Een kwaal der muziek
Het zijn moeilijke, delicate problemen welke ons gesteld werden door de drie dirigenten, die achtereenvolgens het Concertgebouw-orkest te leiden kregen na het vertrek van Rafael Kubelik.
Hoe langer hoe dwingender drong zich de vraag naar voren welke me bij Kubelik, en anderen, al menig keer had bevangen, ofschoon nooit zo klemmend:
Zou er iets bezig zijn te verdwijnen in de wereld, zonder dat wij 't merken? Zou er iets gaande zijn als een soort van godenschemering, waarvan de mythe langzaamaan werkelijkheid wordt zonder dat wij het zien?
Zou er misschien in 't binnenste der mensen, in die ontzaglijk gecompliceerde, nog maar ten dele bekende electro-chemische centrale, iets als een klein contactje, een kleine transformator onklaar aan 't worden zijn, een instrumentje aan 't afsterven zijn, dat ons tot kort geleden in verbinding bracht, aansluiting gaf met ‘de diepe geschiedenis der aarde’, met ‘het Wezen dat tegen de tijd is’, gelijk Paul Valéry het noemde, met de stem der wereld zoals ikzelf wel eens gezegd heb, de eeuwenheugende wereldstem die in het begin was, die wisselde maar nooit veranderde, wier zin ons altijd ongestoord, onafgebroken bereikte? En wanneer een dergelijk vermoeden juist zou blijken wat hebben wij dan te doen? Te moeten constateren dat ‘l'histoire profonde de la terre’, de stem der wereld, de muziek ontoegankelijk, onmededeelbaar werd voor een aantal harer vertolkers (en zonder dat zij 't merken), te moeten constateren dat wij van de stem der componisten zijn afgesneden (en zonder dat de meeste hoorders 't schijnen te bespeuren) is een bevinding die nergens zou mogen worden veronachtzaamd waar enig instinct en enige zorg overblijven voor een deugdelijk functionneren der menselijke mechaniek, want veel hangt daarvan af.
Ondertussen weet ik niet langs welke kant deze drie dirigenten zich het best laten aanpakken voor een verklarende ontleding. Elk der drie heeft een heldere, zakelijke kop, en ongeveer alles wat zij doen is zaakkundig in orde. De partituur die zij uitvoeren kennen zij van binnen en van buiten, even nauwkeurig als de componist terwijl hij haar schrijft. Zij ontdekken er kleine, merkwaardige détails welke totnutoe ontsnapten aan vroegere vertolkers, en als men die onbekende trekjes voor 't eerst onderstreept hoort, denkt men met genoegen: dat is iemand die de dingen begrijpt. Elk der drie heeft een trefzeker vermogen om de orkestklank op zijn voordeligst te organiseren, af te wikken, op te poetsen, blinkend te maken, alsof het werk pas uit handen komt van de auteur. Over de gevoelens, de gemoedsbewegingen, de bedoelingen der verschillende componisten zijn zij ter dege ingelicht. De exactheid waarmee zij iedere curve der melodie, cadans van het rhythme, progressie of regressie der harmonieën overschouwen en weerspiegelen, spant de aandacht en versterkt hun actie. Niet het geringste accentje ontbreekt, en ieder accent staat voluit gerealiseerd op zijn plaats. Ook de grootste, de heftigste der accenten. Elk der drie heeft enorme ladingen van temperament onafgebroken tot zijn beschikking, en zowel bij het tedere als bij het harde, zowel bij het elegische als bij het tragische, in de zephier en in de orkaan zou men zweren dat het gehoorde recht uit hun hart, direct uit hun ziel komt aangevlogen. Zij kennen het publiek waarvoor zij spelen even goed als zij hun gespeelde componisten kennen. Hen beoordelend van een louter technisch standpunt zou ik slechts met moeite iets vinden dat ik hun redelijkerwijze te verwijten heb, en maar weinig dat de componist zelf redelijkerwijze in de materiële voorstelling zijner muziek zou kunnen afkeuren. Dat is buitengewoon merkwaardig. Tot in het melodramatische, het zoetelijke, het overdadig
zalvende, het ruim aangedikt pathetische en overweldigende toonde elk der drie (van een zuiver technisch standpunt bezien) zich onuitputtelijk, bijna voortdurend onberispelijk en op de koop toe onaanvechtbaar.
Maar toch: wanneer ik terugkijk naar hun concerten zou ik niet weten wie van de drie een symphonie van Beethoven, van Tsjaikofsky, van Haydn, van Schubert, van Mozart, een symphonisch stuk van Bartok, van Moessorgsky, van Liszt, van Badings, van Martin, dirigeerde, als ik geen programma had om mij te herinneren, of als niet een toevallige omstandigheid, zonder enig verband met de muziek, mij een combinatie te binnen bracht van componist en dirigent. Ik geloof dat de meeste hoorders, wanneer zij terugdenken naar die uitvoeringen, dezelfde aarzeling zullen constateren. Wat was van Antal Dorati? Wat van Ferenc Fricsay? Wat van Jascha Horenstein? Wie dirigeerde ook weer Beethoven, Haydn, Strauss? En waarin verschilde de ene dirigent, de ene componist van de andere? Qua effect op de zenuwen, qua indruk van gevoelens was de Vijfde van Beethoven gelijk aan de Vijfde van Tsjaikowsky, de Tableaux d'une exposition van Moessorgsky gelijk aan Till Eulenspiegel van Strauss.
Datgene wat de authentieke, de creatieve, de levende kunstenaar typeert, en altijd zal blijven onderscheiden wanneer het vormelijke, het figuratieve zijner werken sinds lang overtroffen is, gevulgariseerd, geacademiseerd, datgene wat de waarachtige kunstenaar zijn onvervangbare betekenis verleent voor de diepe geschiedenis der wereld, datgene wat hem de meeste moeite kostte en waaraan hij de durendste zorg besteedde: die ondefinieerbare doch steeds herkenbare substantie, dat wezenlijke van hemzelf, dat tegen-de-tijd-zijn, dat metaphysische, dat magische, bleek door elk der drie dirigenten in bijna gelijke mate verwaarloosd, misvormd, vergeten, ontkracht.
Van welke oorzaken is zo iets het gevolg?
Ten eerste hiervan dat de dirigent door een overvloed van gebaar het centrum van de aandacht der hoorders verlegt. In plaats van te luisteren, kijken zij, wat veel gemakkelijker is. Het grootste part der muziek ontgaat hun; het wordt gereduceerd tot een pantomimisch schema. Gewoonlijk heeft zo'n schema niets boeiends. Omdat de meeste solodirigenten tot de klasse der menners, der temmers, der dictatorialen behoren (vijftig jaar geleden bestonden zij nauwelijks) mag men veronderstellen dat zij de menigte bevallen daar zij sommige instincten der kudde bevredigen en aanwakkeren. Gelijk steeds en overal geschiedt dit ook hier ten koste van de geest, ten koste van de intrinsieke waarde van de menselijke persoon.
Vervolgens lijden componisten en kunstwerken deerlijk schade omdat de solodirigent de muziek inricht en verhaspelt ten behoeve van zijn gebaar, ten voordele van zijn mimisch effect en succes. Hij ensceneert een soort van ballet. Hij ontwerpt zijn scenario echter niet vanuit de beweging der te dirigeren symphonie, want dan zou hij in vele gevallen niet veel te ensceneren hebben. Maar hij ontwerpt zijn scenario vanuit een handeling die hij als solist op een podium het pakkendst oordeelt en het meest gevarieerd. Dikwijls zijn die gebaren gesuggereerd door het rhythme, door de instrumentatie, door de expressie der muziek, en afzonderlijk beschouwd zijn ze dikwijls redelijk en niet tegenstrijdig. Doch omdat het scenario van de solodirigent zonder mankeren geconstrueerd is volgens de gedachte die hij heeft over zichzelf, en volgens de indrukken welke hij wenst te geven van zichzelf, zal het zonder mankeren gebeuren dat zijn gebaar, beschouwd in verband met de gedachtengang van de componist, blijkt in te druisen tegen de psychologische orde en zelfs tegen het architecturale plan der compositie. Het zal onvermijdelijk tientallen malen gebeuren dat de solodirigent ter wille ener suggestieve pose de aandacht leidt naar détails welke in de algemene samenhang op het achterplan moeten blijven; of omgekeerd, dat hij terwille van zijn scenario fragmenten onderbelicht die in de structuur der gespeelde muziek de volle klaarheid nodig hebben van de voorgrond. Zodoende rukt de solodirigent ter wille van een egocentrisch en hersenschimmig scenario zeer dikwijls een ganse compositie uit haar voegen. Het kan zijn dat hij zulk vergrijp helemaal te goeder trouw pleegt. Dat vermindert niet zijn schuld en niet de schade.
Ten derde is de solodirigent altijd gevaarlijk, bijna altijd dodelijk voor de essens der muziek, omdat hij, totaal bezet en bezeten van zichzelf, totaal in beslag genomen door zijn eigen scenario, en bovendien liefst uit het hoofd dirigerend (wat de mensen imponeert, maar nodeloos veel eist van de beschikbare energie), te weinig of niets meer over heeft om nog even te denken aan de essentiële werkelijkheden die de componisten door middel van relatieve notentekens ons wilden mededelen. Wanneer die werkelijkheden verloochend worden, of onderschat, wat rest ons dan? Enkel de nuchterheid van een geluid, verlaagd tot klinkklank. Enkel de solodirigent, die zich in zijn zelfgenoegzaamheid en met een stelletje overbodige, dikwijls misplaatste fratsen de gelijke waant van Strauss (die hem uitdrukkelijk gedesavoueerd heeft), van Mozart, van Moessorgsky, van Haydn, van Beethoven!
Er is in de huidige wereld waarschijnlijk niets anti-artistiekers, niets onkunstzinnigers dan de solodirigent, die overal wordt toegejuicht zonder dat iemand beseft waarheen dat applaus gaat. De diepe, echte waarheid, vertegenwoordigd, verkondigd door ieder oprecht kunstenaar, wordt door de solodirigent verzuimd, miskend, gedevalueerd. Er is in de huidige wereld ook niets ondemocratischer, antidemocratischer dan de veelnamige solodirigent die met zijn autocratisch persoontje een orkest te domineren krijgt dat al zijn trucs doorziet en min of meer veracht, maar al zijn luimen, grillen en kuren ten opzichte der meesters moet aanvaarden, moet slikken, omdat hij daar optreedt als koning, als keizer, als dictator, als betweter boven Beethoven, boven Mozart, en die ondanks zijn schennis triomfeert omdat de mensen even toegankelijk zijn voor het slechtste als voor het beste.
Nu het Concertgebouw-orkest en zijn dirigent binnenkort een nieuwe periode der toekomst gaan openen, zou ik wensen dat zij deze beschouwingen niet opvatten à la légère, evenmin als ik mijn bezwaren tegen solodirigenten lichtzinnig en ondoordacht te berde breng. Voor ieder onzer staat hier iets op 't spel dat van 't hoogste gewicht is, en waar wij geen compromis kunnen veroorloven zonder neer te zinken.