| |
| |
| |
Hoofdstuk 2
De drukgeschiedenis van de Belacchende Werelt: een analytisch-bibliografisch onderzoek
Op het eerste gezicht lijkt de drukgeschiedenis van het Tafereel van de Belacchende Werelt geen ingewikkelde zaak te zijn. Van de bundel is immers slechts één editie (Den Haag 1635) bekend. Toch stelt deze uitgave de onderzoeker voor een aantal problemen. Het exemplaar met sign.BL 1985 (74) uit de Gentse Universiteitsbibliotheek heeft een titelblad dat sterk afwijkt van het titelblad van andere exemplaren van de Belacchende Werelt. In plaats van het sierlijke vignet 'T'is al goet wat cunste doet' heeft het exemplaar een afdruk van een houtsnede in de vorm van een bloemenkorf, terwijl ook de lettertypes duidelijk verschillen van deze die gewoonlijk op de titelpagina van de Belacchende Werelt worden aangetroffen (afb.1). Heeft men hier te maken met een andere editie of met een nieuwe oplage waarbij alleen het titelblad opnieuw werd gezet (cancellans), of gaat het om een later bijgewerkt defect exemplaarGa naar voetnoot1? En er is meer. De gedrukte catalogus van de Parijse Bibliothèque Nationale vermeldt onder de beschrijving van haar exemplaar van de Belacchende Werelt met sign. Yi 353: 'Cette édition differe de la précédente [bedoeld wordt: het ex. met sign. Yi 322] par l'initiale L de la p.1, par les signatures et réclames du cahier A'Ga naar voetnoot2. Nog meer van dergelijke verschillen werden ontdekt in de beide exemplaren die ons te Leuven ter beschikking stondenGa naar voetnoot3. Het ging om varianten binnen een zelfde zetsel. Kennelijk was er in het drukproces van de Belacchende Werelt op de pers gecorrigeerd geworden. De persvarianten betroffen vaak niet alleen de interpunctie, de spelling of het gebruik van hoofdletters en van lettercorpsen. Op sommige pagina's had het ene exemplaar b.v. beduidend meer glossen dan het andere. Het was dan ook zonder meer noodzakelijk om de bundel aan een analytisch-bibliografisch onderzoek te onderwerpen. Het uitgangspunt was zowel boekhistorisch als teksteditorisch: de gegevens dienden te worden verzameld en geïnterpreteerd in functie van een reconstructie van de drukgeschiedenis; een nauwkeurig inzicht in de drukgeschiedenis van de bundel zou op zijn beurt de tekstediteur van het nodige materiaal voorzien om uit te maken welke tekstversie voor een editie in aanmerking komt.
| |
| |
| |
Opzet van het analytisch-bibliografisch onderzoek
Om praktische redenen werd de zoektocht naar zoveel mogelijk vindplaatsen van exemplaren van de Belacchende Werelt beperkt tot het Nederlandse taalgebied. Via een rondvraag werden exemplaren opgezocht in de Nederlandse en Vlaamse universiteitsbibliotheken, in de belangrijkste stads- en gemeentebibliotheken (voor zover er een min of meer uitgebreide collectie oude drukken aanwezig was) en in enkele andere instellingen (prentenkabinetten, musea, ...). Op die manier kon een relatief groot aantal (maar daarom beslist niet alle) exemplaren worden getraceerd. In particuliere verzamelingen konden enkele exemplaren door toevalsvondsten en via een oproep in gespecialiseerde tijdschriften worden gelocaliseerdGa naar voetnoot1. Door een gelukkig toeval konden ook de drie exemplaren uit de Parijse Bibliothèque Nationale en het exemplaar uit de Fondation Custodia worden ingekeken. Uiteindelijk werden eenenvijftig exemplaren onderzocht.
Van elk exemplaar werden de bewaarplaats, de signatuur en de datum waarop het exemplaar werd onderzocht, genoteerd. Daarnaast werden telkens exemplaarspecifieke gegevens verzameld: de namen van vroegere bezitters (voor zover in het exemplaar aangegeven), eventuele defecten in het exemplaar (ontbrekende folia, gravures die niet werden afgedrukt) en verdere bijzondere kenmerken zoals b.v. de aanwezigheid van handschriftelijke notities. Vervolgens werden de exemplaren gecollationeerd met behulp van transparantkopieën volgens de methode Vervliet en BostoenGa naar voetnoot2. De transparantkopieën werden gemaakt van het exemplaar uit de Leuvense Universiteitsbibliotheek (sign. RA 39). De nadelen van de gevolgde methode (vervormingen als gevolg van het maken van het transparant, de verschillende vochtigheidsgraad van de te onderzoeken exemplaren, het moeilijker opsporen van zetselschade) bleken in de praktijk best mee te vallen en konden gemakkelijk worden geremedieerd. Bovendien wogen dergelijke moeilijkheden niet op tegen de onuitvoerbaarheid van een totale collatie zonder technische hulpmiddelen.
Omdat niet alle bewaard gebleven exemplaren konden worden gelocaliseerd, hebben de onderzoeksresultaten uiteraard slechts een beperkte waarde. Ook al werden vanaf ca. het veertigste exemplaar nauwelijks nog nieuwe varianten gevonden en was de hoeveelheid van nieuw gevonden varianten van dan af omgekeerd evenredig aan de geleverde inspanning, toch moet men er wel degelijk rekening mee houden dat elk nieuw exemplaar de conclusies in min of meerdere mate ingrijpend kunnen beïnvloedenGa naar voetnoot3.
| |
| |
Het uitgevoerde analytisch-bibliografisch onderzoek beoogde een beschrijving van alle staten van alle drukvormen (de vorm wordt immers als kleinste eenheid van drukken gehanteerd)Ga naar voetnoot1. De gevonden varianten werden genoteerd, per drukvorm gerangschikt, en in een tweede fase geïnterpreteerd: gaat het om intentionele varianten, aangebracht door drukker, uitgever of auteur dan wel om varianten die het gevolg zijn van b.v. zetselschade.
Het onderzoek heeft niet alleen aandacht gehad voor zin-, woord- of spellingsvarianten, maar ook voor verschillen in paginanummer, katernsignatuur, custode en het gebruikte lettercorps, verschillen in de plaatsing van de katernsignatuur en/of de custode t.o.v. de kaderlijnen of verschillen in de hoogte van de glossen t.o.v. het eigenlijke tekstcorpus. Deze elementen maken immers deel uit van de wijze waarop het boekwerk zich aan de lezer presenteert, en zowel voor de reconstructie van de drukgeschiedenis als voor de tekstediteur zijn zij van belang.
| |
Overzicht van de gecollationeerde exemplaren en beschrijving van de exemplaarspecifieke kenmerken
De opsomming van de gecollationeerde exemplaren in dit overzicht werd bepaald door de volgorde waarin de exemplaren werden onderzocht. Naar vindplaats geordend werden exemplaren gelokaliseerd in Amsterdam (ex.18-20, 26-28, 34-35, 38), Antwerpen (ex.7), Arnhem (ex.29), Brugge (ex.12-13), Brussel (ex.3-6, 8), Deventer (ex.42), Dordrecht (ex.24), Gent (ex.9-11, 51), Groningen (ex.41), Den Haag (ex.21-23, 36-37), Haarlem (ex.31), Hilversum (ex.25), Kessel-Lo (ex.1), Leeuwarden (ex.39-40), Leiden (ex.14-17, 32), Leuven (ex.50), Maastricht (ex.43-44), Middelburg (ex.49), Parijs (ex.45-48), Rotterdam (ex.33), Schilde (ex.2), Utrecht (ex.30).
Daarnaast bevat dit overzicht van de gecollationeerde exemplaren gegevens die specifiek zijn voor het onderzochte exemplaar. Hiertoe behoren ook bijzonderheden m.b.t. het afdrukken van de gravures. In de praktijk gaat het een enkele keer om een slecht afgedrukte gravure, vaker evenwel om een gravure-afdruk die ontbreekt en waarbij in een aantal gevallen later een los vel met een afdruk van de gravure op de beschikbare ruimte werd ingekleefd. Kan men strikt genomen een dergelijke ingreep interpreteren als een cancellans, zelf gaven wij er de voorkeur aan om een dergelijke ingreep te presenteren als een element dat thuishoort in de geschiedenis van het individuele exemplaar en deze niet onder te brengen in het
| |
| |
overzicht van de verschillende staten. Druktechnisch valt deze keuze gemakkelijk te verantwoorden: het aanbrengen van de gravures in een exemplaar van de Belacchende Werelt behoorde immers tot een andere drukgang en elk exemplaar onderging in dit opzicht een afzonderlijke behandeling.
1. | Kessel-Lo: verz. K. Porteman (februari 1985): vroeger als dubbel exemplaar in het bezit van de Leuvense Universiteitsbibliotheek (sign.5A 23376); kennelijk is bij het afdrukken van de gravure op p.5 de vorm lichtjes verschoven t.o.v. de koperplaat waardoor een troebele afdruk ontstond. Het exemplaar heeft enkele aankruisingen en aanstrepingen in inkt op fol.[††]3ro en op p.7, 8, 9, 10, 13, 14, 15, 16, 17, 21, 23, 26, 27, 31, 32, 33, 34, 35 en 37. Op p.9 werd in v.107 de tweede a in 'daagh' geschrapt. Ook het woord 'Haagh' uit v.108 werd doorstreept; daarnaast staat genoteerd: 'NACHT'. |
2. | Schilde: verz. R. Willeme (februari 1985): fol.[[†]2] zit los in het exemplaar. |
3. | Brussel: Koninklijke Bibliotheek (sign.VH 23937) (april 1985): uit de collectie Van Hulthem. |
4. | Brussel: Koninklijke Bibliotheek (sign.III 10755 B) (april 1985): op het schutblad de volgende notitie in negentiende-eeuwse hand: '"Een dichter, dien ik wel beloven wil nooit meer te zullen noemen." V. Hasselt over de E. Vad. Klugtspelen p.59'. Bedoeld wordt: Van Hasselt 1780, 59. |
5. | Brussel: Koninklijke Bibliotheek (sign.LP 7186 A) (april 1985): fol.A ontbreekt; fol.T2 werd verkeerdelijk gebonden voor fol.[T4]. Bij de vormen met fol.[††]vo en p.257 werd kennelijk vergeten de gravures af te drukken. Een afdruk van de gravures op een los vel werd later op de beschikbare ruimte ingekleefd. |
6. | Brussel: Koninklijke Bibliotheek (sign.II 64585) (april 1985): bij de vormen met p.233 en 257 werd kennelijk vergeten de gravures af te drukken. Een afdruk van de gravures op een los vel werd later op de beschikbare ruimte ingekleefd. |
7. | Antwerpen: Stadsbibliotheek (sign.C 17103) (april 1985): bij het ter perse gaan van deze studie meldde M. Bronselaer me dat de Antwerpse Stadsbibliotheek nog twee andere exemplaren in haar bezit heeft met als signatuur C 17103 2de ex. en 66.462. Beide exemplaren werden niet of fout gecatalogiseerd. Het exemplaar dat wij raadpleegden, werd gebonden met een exemplaar van de Zeevsche Nach-tegael (Middelburg 1623) en van het Tafereel van Sinne-mal (Middelburg 1623). |
8. | Brussel: Koninklijke Bibliotheek (sign.II 26117 A) (april 1985). |
9. | Gent: Universiteitsbibliotheek (sign.BL 5334) (mei 1985): de volgorde van de folia in katern [†] is: [[†]] + [[†]4] + [[†]2] + [†]3. |
10. | Gent: Universiteitsbibliotheek (sign.BL 7251) (mei 1985): een aantal gravures werd niet afgedrukt: m.n. op fol.[[†]2]ro (titelprent: het folium is wel aanwezig in het exemplaar) en op p.233 en 257. |
11. | Gent: Universiteitsbibliotheek (sign.H 1363) (mei 1985): vroegere bezitters: J. Elias Michielsz. en J.F.J. Heremans. Enkele handschriftelijke notities in inkt: op p.9 boven v.83: 'Feytje Goris'; op p.61 tussen v.1460 en 1461: 'T. Lubbert'; op p.64 naast v.1563: 'Fytje' (op p.61 en 64 de correcte aanduiding van een nieuwe claus). De aanduidingen bleven in de druk verkeerdelijk achterwege. Op p.9 is de mededeling overbodig: op de vorige blz. stond immers reeds in druk aangeduid dat de bedoelde verzen door Fijtje werden gesproken. |
12. | Brugge: verz. H. de Jonghe (januari 1986): uit de collectie Em. van Heurck. |
13. | Brugge: verz. H. de Jonghe (januari 1986). |
14. | Leiden: Bibliotheek Instituut voor Nederlandse Lexicologie (januari 1986). |
| |
| |
15. | Leiden: Universiteitsbibliotheek (sign.1178 A 17) (april 1986): vroegere bezitters: E. Verwijs (1880) en N.J. Stormans. Fol. [[†]2] (met de titelprentgravure) ontbreekt. Bij de vorm met p.257 werd kennelijk vergeten de gravure af te drukken. Een afdruk van de gravure op een los vel werd later op de beschikbare ruimte ingekleefd. |
16. | Leiden: Universiteitsbibliotheek (sign.1020 D 38) (april 1986): fol.[[†]2] (met een afdruk van de titelprentgravure) ontbreekt. Met enkele handschriftelijke notities in inkt: op p. 19 naast v.347-8: 'wat kan deeren // moetmen weeren'; op p.21 naast v.397: 'onnut dat stut'; op p.28 naast v.575-6: 'met lossen en laan // ben ik belaan'; op p.83 naast i.m.1: 'voor doc[tor] // of barb[ier]' (de ontbrekende letters werden afgesneden); op p.91 boven i.m.3: 'sonder kunst gebooren // sonder kunst verlooren'; op p.100 naast v.2560-1: 'wy zyn stof gebooren // wy gaan in stof verloren'; op p.107 tussen v.2773 en 2774: 'Fijtje Goris' (tweemaal onderstreept; een correcte aanduiding van het sprekende personage bij een nieuwe claus); op p.206 boven v.5896: 'wie dankbaar is, is te prysen'. |
17. | Leiden: verz. C. Kruyskamp (april 1986): vroegere bezitter: J. te Winkel |
18. | Amsterdam: Bibliotheek Vrije Universiteit (sign.XH 00055) (april 1986): vroegere bezitter: Mr. H. Bos. Met handschriftelijke notities in inkt: in de linkerbovenhoek van p.132: 'geangegeerd'; in de rechterbovenhoek van p.133: 'gerecommendeerd'. |
19. | Amsterdam: Bibliotheek Vrije Universiteit (sign.XH 00006) (april 1986): fol. [[†]2] (met een afdruk van de titelprentgravure) ontbreekt. |
20. | Amsterdam: Bibliotheek Rijksprentenkabinet (sign.321 B 15) (april 1986): vroegere bezitter: M. Buisman. Fol. [[†]2] (met een afdruk van de titelprentgravure) ontbreekt. |
21. | Den Haag, Koninklijke Bibliotheek (sign.1350 A 124) (april 1986): vroegere bezitter: W. Kloos. Boven het drukkersmerk op de titelpagina enkele initialen in inkt. |
22. | Den Haag, Koninklijke Bibliotheek (sign.28 K 13) (april 1986): uit de coll. F.G. Waller, Amsterdam 1893. |
23. | Den Haag, Koninklijke Bibliotheek (sign.758 B 21) (april 1986): bij de vormen met p.233 en 257 werd kennelijk vergeten de gravures af te drukken. Een afdruk van de gravures op een los vel werd later op de beschikbare ruimte ingekleefd. |
24. | Dordrecht: verz. S.J. Lenselink (april 1986). |
25. | Hilversum: verz. W. Hendriks (april 1986): uit de coll. G. Stuiveling. Bij de vormen met de titelprentgravure, p.233 en 257 werd kennelijk vergeten de gravures af te drukken. Een afdruk van de gravures op een los vel werd later op de beschikbare ruimte ingekleefd. |
26. | Amsterdam: Bibliotheek Instituut voor Neerlandistiek (sign.254 D 10; olim 51 E) (april 1986): op p.152 in r.4240 in inkt een drukfout gecorrigeeerd: de letter d in 'dan' geschrapt en gecorrigeerd tot v: '/v'. |
27. | Amsterdam: Universiteitsbibliotheek (sign.368 E 23) (april 1986): fol.[K4] ontbreekt. |
28. | Amsterdam: Universiteitsbibliotheek (sign.1346 G 222) (april 1986): gebonden in één band met de editie 1624 van De Brunes Emblemata. |
29. | Arnhem: Openbare Bibliotheek (sign.63 E 9) (april 1986). |
30. | Utrecht: Bibliotheek Kunsthistorisch Instituut (sign.rar. LMY Venne 1) (april 1986). |
| |
| |
31. | Haarlem, Stadsbibliotheek (sign.76 E 3) (april 1986). |
32. | Leiden: Universiteitsbibliotheek (sign.708 B 16) (april 1986). |
33. | Rotterdam: Gemeentebibliotheek (sign.1107 H 28) (april 1986). |
34. | Amsterdam: Bibliotheek Meertens-Instituut (sign.4 L III) (april 1986). |
35. | Amsterdam: Universiteitsbibliotheek (sign.077-40) (april 1986): op p.64 naast v.1562 deze handschriftelijke notitie in inkt: 'Fijtje'. |
36. | Den Haag: Bibliotheek Gemeente-archief (sign.Hr 5) (april 1986): volgens een mededeling op het schutblad werd het exemplaar op 20 april 1888 bij W. Verhoeff (uit catalogus nr.65) aangekocht voor twee gulden. |
37. | Den Haag: particulier bezit Noordegraaf (april 1986): fol. [[†]], [[†]2] en Hh ontbreken. Over het paginanummer van p.243 werd het paginanummer 241 gekleefd. |
38. | Amsterdam: verz. A. Gerits (april 1986). |
39. | Leeuwarden: Provinciale Bibliotheek van Friesland (sign.2473 TL) (april 1986): geschonken door J.H. Halbertsma. |
40. | Leeuwarden: Provinciale Bibliotheek van Friesland (sign.2473 TL bis) (april 1986). |
41. | Groningen: Universiteitsbibliotheek (sign.EE e3) (april 1986): gebonden na een exemplaar van het Tafereel van Sinne-mal (1623) en van de Bid-daghs-bede, en vóór de Zeeusche Nachtegael (1623) en het 'Zeeus-vreuchden-liedt' (uit de Zeeusche Nachtegael 1623, dl.1, 69-70 (Zeeusche Nachtegael 1982, 105-6)). Convoluut met als rugtitel: 'V. VENNES POEZY'. Het 'Zeeus-vreuchden-liedt' werd ten onrechte aan Van de Venne toegeschreven. |
42. | Deventer: Stads- of Athenaeumbibliotheek (sign.12 C 10) (april 1986): fol.[[†]2] (met de titelprentgravure) ontbreekt. Met op het eerste schutblad de handschriftelijke notitie: 'Ao 1623 gaf J.P. van de Venne uit het Tafereel van Sinnemal door A.V.Venne (Adriaen van de Venne) zynen broeder, schilder, graveur en dichter. De titel van dat werk is tafereel van Sinnemal. In 1635 kwam dit werk uit als eene 2de en veel vermeerderde uitgave, tellende de eerste 114 en deze 280 bladzijde, die ook meer plaatjes heeft. De anderen zijn dezelfde plaatjes als in de eerste editie, die op verzoek van den uitgever meest achter de Zeeuwsche Nachtegael gebonden is' (de oorspronkelijke onderstrepingen werden door ons gecursiveerd). |
43. | Maastricht: Stadsbibliotheek (sign.CB 14 F 2) (april 1986): uit de slechts ten dele leesbare mededeling op het tweede schutblad blijkt dat dit exemplaar in juli 1837 aan de Antwerpse rederijkerskamer 'den Olijftak' werd geschonken. Bij de vormen met de titelprentgravure (fol.[[†]2]ro), p.233 en 257 werd kennelijk vergeten de gravures af te drukken. Een afdruk van de gravures op een los vel werd later op de beschikbare ruimte ingekleefd op p.233 en 257. |
44. | Maastricht: Stadsbibliotheek (sign.SB 163 D 37) (april 1986): fol.[[†]2] (met de titelprentgravure) ontbreekt. Het kimmetje na fol.[[†]] is nog wel zichtbaar. Bij de vormen met p.233 en 257 werd kennelijk vergeten de gravures af te drukken. Een afdruk van de gravures op een los vel werd later op de beschikbare ruimte ingekleefd. De katern Q (p. 121-8) ontbreekt. Met handschriftelijke notities in inkt: in de linkerbovenhoek van p.190 een onleesbare krabbel met daarnaast: 'aelum'; op p.203 naast v.5796: '14 Octob'. |
45. | Parijs: Bibliothèque Nationale (sign.Yi 322) (augustus 1988): met handschriftelijke notities in inkt: op p. 102 ter hoogte van i.m.2: 'om 't geen u nut is, neemt gelegentheijt wel waar. Van achter is zij kaal, van vooren heyt zij haar'; onder dit i.m.: Men moet niet vadsigh zijn maar op tijd de gelegent-heyt Bij 'thair vatten'. |
| |
| |
46. | Parijs: Bibliothèque Nationale (sign.Yi 323) (augustus 1988). |
47. | Parijs: Fondation Custodia (augustus 1988). |
48. | Parijs: Bibliothèque Nationale (sign.Yi 353) (augustus 1988). |
49. | Middelburg: Documentatiecentrum van de Zeeuwse Bibliotheek(sign.1062 B 8) (september 1989): bij de vormen met fol. [††], p.233 en 257 werd kennelijk vergeten de gravures af te drukken. Een afdruk van de gravures op een los vel werd later op de beschikbare ruimte ingekleefd. Op een blad voor de titelpagina werd eveneens een afdruk op los vel van de titelprentgravure ingekleefd. |
50. | Leuven: Universiteitsbibliotheek (sign.RA 39): van dit exemplaar werden de transparantkopieën gemaakt. |
51. | Gent: Universiteitsbibliotheek (sign.BL 1985(74)) (oktober 1991): zonder afdruk van de titelprent (blanco-folium is wel aanwezig). Voor fol.[[†]]ro-vo werd nieuw zetsel (met een aantal incidentele varianten en de toevoeging van de custode 'ADRI-') en een nieuwe houtsnede (bloemenkorf) gebruikt (zie afb.1-2). De gehanteerde lettertypes wijken duidelijk af van deze die in de overige exemplaren werden aangetroffen. Ook het papier verschilt van het papier dat voor de overige folia uit deze katern werd gebruikt: de tekst voor fol.[[†]]ro-vo werd kennelijk opnieuw gezet, op een los vel afgedrukt en vervolgens aan de (defecte) bundel toegevoegd. De ingreep werd mogelijk in opdracht van een latere boekenbezitter uitgevoerd die zijn defect exemplaar wenste te vervolledigen. De nauwgezetheid waarmee het oorspronkelijke zetsel werd nagevolgd of zelfs nagebootst en de nieuwe houtsnede wijst in de richting van een latere, wellicht achttiende-eeuwse boekenliefhebberGa naar voetnoot1. Voor deze eerste hypothese pleit ook het tijdstip waarop het exemplaar in zijn huidige band moet zijn ondergebracht. Het watermerk in de schutbladen vooraan vertoont veel gelijkenis met Heawood nr.3697 ('Pro patria' papier van C. & I. Honig; datering: 1724-6)Ga naar voetnoot2. Achteraan in het boek vier schutbladen Heawood nr.3697, dan een blad Heawood nr.1719 (waarbij de tweede helft mogelijk op het achterplat is gekleefd). De band is achttiende-eeuws, bruin kalfsleer met vergulde rug op zes ribben; overplakt in de negentiende eeuw met blauw papier.
Het is vreemd dat in het zetsel van fol.[[††]]vo een custode werd toegevoegd. Mogelijk wijst dit erop dat meer afdrukken van deze versie van het titelblad hebben bestaan. Een verklaring hiervoor zou dan luiden als volgt: de niet verkochte exemplaren van de Belacchende Werelt werden in losse katernen bewaard door de erven van Van de Venne of hun latere opvolgers; bij het bewaren zou de titelpagina beschadigd zijn geworden zodat de titelpagina opnieuw moest worden gezet; de custode werd dan toegevoegd met het oog op het binden van de exemplaren. Deze hypothese wordt plausibel zodra een tweede exemplaar met deze versie van de titelpagina wordt gevondenGa naar voetnoot3. Met talrijke notities (in verschillende handen)Ga naar voetnoot4: fol.[[†]]vo: boven i.m.1: 'hier ist datmen // genoeg aen ieder // een beduijt'; onder i.m.2: 'alwaer het eenen dief'; onder i.m.3: 'rust soeckt rust'; onder i.m.6: 'de waere deught // die staet'; fol.[†]3ro: onder i.m.1: 'al waer hij inden // noodt'; fol.[†]3vo: onder
|
| |
| |
|
i.m.2: 'want dese alle (- dese) // connen seer wel // buijsen.'; onder i.m.4: 'dit siet men inde // alderminste Beest'; fol.[†4]vo: onder i.m.1: 'sonder gequel'; fol.[††]ro: onder i.m.2: 'het sal bloijen'; onder i.m.4: 'ditis seecker en // gewis'; fol.[††]2ro: onder i.m.5: 'want dit is ≤ al te ≥ snap- // pigh'; fol.[††]2vo: onder i.m.3: 'dit is geen kunst'; onder i.m.5: 'sich selven wyst // den tyt'; fol.[††]3ro: onder i.m.5: 'soo en sal dan // niet baeten. // alhier alle ons // praeten.'; naast het woord 'Ieugt.' uit i.m.6: ', ja // dan hebic alle // vreught'; fol.[††]3vo: onder i.m.1: 'dit is de fleur'; onder i.m.6: 'ja alwaer mer toe- // gesint'; fol.[††]4ro: onder i.m.1: 'maer en mag niet // queelen'; onder i.m.2: 'soo buijten als binnen'; onder i.m.3: 'alst maer kan // baeten'; onder i.m.4: 'alst maer een // ieder Baet'; fol.[††]4vo: onder i.m.2: 'ofte men wort gesch*e*- // ven'; p.1: onder i.m.1: 'ja sonder krenken'; onder i.m.2: 't'allen tydt'; onder i.m.7: 'oft niet *appigh*'; p.2: onder i.m.1: 'in myn daghen'; onder i.m.3: 'al schiet hij noch // soo snel'; onder i.m.6: 'meest als my lust'; p.3: onder i.m.5: 'een claer bewijs'; p.62: onder i.m.2: 'oft in stront'; p.90: onder i.m.3: 'groot // gew*eel*den'; p.91: boven en naast r.2305 werden versregels genoteerd maar geschrapt en onleesbaar gemaakt; p.100: onder i.m.1: 'datis de saeck'; onder i.m.5: 'wilt niet Claegen'; p.101: onder i.m.1: 'maer ten is niet // sonder Claegen'; onder i.m.3: 'en schr*...*t niet voor gij syt gebeten'; p.103: onder i.m.5: 'ja om niet van ge- // breck te sterven'; p.104: onder i.m.1: 'heel rondigh'; p.105: onder i.m.4: 'ja om een saeck dat sich // niet en raeckt'; p.106: onder i.m.5; 'al waert een // dingh van een // cleyne saeck'; onder i.m.6: 'alwaert een // dochter een kindt' p.107: onder i.m.1: 'al waer het // op een guijt'; onder i.m.2: 'ja suer geschreij'; onder i.m.3: 'dit is alsoo niemant // [-en] kant weder leggen'; onder i.m.5: 'is dit quaedt'; onder i.m.6: 'en Rust baert // lust'; p.108: onder i.m.3: 'alwat dater ommegaet'; onder i.m.7: 'maer wel om // mij'; p.109: onder i.m.5: 'want niet en boet'; p.110: onder i.m.6: 'dat maeckt ronde // scheijven'; p.111: onder i.m.9: 'als de saecke wel // verkeert'; p.112: onder i.m.3: 'maeckt behaegen'; p.113: onder i.m.3: 'is niet te weder leg- // gen'; onder i.m.4: 'alsment proeft'; p.114: onder i.m.4: 'en is groot quaet'; p.116: ter hoogte van v.3013-5: 'liefde sonder troost // Saeijen sonder oost'; p.170: onder i.m.1: 'staet // laet // quaet // haet'; onder i.m.3: 'en[-de] rallen'; p.171: onder i.m.2: 'bij de heeren'; onder i.m.4: 'naer iemants doot'; p.199: onder i.m.3: '*bille*'; p.210: onder i.m.1: 'en lyckt een stomp'; onder i.m.5: 'voor huybrecht'; p.211: onder i.m.5; 'hou u pat'; p.228: onder i.m.8: 'en teugen // verheugen'; p.254: onder i.m.5: 'en beschytelyck'; p.261: onder i.m.5: 'maer een quaet'; p.267: onder i.m.5: 'tracht cracht'; p.270: onder i.m.7: 'geen cleer'; p.271: onder i.m.2: 'maer fenyn'; p.275: onder i.m.7: 'dan // gekust'. |
| |
Overzicht van de verschillende staten
De verschillende drukvormen waarin varianten voorkomen, worden per katern gerangschikt. Daarbij komt eerst de buitenvorm, vervolgens de binnenvorm ter sprake. Van elke vorm wordt aangegeven welke pagina's deze omvat. Hierop volgt een overzicht van de staten met opgave van de exemplaren waarin een bepaalde staat voorkomt. De gepresenteerde volgorde van de staten geeft meestal, maar niet altijd de chronologische opeenvolging weer. Voor een beschrijving en een interpretatie van de varianten die in de diverse staten werden aangetroffen, wordt telkens verwezen naar
| |
| |
het variantenoverzicht en -commentaar dat om praktische redenen in hoofdstuk 3 is ondergebracht. Het variantenoverzicht en -commentaar vindt men er niet meer per vorm maar per pagina gerangschikt. Uiteraard was het niet mogelijk om de diverse staten van de pagina's met varianten te reproduceren; uiteindelijk zouden niet minder dan 115 bladzijden moeten worden weergegeven. Controle van de door ons beschreven varianten blijft evenwel altijd mogelijk aan de hand van de exemplaren die in het overzicht van de staten werden opgegeven. Wel hebben we een aantal pagina's verkleind als afb.3-16 opgenomen. Het gaat om bladzijden waaraan in latere staten nieuwe glossen werden toegevoegd. Tevens illustreren ze de wijze waarop in de Belacchende Werelt andere incidentele en substantiële varianten werden aangebracht. Met het oog op de teksteditie van de Belacchende Werelt in deel II werd bij de verschillende drukvormen die staat met een asterisk aangeduid waarvan men redelijkerwijs mag aannemen dat deze wellicht de zo perfect mogelijke eind-staat (het hoeft niet de chronologisch laatste staat te zijn) van een drukvorm weergeeft, terwijl ook werd aangegeven naar welk exemplaar in de facsimile-editie de pagina's met die bepaalde varianten werden gereproduceerd. In het variantenoverzicht en -commentaar in hoofdstuk 3 en in de verantwoording van deel II wordt deze (interpreterende) werkwijze verder toegelicht.
Binnenvorm [†]-katern [fol.[[†]]vo, [[†]2]ro, [†]3vo en [[†]4]ro]:
Staat I: in ex. 3, 9, 12-13, 15, 19, 21, 23, 30, 32, 39-40, 45; |
Staat II: in ex. 2, 5, 7-8, 10-11, 14, 17, 20, 24-25, 27-28, 31, 33-34, 41-43, 46-47, 49; |
Staat III*: in ex. 1, 4, 6, 18, 22, 26, 29, 35-36, 38, 44, 48, 50. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij fol.[[†]]vo in hoofdstuk: 3. Staat III van fol.[[†]]vo werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Buitenvorm [††]-katern [fol.[††]ro, [††]2vo, [††]3ro en [[††]4vo]:
Staat I: in ex. 2-10, 12-20, 25, 34-35, 38, 40, 42, 44, 46-47, 50; |
Staat II*: in ex. 1, 11, 21-24, 26-33, 36-37, 39, 41, 43, 45, 48-49, 51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij fol.[††]3ro in hoofdstuk 3. Staat II van fol.[††]3ro werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.1. |
|
Binnenvorm [††]-katern [fol.[††]vo, [††]2ro, [††]3vo en [[††]4ro]:
Staat I: in ex. 2, 6, 10; |
Staat II: in ex. 13, 25, 35, 40; |
Staat III*: in ex. 1, 3-5, 7-9, 11-12, 14-24, 26-34, 36-39, 41-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij fol.[††]vo, [††]2ro, [††]3vo en [[††]4]ro in hoofdstuk 3. Staat III van de binnenvorm [††] werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Buitenvorm A-katern [p.1 (fol.Aro), p.4 (fol.A2vo), p.5 (fol.A3ro) en p.8 (fol.[A4]vo)]:
Staat I: in ex. 1, 3, 5-6, 9-13, 15-16, 19, 21-25, 27-28, 30-32, 34-35, 37-40, 42-45, 47, 49-50; |
Staat II*: in ex. 2, 4, 7-8, 14, 17-18, 20, 26, 29, 33, 36, 41, 46, 48, 51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.1, 4, 5 en 8 in hoofdstuk 3. Staat I
|
|
| |
| |
van fol.Aro, A2vo en [A4]vo vindt men verkleind gereproduceerd in afb.3-5 naar het ex.50; staat II van de buitenvorm A werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.2, met uitzondering van p.5 dat gereproduceerd werd naar het ex.51 (de afdruk van de gravure op p.5 van ex.2 is nl. erg beschadigd). |
|
Binnenvorm A-katern [p.2 (fol.Avo), p.3 (fol.A2ro), p.6 (fol.A3vo) en p.7 (fol.[A4]ro)]:
Staat I: in ex. 9, 11, 22-23, 27, 30-32, 35, 37, 43, 47, 49; |
Staat II: in ex. 1, 3, 5-6, 10, 12-13, 15-16, 19, 21, 24-25, 34, 38-40, 42, 44-45, 50; |
Staat III*: in ex. 2, 4, 7-8, 14, 17-18, 20, 26, 29, 33, 36, 41, 46, 48. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.2, 3, 6 en 7 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.A3vo en [A4]ro vindt men verkleind gereproduceerd in afb.6-7 naar het ex.50; staat III van deze binnenvorm A werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.2. |
|
Buitenvorm B-katern [p.9 (fol.Bro), p.12 (fol.B2vo), p.13 (fol.B3ro) en p.16 (fol.[B4]vo)]:
Staat I: in ex. 1, 11, 14, 15-16, 22, 24, 26-28, 36-38, 41, 48, 51; |
Staat II*: in ex. 2-10, 12-13, 17-21, 23, 25, 29-35, 39-40, 42-47, 49, 50. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.9 en 16 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.Bro en [B4]vo werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Binnenvorm G-katern [p.50 (fol.Gvo), p.51 (fol.G2ro), p.54 (fol.G3vo) en p.55 (fol.G4ro)]:
Staat I: in ex. 18, 21, 27-28, 34, 38; |
Staat II: in ex. 36; |
Staat III*: in ex. 1-17, 19-20, 22-26, 29-33, 35, 37, 39-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.51, 54 en 55 in hoofdstuk 3. Staat III van fol.G2ro, G3vo en G4ro werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Buitenvorm H-katern [p.57 (fol.Hro), p.60 (fol.H2vo), p.61 (fol.H3ro) en p.64 (fol.H4vo)]:
Staat I: in ex. 11, 23, 30, 32, 43; |
Staat II: in ex. 19, 21, 31; |
Staat III*: in ex. 1-10, 12-18, 20, 22, 24-27, 29, 33-42, 44-50. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.64 in hoofdstuk 3. Staat III van fol.H4vo werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Binnenvorm I-katern [p.66 (fol.Ivo), p.67 (fol.I2ro), p.70 (fol.I3vo) en p.71 (fol.[I4]ro)]:
Staat I: in ex. 5-6, 9, 14, 47; |
Staat II: in ex. 2, 8, 15, 28, 38, 44, 48, 51; |
Staat III*: in ex. 1, 3-4, 7, 10-13, 16-27, 29-37, 39-43, 45-46, 49-50. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.71 in hoofdstuk 3. Staat III van fol.[I4]ro werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Binnenvorm L-katern [p.82 (fol.Lvo), p.83 (fol.L2ro), p.86 (fol.L3vo) en p.87 (fol.L4ro)]:
Staat I: in ex. 11, 14, 28, 32; |
|
| |
| |
Staat II*: in ex. 1-10, 12-13, 15-27, 29-31, 33-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.83 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.L2ro werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.5.0. |
|
Binnenvorm M-katern [p.90 (fol.Mvo), p.91 (fol.M2ro), p.94 (fol.M3vo) en p.95 (fol.[M4]ro)]:
Staat I: in ex. 6, 10, 24, 32, 40, 43-44; |
Staat II*: in ex. 1-5, 7-9, 11-23, 25-31, 33-39, 41-42, 45-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het |
variantenoverzicht en -commentaar bij p.91- en 94 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.M2ro en M3vo werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Buitenvorm N-katern [p.97 (fol.Nro), p.100 (fol.N2vo), p.101 (fol.N3ro) en p.104 (fol.[N4]vo)]:
Staat I: in ex. 3, 29; |
Staat II: in ex. 21, 32, 38, 44; |
Staat III*: in ex. 1-2, 4-20, 22-28, 30, 31, 33-37, 39-43, 45-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. Het variantenoverzicht en -commentaar bij p.104 in hoofdstuk 3. Staat III van fol.[N4]vo werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Binnenvorm N-katern [p.98 (fol.Nvo), p.99 (fol.N2ro), p.102 (fol.N3vo) en p.103 (fol.[N4]ro)]:
Staat I: in ex. 16, 45; |
Staat II: in ex. 2-4, 6-9, 11-12, 14-15, 19-23, 25-26, 29, 31-32, 34, 37-39, 42-43-44, 47-48; |
Staat III*: in ex. 1, 5, 10, 13, 17-18, 24, 27-28, 30, 33, 35-36; 40-41, 46, 49-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. Het variantenoverzicht en -commentaar bij p.98, 99, 102 en 103 in hoofdstuk 3. Staat III van binnenvorm N werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Buitenvorm O-katern [p.105 (fol.Oro), p.108 (fol.O2vo), p.109 (fol.O3ro) en p.112 (fol.[O4]vo)]:
Staat I: in ex. 26; |
Staat II*: in ex. 1-25, 27-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. Het variantenoverzicht en -commentaar bij p.105 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.Oro werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Buitenvorm P-katern [p.113 (fol.Pro), p.116 (fol.P2vo), p.117 (fol.P3ro) en p.120 (fol.[P4]vo)]:
Staat I: in ex. 2, 7, 14, 32-34; |
Staat II*: in ex. 1, 3-6, 8-13, 15-31, 35-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. Het variantenoverzicht en -commentaar bij 113 en 120 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.Pro en [P4]vo werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Buitenvorm Q-katern [p.121 (fol.Qro), p.124 (fol.Q2vo), p.125 (fol.Q3ro) en p.128 (fol.[Q4]vo)]:
Staat I: in ex. 3-4, 11, 13, 25, 38, 47, 50; |
Staat II*: in ex. 1-2, 5-10, 12, 14-24, 26-37, 39-46, 48-49, 51. |
|
| |
| |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.121 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.Qro werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.1. |
|
Binnenvorm Q-katern [p.122 (fol.Qyo), p.123 (fol.Q2ro), p.126 (fol.Q3vo) en p.127 (fol.[Q4]ro)]:
Staat I: in ex. 3, 10-11, 25, 38, 47, 50; |
Staat II*: in ex. 1-2, 4-9, 12-24, 26-37, 39-43, 45-46, 48-49, 51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.123 en 127 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.Q2ro en [Q4]vo werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.1. |
|
Buitenvorm R-katern [p.129 (fol.Rro), p.132 (fol.R2vo), p.133 (fol.R3ro) en p.136 (fol.[R4]vo)]:
Staat I: in ex. 2, 6-7, 9, 11-12, 14, 16, 20-21, 23-24, 30, 32, 35, 40, 42, 44, 49; |
Staat II*: in ex. 1, 3-5, 8, 10, 13, 15, 17-19, 22, 25-29, 31, 33-34, 36-39, 41, 43, 45-48, 50-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.136 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.[R4]vo werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Binnenvorm R-katern [p.130 (fol.Rvo), p.131 (fol.R2ro), p.134 (fol.R3vo) en p.135 (fol.[R4]ro)]:
Staat I: in ex. 30; |
Staat II*: in ex. 1-29, 31-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.130, 131 en 135 in hoofdstuk 3. Staat I van fol.[R4]ro vindt men verkleind gereproduceerd in afb.8 naar het ex.30; staat II van fol.Rvo, R2ro en [R4]ro werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Buitenvorm S-katern [p.137 (fol.Sro), p.140 (fol.S2vo), p.141 (fol.S3ro) en p.144 (fol.[S4]vo)]:
Staat I: in ex. 9, 12, 16, 36, 43, 48, 50; |
Staat II*: in ex. 1-8, 10-11, 13-15, 17-35, 37-42, 44-47, 49, 51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.137, 140, 141 en 144 in hoofdstuk 3. Staat I van fol.Sro vindt men verkleind gereproduceerd in afb.9 naar het ex.50; staat II van de buitenvorm S werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex. 1. |
|
Binnenvorm S-katern [p.138 (fol.Svo), p.139 (fol.S2ro), p.142 (fol.S3vo) en p.143 (fol.[S4]ro)]:
Staat I: in ex. 1, 16, 19, 21-22, 24, 27-28, 31, 37-40, 45; |
Staat II: in ex. 3-4, 7-10, 12-15, 17-18, 20, 29, 33-36, 41, 43-44, 46-51; |
Staat III: in ex. 2, 26; |
Staat IV*: in ex. 5-6, 11, 23, 25, 30, 32, 42. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.138, 139, 142 en 143 in hoofdstuk 3. Staat; I van fol.Svo en [S4]ro vindt men verkleind gereproduceerd in afb.10-11 naar het ex.1. De staten I-III van fol.S2ro vindt men verkleind gereproduceerd in afb.12-14 naar het ex.1, resp. ex.50 en ex.2. Staat IV van de binnenvorm S werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar ex.11. |
|
| |
| |
Buitenvorm T-katern [p.145 (fol.Tro), p.148 (fol.T2vo), p.149 (fol.T3ro) en p.152 (fol.[T4]vo)]:
Staat I: in ex. 1, 4-5, 7, 10, 17, 19, 22, 25-26, 36, 38, 40-46, 49; |
Staat II*: in ex. 2-3, 6, 8-9, 11-16, 18, 20-21, 23-24, 27-35, 37, 39, 47-48, 50-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.149 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.T3ro werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar ex.50. |
|
Binnenvorm T-katern [p.146 (fol.Tvo), p.147 (fol.T2ro), p.150 (fol.T3vo) en p.151 (fol.[T4]ro)]:
Staat I: in ex. 1-2, 4, 7-9, 12, 17-18, 20-21, 24, 26, 29, 31, 33-34, 36-39, 41, 45-48, 50-51; |
Staat II*: in ex. 3, 5-6, 10-11, 13-16, 19, 22-23, 25, 27-28, 30; 32, 35, 40, 42-44, 49. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.146 in hoofdstuk 3. Staat I van fol.Tvo vindt men verkleind gereproduceerd in afb.15 naar het ex.50; staat II van dit fol. werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar ex.10. |
|
Buitenvorm V-katern [p.153 (fol.Vro), p.156 (fol.V2vo), p.157 (fol.V3ro) en p.160 (fol.[V4]vo)]:
Staat I: in ex. 4, 7-8, 11, 13, 15, 20, 24, 26, 30, 32-34, 36, 48, 50; |
Staat II: in ex. 3, 5-6, 9, 21-22, 25, 27, 35, 38, 44; |
Staat III*: in ex. 1-2, 10, 12, 14, 16-19, 23, 28-29, 31, 37, 39-43, 45, 46-47, 49, 51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.153, 157 en 160 in hoofdstuk 3. Staat III van fol.Vro, V3ro en [V4]vo werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex. 1. |
|
Buitenvorm X-katern [p.161 (fol.Xro), p.164 (fol.X2vo), p.165 (fol.X3ro) en p.168 (fol.[X4]vo)]:
Staat I: in ex. 9, 10, 47; |
Staat II*: in ex. 1-8, 11-46, 48-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.168 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.[X4]vo werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Binnenvorm X-katern [p.162 (fol.Xvo), p.163 (fol.X2ro), p.166 (fol.X3vo) en p.167 (fol.[X4]ro)]:
Staat I: in ex. 2, 4, 7, 9-14, 17, 21, 24, 27, 29-30, 32-36, 41-44, 46-48, 50; |
Staat II*: in ex. 1, 3, 5-6, 8, 15-16, 18-20, 22-23, 25-26, 28, 31, 37-40, 45, 49,51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.162, 163, 166 en 167 in hoofdstuk 3. Staat II van binnenvorm X werd in de facsimile-editie gereproduceerd, naar het ex. 1. |
|
Buitenvorm Y-katern [p.169 (fol.Yro), p.172 (fol.Y2vo), p.173 (fol.Y3ro) en p.176 (fol.[Y4]vo)]:
Staat I: in ex. 1, 3, 5, 16, 30, 32, 37-38, 42, 44; |
Staat II*: in ex. 2, 4, 6-15, 17-29, 31, 33-36, 39-41, 43, 45-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.169 en 172 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.Yro en Y2vo werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
| |
| |
Binnenvorm Y-katern [p.170 (fol.Yvo), p.171 (fol.Y2ro), p.174 (fol.Y3vo) en p.175 (fbl.[Y4]ro)]:
Staat I: in ex. 6, 9-10, 12-14, 17, 23, 25, 27-29, 36, 40, 43, 48-49, 51; |
Staat II*: in ex. 1-5, 7-8, 11, 15-16, 18-22, 24, 26, 30-35, 37-39, 41-42, 44-47, 50. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.175 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.[Y4]ro werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Buitenvorm Aa-katern [p.185 (fol.Aaro), p.188 (fol.Aa2vo), p.189 (fol.Aa3ro) en p.192 (fol.[Aa4]vo)]:
Staat I: in ex. 7, 15, 18, 33, 37; |
Staat II: in ex. 6, 11, 17, 25-27, 36, 46-49; |
Staat III*: in ex. 1-5, 8-10, 12-14, 16, 19-22, 24, 28-32, 34-35, 38-45, 50-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar p.185, 188, 189 en 192 in hoofdstuk 3. Staat I van fql.[Aa4]vo vindt men verkleind gereproduceerd in afb.16 naar het ex.7. Staat III van de buitenvorm Aa werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar hét ex.50. |
|
Buitenvorm Cc-katern [p.201 (fol.Ccro), p.204 (fol.Cc2vo), p.205 (fol.Cc3ro) en p.208 (fol.[Cc4]vo)]:
Staat I: in ex. 2, 14-15, 17, 20-21, 23, 39-40, 43, 46, 48; |
Staat II*: in ex. 1, 3-13, 16, 18-19, 22, 24-38, 41-42, 44-45, 47, 49-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.205 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.Cc3ro werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Binnenvorm Dd-katern [p.210 (fol.Ddvo), p.211 (fol.Dd2ro), p.214 (fol.Dd3vo) en p.215 (fol.Dd4ro)]:
Staat I: in ex. 2, 4-5, 7-8, 11, 17, 20-21, 23-26, 29, 31, 36-37, 39-42, 46, 48; |
Staat II*: in ex. 1, 3, 6, 9-10, 12-16, 18-19, 22, 27-28, 30, 32-35, 38, 43-45, 47, 49-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.210 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.Ddvo werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Buitenvorm Ee-katern [p.217 (fol.Eero), p.220 (fol.Ee2vo), p.221 (fol.Ee3ro) en p.224 (fol.[Ee4]vo)]:
Staat I: in ex. 7, 10, 15, 33, 44; |
Staat II*: in ex. 1-6, 8-9, 11-14, 16-32, 34-43, 45-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.220, 221 en 224 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.[Ee2]vo, Ee3ro en [Ee4]vo werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Binnenvorm Ee-katern [p.218 (fol.Eevo), p.219 (fol.Ee2ro), p.222 (fol.Ee3vo) en p.223 (fol.[Ee4]ro)]:
Staat I: in ex. 7, 10, 33, 44; |
Staat II*: in ex. 1-6, 8-9, 11-32, 34-43, 45-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.218 en 223 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.Eevo en [Ee4]ro werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
| |
| |
Buitenvorm Ff-katern [p.225 (fol.Ffro), p.228 (fol.Ff2vo), p.229 (fol.Ff3ro) en p.232 (fol.[Ff4]vo)]:
Staat I: in ex. 21; |
Staat II*: in ex. 1-20, 22-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. Het variantenoverzicht en -commentaar bij p.229 en 232 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.Ff3ro en [Ff4]vo werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Binnenvorm Ff-katern [p.226 (fol.Ffvo), p.227 (fol.Ff2ro), p.230 (fol.Ff3vo) en p.231 (fol.[Ff4]ro)]:
Staat I: in ex. 1, 3, 9-10, 13-20, 22, 24-25, 27-28, 34-35, 39-40, 46, 48-49; |
Staat II*: in ex. 2, 4-8, 11-12, 21, 23, 26, 29-33, 36-38, 41-45, 47, 50-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. Het variantenoverzicht en -commentaar bij p.230 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.Ff3vo werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Buitenvorm Gg-katern [p.233 (fol.Ggro), p.236 (fol.Gg2vo), p.237 (fol.Gg3ro) en p.240 (fol.[Gg4]vo)]:
Staat I: in ex. 10, 15, 27-28, 48; |
Staat II*: in ex. 1-9, 11-14, 16-26, 29-47, 49-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. Het variantenoverzicht en -commentaar bij p.236 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.Gg2vo werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Buitenvorm Hh-katern [p.241 (fol.Hhro), p.244 (fol.[Hh2]vo), p.245 (fol.Hh3ro) en p.248 (fol.[Hh4]vo)]:
Staat I: in ex. 2, 7, 10, 17-18, 23, 27, 30, 33, 37, 44, 46; |
Staat II*: in ex. 1, 3-6, 8-9, 11-16, 19-22, 24-26, 28-29, 31-32, 34-36, 38-43, 45, 47-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. Het variantenoverzicht en -commentaar bij p.241, 244, 245 en 248 in hoofdstuk 3. Staat II van buitenvorm Hh werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Binnenvorm Hh-katern [p.242 (fol.Hhvo), p.243 (fol.Hh2ro), p.246 (fol.Hh3vo) en p.247 (fol.[Hh4]ro)]:
Staat I: in ex. 2, 7, 10, 17-18, 27, 30, 33, 37, 44, 46; |
Staat II*: in ex. 1, 3-6, 8-9, 11-16, 19-26, 28-29, 31-32, 34-36, 38-43, 45, 47-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. Het variantenoverzicht en -commentaar bij p.242, 246 en 247 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.Hhvo, Hh3vo en [Hh4]ro werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Buitenvorm Ii-katern [p.249 (fol.Iiro), p.252 (fol.Ii2vo), p.253 (fol.Ii3ro) en p.256 (fol.[Ii4]vo)]:
Staat I: in ex. 4, 20, 26, 29, 36-37, 40; |
Staat II*: in ex. 1-3, 5-19, 21-25, 27-28, 30-35, 38-39, 41-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.252 en 253 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.Ii2vo en Ii3ro werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Binnenvorm Ii-katern [p.250 (fol.Iivo), p.251 (fol.Ii2ro), p.254 (fol.Ii3vo) en p.255 (fol.[Ii4]ro)]:
|
| |
| |
Staat I: in ex. 1, 13, 19, 22-23, 30, 35, 38; |
Staat II*: in ex. 2-12, 14-18, 20-21, 24-29, 31-34, 36-37, 39-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenovetzicht en -commentaar bij p.250, 251, 254 en 255 in hoofdstuk 3. Staat II van binnenvorm Ii werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Binnenvorm Kk-katern [p.258 (fol.Kkvo), p.259 (fol.[Kk2]ro), p.262 (fol.Kk3vo) en p.263 (fol.[Kk4]ro)]:
Staat I: in ex. 23, 25; |
Staat II*: in ex. 1-22, 24, 26-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.259, 262 en 263 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.[Kk2]ro, Kk3vo en [Kk4]ro werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Buitenvorm Ll-katern [p.265 (fol.Llro), p.268 (fol.[Ll2]vo), p.269 (fol.Ll3ro) en p.272 (fol.[Ll4]vo)]:
Staat I: in ex. 4, 6, 22, 25, 27, 50; |
Staat II*: in ex. 1-3, 5, 7-21, 23-24, 26, 28-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.265 en 272 in hoofdstuk 3. Staat II van fol.Llro en [Ll4]vo werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex 1 |
|
Binnenvorm Ll-katern [p.266 (fol.Llvo), p.267 (fol.[Ll2]ro), p.270 (fol.Ll3vo) en p.271 (fol.[Ll4]ro)]:
Staat I: in ex. 4, 6, 22, 25; |
Staat II: in ex. 37; |
Staat III: in ex. 1; |
Staat IV: in ex. 13, 36, 40; |
Staat V*: in ex. 2-3, 5, 7-12, 14-21, 23-24, 26-35, 38-39, 41-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.266, 267, 270 en 271 in hoofdstuk 3. Staat V van de binnenvorm Ll werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Buitenvorm Mm-katern [p.273 (fol.Mmro), p.276 (fol.Mm2vo), 277 p.(fol.Mm3ro) en p.280 (fol.[Mm4]vo)]:
Staat I*: in ex. 3, 8-12, 14, 17-19, 24, 27-28, 34, 41, 44-46, 48, 50; |
Staat II: in ex. 1-2, 4-7, 13, 15-16, 20-23, 25-26, 29-33, 35-40, 42-43, 47, 49, 51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.276 in hoofdstuk 3. Staat I van fol.Mm2vo werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
Binnenvorm Mm-katern [p.274 (fol.Mmvo), p.275 (fol.Mm2ro), p.278 (fol.Mm3vo) en p.279 (fol.[Mm4]ro)]:
Staat I: in ex. 3, 34; |
Staat II*: in ex. 1-2, 4-33, 35-51. |
Voor een beschrijving en interpretatie van de verschillende staten, cf. het variantenoverzicht en -commentaar bij p.274, 275, 278 en 279 in hoofdstuk 3. Staat II van binnenvorm Mm werd in de facsimile-editie gereproduceerd naar het ex.50. |
|
| |
| |
| |
Enkele onderzoeksresultaten: de drukgeschiedenis van de Belacchende Werelt
M.b.t. de reconstructie van de drukgeschiedenis van de Belacchende Werelt komt men tot enkele belangrijke vaststellingen. Kennelijk werden er tijdens het drukproces van de bundel herhaaldelijk wijzigingen in het zetsel aangebracht: het totale aantal getraceerde varianten is zowel in kwantitatief als kwalitatief opzicht aanzienlijk. In niet minder dan vijfenveertig drukvormen (in totaal waren er vierenzeventig drukvormen nodig om een exemplaar van de Belacchende Werelt samen te stellen) werden varianten aangetroffen. In een aantal gevallen gaat het daarbij onmiskenbaar om zetselschade, meestal echter betreft het persvarianten die men met de nodige omzichtigheid en met aandacht voor hun status als substantiële dan wel incidentele varianten ('substantives' en 'accidentals') dient te interpreterenGa naar voetnoot1. In een aantal gevallen werd de tekst van een drukvorm zelfs tweemaal herzien en gewijzigd.
Wie de verantwoordelijkheid droeg voor deze wijzigingen (lag het initiatief bij de drukker en/of corrector dan wel bij de auteur?) kan men niet voor elke persvariant afzonderlijk met een even grote stelligheid uitmaken. Wel kan men wijzen op enkele meer algemene tendensen. Het is daarbij van belang rekening te houden met het onderscheid tussen incidentele varianten (bedoeld worden varianten m.b.t de spelling, het letterkorps, de interpunctie of het gebruik van afkortingenGa naar voetnoot2) en substantiële varianten. Het interpreteren van incidentele varianten ligt vaak erg moeilijk, zeker wanneer er in de verschillende staten van een drukvorm geen substantiële varianten werden aangebracht. In de praktijk hebben we moeten vaststellen dat b.v. in de ene drukvorm de lange a wel eens gecorrigeerd werd van 'aa' tot 'ae', in een andere drukvorm dan van 'ae' tot 'aa' gewijzigd. Een verklaring voor dergelijke ingrepen dient wellicht te worden gezocht in het aandeel van de corrector(en) en/of van de auteur in het drukproces.
Voor de interpretatie van de substantiële varianten (en voor het bepalen van de chronologische ordening van de varianten) heeft de onderzoeker veelal meer vaste grond onder de voeten. Een aantal varianten dienen zich onmiskenbaar aan als perscorrecties van zetfouten die op vraag van de auteur of van de corrector (op eigen initiatief of op basis van Van de Vennes manuscript) werden aangebracht. In tal van andere gevallen zijn de wijzigingen nog belangwekkender: zo b.v. werd het metrum wel eens aangepast, werd een neologisme vervangen door een andere nieuwvormirig, werd de zinsbouw gewijzigd en werden tal van nieuwe spreuken als glossen aan de tekst toegevoegd. Juist de aard van deze meer ingrijpende veranderingen maakt het weinig aannemelijk dat zij geheel op rekening van de drukker/zetter en/of een corrector uit het drukkersatelier van Burchoorn mogen worden gezet. Veeleer komt de auteur Van de Venne zelf als 'auctor
| |
| |
intellectualis' hiervoor in aanmerking en blijkt het dus om auteurscorrecties te gaan. Uiteindelijk is dit niet zo verwonderlijk. Als uitgever van de bundel en door zijn goede relatie met de drukker Burchoorn kon Van de Venne gemakkelijker zijn teksten ingrijpend corrigeren en kon hij zich zelfs afwijkingen van het oorspronkelijke manuscript veroorloven: een aantal varianten maken onmiskenbaar deel uit van het dichtprocesGa naar voetnoot1.
Een aantal varianten zijn vrij vlug na de eerste afdrukken van de vorm aangebracht. Het is immers opvallend (een volkomen sluitend argument is dat niet) dat sommige staten met minder correcte varianten, vaak slechts in een beperkter aantal exemplaren terug te vinden waren. In een aantal gevallen blijkt de correctie in een wat later stadium te zijn aangebracht: de diverse staten vindt men in een min of meer gelijk aantal exemplaren terug. Het gehele drukproces moet evenwel wel in een relatief korte tijdspanne zijn voltooid. Verschillende oplagen waarbij van hetzelfde zetsel gebruik werd gemaakt, heeft de bundel niet gekend. Dit blijkt alleen al uit het feit dat het zetsel van de ene vorm werd gedistribueerd nog voor een andere vorm volledig was gezetGa naar voetnoot2.
Dat de hier geschetste reconstructie van het drukproces van de Belacchende Werelt ook belangrijke repercussies heeft voor de interpretatie van de tekst, kap men b.v. aan de hand van de toegevoegde glossen aantonen. Niet zozeer het aantal tijdens het drukproces toegevoegde spreuken en spreekwoorden is belangrijk (een twintigtal op een totaal van 1800), wel het feit dat de dichter op een ogenblik dat de tekst van zijn manuscript reeds gezet was en afgedrukt werd, erop stond om zijn tekst met nog nieuwe glossen te vermeerderen. Op die manier komt het belang dat de dichter aan deze commentaren in de marge hechtte, zeer duidelijk tot uiting. Een aantal bezitters van een exemplaar van de Belacchende Werelt hebben Van de Vennes creativiteit op dit vlak zeer goed aangevoeld en voegden op hun beurt in handschrift nieuwe spreuken toe aan hun exemplaar van de bundel.
|
-
voetnoot1
- Zie hierover verder onder de exemplaarspecifieke beschrijving van ex.51. Voor het begrip cancellans zie Gaskell 1972, 135. Wat met 'druk', 'editie' of 'oplaag' wordt bedoeld, wordt uiteengezet in Janssen 1974-5.
-
voetnoot2
- Catalogue général 1971, dl.201, 413-4.
-
voetnoot3
- Het gaat om de exemplaren uit de Leuvense Universiteitsbibliotheek (sign. RA 39) en uit de verz. K.Porteman.
-
voetnoot1
- Het ligt voor de hand om de meeste exemplaren aan te treffen bij boekenverzamelaars en bij neerlandici. Daarom werd een oproep geplaatst in het tijdschrift Dokumentaal 14 (1985), 88 en in De Boekenwereld 2 (1985-6), 71.
-
voetnoot2
- Vervliet e.a. 1979, 214-6. Zie hierover ook Verkruijsse 1983, 29-30 waarin de voor- en nadelen van de gevolgde methode worden uiteengezet en verder nog: Helwig 1984 en Van Selm 1985, 9 en 11.
-
voetnoot3
- Vgl. hierover Vervliet e.a. 1979, 210 met verwijzingen naar Bowers en Shaw.
-
voetnoot1
- Het gaat hier m.a.w. om de samenstelling van een 'ideal copy' in de betekenis die Tanselle voor ogen had (Tanselle 1980, 46). Zelf zullen we de term 'ideal copy' in de praktijk vooral hanteren in de betekenis die Bowers daaraan heeft gegeven (cf. Verkruijsse 1983, 31; zie verder infra).
-
voetnoot1
- Voor een dergelijke praktijk, vgl. Wieder 1917, 67 (met dank aan D.Coigneau).
-
voetnoot4
- Voor het hier gebruikte transcriptiesysteem zie Verkruijsse 1973-4. Met dank aan W.Waterschoot die me een aantal cruces in het handschrift hielp oplossen.
-
voetnoot1
- Zie over de begrippen 'substantives' en 'accidentals' de door Verkruijsse 1983, 32 opgegeven literatuur.
-
voetnoot1
- Uiteraard blijft het bij dit alles mogelijk (het lijkt evenwel weinig plausibel: Van de Venne was immers de uitgever) dat iemand anders dan Van de Venne dergelijke wijzigingen heeft aangebracht.
-
voetnoot2
- Vgl. b.v. de karakteristieke afwijkingen in één van de loodblokje die gebruikt werden voor het afdrukken van de onderste kaderlijn van fol.[K4]ro en fol.Mro. Met dank aan P.J. Verkruijsse.
|