Bij een Franse Symphonie II
Het feit alleen reeds dat Olivier Messiaen voor de orkestrale samenstelling zijner symphonie veertien verschillende slag-instrumenten gebruikte, waarvan enkele (zoals de maraca's, het Chinese bekken) in Europa nauwelijks bij name bekend waren, had de verbeeldingsmogelijkheden van iedereen, 't zij vakman of amateur, al maanden te voren geprikkeld tot een ijle en aangename activiteit, tot de verwachting van een singuliere, onvermoede, meer dan magische roes.
Want door onze eigen, instinctieve herinnering (die dicht genoeg naast ons ligt om werkzaam te worden: denk slechts aan het alarmgelui der klokken, aan het ophitsende gebel van vroegere brandspuiten), of door wat wij menigmaal lazen over de suggestieve macht van de trommen der Sjamans en andere elementaire kunstenaars in steppe of oer-woud, weten wij, dat met louter rhythme, met niets dan gerhythmeerd gerucht een totale muziek kan worden teweeggebracht, een muziek tegen welker effect niemand bestand is, welker klank ieders gevoelen dwingend beïnvloedt. Wij weten ook dat de beroemdste jazz-bands, die hele volkeren tevens bedwelmen en oprakelen, voor het welslagen hunner massa-bezweringen niet eens de helft der batterij van slagwerk mobiliseren die Olivier Messiaen nodig meende te hebben. Wij weten dat een Debussy, Ravel en Strawinsky hun merkwaardige rhythmische inventies dikwijls met nog minder materiaal realiseren dan de jazz-bands. Als de middelen, welke Messiaen aansleepte, gerechtvaardigd zouden worden door het doel, en als de gevolgen in een enigszins normale verhouding stonden tot hun oorzaak, kon het niet anders of men moest in die symphonie buitengewone, ongehoorde avonturen beleven, van welke aard dan ook, maar op dit speciale terrein.
Omdat in de loop der historie het rhythme zich weinig en langzaam bevrijdde van de rudimenten waaruit het ontstond, en omdat wij zijn macht kennen, intrigeert het ons, mensen van heden, nog meer dan gisteren, wat er met dit essentiële onderdeel der muziek valt te bereiken. En ik geloof wel, dat er na vijf minuten luisteren naar de eerste honderd maten geen hoorder meer was in wiens gedachte niet het besef ontkiemde van de treurigste ontgoocheling welke ooit door een componist werd aangedaan. Zeker: men schuwde een voorbarig vonnis. De symphonie telt tien delen en duurt tachtig minuten. Het was billijk om te hopen tot het slot. Maar gaandeweg verscherpte zich de gewaarwording ener misgrijpende teleurstelling. Het werd hoe langer hoe duidelijker dat Messiaen, die beweert de metriek der Hindoes bestudeerd te hebben (welke misschien nog een tikje geraffineerder is dan de rhythmische subtiliteiten der oude Grieken) een heel bos had omgehakt om zich een gewone, goedkope wandelstok te verschaffen. Al de theoretische complicaties welke hij spitsvondig uitkient, leveren niet het geringste practisch resultaat. Onophoudelijk marcheert de muziek in gelid met reglementair bewegende armen en benen. Waarom dan zoveel vernuftigheden, waarbij ieder op zijn tellen moet passen? Nergens krijgt men een duw, een stoot, of een lichte bevlieging om even uit de sleur te raken. Nooit heeft men de onnozel stereotiepe temple-blocks, de buizen die klokken moeten verbeelden, de tamboertjes en de exotische rest der maraca's en dito (welke ik niet eens bemerkt heb!) zo braaf conformistisch horen klinken. Geen verrassing; geen schokje; geen por zelfs, die zo gemakkelijk schijnt. Men wist altijd een moment van te voren wat er komen zou en wat ook kwam.
Deze onverwachte deceptie werd op zeer korte afstand begeleid door een andere die even wrang smaakte.
Uit het feit alleen reeds, dat Messiaen herhaalde malen het voornemen aankondigde om in zijn symphonie ‘grote gevoelens’ te vertolken, zoals vreugde, geloof, liefde, ‘die de muziek sinds haar oorsprong bezield hebben en onze decadente wereld zullen redden’, had men afgeleid, dat zulke zeldzame impulsen (‘waarover iemand tegenwoordig niet meer durfde praten’ zegt de auteur), enige sporen zouden nalaten in de conceptie der melodie. Ieder immers van de voorbije meesters, aan wie de onderscheiding ‘groot’ verstrekt werd juist omdat hij vrij banale opwellingen als ‘vreugde, geloof, liefde’, met behoud van al haar banaliteit verhief tot absolute zekerheden, tot axioma's, tot waarheden, even onbederfelijk als de mathematische redenering, ieder dezer grote meesters liet van die algemene gevoelens een typerend teken na, waardoor niet enkel de schrijver doch tevens het geschrevene ontwijfelbaar gekend kan worden als een voltooidheid, welke bij allen verschillend is maar steeds volmaakt.
In geen enkel opzicht bezit de symphonie van Messiaen deze persoonlijke en bovenpersoonlijke eigenschap. Het is mogelijk dat hij de gevoelens waarover hij spreekt organisch ervaart; mogelijk ook dat zij slechts als rhetorische figuren in hem rondgonzen, want overal weergalmt de lucht van zondagse liefde en vreugde, terwijl alom, ten koste van onschatbaar geld en verspilde arbeid, onherstelbare haat en onvergeeflijke tranen worden toebereid. Maar wat voor kennis Messiaen verworven moge hebben over onmisbare cardinale en theologale deugden, - de muzikale vorm waarin zij verschijnen, de melodie, tweede bestanddeel, naast het rhythme, voor het vervaardigen van totale muziek, de melodie, natuurlijke volgroeiing van het rhythme, openbaart zich bij hem even vlak, even bleek, flauw, gedaanteloos, en ten laatste even onbehulpzaam als zijn metrum. Gelijk de meerderheid der hedendaagse componisten heeft hij geen nauwkeurig begrip van de wetten die de melodie sinds mensenheugenis bestuurden en volgens welke zij wederom geconstitueerd zal moeten worden om ‘grote gevoelens’ tot uitdrukking, tot directe ervaring te maken. Deze wetten zijn niet minder strikt dan de regels van de logica. Doch in de ‘populaire’ muziek alleen worden zij nog opgevolgd, en de populaire muziek is de enige waar ‘grote gevoelens’ niet afstierven. Hoe meer de vernuftigheden van accoord-verbindingen en de schilderachtigheden der orkestrering raken uitgeput en tollen in een vicieuze cirkel, des te nodiger, des te onontbeerlijker wordt de studie en de restauratie van die immemoriale wetten der melodie.
Olivier Messiaen echter heeft dit uit eigen beweging nimmer opgemerkt; en wie zou het hem hebben kunnen leren, gedurende de periode zijner onderrichting, tussen 1920 en '30? Hij waant daarenboven nog dat men magie veroorzaakt door de talloze herhaling ener gegeven formule, die op zichzelf weinig of geen karakteristieke hoedanigheden bevat. Vanouds wordt dit procédé toegepast door primitieve volken en kleine kinderen, zolang de intelligentie niet ontwaakt is of stagneert; zolang ook wellicht de speeltuigen gebrekkig en onverbeterbaar zijn. Wij kregen daarover zelden inlichtingen die men genoeg vertrouwen kan om er degelijke theorieën op te bouwen. Maar omdat wij met ons intellect onmiddellijk door het procédé heenkijken is het systeem bij ons in ieder geval niet bruikbaar met de obstinate, indolente, mechanistische, maniakke halsstarrigheid, waarmee Messiaen naar de wijze van Papoea's en Indianen en kinderen het aanwendt. Goden, engelen en duivels van primitieve wezens mogen zich laten beïnvloeden door een monotone dreun. Voor ons verraadt dat gedrens een deficit van het intellect, een immobiliteit van het gevoel, en reeds bij de eerste keer verveelt dat terstond, want wij hebben enig recht om veeleisender te zijn dan voormalige goden.
Ziehier de redenen waarom Messiaen's ‘grote gevoelens’ van vreugde, geloof en liefde (welke hij tevergeefs probeert te verdelen in aardse en hemelse) geen werkelijkheid werden, evenmin als door de kranten, radio's, kerken en overige oorden, waar zij dag en nacht weergalmen.
Ik heb na deze desillusie zijn ‘Traité de mon langage musical’ niet enkel doorbladerd maar consciëntieus getest. Tot mijn spijt moest ik constateren dat het een mengelmoes is van gewichtigdoenerige, haast onbegrijpelijke zwetserijen, gelijk men die in menigten aantreft bij de tractaten van middeleeuwse alchimisten en occultisten, waarvan de analyse kregel maakt omdat men er nooit iets anders ontdekt dan een lege dop of een holle kies - en de meest academische of lagere-schoolse definities. Het zou misschien wel nuttig zijn om zulk een bewering te staven met bewijzen. Ik heb er niet de moed toe. Want elk betoog zou nog onverteerbaarder uitvallen dan Messiaen's geschrift. Ga eens uitleggen waarom het rhythme dat hij kwakzalverig ‘non-rétrogradable’ noemt (niet-terugkeerbaar) wijl het zonder te veranderen van achteren naar voren gelezen kan worden - dus terugkeerbaar is! - geen enkel mysterie bergt, en zelfs geen greintje van de versletenste tover! Ik weet nog niet met zekerheid wat Olivier Messiaen is: een gewiekste charlatan of een naieve, onbewuste monomaan. Met geen van beiden echter kan men discussiëren zonder te verzeilen in hun armoede.
Wij leven sinds 1914 te midden van de onwaarachtigheid. Wij weten het nauwelijks, omdat wij ook leven te midden van valse profeten. Vanaf 1914, en opnieuw vanaf 1939, schreeuwen niet alleen millioenen doden - (geloven wij, wanneer wij hen begraven, betreuren en eren, dat zij onsterfelijk zijn, en dus nog wensen, of geloven wij het niet?) - maar ook millioenen levenden schreeuwen om een beetje medelijden, erbarming en gerechtigheid. Olivier Messiaen - onze tolk - componeerde alsof hij hen niet hoort. Noch die doden, noch de levenden. Waar is de barmhartige Samaritaan? Onvindbaar.
Niemand heeft doorgrond waarom Messiaen zijn tiendelige symphonie ‘Turangalîla’ titelde. Met een accent circonflexe s'il vous plaît op de i. Omdat die mysticus dat aan niemand heeft verteld. Is het Peruviaanse of Hindoese taal? Bij alle goden, engelen en duivelen uit een hersenschimmig verleden, wat kan ons dat schelen? Messiaen achtte die pietluttigheid bedenkenswaard. Het is bovenmate ongelukkig, dat er als muziek, als vox mundi, als actuele stem der wereld, zelfs uit Frankrijk dit onbevredigend, bedrieglijk geluid komt. Tegenover zulk een onvoldoening kan men even ontsteld staan als men onthutst zou zijn bij een bericht dat het einde meldt van de tijd. Zou er werkelijk geen levende muziek meer geboren worden? Nergens?
Ieder die deze vraag durft beamen lijdt de nederlaag. Het wordt urgent dat zij een gunstiger antwoord krijgt dan Olivier Messiaen geeft.