Type van een dirigent
Als wij de gegevens die wij hebben om een persoon te beoordelen koel en zakelijk overwegen, wat zal dan onze mening moeten zijn betreffende de kunstenaar Van Beinum?
In de drie jaren na de oorlog zag ik hem te midden der gebruikelijke programma's stuk voor stuk een eigen repertoire vormen van composities, waarop hij geheel zijn aandacht had samengespannen, en die hij volgens nieuwe opvattingen instudeerde met zijn orchest.
De nieuwheid dezer opvattingen kwam altijd rechtstreeks voort uit de eigenaardigheden der muziek welke hij had gekozen om ze naar zijn zienswijze te vertolken. Die opvattingen waren dus enkel daarom persoonlijk en oorspronkelijk, wijl Van Beinum als een soort van medium de werkelijkheid der composities, aan welke hij op een zeker ogenblik zijn hart gaf, tot levende uitdrukking bracht, wijl hij dat wenste, wilde en kon. Zonder twijfel heeft zulk een ideaal van persoonlijk-onpersoonlijk musiceren hem geroepen sinds lange jaren. Maar gelijk ieder weet was het hem pas sedert de bevrijding geoorloofd zijn wensen te verwezenlijken. Dit kon slechts langzaam gebeuren in een omgeving waar ‘de baas’ (Willem Mengelberg) bijna een halve eeuw dictatoriaal had geheerst. Later, wanneer de historie wordt geschreven, zal men Van Beinums verdiensten als bevrijder uit een totaal verstard systeem kunnen toetsen en waarderen naar de technische en psychologische moeilijkheden welke hij in dergelijke omstandigheden te overwinnen had, en die hij geduldig overwon.
Op deze dag, en binnen drie jaren, bevat Van Beinums eigen repertoire de namen van Haydn, Mozart, Beethoven, Schubert, Berlioz, Bruckner, Franck, Tsjaikofski, Debussy, Ravel, Diepenbrock en Bartok. Wanneer tijd en vrijheid onbelemmerd tot zijn beschikking hadden gestaan, zou ik waarschijnlijk daaraan mogen toevoegen de naam van Bach en diens Matthaeus-Passie. Er is geen enkele reden om dit te betwijfelen. Wanneer ik zelf ook maar enigszins geschikt was voor een natuurlijke, onbevangen verstandhouding met de muziek van Johannes Brahms, zou ik vermoedelijk de naam Brahms nog moeten toevoegen aan de zo goed als volledige rij van meesters, die, overeenkomstig mijn onloochenbare ervaring, als 't ware volmaakt, dit wil zeggen elk in zijn karakteristieke, onnavolgbare toon, en tegelijk met een onbetwistbare technische kundigheid, vertolkt werden door Van Beinum.
Het zeldzame hierbij is, dat Van Beinum een symphonie van Haydn even juist dirigeert als een symphonie van Berlioz, een symphonie van Tsjaikofski even juist als een symphonie van Bruckner, een symphonie van Mozart even juist als een werk van Debussy, Ravel, Bartok of Diepenbrock. Onder juist dirigeren versta ik het transformeren ener muzikale partituur tot loutere innerlijke energie van de hoogst bereikbare intensiteit, zodat de hoorder onmiddellijk deelneemt aan de gevoelens (welke bij waarlijk grote meesters altijd geluksgevoelens zijn) waaruit de muziek tijdens hare conceptie ontstond. Wanneer Van Beinum zorgvuldig op een partituur gewerkt heeft bezit hij dit electrisch geleidend vermogen in een zeer aanzienlijke graad, alsof door de arbeid de complete psychische substantie van het uit te voeren stuk zich in hem ophoopt. Dit is geen subjectieve ondervinding van mij, noch een illusie. Want telkens heb ik mijn particuliere gewaarwordingen gecontroleerd aan de instinctieve reflexen van duizenden luisteraars, en steeds heb ik tussen de sensaties van het publiek als menigte en mijn eigen indrukken een voldoende mate van overeenstemming geconstateerd om te mogen denken dat ik mij niets inbeeld, wanneer ik aan Van Beinum het vermogen toeken om zich ten nauwste te kunnen vereenzelvigen met de geheime kracht waaruit muziek geboren wordt, en die kracht onverzwakt te kunnen overbrengen naar de hoorders.
De twaalf meesters die ik opnoemde vertegenwoordigen twaalf verschillende persoonlijkheden, zeer uiteenlopende stijlen, verscheidene typen van cultuur, een uiterst gedifferentieerde geestelijke onderbouw, en een dikwijls diametraal tegenovergestelde beschouwing der wereld, twaalf aspecten en facetten der muziek, twaalf zeer diverse expressies. Als ik nu met oplettendheid en met de nodige objectiviteit mijn gedachten laat gaan over de talrijke orchesten van Europa, van Amerika, over hun dirigenten, de vermaardste die ik hoorde en zag, de roemrijkste niet uitgezonderd, hoeveel tel ik er dan, van wie ik volgens mijn artistiek geweten, dat zich nimmer bedotten liet, zou kunnen zeggen dat zij Bruckner even juist, even natuur-getrouw vertolken als Ravel, Haydn, even werkelijk waarachtig als Bartok, Debussy even doeltreffend als Mozart, Tsjaikofski even efficiënt als Schubert, Beethoven, Diepenbrock, en alle twaalf welke ik opsomde, verschillend van intonatie, maar gelijk in macht? Toscanini, noch Bruno Walter, en ook niet Willem Mengelberg, toen zij jonger waren, en ook niet Furtwängler, of wie men zou willen citeren, hebben gedurende hun beste jaren ooit die synthetische, syncretische gemeenzaamheid, verbondenheid, directe aanvoeling van zoveel mogelijke intonaties der muziek getoond, die alzijdigheid, welke Van Beinum mij bewezen heeft tijdens de drie jaren waarin ik hem critisch onderzocht en getoetst heb.
Het is gevaarlijk een mens te roemen. Het is zeer gevaarlijk een kunstenaar te stellen boven allen. Men loopt de kans Van Beinum ijdel te maken en laatdunkend zelfvergenoegd. Men loopt de kans lieden tegen hem in verweer te brengen, die niet houden van grootheid omdat zij klein zijn. Men loopt de kans beschuldigd te worden van overdrijving of verdacht van flikflooierij uit baatzuchtige beweegredenen. Met gerustheid aanvaard ik deze risico's. Zodra Van Beinum verflauwt in het hardnekkig en verwonderlijk streven naar muzikale werkelijkheid, dat ik te ondervinden kreeg, zal hij mij tegen zich vinden.
Maar feiten blijven feiten, en de hoedanigheden van bewonderenswaardig kunstenaar, die ik tot dit ogenblik in hem waarnam, zijn onweersprekelijk. Boven alle relatieve dingen oordelende, zie ik vele redenen om niet enkel het orchest van het Concertgebouw, niet enkel de stad Amsterdam en de Hollandse natie, maar ook de Nederlandse componisten bevoorrecht te achten wegens de aanwezigheid van een dirigent als Van Beinum. Voornamelijk de componisten. Want er is onwillekeurige, automatische wisselwerking tussen componisten en de dirigent tot wie zij zich moeten wenden. Men kan veilig zeggen: zo dirigent, die een natie belichaamt, zo componist, die uit een volk voortkomt.
Van Beinum gaat nu zes maanden naar Londen. Moge het hem en ons nimmer berouwen. Moge hij niets vergeten van wat hier in Holland plicht voor hem was, ambt, taak, zorg, moeite, roem, en vervulling van zijn ingeboren kunstenaarsschap.