Battista Guarini's 'Il pastor fido' in de Nederlandse dramatische literatuur
(1971)–P.E.L. Verkuyl– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 475]
| |||||||||||||||||||
Hoofdstuk XII
| |||||||||||||||||||
[pagina 476]
| |||||||||||||||||||
Guarini's spel heeft dus ongetwijfeld grote bekendheid genoten bij de Nederlandse letterlievenden en dichters, die in de 17e eeuw en de eerste decennia van de 18e leefden. Het valt daarom te verwachten dat er vele tekenen van die bekendheid te vinden zullen zijn op de wijde velden van de toenmalige literaire cultuur in ons taalgebied. Het registreren van al die tekenen zou een tijdrovende aangelegenheid zijn, gezien de omvang van Guarini's tekst (bijna 6800 verzen) en van het te exploiteren terrein. Welk nuttig effect een dergelijke arbeid zou sorteren, met name voor onze kijk op Renaissance, Barok en Classicisme ten onzent, valt niet zonder meer te voorspellen. In het kader van deze studie heb ik mij niet geroepen geacht dit omvangrijke werk te ondernemen. Wèl heb ik genoteerd wat ik toevalligerwijs in de lyrische produktie van die jaren herkend heb als vertaald uit of ontstaan onder invloed van de PF. In Bijlage II (blz. 507-509) heb ik deze toevallige vondsten - die daarom niet als representatief beschouwd kunnen worden - vermeld, met de vindplaats en een enkele oriënterende bijzonderheid. Van een bespreking, hoe summier ook, heb ik bewust afgezien. Van de mij bekende Nederlandse overzettingen van een of meer gedeelten uit de PF bespreek ik er in dit boek slechts één. Deze uitzondering is een gevolg van het feit dat het tweeledige fragment formeel als deel van een toneelstuk wordt gepresenteerd. Het betreft het in de titel van dit hoofdstuk vermelde Yet Overgesetts, dat Huygens als ‘toemaet’ liet afdrukken in het zesde onderdeel van zijn Otia uit 1625Ga naar voetnoot3. | |||||||||||||||||||
II. Huygens' vertaling1. IntroductieBij de bespreking van Constanter's PF-fragmenten-in-vertaling baseer ik mij op de tekst zoals men die aantreft in Otia 1625, waarin ze voor het eerst in druk verschenen zijn. Ik gebruik deze tekst omdat ik ook in de voorgaande hoofdstukken altijd ben uitgegaan van de editio princeps van elke besproken tekst. Voor zover het nodig bleek, heb ik ook latere drukken van de tekst (in de herdruk - van de gewijzigde druk uit 1634 - van de Otia uit 1641, in Korenbloemen 1658 en in Koren- | |||||||||||||||||||
[pagina 477]
| |||||||||||||||||||
bloemen 1672) bij mijn onderzoek betrokken, zoals ik dat bijvoorbeeld eveneens gedaan heb bij de bespreking van i.v.d.m.d.h.'s PF-vertalingGa naar voetnoot4. Ik heb mij dus bewust gedistancieerd van de problematiek: verhouding handschriftGa naar voetnoot5 tot eerste gedrukte redactie, en verhouding tussen de gedrukte redacties onderlingGa naar voetnoot6. Ik beperk mij tot een bespreking van de aard en de kwaliteit van de in Otia 1625 verschenen ‘proeve van vertaling’ uit een specimen van ‘der Italianen Thoneel-Stijl’Ga naar voetnoot7, zoals die blijken bij vergelijking van Huygens' tekst met Guarini's verzen. Daarbij doet zich allereerst de vraag voor, welke PF-redactie Huygens gebruikt heeft. | |||||||||||||||||||
2. Huygens' ‘vorlage’Blijkens de datering onder de afgedrukte fragmenten is de vertaling in 1623 tot stand gekomen. Tot dat jaar waren er, vanaf de editio princeps uit 1589, talloze PF-edities verschenen. Welke daarvan nu precies Huygens' Vorlage is geweest, valt moeilijk met zekerheid uit te maken: men zou daartoe tenminste over àlle Italiaanse PF's, verschenen tussen 1589 en 1623, moeten kunnen beschikken. Het lijkt bovendien voor ons doel van geen belang: de geconstateerde tekstverschillen tussen de editio princeps en de editio definitiva uit 1602 (bij Ciotti te Venetië verschenen) hebben geen van alle betrekking op PF I, 2 en Coro I, de PF-delen die door Huygens werden vertaaldGa naar voetnoot8. Het is overigens niet onwaarschijnlijk dat Constantijn heeft gewerkt op basis van een exemplaar van de editio definitiva, of een herdruk daarvan. Op twee plaatsen immers lijkt de Nederlander een extra-rijm aan te brengen, dat verband houdt met de marginale sententie-markering zoals men die sinds de Ciotti-editie van 1602 in de PF aantreftGa naar voetnoot9. Hoe dit ook zij, ik zie geen ernstige bezwaren tegen een vergelijking van Huygens' tekst met Fassò's heruitgave van de definitieve PF-tekst uit 1602Ga naar voetnoot10, als basis voor een beoordeling van de kwaliteit van de Nederlandse vertaling. | |||||||||||||||||||
[pagina 478]
| |||||||||||||||||||
3. Huygens' tekstDe volledige tekst van Yet Overgesetts vindt men in Otia 1625, blz. 169-181. Daarbij moet hier het volgende worden opgemerkt. De tekst uit Otia telt 272 versregels in I, 2 en 79 verzen in het Choro, dat is resp. 2 en 3 regels minder dan Guarini's PF I, 2 en Coro I. In Huygens' scène-tekst mist men de vertaling van de versregels 113 en 169. Controle in het handschrift van de vertaling wijst uit dat beide regels ook daar ontbreken. Nu treft men vanaf de editio princeps der Korenbloemen (dat is dus vanaf 1658) wèl een equivalent aan van PF I, 2, 113, maar niet van I, 2, 169. Het valt niet uit te maken of het toegevoegde vers van de hand van Huygens isGa naar voetnoot11. Indien het zeker was dat het door Huygens zèlf toegevoegd is, dan zou er sprake zijn van een in 1658 verschenen verbeterde èn authentieke Huygenstekst, en zou deze de voorkeur verdienen boven de redactie uit de Otia 1625. Nu een en ander niet vaststaat, baseer ik mij toch liever op de laatste. Met betrekking tot de blijvende omissie van r. 169 dient het volgende opgemerkt te worden. Het moet niet uitgesloten worden geacht, dat Huygens deze PF-regel nimmer vertaald, ja wellicht zelfs nooit gezien heeft. Om dit duidelijk te maken citeer ik hier de Italiaanse regel in zijn ruime context. (De Arcadiërs worden geteisterd door een pestepidemie, een wraakoefening van Diana, die beledigd is door Lucrina's gedrag ten opzichte van de Diana-priester AmintaGa naar voetnoot12. Het Orakel, dat de bewoners van Arcadië geraadpleegd hebben om te horen hoe de plaag van hen afgewend kan worden, heeft gezegd - en Ergasto geeft deze woorden weer - dat:) | |||||||||||||||||||
[pagina 479]
| |||||||||||||||||||
[163][regelnummer]
[...] Cintia era sdegnata, e che placarla
si sarebbe potuto, se Lucrina,
[165][regelnummer]
perfida ninfa, o vero altri per lei
di nostra gente, a la gran Dea si fosse
per man d'Aminta in sacrificio offerta.
La qual, poi ch'ebbe indarno pianto e 'ndarno
[169][regelnummer]
dal suo nuovo amator soccorso atteso,
[170][regelnummer]
fu con pompa solenne al sacro altare
vittima lagrimevole condotta,
dove, [...]Ga naar voetnoot13
Het wegvallen van r. 169 kan heel gemakkelijk onopgemerkt blijven. Immers, als de Italiaanse tekst deze regel niet had, kon e 'ndarno in 168 opgevat worden als louter een versterkende herhaling van indarno in diezelfde regel. Na deze herhaling, zo kon men dan concluderen, werd de zinsconstructie normaal met 170 vervolgd. Hetzelfde kan gezegd worden bij een over-het-hoofd-zien van de wèl afgedrukte regel door de vertaler; als eenmaal de Nederlandse tekst tot stand is gekomen zonder 169, valt de omissie van deze regel niet op, tenzij men origineel en vertaling nauwkeurig met elkaar gaat vergelijken. In Huygens' Choro-tekst vindt men geen vertaling van resp. r. 22 en de r. 74-75. Het is merkwaardig dat men in de latere edities van de tekst de vertaling van r. 22 nog altijd mist; immers, niet alleen het rijmschemaGa naar voetnoot14, maar ook de syntactische constructie zijn door het wegvallen ervan onafgerond gebleven, zodat men had mogen verwachten dat de omissie opgemerkt en hersteld zou zijn. Het niet weergeven van r. 74-75, die het einde van de voorlaatste 'strofe' van de reizang vormen, heeft alléén een onregelmatigheid in het rijmschema veroorzaakt; grammatisch vormen zij samen een eenheid waarvan de eliminatie op zichzelf niet behoeft op te vallen. Ook dit hiaat blijkt in latere edities van de Choro-tekst niet opgevuld. | |||||||||||||||||||
4. De aard van de vertalingVergelijkt men Huygens' vertaling nauwkeurig met Guarini's tekst, dan ontdekt men dat de Nederlandse dichter zijn voorbeeld formeel zo dicht mogelijk heeft willen benaderen. | |||||||||||||||||||
a. Syllaben-aantal van de versregelsDe scène-tekst van de PF vertoont een afwisseling van zeven- en elf- | |||||||||||||||||||
[pagina 480]
| |||||||||||||||||||
lettergrepige verzen die incidenteel rijmen. In I, 2 zijn de elflettergrepige verzen ver in de meerderheid. Huygens' tekst vertoont - op één uitzondering naGa naar voetnoot15 - op precies dezelfde plaatsen binnen de scène (vanzelfsprekend heb ik in aanmerking genomen dat er enkele regels niet zijn weergegeven) soortgelijke regels als zijn voorbeeld. Ook in de Coro-vertaling heeft Huygens precies dezelfde afwisseling van regellengte als Guarini's tekst vertoont, zonder één enkele uitzondering, tenminste als men rekening houdt met de gesignaleerde omissies. Dat wil zeggen dat Huygens in scène- en Choro-tekst zijn vertaling in regellengte identiek heeft gemaakt met zijn voorbeeld. | |||||||||||||||||||
b. RijmtechniekGuarini's scène heeft op 7 plaatsen rijmende passages. Viermaal vindt men een gepaard rijmGa naar voetnoot16, tweemaal een omarmend rijm (abba en axa)Ga naar voetnoot17 en éénmaal een ingewikkelder rijmpatroon (ababbcc)Ga naar voetnoot18. Vijf van deze passages treft men in Huygens' tekst op precies dezelfde plaatsen aan (3 van de gepaarde rijmenGa naar voetnoot19, 1 van de omarmendeGa naar voetnoot20, en het ingewikkelde patroonGa naar voetnoot21). De zesde passus (het resterende gepaarde rijm) blijkt één regel te zijn opgeschovenGa naar voetnoot22. Het gesignaleerde axa-rijm vindt men in Yet Overgesetts daar ter plaatse noch in de directe omgeving ervan terug. Op drie plaatsen heeft Constanter rijmen toegevoegd. De eerste en tweede maal betreft het een rijmpaar dat het einde aanduidt van een passus die sinds de editio definitiva van de PF als sententieus is gemarkeerdGa naar voetnoot23. De derde keer blijkt Huygens de regel, die syntactisch en qua sententie-markering behoort bij de passus met het ingewikkelde rijmpatroon, in zijn rijmschema te hebben opgenomenGa naar voetnoot24. Afgezien van het axa-rijm heeft de Nederlander dus alle rijmpassages van Guarini (praktisch) ter plaatse overgenomen. In zijn extra-rijmen wendt hij het rijm aan ter vervanging van de door hem nergens overgenomen sententie-markering. | |||||||||||||||||||
[pagina 481]
| |||||||||||||||||||
In het Choro heeft Huygens Guarini's rijmschema op de voet gevolgd. Op grond van het bovenstaande kan men concluderen dat zijn vertaling qua syllabenaantal en rijmtechniek praktisch identiek is met het origineel.
Een soortgelijke vertaling van (een deel van) de PF ben ik elders niet tegengekomen. Ik heb dan ook de indruk dat Huygens' vertaalprincipe een curiosum mag worden genoemd. Zelf heeft hij dienaangaande iets gezegd in de inleiding tot zijn proeven van vertaling, die hij op 9 maart 1625 dateerdeGa naar voetnoot25, maar nooit heeft laten drukken. Hij spreekt daarin over ‘dese te voren ongebruyckte maniere van doen’Ga naar voetnoot26, en verzoekt ‘wie sich het Boeck-beroep oyt bekroont heeft, met [hem] te bedencken, off, in gevalle van Oversettingen (die wij doch door de all-begeerlickheid deser tijden niet en konnen ontgaen) dese [vertaalwijze] daer voor niet te houden ware, dat sij in 'tvertalen van Gedichten soo de geesticheid vande uytsprake naertracht, dat sij sich minst vande waerheid af geeft’Ga naar voetnoot27. Huygens stelt dus zijn vertaalwijze in dienst van de kwaliteit van de vertaling. In het vervolg van zijn pleidooi wijst hij dan ook prozaoverzettingen van gedichten (als de ‘Fransche oversettingen buytens dichts die ons van dit Herder-spel ter hand komen’Ga naar voetnoot28) evenzeer af als hij het de berijmde vertaling - die hij klaarblijkelijk van de PF kentGa naar voetnoot29 - doet. Juist ‘de Rima sciolta, het Rijmeloos ongebonden dicht vande Italianen heeft [hem] doen hopen, datmen met even soo veel bods ten naesten bij even soo ver reicken soude mogen’Ga naar voetnoot30. Na deze opmerking is het niet meer dan logisch, dat Huygens zich in het vervolg van zijn stuk enigszins verontschuldigend uitlaat over zijn | |||||||||||||||||||
[pagina 482]
| |||||||||||||||||||
vertaling van de Coro, die niet in rima sciolta is geschreven en waarvoor zijn beroep op deze versvorm dus niet kan gelden. Ik heb mij, zo schrijft hij, ‘elders [dan in de scène-vertaling], namenlick inden Choro, aen all de selve maten en weêrslagen verplicht, die hij [Guarini] met soo veel moeytens niet ontworpen en heeft, oft sij en hebbens bijnaer wel soo veel in 'tnaerbootsen gekost, daer ick gaern bekenne de waerheit somtijds vrij wat krachts geleden te hebben, emmers vrij wat vercierings, soo 'tgeen verkleiningh heeten moet’Ga naar voetnoot31. Het komt er dus op neer, dat Huygens in dit - ongedrukt gebleven! - stuk een pleidooi houdt voor zijn vertaalprincipe ten aanzien van passages die in rima sciolta zijn geschreven, terwijl hij zich minder tevreden toont over zijn vertaling van de Coro, waar dit principe niet kon worden toegepast. Daarmee zijn we toegekomen aan de vraag naar de kwaliteit van Huygens' vertaling. De beantwoording ervan zal duidelijk maken in hoeverre ons oordeel overeenstemt met zijn eigen gevoelen. | |||||||||||||||||||
5. De kwaliteit van de vertalingOm de kwaliteit van Huygens' eigen-geaarde vertaling te beoordelen, wil ik een tweetal passages - één uit de scène, één uit de Chorotekst - met het oorspronkelijke Italiaans vergelijken. Voor het gemak van de lezer laat ik beide passages zowel in het Italiaans als in het Nederlands volgen. a. De scène PF I, 2 begint aldus, met de eerste claus van Mirtillo: [1][regelnummer]
Cruda Amarilli, che col nome ancora,
d'amar, ahi lasso! amaramente insegni:
Amarilli, del candido ligustro
| |||||||||||||||||||
[pagina 483]
| |||||||||||||||||||
più candida e più bella,
[5][regelnummer]
ma de l'àspido sordo
e più sorda e più fèra e più fugace;
poi che col dir t'offendo,
i' mi morrò tacendo;
ma grideran per me le piagge e i monti
[10][regelnummer]
e questa selva, a cui
sì spesso il tuo bel nome
di risonare insegno.
Per me piagnendo i fonti,
e mormorando i venti,
[15][regelnummer]
diranno i miei lamenti;
parlerà nel mio volto
la pietate e 'l dolore;
e, se fia muta ogn'altra cosa, al fine
parlerà il mio morire,
[20][regelnummer]
e ti dirà la morte il mio martireGa naar voetnoot32.
Huygens vertaalt: [1][regelnummer]
VVrang' Amarill, die selver met het bitter
Van uwen naem leert bitterlick beminnen,
O Amarill veel blancker en veel schooner
Dan 't schoone blancke Keelkruyd,
[5][regelnummer]
Maer doover en voorvluchtiger en feller
Dan self de doove Slangh is;
Misdoen ick u met spreken,
Mijn hert sal swijgend' breken.
Maer 'thoogh' en 'tlage land sal voor my schreewen,
[10][regelnummer]
Soo sullen dese bosschen,
Die 'ck uwen schoonen name
Soo dickmaels leere melden:
In 't weenen der fonteinen,
In 't ruysschen van de winden
[15][regelnummer]
Sult ghy mijn' treuringh vinden,
De deernis en het pijnen
Sal in mijn aensicht spreken,
Ia word' het alle stom, ten langen laesten
Sal noch mijn sterven schelden,
[20][regelnummer]
En mijne dood sal u mijn' smerte meldenGa naar voetnoot33.
Men kan vaststellen:
| |||||||||||||||||||
[pagina 484]
| |||||||||||||||||||
Naar mijn mening kan men alleen op wat sub 6 werd geconstateerd, kritiek uitoefenen die steekhoudend is. De andere gevallen bevatten dermate subtiele verschillen dat men ze niet dan bij zorgvuldige bestudering opmerkt; storend zijn ze op generlei wijze. Al met al kan men niet anders dan bewondering hebben voor wat hier door Huygens is gepresteerd. Vergelijkt men de rest van de scène-vertaling even nauwgezet met Guarini's verzen, dan stuit men ongetwijfeld op enkele woorden of uitdrukkingen die niet geheel geslaagd kunnen worden genoemd. Voorbeelden daarvan zijn: ‘vuyl vallen’ als weergave van essere accusata (beschuldigd zijn) (r. 67); Ook vindt men een heel enkele maal een foutieve vertaling: ‘toegelaten’ voor contesa (betwist)Ga naar voetnoot35 (r. 118). Dit neemt echter niet weg dat men het zojuist geformuleerde oordeel ook voor die ‘rest’ kan handhaven.
b. Coro I van de PF begint als volgtGa naar voetnoot36: [1][regelnummer]
Oh nel seno di Giove alta e possente
legge scritta, anzi nata,
la cui soave ed amorosa forza
verso quel ben che, non inteso, sente
[5][regelnummer]
ogni cosa creata,
gli animi inchina e la natura sforza!
Nè pur la frale scorza,
che 'l senso a pena vede, e nasce e more
al variar de l'ore;
[10][regelnummer]
ma i semi occulti e la cagion interna,
ch'è d'eterno valor, move e governa.
E, se gravido è il mondo e tante belle
sue meraviglie forma;
| |||||||||||||||||||
[pagina 485]
| |||||||||||||||||||
e se per entro a quanto scalda il sole,
[15][regelnummer]
a l'ampia luna, a le titanie stelleGa naar voetnoot37,
vive spirto ch 'nforma
col suo maschio valor l'immensa mole;
s'indi l'umana prole
sorge, e le piante e gli animali han vita;
[20][regelnummer]
se la terra è fiorita
o se canuta ha la rugosa fronte,
vien dal tuo vivo e sempiterno fonte.
De Otia bieden de volgende tekstGa naar voetnoot38: [1][regelnummer]
VVet, groote Wett, in Iupiters voorsinnen
Geschreven, ja geboren.
Diens soete dwangh en lieffelick verkrachten
All dat geschapen is met Ziel en sinnen
[5][regelnummer]
Vervoert, en doet bekoren
Met 'tgen' het niet en kent, en daer na trachten:
Wett, groote Wett, diens machten
Niet dat alleen het gen' wy met het vlieten
Der uren sien vernieten,
[10][regelnummer]
Een' broose schorsch, maer 'tinnerlick bestieren
Van oorsaecks kettingen doen gaen en swieren;
Gaet dese Wereld groot, sien wijse baren
Soo vreemden wonderheden,
Leeft daer een geest die met sijn krachtigh leven
[15][regelnummer]
Wat Sonn en Maen beringht en sterre-scharen
Van boven tot beneden
Sijns selven deligh maeckt, en met doet leven
Wordt 'tleven ons gegeven
Genieten 't kruyderen, genieten 't Dieren,
[20][regelnummer]
Siet d'Aerde sich vercieren,
Siets' oock somtijds haer' kalen kopp verromplen,
[...]Ga naar voetnoot39
Er vallen bij deze vertaling de volgende opmerkingen te maken:
| |||||||||||||||||||
[pagina 486]
| |||||||||||||||||||
De nauwkeurige vergelijking van de twee C(h)oro-teksten rechtvaardigt naar mijn mening de volgende conclusie: Huygens heeft zichzelf hier | |||||||||||||||||||
[pagina 487]
| |||||||||||||||||||
een te zware opgave gesteld. In deze 21 regels treft men enkele passages aan waarvoor men bewondering hebben kan: de weergave van r. 3-6 waarin Huygens praktisch elke nuance van het Italiaans in zijn Nederlandse verzen heeft weergegeven; en 12-13 die evenzeer adequaat vertaald zijn. Elders echter zijn er te veel nuanceringen verloren gegaan om van een werkelijk geslaagde vertaling te kunnen spreken. Voor het gehéél geldt dat men de Nederlandse tekst, zonder er het Italiaans naast te leggen, slechts met veel moeite volledig begrijpen kan. Ongetwijfeld moet men Guarini's tekst eer kunstig dan mooi noemen; Huygens' verzen zal men echter als gekunsteld ervaren. Wat hier naar aanleiding van het besproken fragment is gezegd, geldt evenzeer voor de Coro-vertaling als geheel. Ook verderop treft men passages aan die grotendeels geslaagd mogen worden genoemd; maar telkens stuit men toch weer op woorden en uitdrukkingen waarop men kritiek kan en moet uitoefenen. Grosso modo is bijv. de weergave van 45-55 geslaagd; en détail moet men echter opmerken:
Concluderend: Huygens heeft bewezen tot veel in staat te zijn. De vertaling van de (eenvoudiger) scène-tekst is hem echter beter gelukt dan die van de (zo veel moeilijker) Coro-tekst. Zijn Choro is een moeilijk leesbare, en in details soms minder gelukkig geformuleerde weergave van Guarini's kunstige en zwaarwichtige tekst. Dat is ongetwijfeld een gevolg van zijn poging om, behalve Guarini's syllaben-aantal, ook diens rijmschema op de voet te volgen. | |||||||||||||||||||
6. BesluitVoor zover ik weet, kennen we geen reacties van tijdgenoten of vrienden op Huygens' virtuoze proeve van vertaling. Hijzelf vond ze klaarblijkelijk - ondanks eigen bezwaren, waarvan hij in zijn ‘Voor-Maning’ bleef getuigenGa naar voetnoot40 - van voldoende kwaliteit om ze in zijn Otia te | |||||||||||||||||||
[pagina 488]
| |||||||||||||||||||
publiceren en in herdrukken van zijn werk te handhaven. Het oordeel van Bilderdijk, die in zijn Huygens-uitgaveGa naar voetnoot41 de vertalingen heeft becommentarieerd, is niet voldoende gefundeerd, ondanks de schijn van het tegendeel. Op grond van het feit dat een groot aantal regels van detailkritiek is voorzien, zou men verwachten dat Bilderdijk de teksten zeer nauwkeurig heeft geëvalueerd. Maar van de omissie van het vijftal regels maakt hij geen gewag; en over Huygens' handhaving van syllaben-aantal en rijmschema rept hij met geen woord. Als hij dan terloops - bij de bespreking van de kwaliteit van r. 21 van het Choro - een algemeen vonnis velt met de woorden: ‘Neen, Huygens had de gaaf van 't Dichterlijk vertalen niet’, is dit daarom zwak gefundeerd en naar mijn mening ook onbillijk.
Ik heb in geen enkele PF-vertaling in het Nederlandse taalgebied duidelijke invloed aangetroffen van Huygens' Yet Overgesetts. Geen van de latere PF-vertalers heeft er blijkbaar behoefte aan gehad Huygens' vertaalprincipe over te nemen. Gezien de moeilijkheden die aan deze vertaalwijze inherent zijn, moeilijkheden die ook Huygens zèlf niet geheel heeft kunnen overwinnen, getuigt deze houding van wijze bescheidenheid. Yet Overgesetts blijkt aldus een alleenstaand, niet ten volle geslaagd, maar curieus experiment van de jonge, virtuoze dichter. Een bespreking ervan mocht in deze studie niet ontbreken, hoewel opzet en bedoeling ervan geheel anders blijken dan die van de in de voorgaande hoofdstukken besproken werken. Vandaar dat ze min of meer apart geplaatst is: buiten de chronologische opzet van het tweede deel van dit boek, als een soort toegift. |
|