Op zoek naar nieuw geluid
Geroepen door het affiche van Sandberg, dat zo eenvoudig voortreffelijk is van lijn, kleur en plaatsing in de lucht, komen op dit uur tussen lente en zomer twintig naties te Amsterdam de stand opnemen der huidige muziek. Het Festival der I.S.F.C.M.
Wij ontvangen een congres van meer dan driehonderd critici uit vele oorden der wereld. Tezamen vormen zij een soort geheim genootschap van verkeersagenten. Ieder is uitstekend ingelicht over de moeilijkheden en de kwade kansen welke de componist ontmoet langs de wegen waar hij circuleert. Zij kennen de regels en de hele route met al haar hindernissen van kruispunten, gevaarlijke bochten, steile hellingen, greppels en ravijnen, met haar eentonigheden over kilometerslengte. Maar zij weten niet waarheen de banen gaan. Het is reeds jaren geleden dat de koers veranderd werd en het tempo versneld; dat zij de reglementen moesten wijzigen naar de eisen ener hernieuwde en verbeterde techniek. Zij hebben een vlug aanpassingsvermogen. En het kan elke dag gebeuren dat zij deze hoedanigheid nodig hebben. Zij verwachten een kalme bedaarde rit, gelijk deze reeds menigmaal voorheen verliep. Ondertussen hebben zij een gevoel van op de brandnetels te zitten. Want iemand, wiens aanwezigheid zij nauwelijks vermoeden omdat het op dit geaccidenteerd terrein niet mogelijk is alles te voorzien, kan plotseling vaart nemen en de regels omvergooien van het gehele spel. Zij herinneren zich dergelijke overrompelingen uit de tijden van Olim. Zij hopen erop. Zij snakken er zelfs naar. Omdat zij intelligente mensen zijn vol goede wil. Omdat het eigenlijk reeds een generatie her is dat er iets werkelijk nieuws te signaleren viel op de paden waar de componisten zich voortbewegen, om niet te zeggen voortzeulen, met hun muziek. Zij zouden nog eens dezelfde verrassing, verbazing, onthutstheid, onkennigheid, bewondering en verrukking willen beleven als in de dagen toen Strawinsky, Schönberg en nog een paar anderen jong waren, en zij ook.
Dit verbeiden van de ontdekking is zeer spannend. Ik kan mij voorstellen dat iemand, hoewel altijd ontgoocheld, er gemakkelijk zijn dagen mee doorbrengt. Het is aangenaam om te popelen naar iets dat niet verschijnt, en nog popelend te kunnen zeggen dat het niet verscheen. Men mag dan doen alsof men vuur vat voor het neo-classicisme, ofschoon alles daarin reeds klassiek was en onecht, behalve de poetsglans van dat neo. Men mag dan ook warm lopen voor iemand die probeert een of ander muzikaal idioom na te bootsen, dat jaren terug origineel genoeg was om vandaag nog volkomen fris te lijken. Het verschaft de illusie van niet stil te staan, en disponibel te blijven voor het grote evenement.
Ook het aesthetische vraagstuk, zoals het zich aandient bij de componist die over zijn vak nadenkt, is voor deze uitgezochte phalanx van drie honderd arbiters, buitengewoon boeiend. Veel beter dan degenen die noten schrijven en er met de neus bovenop liggen, overzien zij het gestelde probleem van alle kanten en tot in zijn grondlagen. Zij weten dat er een menigte oud en splinternieuw materiaal ligt opgestapeld, voor iedereen beschikbaar en bruikbaar. Op dit punt valt niets te wensen en trouwens niets meer te verzinnen. Theoretisch is alles uitgevonden en theoretisch werd alles doenlijk. Dat beleefde men nog nooit zo lang er muziek bestaat. Wonderlijke situatie. Het nasporen van een onbekend klank-materiaal werd overbodig, het onthullen ervan ondenkbaar. Alles is voorhanden, en deze toestand van onuitputtelijke en niet meer te verruimen overvloed zal van nu af altijd duren, zo lang er componisten zullen bestaan. Sinds de aarde draait was iets dergelijks niet vertoond. Al die magnifieke materialen van onbeperkte harmonieën en rhythmen, van onovertrefbaar vernuftige instrumenten, al die voor 't grijpen liggende natuurlijke elementen vragen naar iemand om hen te ordenen. Zoals de gebakken of gehouwen stenen welke men verzamelt langs de weg, wachten zij op een rangschikker, op een architect. Zij roepen om iemand die er de constructie van maakt welke even logisch in elkaar zit, zich even stevig overeind houdt, en even werkend is als de goede bouwsels van vroeger. Zij roepen om iemand die er een melodie van maakt, welke even zinrijk is, in wat voor zin dan ook, hoopvol of rouwvol, als de melodieën welke gezongen werden in een vorige eeuw. Zij vragen om leven en schoonheid te worden van deze tijd.
Het schranderste intellect zelfs kan niet meer in overweging nemen om op het punt van compositorisch materiaal Strawinsky, Schönberg, Bartok of de Pijper der Derde Symphonie te overtreffen, te overtroeven. Een uitweg in enkel technische richting is voor immer geblokkeerd. De eerstvolgende vooruitgang der muziek kan niet meer bepaald worden door moderniseringen van buiten-af doch zal bedongen worden door hernieuwing van binnen-uit. Het vraagstuk heeft zich automatisch verschoven naar een hoek waar de psychologische factor voortaan domineert. Het enige wat aan het opgehoopte materiaal ontbreekt, is een karakteriseerbare physionomie en een definieerbare individualiteit. Maar in deze sector zijn de mogelijkheden onbegrensd. Hij is nog niet ontgonnen. De hele muziek kan daar opnieuw beginnen te geschieden, zoals zij, onder ongeveer gelijke omstandigheden, opnieuw te worden begon aan 't eind der zestiende en aan 't eind der achttiende eeuw. De aera der ontdekkingen is dus niet gesloten. Met een wending naar de terra incognita van het psychische en psychologische, waar alles onvoorzienbaar is en van nature geldig, want typisch levend, zou een verschiet zich openen, waarvan na meer dan honderd jaren de horizon nog elke dag zou wisselen.
Wij verwelkomen in ons land ook een tiental componisten die stellig kennis hebben van dit essentiële probleem der muzikale kunst, en van de simpelheid zijner oplossing. Zoals Archimedes zich liet dragen op het lauwe water van zijn bad, zo behoeven zij zich maar in de stroom van menselijk verlangen te werpen om te kunnen zeggen: eureka. En ieder mens verlangt hetzelfde: een aura van geluk om zich heen, en een weerschijn van dat geluk over de wereld. Dit geluk heeft duizend-en-een vormen, talloze gestalten. Maar overal wacht men op iemand die erin geloven durft. Zodra het uitgesproken wordt door klank zal ieder het herkennen. Wij zullen weten dat een muur die ons de toekomst versperde doorbroken werd door een kunstenaar, wie zulke taak is opgedragen sinds oudsher.