Battista Guarini's 'Il pastor fido' in de Nederlandse dramatische literatuur
(1971)–P.E.L. Verkuyl– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 252]
| |
Hoofdstuk III
| |
[pagina 253]
| |
hij schreefGa naar voetnoot5 - waarvan wij helaas nog slechts de titels kennen - trekken onze bijzondere aandacht: Herderse gelogie [= jalouzie] comedie pastorael, Aminto en Silvia tragie-comedie pastorael, en Satirs Vergelding comedie pastorael. Uit deze titels blijkt dat Vrancx pastorale dramatiek schreef, en dus voor pastorale drama's belangstelling moet hebben gehad. Men heeft verondersteld dat het spel van Amintia, in 1623 op de feestdag van de Violieren (18 oktober) gespeeld, Vrancx' Aminto en Silvia wasGa naar voetnoot6. Het lijkt niet onmogelijk dat dit spel een bewerking of vertaling van Tasso's AmintaGa naar voetnoot7, of van een op dit spel geïnspireerd stuk is geweest. Hoe dit ook zij, het is in ieder geval waarschijnlijk dat Vrancx tijdens zijn verblijf in Italië Guarini's PF heeft leren kennen. Omstreeks 1595 verscheen daar immers herdruk op herdruk van dit spel, en de faam ervan verbreidde zich in die jaren snel, zowel in Italië als in heel West-Europa. In het tweede en derde decennium van de 17e eeuw werd in Antwerpen het pastoraal toneel druk beoefend. Niet alleen de zojuist besproken Vrancx, maar ook de facteur van D'Olyftack, Joan Yzermans (1590-1631) schreef - helaas eveneens verloren gegane - pastorale drama'sGa naar voetnoot8. Van een drietal kennen we de namen: Pastorale van Euresteus, Pastorale van Grisella en Pan en Syringa; in 1628 werden liedjes daaruit in een bloemlezing uit zijn werk opgenomen.Ga naar voetnoot9. Het is | |
[pagina 254]
| |
niet onwaarschijnlijk dat het laatstgenoemde spel in 1619 zesmaal is opgevoerdGa naar voetnoot10. En vermoedelijk in 1620 wordt ‘wellicht een nieuwe pastorale’ van Yzermans ten toneele gebrachtGa naar voetnoot11. Hoe vaag een en ander ook geformuleerd is, men mag als vaststaand aannemen dat er in de jaren van grote letterkundige bedrijvigheid in Antwerpen (dus in het tijdperk 1615-1635) daar óók voor pastorale spelen belangstelling bestond, en dat minstens één van de auteurs ervan, Vrancx, Tasso's en Guarini's spelen in Italië kan hebben leren kennen. Daarom lijkt het mij niet onwaarschijnlijk dat het spel van Amaril uit de jaren 1628-1629 een Antwerpse bewerking of vertaling is geweest van Guarini's PF, het stuk waarin Amarilli zo'n glansrol speelt. Als auteur komt Sebastian Vrancx, lid van de kamer waarvoor het spel gespeeld werd, het meest in aanmerking. Gedurende zijn verblijf in Italië kan hij gemakkelijk het Italiaans voldoende hebben leren beheersen om uit die taal spelen in het Nederlands over te zetten of te bewerken. Of - zo deze veronderstelling omtrent 's mans kennis van het Italiaans te boud is - hij kan, nadat zijn belangstelling voor de PF gewekt was, een Franstalige PF vertaald of bewerkt hebbenGa naar voetnoot12. Zijn auteurschap van het spel Aminto en Silvia, dat misschien zeer nauwe connecties had met het onmiddellijke voorbeeld van de PF, Tasso's Aminta, lijkt de hypothese te ondersteunen, dat hij ook het spel van Amaril heeft geschreven. Op grond van deze gegevens heb ik gemeend dat er voldoende aanwijzingen zijn om het spel van Amaril bij mijn bespreking van de bewerkingen en vertalingen van de PF niet onvermeld te laten. |
|