberispelijkheid, die tot bewonderen dwong. Er ontbrak niets dan het ondefinieerbare dat de Fransen noemen saveur, fondu, parfum, arôme, wat wij onmiddellijk herkennen als iets eigens en iets nodigs, wijl we het misten. De ouverture van Berlioz' Benvenuto Cellini, de Derde Symphonie van Brahms, klonken lijvig, benauwend, traag, slepend, stram, alsof het orkest driemaal te talrijk was voor de zaal, waar het optrad.
Na de pauze, in Ravels Alborada del Gracioso en de Eulenspiegel van Strauss, werd de disproportie tussen sonoriteit en ruimte minder storend. Maar verder dan een hoge waardering kwamen wij niet. Er ontsproot uit zoveel perfectie geen werkelijk enthousiasme. Het maximum applaus duurde vier minuten, nauwkeurig geteld.
De Amerikanen, geleid door Monteux, bewezen ons de eer ener eerste uitvoering der Derde Symphonie van hun landgenoot William Schuman. Want een orkest bewijst zijn hoorders een eer, door hen muzikaal en ernstig genoeg te achten om te luisteren naar een onbekende muziek. Onze eigen dirigenten plegen dat te vergeten. De symphonie van Schuman (vergelijkbaar met de symphonie van Anthon van der Horst) bleek een buitengewoon respectabel werk, geschreven met een vakmanschap, dat tot in de geringste details de uiterste lof verdient. Wanneer het overwicht aan intellect, aan bedachtzaamheid, een ietsje minder geweest was ten voordele van het onverwachte, het verwonderlijke, zou ik de symphonie van William Schuman mogen roemen als een meesterstuk. Gelijk zij was had men niets beters kunnen kiezen, geloof ik, om alle eminente hoedanigheden van Bostons Orkest te demonstreren. Daar toonde elk der instrumentalisten zich een solist, een kunstenaar die zulk een symphonie waard is en die dat weet.