Tafereel van de belacchende werelt
(1994)–Adriaen van de Venne– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 50]
| |
VerantwoordingIn dit hoofdstuk vindt men zowel een overzicht van de varianten die in de gecollationeerde exemplaren van de Belacchende Werelt werden aangetroffen (met commentaar), als een woord- en zakencommentaar bij de bundel. Beide vormen van toelichting bij Van de Vennes Tafereel van de Belacchende Werelt werden overeenkomstig de pagina's van de bundel gerangschikt. De volgorde waarin de varianten per pagina worden weergegeven, is de volgende: eerst worden eventuele varianten in het paginanummer, vervolgens in het eigenlijke tekstcorpus (van boven naar onder), in de katernsignatuur, in de custode en tenslotte in de randteksten (eveneens van boven naar onder) vermeld. Om de verschillen tussen twee of meer varianten duidelijk aan te geven, werden de gevarieerde plaatsen onderstreept. Elke variant wordt tevens in de staat waartoe hij behoort, thuisgebracht. De beschrijving van een variant wordt telkens gevolgd door een kort commentaar dat tussen vierkante haakjes werd geplaatst. In dit commentaar werd gepoogd om de aard van de variant te duiden en indien nodig de volgorde van de diverse staten te verduidelijken. De numerieke volgorde van de staten b.v. hoeft niet steeds met de chronologische orde van de staten overeen te stemmen. Wie een inzicht wil krijgen in de verhouding tussen de verschillende staten, dient steeds rekening te houden met het commentaar bij de verschillende pagina's met varianten uit één en dezelfde drukvorm (cf. dl.I, hoofdstuk 2, overzicht van de staten). Een interpretatie van een variant dient dan ook steeds in het licht van het variantencommentaar bij de gehele drukvorm te worden gezien. Het woord- en zakencommentaar beperkt zich tot het regel voor regel geven van summiere toelichtingen die in de eerste plaats op de directe begrijpelijkheid van de tekst zijn gericht. Omdat wellicht ook historici en kunsthistorici die niet in eerste instantie vertrouwd zijn met het zeventiende-eeuwse taalgebruik van onze studie gebruik zullen willen maken, stond ons bij de redactie van deze toelichtingen een wat ruimer publiek voor ogen en hebben we ons niet alleen gericht tot een lezerspubliek van literatuurhistorici en filologen. Wel dienden de annotaties, gezien de omvang van de bundel, zo beknopt mogelijk te worden gehouden. 'Bredere aantekeningen' m.b.t. de literaire, historische en cultuurhistorische context | |
[pagina 51]
| |
vindt men verspreid terug in deel III van deze studieGa naar voetnoot1. Daar wordt ook een register opgenomen waarin naar de behandelde passages uit de Belacchende Werelt wordt verwezen. Bij het schrijven van het woord- en zakencommentaar hebben we vaak gebruik gemaakt van het WNT dat de Belacchende Werelt in zijn bronnenlijst heeft opgenomen. Herhaaldelijk bleek evenwel dat daar een passus uit Van de Vennes bundel niet adequaat of zelfs verkeerd werd toegelicht. Waar nodig werd dit in de annotaties vermeld. De moeilijke toegankelijkheid van de Belacchende Werelt is er verantwoordelijk voor dat de hier geboden tekstverklaring een voorlopig en soms zelfs uitnodigend karakter heeft: op tal van plaatsen is de annotator het antwoord schuldig gebleven, werden vraagtekens geplaatst pf kon slechts tentatief een mogelijke betekenis naar voren worden geschoven. Om de controleerbaarheid van de voorgestelde toelichtingen te vergroten, hebben we herhaaldelijk expliciet verwezen naar de bronnen waarop we ons hebben gebaseerd. | |
Variantenoverzicht met commentaar en verklarende aantekeningen | |
Fol.[[†]]roAnnotatie - Tafereel: vertoning (cf. dl.III, A, hoofdstuk 2, §1); - Belacchende: belachelijke (cf. dl.III, A, hoofdstuk 2, §1); - des selfs: haar (nl. van de wereld); - geluckige Eeuwe: gelukkige, gouden tijd (cf. dl.III, A, hoofdstuk 1, §1); - Goet Rondt: ronduit, oprecht (cf. over de betekenis van 'Goet Rondt' verder dl.III, A, hoofdstuk 2, §2); - Raedsel-Spreucken: raadselachtige spreuken, maar ook: spreuken die raad geven, belerend zijn (WNT 12 3, 47) (cf. dl.III, B, hoofdstuk 6); - aen-gevvesen in: aangeduid met, uitgedrukt aan de hand van (vgl. b.v. ook de titel van J. Cats' Maechden-plicht: 'Maechden-plicht (...) aen-ghewesen door Sinne-beelden'; in het Latijn wordt dit vertaald met: 'Officivm Puellarum (...) Emblemate expressum' (Cats 1618b)); - Boer-Achtige Eenvoudigheyt: eenvoud van boeren; - verçiert: opgesmukt; - [drukkersvignet]: het drukkersmerk wordt uitvoerig besproken in Porteman 1983-5, 334-7; de auteur wijst daarbij o.m. n.a.v. de afgebeelde drollerieën op de Bosschiaanse traditie van grillig groteske figuren. Inderdaad lijkt de vreemdsoortige vogel op het drukkersmerk ontleend aan een groteske figuur op de luxuria-prent naar Bruegel (Van Bastelaer 1908, nr.131); het figuurtje dat de vorm heeft van een luit, lijkt sterk op één van de houtsneden in Les songes drolatiques de Pantagruel (Paris 1565) (Les songes drolatiques 1869, nr.96); - de sijne: zijn verwanten, zijn erven; uiteraard moet hierbij ook in de eerste plaats worden gedacht aan zoon Pieter (cf. dl. 1, hoofdstuk 1, §2, 4); - inde drie Leer-Konsten: volgens Van Lennep en Ter Gouw de teken-, graveer- en drukkunst (Van Lennep e.a. s.a., 220). | |
[pagina 52]
| |
Fol.[[†]]voVarianten - Het gereproduceerde fol.[[†]]vo geeft staat III van binnenvorm [†] weer naar het exemplaar 50. titel: staat I: Voor-Tijtels,; staat II+III: Voor-Tijtel, [perscorrectie in staat II]; - i.m.1: staat I + II: men Krans; staat III: men de Krans [perscorrectie in staat III].
Annotatie - Aen-Spraecke op de Voor-Tijtel: toespraak bij de titelprent (WNT 1, 339 en 17, 223); - verthoonende: die afbeeldt; - 1 licht en sware Tijt: snelle en trage tijd (cf. dl.III, A, hoofdstuk 3); - wijsen: belerend tonen; - 2 prijsen: roemen; - 3 Kunste met gemak: zonder moeite, zonder inspanning (WNT 4, 1339); aan het gemak waarmee de kunstenaar zijn kunst voortbrengt, valt, aldus Van Mander, ook diens begaafdheid af te meten (cf. Miedema 1981b, 26); of gaat het hier veeleer om de wijze waarop deze kunst 'leert' en om het effect dat deze kunst in dit opzicht inhoudt?; - 4 Staeg: voortdurend; - vlien: vluchten; - 5 aerdigh: gevat, schrander, vermakelijk (WNT 1, 555); - 6 sleurt: meesleept, voorttrekt; - 7 los: willekeurig; - micken: nl. met pijl en boog; - wonder knap: bijzonder juist, precies (WNT 7, 4494); - 8 bedod uyt: bedrogen door; - 9 snege: schrandere, gevatte (WNT 7, 4494); - Beluste: zij die zin hebben, begerig zijn; - Lusten: zin, geneigdheden; - 11 lost en hecht: losmaakt en koppelt; - om heen en weer: om af en aan (loopt parallel met 'lost en hecht') (WNT 6, 294-5); - 13 wonder Werk: vreemde gebeuren; - bestaender veel te kijcken: staan er veel toe te kijken (WNT 2, 2103); bedoeld worden de personages die op de kermis van de wereld zullen rondlopen: cf. de figuren rond Cupido; - 14 af-beeldig: uitbeeldend, in de vorm van een afbeelding; - 15 voor: op de voorgrond; - in't Verschiet: in de verte (eig. schilderkunstige term, zie De Pauw-van Veen 1969, 162); - 16 Wert...vliet: (boven, beneden, op de voorgrond en in de verte) wordt naar de buitenwereld toe getoond wat men betracht en wat men ontvlucht; - 17 belacht: bespot; - soete Grillen: aangename invallen, luimen, streken (cf. hierover ook Bruyn 1974, Miedema 1974 en 1974b en Vandenbroeck 1987c; zie verder ook dl.III, B, hoofdstuk 4, §4); - 19 vergist: verloren (WNT 19, 2177); eig.: verspild, cf. 'verspillen' in v.18; - 20 aerdig: mooi, bevallig, schrander (in verbinding met 'is geweest' wordt hier wellicht de klemtoon gelegd op de vergankelijkheid en uitgedrukt dat al wie niet (meer) 'aerdig' is, in Reyn-uyts boot belandt); - Reyn-uyts Boot: het schip van sint Reinuit, patroon van de leeggangers; - 22 dient: past; - so 'tmoet belacchend' wesen: letterlijk: indien het bespot moet worden; - 'Tis den Verstandigen genoegh geseyt: 'Dictum sapienti sat est' (Plautus, Persa 729 en Terentius, Phormio 541); - i.m.1: Most: jonge wijn; - veylt: verkoopt; de uitgehangen krans diende als aanduiding dat op die plaats wijn werd verkocht (WNT 8, 101 en Stoett 1943, dl.2, 500-1); - i.m.2: gerieff: voordeel; - vgl. i.m.2 met i.m.4 van p.244: 'Gemack is lieff // Als't brengt gerieff'; - 'Fraey' sluit hier aan bij 'aerdigh' uit v.5; - i.m.4: aansluitend bij 'valtet' (v.12) brengt deze glosse 'vallen' in verband met 'vals'; - i.m.5: Liefde-Naren: verliefde gekken (cf. dl.III, A, hoofdstuk 3); - deze glosse waarschuwt de verliefden voor de kracht van de liefde ('Minne-Kracht') die het gemoed van binnen bedroefd maakt ('Sinne-Klacht') (?); - i.m.6: intensivering van de vanitas-gedachte: al wat vergankelijk is, vergaat; - i.m.6 sluit aan bij v.20: 'Wat aerdig is geweest' (eigen cursivering). | |
[pagina 53]
| |
Fol.[†]3roAnnotatie - Neder-Duytschen: Nederlandse (cf. De Vreese 1909, 423-424 en Vanderheyden 1983, 253); - Voor-Beduydsel: verklaring, duiding vooraf (WNT 2, 1255); - 2-3 Kunst-lustighe Aen-schouwers: kunstminnende kijkers; - 5-6 den Omme-gang: de rondgang, handel en wandel (WNT 10, 223); - 6 omstandelijck: uitgebreid; - 8 Goet Rondt: de verbinding komt ook reeds voor op de titelpagina (cf. verder dl.III, A, hoofdstuk 2, §2); - 10 Nu-Standtsche Werelt: wereld in zijn huidige toestand (vgl. WNT 16, 663) (i.t.t. de 'voor-tijdsche Werelt' uit r.11-2; elders hanteert Van de Venne het begrippenpaar 'nu-tijds' vs. 'voor-tijds' (Van de Venne 1634a, 48)); - 12 door-sienigen: schrandere, die de ware betekenis doorziet (WNT 3, 3122-3); - 14 be-oogt: bekeken; - 15 losse: lichtzinnige; - 16 Olympias: Olympiade (de vierjarige cyclus van de Olympische spelen wordt hier als tijdsaanduiding gebruikt; vgl. hierover Pauly 1964-75, dl.4, 287-8); de zesentach-tigste olympiade valt, althans berekend volgens Pauly 1894-1978, dl.9a, 2460-1, in 436 v.Chr.; Hippocrates en Democritus worden hier als tijdgenoten voorgesteld (Blankert 1967, 34, Guthrie 1965, dl.2, 386-9 en Pauly 1964-75, dl.2, 1169-72); - als doen: toen; - 17 bedwaest: tot dwazen geworden; - 18-19 Wijsen-wijsende Philosooph: Democritus wees als wijze man op de gebreken van de wereld; - Abbera: Abdera; Thrakische havenstad; - i.m.1: Tijdt-Dingen: tijdingen; maar ook (door de splitsing): zaken van zijn tijd (vgl. deze dubbele betekenis ook op p.162, r.4524-5: 'Alle die veel nieuwe Tijt-dinghen op-speuren, en hun noodt-dinghen en stonden versloffen'); - Boden-Broodt: oorspr. de sneden brood die een bode bij het afleveren van zijn boodschap ontving (WNT 3, 48); - kennelijk meent Van de Venne zelf recht te hebben op een beloning (cf. de opbrengst van zijn boek); zijn goede tijding bestaat wellicht uit het gepresenteerde boek maar ook uit de aankondiging dat zijn werk komisch is ('Om te lacchen'); daarnaast brengt Van de Venne met zijn Belacchende Werelt ook de goede dingen van zijn tijd; - i.m.2: Goedt-Rondt is Rol-bolligh: goed rond tuimelt hals over kop ('rol-bolligh' < rollebollen, WNT 13, 945-6); - i.m.3: over het belang van Mudsaerts tekst voor Van de Vennes voorwoord cf. dl.III, A, hoofdstuk 1, §1. | |
Fol.[†]3voAnnotatie - 25-6 Wee-Werelts-Wandelschap; en des selfs ghevolgh: zowel 'de spijtige gang van de wereld en de gevolgen daarvan' als ook: 'de spijtige gang van de wereld en haar gevolg, entourage' (voor een dergelijke personificatie van de wereld: De Jongh 1973); vgl. ook met r.300-4: hierin kondigt Van de Venne in gelijkaardige bewoordingen de voorstelling van de personages die in zijn Belacchende Werelt zullen optreden, aan: 'Kom, siet en hoort; spreeckt met die praten: elck in sijn aerdighe Waerdigheydt, in de loop vande Werelt, volgt dit Gevolgh' (eigen cursivering); - 30-1 ont-eert: tot schande gebracht door (nl. door 'sijn wisse Wijsheyt'); - 31 wisse: echte, ware; - 32 Sinne-Sieckte: geestesziekte; - 33 dies-halven: daarom; | |
[pagina 54]
| |
- 36 Hippocratem: cf. over deze figuur en zijn relatie met Democritus: dl.III, A, hoofdstuk 1, §1; - 39 genaerdert: genaderd; - 46 Vinden: ontdekken; - prijs-waerde: loffelijke; - 47 by de Wereltsche: door de wereldlijken (zij die zich niet, i.t.t. Democritus, van de wereld hadden afgewend); - 49 gheholpen: afgeholpen, genezen; - 50 af-gevraegt: de vraag gesteld; - 52 hy: m.n. Hippocrates; - i.m.1: Prov.: m.n. het boek der Spreuken; - gelustet: aangenaam is; - settet hem tegen: zet zich af tegen; - i.m.2: Wijse...Muysen: wijze dichters, peinzen over allerlei onbenulligheden; de uitdrukking was reeds langer bekend; 'Muysen' zinspeelt zowel op het dier (vs. 'Luysen') als op het werkwoord 'musen' met de betekenis 'peinzen, denken' (vgl. ook 'muizenissen') (WNT 9, 1210 en MW 4, 2021; vgl. ook Stoett 1943, nr.1576-7 en Vandenbroeck 1987c); daarnaast wellicht ook een toespeling op de muzen (vgl. voor een dergelijke woordspeling Roemer Visschers Brabbeling (Visscher 1918-23, dl.1, 9); - Leuy-Sacken: luiaards; - i.m.3: Eenigheydt: eenzaamheid (WNT 3, 3837); - vgl. deze glosse met Ripa 1971, 100: 'het ooghwit van een eensaem Man moet wesen de liefde van de wijsheyd en van de leeringe'; - i.m.4: Eensaem Ghebreck: gebrek aan eenzaamheid (?); - i.m.5: Bloo: schuchter, verlegen; - noo: nauwelijks, met tegenzin (WNT 9, 2090-1); - wellicht sluit de glosse aan bij 'nae lange Bedenckinghe' uit r.53. | |
Fol.[[†]4]roAnnotatie - 56 By-wesers: aanwezigen (WNT 2, 2666); - 59 Genees-Meester: nl. Hippocrates; - 61 Over sulcks: bijgevolg; - 62 Staet: toestand; - 62-3 met genuchelijck ghenoegen: met een tevreden genoegen (WNT 4, 1524-5); - 65 Siet!: vergelijkbaar met het geijkte deiktische gebaar waarmee op schilderkunstige voorstellingen de lachende filosoof naar de wereld wijst (Blankert 1967, 31 en 55-8); - 66 Lach-ha-hachen: onomatopee om het lachen aan te duiden; - 67 'tWerelts ydel Yet: de ijdele nietigheid van de wereld (WNT 6, 1382); - 68 Pracchen: bluffen, pralen; misschien ook: vleien (?) (WNT 12 1-2, 3806-9); - 69 Steege: koppige (WNT 15, 935); - 71 sich trotsen op: trots (en daardoor ook hovaardig geworden) zijn op; - 73 Godheyt...belacht: de mens vermag nl. nauwelijks iets tegen wat de godheid met hem voorheeft; - 75 heden-tijdts Eeuwe: huidige tijd; - 75-6 van noode: nodig; - 77 by gelegentheyt: aan de hand van (WNT 4, 1111); - 78 Omme-gang: rondgang (wellicht verwijzend naar de in de Belacchende Werelt beschreven wandeling, rondgang van de boeren op de kermis; 'Omme-gang' misschien ook met de bijgedachte aan de wisselvalligheden van het ronddraaiende levensrad); - 79-80 by-ghebracht: voortgebracht, samengebracht; - 82 het oude Belacchen: m.n. het lachen van Democritus in die vroegere eeuw; - 86 vrye Een-dracht: vrije eendrachtigheid, de vrije, spontaan ontstane harmonie; alle rangen en standen namen aan de kermis deel (cf. hierover dl.III, B, hoofdstuk 3, §1); - 87 paren: voegen; - i.m.1: genuchlijck Aensicht: een tevreden, onbezorgd gelaat; - i.m.2: Giuneckt: kennelijk een zetfout voor 'ginnikt': grinnikt (WNT 4, 2385); - Gicchert: giechelt (WNT 4, 2277); - i.m.2 drukt uit dat zowel de vroegere als de huidige tijd het belachen waard is; voor verder commentaar, zie Harrebomée 1856-70, dl.3, 385 en Tuinman 1726, dl.1, 307; de betekenis (zoals Tuinman het aangeeft) als zou het latere lachen de voorkeur moeten wegdragen, speelt in deze context niet mee; - i.m.3: drae: snel; - deze glosse is kennelijk een berijmde verkorting van het spreekwoord op p.244, i.m.1: 'Ofmen voor of na komt inde Schuyt/ yder spoedigt even dra'; - 'Soo voor' verwijst naar het 'oude Belacchen' (r.82), 'Soo nae' naar de 'weer-Schijn' ervan 'in dese | |
[pagina 55]
| |
nieuwe Lente-daghen' (r.81-3); vroeger en later gaan even vlug, er is m.a.w. niets veranderd; in dit opzicht sluit deze glosse dan ook nauw aan bij i.m.2. | |
Fol.[[†]4]voAnnotatie - 88-95 Hoogh-Machtighe...Koude: een gelijkaardige opsomming vindt men op p.147, i.m.1; - 88 Hoogh-Machtighe: ter aanduiding van de hoogste stand; - 89 Statige: leden van de voorname, deftige maar kennelijk (cf. 'Middel-bare') niet de hoogste stand (WNT 15, 849); - 90 Slechte: eenvoudigen; - 92 Spoedige: voorspoedigen, gelukkigen (MW 7, 1772); - 98 ghestalte: vorm; - 98-9 goet-sinnigh: verstandig; - 99-100 gehoor...van: wil luisteren naar; - 102 Aen-gangh: begin, aanvang (WNT 1, 136 en suppl., 57), de eerste stap (?); het WNT 1, suppl., 58 verklaart deze passage bij Van de Venne minder bevredigend als 'aanspraak, poging tot toenadering'; - 102-3 door 'tBeleydt van: onder de hoede van (WNT 2, 1702); - 103 Eerbare Reden: verstandige woorden; Van de Venne stelt zijn Belacchende Werelt voor als een 'Reden-Spijse' (r.146) waarbij het volledige verhaal door Ionck-Heer Reyn-Aert 'met Reden' ('In-leydinge', v.94) wordt gepresenteerd; - 104 Weet-rijcken: veel wetende, onderlegde, verstandige; - 106-7 op...Thuyn: op het vrije grondgebied van de republiek; over de allegorie van de Hollandse tuin, cf. Van Winter 1957, Beelaerts van Blokland 1929 en Perry Chapman 1986; - 107-8 verlustinge: genoegen; - 109-10 blakeren: zich (...) warmen; - 111 schouwen: schuwen; meteen ook een woordspeling met het homonieme 'Schouw' uit r.110; - 113 mach-schien: misschien; een (overigens etymologisch correcte) koppeling van 'mach' en '(ge)schien'. Het WNT 9, 855 wijst er bij deze passage uit de Belacchende Werelt op dat het woord hier overtollig werd gebruikt (cf. 'soude'); - 114 Warmer: iemand die zich warmt; - 115 Lolster: vrouw die zich warmt (aan de lollepot) (WNT 8, 2651); - 116 Hollandsche Turf: Van de Vennes werkje uit 1634; inderdaad was dit werkje bedoeld om gelezen te worden door de 'koele winter-hatende, sinnelijcke Vonck-Beminners, terwijlje sit en bloost, en de Assen vande glommende Kolen rotelt, om aengenaem Gesicht, en nut Gevoel te hebben aen uwe téénen, en dun-gevelde schénen' (Van de Venne 1634a, 19); - 117-8 Wijs-mal...Smit: dit bundeltje was in 1634 als tweede deel aan de Sinne-vonck toegevoegd (Van de Venne 1634b); - i.m.1: sluit aan bij r.87 e.v.; - i.m.2: verwijst naar de 'by'-constructies uit r.88-95 of naar r.96-7; - i.m.3: spits-vinnigh: scherpzinnig; - i.m.3 doelt kennelijk op de 'Boersche Ieught' uit r.101; - i.m.4: Schouw: schuw; - i.m.5: het volle Wondere Hollandt: het rijke Holland, vol met wonderlijke dingen; ook in zijn Sinne-vonck heeft Van de Venne het over het 'Wonder Hollandt' (p.27). Dat 'volle' in verband wordt gebracht met 'Hollandt' is niet verwonderlijk: vgl. Van de Venne 1634a, 32: 'Daer men Hol-landt vol mee houdt' (eigen cursivering). 'Vol' is daarbij een graag gebruikt epitheton bij 'Hollandt' dat contrasteert met de traditionele naamsverklaring die toen aan 'Hollandt' werd gegeven (cf. Kampinga 1980, 100-2); - Van de Venne verwoordt in deze glosse de opiniërende functie van zijn Sinne-vonck (cf. Van Vaeck 1986). | |
[pagina 56]
| |
geprikkeld; - 127 verquicken: worden levendig; - 129 dofheydt: lusteloosheid, maar ook: geringe helderheid van geest (WNT 3, 2745); - 130 uytter muyten: naar buiten; eigenlijk: uit zijn kooi (WNT 9, 1215-6); - 131-2 boven-Wonder en onder-Wonder: wonderen overal; - 132 gelijckelijck: gelijktijdig (WNT 4, 1184); ook in zijn voorwoord tot het Sinne-mal heeft Van de Venne het erover 'hoe de vier onderscheydelijcke Elementen (...) nochtans de gantsche vvereit by een binden' (Van de Venne 1623, *ijv, r.29-30); - 137 om: rond; - 139 na't leven: naar het leven; referentie aan het klassieke mimesis-ideaal dat de imitatie van het leven of de natuur vooropstelt; - 140 Levende: allitererend met 'Lesers'; wellicht ook een allusie op 'na't leven' uit r.139 en op ''tMenschen Leven' uit r.137; - 141 genoodt: uitgenodigd; - 142-3 Voor-Hof van dese Werelt: kennelijk beschouwt Van de Venne zijn Belacchende Werelt als een voortuin van de echte wereld; deze 'Voor-Hof' vindt men letterlijk afgebeeld op fol.[††]vo; - 146 Reden-Spijse: voedsel voor het verstand; - 147 gherieven: bedienen, tevreden stellen; - 148 laffe: flauw smakende; met de figuurlijke betekenis van 'niet geestig' (WNT 8, 913-4) contrasteert 'laffe Kermis-Koeck-Kost' met 'Reden-Spijse'; - Kermis-Koeck-Kost: vgl. met de bundel de Uytertse Hylickmaeckers waarin het eigen literaire werk eveneens als voedsel wordt gepresenteerd (cf. dl.III, B, hoofdstuk 3, §3); - 150 af-trecken: afzonderen, uithalen (WNT 1, 1682); - 150-1 naeuw-keurige: kieskeurige (WNT 9, 1648); - 151-2 onderscheydentlijcke: afzonderlijke; - 156 aen-leydinghe: introductie, leidraad bij het begin (?) (WNT 1, suppl., 99); - i.m.1; i.m.1 sluit aan bij de strekking van de laatste glosse van de vorige bladzijde (fol.[[†]4]vo) en betekent zoveel als de spreuk 'liever één vogel in de hand dan tien in de lucht'; - i.m.2: moeyen: tussen te komen; - niet alleen inhoudelijk sluit deze glosse aan bij r.128-9, maar ook formeel (via de rijmwoorden 'groeyen' en 'moeyen' met 'bloeyen' uit r.128); - i.m.3: vgl. voor een dergelijke constructie ook fol.[[†]]vo, i.m.5. De betekenis is niet meteen duidelijk. Wellicht is het gebruik van de kapitaal in het eerste deel relevant om de betekenis van de glosse te achterhalen: 'Wesen' (met kapitaal) verwijst mogelijk naar de 'Natuyre' (cf. r.134-5). Een mogelijke parafrase van het geheel zou dan kunnen zijn: 'Mag de Natuur er zijn? Zeker. De aangename aard van de Natuur brengt met zich mee dat de natuur goed is. En de Natuur brengt aangename en goede dingen voort' (?); - i.m.4: Belaeffenis: drinkpartij (WNT 2, 1628); 'Belaeffenis' is ook een woordspeling met 'laffe' (r.148); - i.m.4 is mogelijk een (wel vreemde) omkering van Prediker 7, 4 waarin de wijze die liever een begrafenis bijwoont, geprezen wordt boven de dwaas die liever naar een feest gaat. Impliceert deze omkering dan ook dat wie 'gheen Reden-Spijse kan her-knaeuwen' en wie zich wil 'laten gherieven met laffe Kermis-Koeck-Kost' (r.146-8), dwaas is?; - i.m.5: verkeert: doet dwalen; - i.m.5 sluit aan bij 'Af-beeldinge' (r.155). | |
Fol.[††]voVarianten - Het gereproduceerde fol.[††]vo geeft staat III van binnenvorm [††] weer naar het exemplaar 50. Staat II verschilt voor dit fol. niet van staat III. 164 staat I: in-sien nae den aerdt; staat II + III: in-sien, nae den aerdt [wellicht een perscorrectie in staat II: de toegevoegde komma zorgt voor een parallelle constructie met v.163) (',nae de Kunst,')]; - 168 staat I: verliesen,; staat II + III: verliesen. [perscorrectie in staat II].
Annotatie - 159 Werelts: bedoeld wordt: van de wereld, maar ook: van de Belacchende Werelt; - Vack: ruimte (WNT 18, 2146); - 163 nae de Kunst: volgens | |
[pagina 57]
| |
de regels van de (teken/graveer)kunst. Bedoeld wordt wellicht het aanbrengen van het 'in-sien'(v.164) op de gravure naar het voorschrift zoals dit door Van Mander werd geformuleerd i.v.m. de ordinantie van een kunstwerk (Van Mander 1973, dl. 1, cap.5, 12; de ook bij Van de Venne voorkomende termen werden gecursiveerd): 'Want ons' ordinancy moeste ghenieten // Eenen schoonen aerdt, naer ons sins ghenoeghen, // Als wy daer een insien oft doorsien lieten // Met cleynder achter-beelden, en verschieten // Van Landtschap, daer t'ghesicht in heeft te ploeghen, // Daerom moghen wy dan oock neder voeghen // Midden op den voorgrondt ons volck somwijlen, // En laten daer over sien een deel mijlen'; - in't voorste: vooraan; - 164 In-sien: inkijk (WNT 6, 2226); - nae den aerdt: van het soort; - op vernoegen: genoegen aan beleven; - 165 veelte: overvloed; - 166 lavingh: verkwikking (vanwege de reuk); - vulte: volheid, overvloed (?), of vervulling, verzadiging (?); - 167 neemje keur: neem wat je verkiest; - 168 waerde: waardevolle. | |
Fol.[††]2roVarianten - Het gereproduceerde fol.[††]2ro geeft staat III van binnenvorm [††] weer naar het exemplaar 50. 176 staat I: met een goede meenigte ghesaeyt; staat II + III: met een goede meyninge gesaeyt [perscorrectie in staat II]; - 187-8 staat I: tot den Leser sijn besluyt. Ick segge voor duydigh Besluyt; staat II + III: tot den Leser sijn lust. Ick segghe voor duydigh Besluyt [perscorrectie in staat II: 'besluyt' in r.188 werd gecorrigeerd tot 'lust' om herhaling met het onmiddellijk daarop volgende 'Besluyt' te vermijden; het teveel aan regelwit (door het kortere 'lust' t.o.v. 'besluyt') werd gedeeltelijk opgevangen door het inlassen van een 'h' in 'segge' (r.188)]; - 193 staat I + II: segge; staat III: segh [perscorrectie in staat III: zowel v.193 als v.194 heeft nu een jambisch metrum]; - 196 staat I + II: geen schreyen; staat III: geen Schreyen [perscorrectie in staat III: ingevoerde kapitaal stemt overeen met het hoofd-lettergebruik in v.195-6].
Annotatie - 172 Raedsel-Spreucken: raadselachtige spreuken (WNT 12 3, 47), maar ook: spreuken die raad geven (cf. nl. i.m.1: 'die laet hem raden'); - 173 de bloeyende Werelt: m.n. de in v.159-70 beschreven tuin; - 176 meyninge: bedoeling; - 177 heusche: oprechte (WNT 6, 714); - 179 spits: scherp omhoog; - 180 geschickt: geregeld; - 181 mal-soete: onaangenaam zoete (WNT 9, 161-2); - 182 Wey-Spruyten: veldgewassen; - 183-4 de gestalte vande ghemeene Al-omme-Grondt: de toestand van de gehele wereld rondom ons; - 186 de Bedenckingen van mijn Vindinghen: zowel de bedenkingen bij mijn inventies, als de bedenkingen die er het gevolg van zijn; - 187 Raep-Spreucken: de spreuken die in de Belacchende Werelt voor het rapen liggen; cf. de 'gheraepte Ruyckers' uit r.171 waarmee Van de Venne zijn spreuken aanduidde; - 188 duydigh: duidend, verklarend (WNT 3, 3557); - 192 in de ydele Omme-Swier: in het nietige draaien en keren, in de ijdele gang, loop (WNT 10, 863-4); - 194 Nae: na, maar ook: volgens; - Beduydt: verklaring, uitleg (nl. in r.189-92) (WNT 2, 1250); - 197 vol-eynden: beëindigen; - 197-8 tot aenkomste van het beginnen: om het begin (van het verhaal) te laten aankomen; - 199-200 moeyelijck maecken: lastig vallen; - 200 Of: indien; - 201 gheviel: gebeurde, zou zijn; - dese Werelt: m.n. de Belacchende Werelt; - in hadde: zou bevatten; - 202 de Wt-Haelders: de lezers; - 203 Letter-knaeuwen: (aandachtig) lezen; - 203-4 Sinne-Lessen: lessen voor het verstand; - i.m.1: i.m.1 sluit aan bij 'Raedsel-Spreucken' uit r.172; - i.m.2: Daer...gesproken: er wordt nog steeds gezegd, het is nog steeds waar; 'gesproken' | |
[pagina 58]
| |
zinspeelt daarnaast wellicht ook nog op 'spreuken'; - i.m.2 sluit aan bij 'Raep-Spreucken' uit r.187; - i.m.3: het onbesinnet wesen: het onverstand, de dwaasheid (WNT 10, 1148-9); - i.m.3 sluit zowel aan bij de vorige glosse als bij de betekenis van r.189-92; - i.m.4: Goedt...Sinne-Werck: goede bedenkingen (vgl. ook merk, merg voor de kern, het pit; WNT 9, 576) brengen voedsel aan voor het verstand (de 'Sinnen', die samenhangen met geest en verstand, worden door Van de Venne graag met 'binnen' in verband gebracht: vgl. b.v. met p.90, i.m.3: 'Sinne-beelden maken Binne-beelden' en met p. 115, i.m.2: 'Vijf sinnen // Vijf binnen'); - i.m.5: de glosse sluit aan bij de voedselmetafoor uit r.200 e.v. | |
Fol.[††]2voAnnotatie - 205-7 daer...zijn: alludeert met 'vinden' en 'gesocht' op Van de Vennes zinspreuk 'Ick soeck en vin'; - 209 heeftet in: heeft het in zich, brengt het mee (WNT 6, 1679); - 211-2 die...meugt: die er reeds bent of die er nog zal bijkomen (mogelijk een parodiëring van de aanvangsformules in officiële mededelingen); - 214 fonderlijcke: hier verkeerdelijk voor 'sonderlijcke': bijzondere; - oeffenen: uitoefenen (WNT 10, 39); - 215 mijn Beroep: nl. als schilder en tekenaar; - 216 verposen: rusten; - 216-8 om...baren: om de kostbare woorden in de vorm van een spreuk voort te brengen; - 217 spreuckelijeken: hier verkeerdelijk voor 'spreuckelijcken'; - 218-9 ter...wijlen: terwijl; - tot Wt-beeldinghen van: ter uitbeelding van, maar ook: om (Cats' werken) in beeld om te zetten; - 221 Rede-Wercken: werken die het produkt zijn van het verstand, hier ook: poëzie; - 223 over de 18. jaren: in de veronderstelling dat Van de Venne dit 'Voor-Beduydsel' in 1635 schreef, komt men terugrekenend tot het jaar 1617. Inderdaad verschijnt reeds in 1618 Cats' door Van de Venne geïllustreerde, literaire debuut: de Maechden-plicht; - 225-6 Lant-saten: medeburgers; - 226 ghenoegh-saem: voldoende, maar ook: tot hun genoegen (WNT 4, 1567-8); - 228 Dien-volghende: daarom; - 230 laete by-komen: geef, in druk laat verschijnen; - 231-2 te samen (...) ghereghelt: mogelijk: bijeengebracht; maar wellicht eerder: bij elkaar gedicht (WNT 12 3, 1304 en 1264); - raedtsaem: als raadgeving; - 232 te raden: te halen, gissen, maar ook: als lering te ontvangen (WNT 12 3, 152 en 150); - 233-4 gheraeckt: gekwetst; - 234 sonder raken: zonder kwetsen (m.a.w. zonder dat hij geviseerd werd): Van de Venne wijst in zijn 'Voor-Beduydsel' herhaaldelijk (het gaat hier om topics uit de satire) op de goede bedoelingen van zijn satire; hij heeft zijn Belacchende Werelt 'met een goede meyninge' (r.176) en 'uyt goede wil' (r.213) gemaakt; - 236 Ronde: 'Ronde' kan hier sterk uiteenlopende betekenissen hebben: zie dl.III, A, hoofdstuk 2, §2; - i.m.1: Haest hinckt haest: haastigheid loopt bijna mank, te grote haast doet mank lopen, en ook: haastigheid hinkt gauw, doet gauw hinken; vgl. met het Duitse equivalent vermeld in Cats 1968, dl.3, Staten en Ampten, 26: 'Eile sehr/ brach den hals'; vgl. ook Harrebomée 1856-70, dl.1, 272 met verwijzing naar Gruterus; - i.m.1 sluit aan bij 'Loopter' (r.207); - i.m.2: Harrebomée 1856-70, dl.1, 457 met verwijzing naar Sartorius; - i.m.2 sluit aan bij 'Schilder-Konste' (r.215); - i.m.3: Wel-daet maekt Gunst: op goede daden volgt een gunstige gezindheid; hier echter ook (door de spelling van 'Wel-daet': wat goed gedaan is): kunst die goed gemaakt is, levert de gunst (van de kunstminnaar) op; - i.m.3 sluit aan bij r.219-28; - i.m.4: in aansluiting bij de tekst, betekent deze glosse: Van de Vennes illustraties in het oeuvre van Cats (cf. r.220-7) zetten het werk van de raadpensionaris de nodige luister bij; - i.m.5: Tijdt...selven: de tijd zal het uitmaken; - i.m.5 sluit aan bij | |
[pagina 59]
| |
r.227-8: 'daer...getuygen' (o.m. ook bij het woord 'selfs' daarin); - i.m.6: staegh: voortdurend; - i.m.6 sluit aan bij 'Tijdt' en 'raedtsaem' uit r.231. | |
Fol.[††]3roVarianten - Het gereproduceerde fol.[††]3ro geeft staat II van buitenvorm [††] weer naar het exemplaar 1. 58 staat I: Daerom beminje; staat II: Daerom,_beminje [staat II geeft wellicht een betere lezing; staat I is zetselschade t.o.v. staat II of staat II is perscorrectie t.o.v. staat I].
Annotatie - 240 Gevry: vrijen; - 240-1 blijft...Woel: blijf uit het dwaze gedrang; - 241 bevrijdt: tevens ook woordspel met 'Gevry' (r.240); - 245 Mals: geks, vreemds; - 246 neemter oog-merck op: let er op; - 246-7 on-gemerckt: tevens woordspel met 'neemter oog-merck op' (r.246; eigen cursivering); - 248-9 de Onheusche...Heusche: de oneerlijken, ruwen zowel als de eerlijken en hoffelijken; - 252 Dier: kostbaar; - Straff: onbuigzaam, stijf, sterk (WNT 15, 2087-8); - 258-63 Daerom...reycken: wellicht ook parallel met r.250-1: 'de Werelt heeft veel in, en geeft niet weynigh uyt'; - 258 begheerte: op te vatten als 'amor habendi' (cf. r.259) i.t.t. 'mildtheyt' uit r.260; - 262 wisse: vaste, onveranderlijke; - 262-3 af te schorten: het WNT vertaalt 'af te schorten' in deze passus met 'te ontdragen', 'te ontnemen' (WNT 1, suppl., 653); cf. r.258: 'begheerte'; - 263 by te reycken: bij te geven; cf. r.261: 'missen'; - 264 buyten-Tijt: vrije tijd (WNT 2, 1856); - 265 bestandigh: standvastig (WNT 2, 2113), maar misschien ook: voortdurend (?); - 268 die: m.n. de 'Eeuwe'; - voorn: voornoemde, hoger vermelde; - 269-70 versierlijck ende verçierlijck: inventief en opgesmukt (Plantijn 1972, Nn3vo en Kk2vo, Kiliaan 1972, 602; vgl. ook Zijderveld s.a. 371, n.6, Miedema 1981b, 43 en 140 en Miedema 1984b, 67); - i.m.1: i.m.1 sluit ook aan bij r.238-42; - i.m.2: veer: ver; - i.m.2 sluit aan bij r.244-7 (vgl. 'siet' met 'oog-merck' en 'on-gemerckt'): wie zijn eer wil bewaren, moet goed uitkijken (en op alles acht slaan); - i.m.3: Ly...vry: blij hoort bij vrij (lett.: breng wie blij is bij wie vrij is); - i.m.3 sluit aan bij 'Vrye Marct' uit r.47: vrijheid wordt wel vaker met vreugde geconnoteerd (vgl. met de spreuk: vrijheid, blijheid; zie hierover Harrebomée 1856-70 dl.1, 69 met vindplaatsen bij Cats en De Brune); - i.m.4: Over-weeghtmen: overdenkt men, maar ook: kent men een te hoog gewicht toe (deze laatste betekenis zinspeelt dan uiteraard ook op 'ghewichtighe Dingen'); - i.m.4 betekent dan ook zoveel als: als men een iets grotere hoeveelheid aflevert dan eigenlijk gevraagd, doet men aan geen enkele klant te kort (tenminste wanneer men slechts het gevraagde gewicht aanrekent). Harrebomée 1856-70, dl.1, 136 verklaart deze passus bij Van de Venne met: 'weeg zuiver, dan krijgt men zijn behoorlijk gewigt. De gewigtige dingen, dat is: de dingen, die men bij 't gewigt verkoopt, moet men overwegen, niet overwegen'; - i.m.4 sluit aan bij r.251-7; - i.m.5: i.m.5 sluit aan bij r.257; - i.m.6: i.m.6 (ontleend aan de tweede brief aan Timoteus sluit met 'Ieugt' aan bij r.266 'Jonckheydt'. | |
Fol.[††]3voVarianten - Het gereproduceerde fol.[††]3vo geeft staat III van binnenvorm [††] weer naar het exemplaar 50. Staat II verschilt voor dit fol. niet van staat III. 284-8 staat I: soo dien ick, ten gerie- // ve, hier wat openingh by te stellen, in't // Ronde, alle de ongelijcke Aen-sichten, die // de Vreugt maken in het Reden-Spelê van // de Belacchende Werelt; staat II + III: soo dien ick, ten gerie- // ve, hier wat openingh by te | |
[pagina 60]
| |
stellen, van // alle de onghelijcke Aen-sichten, die de // Vreught maken in het Reden-Spelen van // de Belacchende Werelt [perscorrectie in staat II: het duistere 'in't Ronde' uit staat I wordt weggewerkt waarbij de wat ondoorzichtige constructie 'alle de ongelijcke Aen-sichten' verhelderd wordt door het gebruik van het voorzetsel 'van'; de verdere aanpassingen hebben in de eerste plaats te maken met het opvullen van de vrijgekomen ruimte (ontstaan door het weglaten van 'Ronde'): in 'ongelijcke' wordt een 'h' tussengeschoven, het lidwoord 'de' (uit r.287 van staat I) verhuist in staat II naar r.286 en 'Vreugt' en 'Reden-Spelê' worden gewijzigd tot het langere 'Vreught' en 'Reden-Spelen']; - 301-3 staat I: elck na sijn aer- // dighe Waerdigheydt, nae de loop vande // Werelt; staat II + III: elck in sijn aer- // dighe Waerdigheydt, in de loop vande // Werelt [perscorrecties in staat II]; i.m.3: staat I: Als de Wervels los zijn // dan klappen de Deurê.; staat II + III: Men seyt: // Als de Wervels los zijn // dan klappen de Deurê/ [aantal perscorrecties in staat II: 'Men seyt' wordt aan de spreuk toegevoegd zodat de bekendheid van het spreekwoord sterker wordt benadrukt (ook elders gebruikt Van de Venne dergelijke inleidingen: vgl. p.39, i.m.1, p.98, i.m.4, p.108, i.m.2, p.156, i.m.6, p.185, i.m.2, p.198, i.m.8, p.202, i.m.2, p.249, i.m.7 en p.268, i.m.4); het gehanteerde lettertype (romein) wijst op een latere wijziging: kennelijk heeft de zetter uit het oog verloren dat elders voor 'men seyt' steeds fractuur werd gebruikt; minder duidelijk is het waarom het correcte 'Deurê.' werd gewijzigd in 'Deurê/' (introductie van een fout bij het aanbrengen van de overige persvarianten?)].
Annotatie - 270 begrepen: aangevat, voorgesteld (WNT 2, 1425-30) (?); - 270-1 tusschen...Rust-plaetsen: tussendoor verschillende rustplaatsen, die het overdenken waard zijn; - 272 ververschen: verfrissen, verkwikken; - 273 sinne-voe-dende By-Spreucken: spreuken (WNT 2, 2638) die voedsel aan het verstand verschaffen; - 274 na de gelegentheyt vermach: naargelang het uitkomt; - 276 Aen-hoorders: toehoorders, i.c. de lezers; - 278 Heydenen: zigeuners: zij komen in de Belacchende Werelt voor op p.74-96; - 278-9 Waer-Teyckenen: tekenen, blijken van waarheid (cf. dl.III, B, hoofdstuk 6, §3); - 279 Raest: roept, schreeuwt; - Botte-Slijper: dit personage komt in de Belacchende Werelt voor op p.210-23; - 280 op-scharpen: scherper maken, wetten; - Roemt: eig.: pocht, bluft; hier door het woordspel met 'Roem-boud' te verzwakken tot: zegt, spreekt; - Roem-boud: dit personage komt in de Belacchende Werelt voor op p.144-70; - 281 Bedel-Gebreken: laakbare bedelpraktijken; - Gewisselijck: zeker, stellig; - 282 Elck...Elck: m.a.w. ieder personage heeft wel iets voor iedereen; - 283 Toe-Gifte: toemaatje; - 285 openingh: opheldering, verklaring; - 286 onghelijcke Aen-sichten: verschillende personages (cf. de lijst in r.304-39); - 287 Reden-Spelen: het dialogeren in de gesprekken; - 288-9 Aen-Merckers: toeschouwers (i.c. de lezers); - 289-90 met...Voor-deel: bedoeld wordt dat wie op een verstandige wijze de Belacchende Werelt leest, er ook voordeel voor zich uit haalt; met dezelfde bedoeling wil de Botte Slijper met enkele spreuken 'eenige Sinne-Koppen (...) op (...) scherpen/ Tot Soet Voordeel om Goet Oordeel' (r.6326-30); vgl. ook met Cats 1968, dl.1, 'Aen de spreuck-lievende-lesers', p.2 (fol.a vo): 'VVilje voordeel? // Leest met oordeel'; - 291-2 Reden-Kunst: poëzie; - 293 Rondt uyt: voluit, ronduit, recht af, oprecht; - 294 Stichtighe: stichtelijke; - 295 Wil-aen dan: zowel 'welaan dan' als (door zijn spelling) 'wil er dan aan beginnen'; - 298-9 inde Woel: in het gedrang, in het gewoel; - 301-2 elck...Waerdigheydt: m.n. iedere lezer in zijn eigen (hem karakteristieke) hoedanigheid (Miedema 1984b, 16 en WNT 24, 256-7); - 303 dit Gevolgh: dit gezelschap, maar ook: zij die hierop volgen (m.n. de lijst met personages die in r.304-39 wordt gegeven); - i.m.1: Keur: keuze; - i.m.1 sluit aan bij r.270-4; - i.m.2: i.m.2 sluit wellicht aan bij r.275-7 'Als...werden': de lezer kan nl. sommige uitspraken, wanneer hij 'siet van wie dat het ghesproken wert', als 'Dwaes ende sonder Leeringen' verwerpen; - i.m.3: Wervels: | |
[pagina 61]
| |
grendels (WNT 9, 2327); - klappen: 'klappen' moet hier niet alleen worden opgevat als 'slaan' maar ook als 'praten': als het slot van de mond is, begint men te praten. I.m.3 alludeert daarmee op het 'melden', 'razen' en 'roemen van de Heydenen, de Botte Slijper en de Ouden Roem-bout (r.277-81); - i.m.4: Gabber-Kaken: babbelaars (gabberen = babbelen, wauwelen, WNT 4, 114); - Schaden Oudt: brengen ouderen schade toe; - smade: maken te schande; - i.m.4 sluit, net als het vorige i.m., aan bij r.277-81; - i.m.5: Van Godt komt de Tijt: cf. 'Tempus est Dei' (zie Iansen 1971, 619); - Loff: lofprijzing (laudatio), maar ook: eer, roem (WNT 8, 2575-6); - een kettingredenering (gradatio) zoals in deze glosse komt in de zestiende- en zeventiende-eeuwse Nederlandse (en buitenlandse) literatuur vaak voor (cf. over de gradatio Lausberg 1960, dl.1, p.315-7; voorbeelden in de Nederlandse literatuur worden besproken in Overdiep s.a., 399, B[rom] 1950, Verhaak 1952, Iansen 1971, 132-7, Keersmaekers 1985, 73 en Visscher 1918-23, dl.1, 111. Nog andere voorbeelden, vindt men bij Van Mander 1969, Wtbeeldinghe der figuren, fol. 135 ro-vo, Hooft 1899, dl.1, 155-6, Coster 1883, 82, Hofferus 1635, 178, en Burchoorn 1641, 57); - i.m.5 sluit via 'Tijt' aan bij 'metter Tijdt' (r.292); - i.m.6: i.m.6 sluit aan bij r.297-300: 'Indien...zijn'. | |
Fol.[[††]4]roVarianten - Het gereproduceerde fol. [[††]4]ro geeft staat III van binnenvorm [††] weer naar het exemplaar 50. Staat II verschilt voor dit fol. niet van staat III. 341-2 staat I: Hoort // Leser watse; staat II + III: Hoort // Leser, watse [perscorrectie in staat II]; - 8 staat I: Om een Werelt; staat II + III: Iuyst om een Werelt [perscorrectie in staat II: zowel v.7 als v.8 bestaan nu uit een jambische tetrameter].
Annotatie - 306 Tamme Lubbert: over deze naamgeving, zie dl.III, B, hoofdstuk 4, §2; - 307 Fiftje Goris: Fijtje was een traditionele vrouwennaam in kluchtige teksten (vgl. Bredero 1975, 48, 54 en 83; daar zelfs een keer als Fytje Floris: zie hierover Bredero 1983, 220 en de daar vermelde literatuur). Ook Van de Venne hanteert elders nog de naam Fijtje: o.m. in zijn 'Neep-klvytjes' en in het 'Minnemall' (Van de Venne 1623, p.29, v.513 en p.105); of Goris wat te maken heeft met een goor of slonzig vrouwspersoon, valt moeilijker uit te maken; - 308 Soetje Strijckers: zie over deze naamgeving dl.III, B, hoofdstuk 4, §2; - 309 Lammert Gijsen: zie over deze naamgeving dl.III, B, hoofdstuk 4, §2; - 310 Fopje: van Fobert (vgl. Bredero 1975, 70); 'foppen' betekent daarbij ook bedriegen; - Garnaet-jongen: garnaalverkopertje (WNT 4, 298); - 311 Besje Krimpers: Besje is de gewone aanduiding voor een oude vrouw (uit bestje, beste moeder, WNT 2, 2092-3); 'Krimpers' kan dan zowel verwijzen naar 'krimpen, kleiner worden' maar ook naar 'klagen, kniezen' (WNT 8, 271); - 312 Aerd-Akers: aardeikels, aardnoten; - 313 Waer-seggende: zowel die de toekomst voorspellen als die de waarheid vertellen; cf. dl.III, B, hoofdstuk 6, §3; - 315 Kan-Al: die alles kan; - 316 Quets-Salver: kwakzalver ('quets' is eig. een verwonding, WNT 8, 768); - 317 Aefje: wellicht afgeleid van de mansnaam Abe (WNT 1, 12); - Koock-Wijff: koekverkoopster (uit p.111 blijkt dat de vrouw koeken verkoopt); - 318 Sijmen Gaeuw: Simon, de gauwdief; - 319 Snege: schrandere; - 320 By-wesende Kijckers: aanwezige toeschouwers; - 322 Reyer: mogelijk mag bij de naam Reyer ook gedacht worden aan 'reien', bewegen, lopen waarmee dan op het draven van de waard kan worden gezinspeeld (WNT 12 3, 1596-7) terwijl daarnaast misschien ook 'reyeren' (beven, sidderen) kan meespelen (cf. de traditioneel onderdanige en kruipe- | |
[pagina 62]
| |
rige houding van een waard, WNT 13, 223); - 323 Baertje: de naam is wellicht niet toevallig gekozen; mogelijk alludeert 'Baertje' op een bazige vrouw of zinspeelt de naam op 'baren', schreeuwen, tekeergaan (WNT 2, 1018): Baertjes houding in de Belacchende Werelt zou alvast een dergelijke interpretatie kunnen rechtvaardigen; - 326-7 Pieter Prangh Toe-siender: Pieter Prangh was de opzichter (WNT 17 1-2, 890) van de schuitvoerders. Ook hier is de naam wellicht niet toevallig gekozen; 'Prangh' verwijst wellicht naar het drukken en dringen waarmee Pieter de reizigers aanmaant om in de trekschuit plaats te nemen; of wordt hier eerder zijn gierigheid in het daglicht gesteld (WNT 12 1-2, 3896)? Daarnaast noteerde Ghysen 'prangen' ook als Zeeuwse schippersterm voor 'laveren' (Ghysen s.a., 748); - 328-9 mijn Hartje: een hartje was ook een beursje (WNT 6, 41): wordt hier op de hebzucht van de Schuyte-Baes gealludeerd?; - 330-1 Holle... Treck-Boef: magere Kees die de schuit langs het jaagpad voorttrekt. Of is 'Holle' daarbij een eufemisme voor het moeizaam voortgaan van de 'Treck-Boef' bij het slepen van de boot?; - 332 Meyndert: mogelijk verwijst deze naam naar iemand die op iets uit is, wellicht ook naar een minnaar (WNT 9, 378 en 380-1); - 333-4 Hans van der Haest/ vlijtigen Brabander: een erg gehaaste Brabantse koopman; - 335 Gielende: bedelende (WNT 4, 2340); - 337-8 Heb-lustighen Lasery-Knecht: hebzuchtige jongen uit het leprozenhuis (WNT 8, 1198); - 339 Vrome Koen: Koens epitheton laat zich niet eenduidig verklaren: vanuit zijn rol in de tekst lijkt de betekenis 'verheven' of 'aanzienlijk' voor de hand te liggen; daarnaast is ook mogelijk: eerlijk, integer of betrouwbaar (hier wellicht ironisch), sterk, onverschrokken; - 340-1 Woel-Lieden: zij die 'inde Woel' (r.298-9) leven; - 341-2 die...maken: die na elkaar het woord voeren; de personages werden in r.306-39 in volgorde van optreden opgesomd; - 343 te berechten: te berichten, mee te delen hebben, maar ook: te bedillen, terecht te wijzen hebben (WNT 2, 1847 en 1888-9); - 344 hun-lieden: hen; - 346 keeren: ten goede keren (cf. WNT 7, 1974); - wendt: wendt ten goede (cf. WNT 7, 1974); - 347 duydet Goedt: leg het in goede zin uit; - 351 Ambros. l. de Virg.: het citaat dat hierop volgt is ontleend aan Ambrosius' eerste boek De Virginitate, 108-9 (cf. verder dl.III, A, hoofdstuk 1, §2); - 352 Discite...esse: leer in deze wereld boven de wereld te staan; - 5 Soeckt (...) Vindt: allusie op Van de Vennes zinspreuk: 'Ick soeck en vin'; - 7 veyl: te koop; - i.m.1: i.m.1 alludeert op de lijst van optredende personnages in r.304-39; wat ze precies bijbrengen, zal blijken uit hun woorden: cf. r.342-3: 'Hoort Leser, watse te berechten hebben'; - i.m.2: Harrebomée 1856-70, dl.1, 329 met o.m. verwijzing naar Cats en De Brune; - i.m.3: doens: gen. bij 'Veel'; - i.m.3 kan men weergeven als: vele daden zorgen ervoor dat men deze daden niet (meer) doet; cf. het bekende argument dat het vertonen van lakenswaardige handelingen de toeschouwer weerhoudt om zelf dergelijke daden te stellen; - i.m.4: recht: goed, juist; - i.m.4 sluit aan bij r.340-5; - i.m.6: vrijdt: bevrijdt (?); - dijdt: doet gedijen, bloeien (cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 334: 'Wilt gij, dat iets wel gedijt? Geef het over aan den tijd'); - splijt: drijft uiteen, scheidt, verdeelt (?); - lijdt: duldt, verdraagt (Harrebomée 1856-70, dl.2, 334 met o.m. verwijzing naar Gruterus) (?); - snijdt: wellicht: snelt, loopt hard (?) (WNT 14, 2340); - i.m.6 sluit aan bij 'Tijdt' (v.3). | |
[pagina 63]
| |
verstandige minnaars (cf. dl.III, A, hoofdstuk 4); - 1 door-gaet: doorleest; - 2 innigh: intrinsiek (WNT 6, 1826-7); het werk draagt geen kwaad in zich; - 4 wensch, en heb: wens te hebben (hendiadys); - 5 Maegden (...) Vrijsters: over het onderscheid tussen 'Maegden' en 'Vrijsters' cf. dl.III, A, hoofdstuk 4; - soeckt (...) vindt: een allusie op Van de Vennes kenspreuk 'Ick soeck en vin'; - 6 Liefdt: bemint; - 7 Spil: nl. het gereedschap waarmee men al draaiend vezels tot een draad maakt, mogelijk ook een onderdeel van een spinnewiel (WNT 14, 2810); alleszins gold het als het symbool bij uitstek van de vrouwelijke bedrijvigheid; - 8 reyn af-genaeyt: netjes afgemaakt (WNT 1, 1208); - 9 Gebrey: breiwerk; - 10 Klos: nl. van het kantwerk; - ongeschickt: nl. zonder dat men ze nog aanroert (WNT 10, 1656 en 14, 644); - 11 blaeuwtjes: verwijst m.n. naar de blauwe kleurstof die aan het stijfsel werd toegevoegd om het linnen voor vergelen te behoeden (WNT 15, 1619); - Stijft: het linnen stijf maakt; - 12 schommelkockt: de vaat doet en schoonmaakt (WNT 14, 792); - schuyrt...wrijft: poetst; - 14 lolt: met de Iollepot bij het vuur zit (cf. WNT 8, 2649-51); - 15 naer: dichterbij; - 17 sweeft: ronddoolt (Kiliaan vertaalt 'sweven' nl. met 'vagari', Kiliaan 1972, 546); - 18 aerdigh: overeenkomstig hun aard; - 19 Ontdoet mijn Doen: ontbloot mijn aard, maak me open (WNT 10, 1832 en 3, 2704) (?); - foolt: doorbladert (WNT 3, 4610); - 20 Grijpers: vrijers; maar ook zij die het boek vastnemen; - 22 Door-wentelt: doorbladert; - 23 Belachje Vreught: lach je met, lach je mee met de vreugde (die in dit werk tentoon gespreid wordt); - 25 Grijndt: grinnikt of pruilt (WNT 5, 724); - onder-dies: ondertussen; - 27 vooruyt: vroeger; - 28 Dat...wacht: waarop onze jeugdigheid al spottend lachend op wacht (?); - 29 die 't Eynde zijt: die aan het einde bent beland (?), of misschien ook: die het einde vertegenwoordigt (?); - 30 Wie...quijt: wie een gevorderde leeftijd heeft bereikt, heeft nog maar weinig jaren voor de boeg; - 32 Reyn-Aerts Wijs: de wijsheid van Reyn-aert; - Mal: gekheid; - 33 Hael: ook met de bijbetekenis: schaf aan; - Lust: vermaak, genoegen; - 34 met Gunst te koop: met welwillendheid (i.c. de geldelijke bijdrage van de kunstminnaar; cf. nl. ook i.m.8) te koop; - i.m.1: Noodigh nut: noodzakelijke lering; - veylt: verkoopt, prijst aan; - i.m.1 sluit aan bij de titel van dit gedicht: het boek prijst zichzelf aan; - i.m.2: toe-geven: erbij geven, schenken, toestaan; - i.m.2 sluit aan bij 'Vrijsters' (v.5). Het boek wordt hen 'gegeven'; - i.m.3: Quiste-Kolen: verkwisters (WNT 8, 822); - i.m.3 sluit aan bij 'lolt' (v.14). Vrijsters die met de lollepot bij het vuur zitten, verkwisten inderdaad de kolen die het vuur gaande houden; dat soort (luie) vrijsters kan men nauwelijks van bij het vuur weghalen. Het woord 'Quiste-kolen' vindt men bij Van de Venne ook nog in een andere contekst. Op een grisaillepancel uit 1637 heeft Van de Venne een aantal boertige personages afgebeeld die elkaar met stukken kool bekogelen; de banderol draagt als tekst: 'Quiste-kolen' (Plokker 1984, 200-1); - i.m.4: Bly lockt by: vreugde trekt aan; - i.m.4 sluit aan bij v.17 'lockt'. Het boek dat vreugde bevat (cf. v.20: 'Terwijl ick lach'), trekt de 'Vryers' aan; - i.m.6: Buyten...Vreucht: wie niet meer tot de jeugd behoort, heeft geen deel meer aan de vreugde; m.a.w. als de jeugd weg is, is het uit met de pret. Jeugdigheid werd immers traditioneel met vrolijkheid in verband gebracht: Ripa b.v. (hier geciteerd in de Nederlandse vertaling van Pers) beeldt de 'Riso' of de 'Lach' uit door een jongeling 'om dat de teere en jonge Ieughd, meest tot lacchen is genegen, 't welck ten meestendeel van de vrolijckheyt heerkomt' (Ripa 1971, 278). 'Ieucht' en 'Vreucht' zijn dan ook de in dit opzicht voor de hand liggende rijmwoorden: 'De vreugd Verjeugdt' (Harrebomée 1856-70, dl.2, 410 met verwijzing o.m. naar De Brune) en 'Vreugd voedt de jeugd' (Harrebomée | |
[pagina 64]
| |
1856-70, dl.1, 157 met verwijzing naar o.m. Gruterus). Vgl. verder b.v. nog p.216, i.m.3: 'Deugt jeugt, // Heugt Vreugt'; - i.m.6 sluit aan bij v.25-6; - i.m.7: voor sijn Gelach: voor zijn eigen rekening; - i.m.7 sluit aan bij v.27-8: de ouderling en de jeugdigen lach(t)en ieder op hun tijd; - i.m.8: qualijck: slecht; - i.m.8 sluit aan bij v.33-4. Wie zich de Belacchende Werelt aanschaft heeft zijn geld goed besteed en niet verkwist (cf. 'bewaertet niet qualijck'). | |
p.1Varianten - De gereproduceerde p.1 geeft staat II van buitenvorm A weer naar het exemplaar 2. inleiding staat I: Openinge krijgen; staat II: Openinge krijghen [wijziging m.b.t. de spelling in staat II (vgl. nl. met het variantencommentaar bij v.1); een perscorrectie? (incidentele variant)]; - staat I: Edel Jonghelinck; staat II: Edel Ionghelinck [wijziging m.b.t. de spelling in staat II (vgl. nl. met het variantencommentaar bij v.1); een perscorrectie?: vgl. ook met het variantencommentaar bij v. 67 op p.8 van dezelfde buitenvorm A]; - staat I: heeft begheven; staat II: heeft begeven [wijziging m.b.t. de spelling in staat II (vgl. nl. met het variantencommentaar bij v.1 van p.1); een perscorrectie?]; - staat I: vroege morgen-stont; staat II: vroege Morgen-stont [wellicht perscorrectie in staat II (vgl. met het variantencommentaar bij v.1); ook elders in deze buitenvorm worden hoofdletters geïntroduceerd]; staat I: ghekomen om; staat II: ghekomen, om [wellicht perscorrectie in staat II (vgl. met het variantencommentaar bij v.1)]; - staat I: Voor-Bereydinge; staat II: Voor-bereydinge [wellicht perscorrectie in staat II (vgl. met het variantencommentaar bij v.1)]; - staat I: met boersche; staat II: met Boersche [wellicht perscorrectie in staat II (vgl. met het variantencommentaar bij v.1); ook elders in deze buitenvorm worden hoofdletters geïntroduceerd]; - staat I: vande aerdige; staat II: van de aerdige [wellicht perscorrectie in staat II; vgl. met het variantencommentaar bij v.1]; - 1 in staat II wordt een andere sierkapitaal gebruikt voor 'Lestmael' dan in staat I [perscorrectie in staat II: wijziging van de krullende sierkapitaal in staat I tot de meer eenvoudige kapitaal in staat II die overeenstemt met de kapitalen die elders in de bundel ter aanduiding van een nieuw onderdeel werden gebruikt (vgl. nl. op [†]3ro, [††]vo, [[††]4]ro, [[††]4]vo en p.5); dat de logisch meest correcte variant uit staat II hier als een perscorrectie wordt geïnterpreteerd, heeft o.m. ook te maken met het feit dat elders in deze buitenvorm in staat II een groter aantal in margines voorkomen dan in staat I; ook elders uit de Belacchende Werelt bleek dat in latere staten spreuken in de marge werden toegevoegd]; - 4 staat I: van het Veldt; staat II: in het Veldt [perscorrectie in staat II (vgl. ook met het variantencommentaar bij v.1); het gebruik van het voorzetsel 'in' ligt hier meer voor de hand]; - 5 staat I: vry en niet; staat II: vry, en niet [wellicht perscorrectie in staat II (vgl. met het variantencommentaar bij v.1)]; - 9 staat I: begon te dolen,; staat II: begon te dolen [perscorrectie of zetselschade in staat II; wellicht perscorrectie: het gebruik van de komma ligt hier niet meteen voor de hand]; - 10 staat I: Water-Molen; staat II: Water-Molen, [wellicht perscorrectie in staat II: de interpunctie uit staat II lijkt meer cqrrect]; i.m.2: ontbreekt in staat I [perscorrectie in staat II; ook uit andere vormen bleek dat herhaaldelijk spreuken werden toegevoegd]; - i.m.3: ontbreekt in staat I [perscorrectie in staat II; ook uit andere vormen bleek dat herhaaldelijk spreuken werden toegevoegd]; - i.m.4: staat I: veel krijgt dat is gemac- // kelijck vangen; staat II: veel krijght dat is ghe- // mackelijck vangen [varianten aangebracht in staat II; de reden ligt niet meteen voor de hand]; - i.m.5: ontbreekt in staat I [perscorrectie in staat II; ook uit andere vormen bleek dat herhaaldelijk spreuken werden toegevoegd]; - i.m.6: staat I: Hy doolt niet heel die te // halven keert: staat II: Hy doolt niet heel die // ten halve keert; - in staat I springt r.2 van i.m.6 niet in t.o.v. r.1; - i.m.6 staat in staat I ter hoogte van v.9 en 10, en niet zoals in staat II ter hoogte van v.8 en 9 [de spellingswijzigingen werden om niet meteen duidelijke redenen aangebracht in staat II (vgl. nl. met het variantencommentaar bij v.1); het inspringen van r.2 in staat II bracht met zich mee dat een minder correcte vorm werd ingevoerd; in de Belacchende Werelt beginnen in margines in fractuur (proza) doorgaans | |
[pagina 65]
| |
netjes tegen de kaderrand, zonder inspringen; ook elders in deze vorm werden met staat II foutieve schikkingen op dit punt ingevoerd; door het losmaken van de vorm en het toevoegen van nieuwe spreuken in staat II van deze pagina is i.m.6 op een iets andere hoogte vastgemaakt]; - i.m.7: staat I: Benje machtigh, // Weest niet jachtigh; staat II Benje machtigh? // VVeest niet jachtigh; - in staat I staat de glosse niet gecentreerd (zoals in staat II) maar korter tegen de linkerkantlijn geplaatst [de spellingswijzigingen werden om niet meteen duidelijke redenen aangebracht in staat II (vgl. nl. met het variantencommentaar bij v.1); ook elders in deze buitenvorm, en ook in binnenvorm A werden gelijkaardige spellingswijzigingen doorgevoerd in latere staten: cf. het variantencommentaar bij i.m.1 van p.3 van binnenvorm A; het centreren van de glosse in staat II t.o.v. I geeft een meer correcte variant; in de Belacchende Werelt worden in margines in romein (met rijmwoorden) doorgaans gecentreerd; ook elders in deze vorm werden met staat II dergelijke correcties aangebracht]; - i.m.8: in staat I staat de glosse niet gecentreerd (zoals in staat II) maar korter tegen de linkerkantlijn geplaatst [wellicht een perscorrectie in staat II: vgl. nl. met het variantencommentaar bij i.m.7 van p.1]; - katernsignatuur: katernsignatuurpositie (genoteerd volgens Verkruijsse 1983, 38) in staat I: schemer-scheen:^^; katernsignatuurpositie in staat II: schemer-scheen [de signatuurpositie in staat II stemt meer overeen met het gebruik elders in de Belacchende Werelt]; - custode: staat I: de custode staat in de rechterbenedenhoek van het vak met de glossen; staat II: de custode staat in de rechterbenedenhoek van het vak met de verzen [perscorrectie in staat II (vgl. ook met het variantencommentaar bij v.1); de ongewone plaatsing van de custode in staat I wordt aangepast aan de geplogenheden op dit vlak elders in de bundel; in de Belacchende Werelt wordt de custode van de recto-zijde meestal uit het vak van de glossen gehouden; uitzonderingen hierop komen nauwelijks voor (enkel op p.11, 13 en 215)].
Annotatie - Aen-sienelijcken Leser: voorname, in aanzien staande lezer, maar ook: de lezer die naar het boek kijkt; - In-leydinge: het hierna volgende gedicht wordt als inleiding tot het eigenlijke kermisverhaal uit de Belacchende Werelt voorgesteld; - Openinge: zowel begin als verklarende toelichting; - innigh: in hoge mate, maar ook: innerlijk, van binnen (nl. begaafd met verstand); - geestigh: schrander; - Morgen-stont: ochtendlijk uur; - binnen... Veldt: vanuit Den Haag (vanuit de beslotenheid van de Haagse stadswallen) naar buiten in het vrije veld; - ghenegentheyt: neiging, lust; - vol-voeden: genoegdoening te geven; - ende...ghekomen: lett.: en is aan het einde van zijn vermoeide stappen gekomen (en houdt vermoeid halt); - vergeselschapt met: en heeft het gezelschap van; - wackere: vinnige; - lust-scheppende: vermakelijke; - die: m.n. de 'Gedachten'; - achter-volgende: na; - by-gebracht: gepresenteerd (lett. erbij gebracht); - verçiert: opgesmukt (met de betekenis van 'ornatus'); - Wijs-Reden: m.n. de leerrijke gesprekken (in de Belacchende Werelt); - beneffens: naast; - aerdige: mooie, bevallige (Miedema 1984b, 9); - 1 Lestmael: onlangs; - in het nieuw bedagen: bij het krieken van een nieuwe dag (WNT 2, 1120); - 2 Woud' een Geest: wilde een (verstandig) man, een dichter (?); - 7 Voor-hout: over de realia in deze 'In-leydinge': cf. dl.III, B, hoofdstuk 2, §1; - 9 dolen: dwalen; - 11 bedacht: aan het denken gezet; - 12 Kracht: nl. nodig voor het jagen; - 13 Onder-wijl: ondertussen; - 14 wil en gange: geest en lichaam; - 15 bewackert: fris, monter (WNT 2, 2376); - 16 Als...schemer-scheen: bij de schemering van het ochtendgloren; - i.m.1: Voor-sien: vooruitzien; - i.m.1 sluit aan bij de toelichtingen (m.n. de 'In-leydinge') die de lezer nog voor zijn eigenlijke lektuur van de Belacchende Werelt krijgt toegespeeld en waardoor hij van het eigenlijke kermisverhaal 'Openinge' krijgt en 'het gevolgh' verstaat; - i.m.2: Beleydt: overleg, plan (WNT 2, 1702); - bereydt: verschaft, levert (WNT 2, 1854); - i.m.2 betekent | |
[pagina 66]
| |
dan ook zoveel als: wat goed is opgevat, geeft (extra) moed; - i.m.3: Roem lockt Gehoor: een lofzang trekt toehoorders aan; - i.m.3 sluit aan bij de gunstige wijze waarop Van de Venne zijn eigen dichtwerk presenteert: 'verçiert met de Edele Kunst van Wijs-Reden, beneffens 'tgeselschap van de aerdige Af-beeldingen'; - i.m.4: i.m.4 sluit aan bij 'jagen' (v.2); mogelijk alludeert deze glosse ook op het eigen dichtwerk: de Belacchende Werelt bevat veel dat de lezer zomaar wordt voorgeschoteld en dat deze zich zonder veel moeite kan eigen maken; - i.m.5: Sonder...wesen: zonder vrees overtreft men zichzelf; - i.m.5 sluit aan bij 'sonder vrees' (v.6); - i.m.6: Hy...keert: hij is niet helemaal verdwaalt, die halverwege naar het goede pad terugkeert; - vgl. met Harrebomée 1856-70, dl.3, 19 (met verwijzing naar o.m. Gruterus, Cats en Sartorius); - i.m.6 sluit aan bij 'dolen' (v.9); - i.m.7: jachtigh: gehaast, onrustig. De betekenis van i.m.7 luidt dan: ben je machtig, wees dan niet te gehaast; machtigen mogen niet te overhaast tewerk gaan. 'Jachtigh' hier echter ook met de bijbetekenis van 'op jacht gaand'; de jacht was aan de hoogste standen ('machtigh') voorbehouden; 'machtigh' wordt wel vaker met het rijmwoord 'jachtigh' in verband gebracht: het WNT verwijst hierbij naar Starter: 'De Vyand is te machtigh, Hy prangt ons al te sterck, en jaeght ons al te jachtig' (WNT 7, 97); - i.m.7 sluit met 'machtigh' aan bij 'Kracht' (v. 12), met 'niet jachtigh' (niet overhaast) bij 'Heeft hy sich een wijl bedacht' (v.11; eigen cursivering); - i.m.8: Rappe trappen, // Knappe happen: wie snel te been is, krijgt gauw te eten (?) ('knap': snel, vlug, dadelijk, WNT 7, 4494); - i.m.8 sluit met 'Rappe trappen' aan bij v.15: 'Gantsch bewackert in sijn treen'. In zijn geheel sluit i.m.8 wellicht aan bij het beschreven jachttafereel: de snelle jager Reyn-Aert zal vlug zijn buit binnen hebben (?). | |
p.2Varianten - De gereproduceerde p.2 geeft staat III van binnenvorm A weer naar het exemplaar 2. 18 staat I + II: gekregen,; staat III: gekregen [zetselschade in staat III; de in staat III hoger geplaatste eind-n van het woord 'gekregen' pleit ervoor om het ontbreken van de komma in staat III als zetselschade te interpreteren]; - 19 staat I + II: wildt Konijn; staat III: wilt Konijn [incidentele variant in staat III; perscorrectie?; vgl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat III van v.38 op p.2]; - 28 staat I + II: kan!; staat III: kan! [incidentele variant in staat III; perscorrectie?; vgl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat III van v.38 op p.2]; - 31 staat I + II: in de Laen; staat III: inde Laen [wellicht perscorrectie in staat III (vgl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat III van v.38 op p.2)]; - 33 staat I + II: verthooningh,; staat III: verthooningh: [wellicht perscorrectie in staat III; vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat III van v.38 op p.2]; - 34 staat I + II: Dorpen-Wooning; staat III: Dorpen-wooning [wellicht perscorrectie in staat III (vgl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat III van v.38 op p.2); de reden voor de spellingswijziging ligt niet voor de hand]; - 35 staat I + II: sant,; staat III: sant; [perscorrectie in staat III? (vgl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat III van v.38 op p.2); de wijziging m.b.t. de interpunctie ligt hier niet voor de hand]; - 37 staat I + II: swemmen,; staat III: swemmen [perscorrectie in staat III? (vgl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat III van v.38 op p.2); de wijziging m.b.t. de interpunctie ligt hier niet voor de hand]; - 38 staat I + II: 'tgehoor aen soete stemmen; staat III: 'tgehoor van soete stemmen [onmiskenbaar een perscorrectie in staat III: het gebruik van het voorzetsel 'aen' ligt binnen deze context beslist niet voor de hand]; - 41 staat I + II: drille-klincken; staat III: quinckel-klincken [perscorrectie in staat III (vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat III van v.38 op p.2); de lexicale variant laat zich niet meteen verklaren; wellicht auteurscorrectie?]; - 44 staat I + II: neder-Lucht; staat III: neder-lucht [wellicht perscorrectie in staat III (vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat III van v.38 op p.2): wellicht wordt de hoofdletter hier | |
[pagina 67]
| |
weggewerkt omdat 'neder' hier ook zonder kapitaal werd gedrukt]; - 47 staat I + II: om hoogh,; staat III: om hoogh [perscorrectie in staat III?; wellicht gaat het bij de variant in staat III veeleer om een variant als gevolg van het losmaken voor het aanbrengen van de overige wijzigingen in staat III]; - i.m.1: i.m.1 staat in staat I en II tegen de linkerkantlijn geplaatst en niet gecentreerd zoals in staat III [perscorrectie in staat III (vgl. ook met het variantencommentaar bij v.38 van p.2); voor deze perscorrectie cf. het variantencommentaar bij i.m.7 op p.1 van buitenvorm A]; - i.m.2: i.m.2 staat in staat I en II tegen de linkerkantlijn geplaatst en niet gecentreerd zoals in staat III [perscorrectie in staat III (vgl. ook met het variantencommentaar bij v.38 van p.2); voor deze perscorrectie cf. het variantencommentaar bij i.m.7 op p.1 van buitenvorm A]; - i.m.3: r.2 van i.m.3 springt in t.o.v. r.1 van deze glosse in staat III, niet in staat I en II [het inspringen van r.2 in staat III bracht met zich mee dat een logisch minder correcte vorm werd ingevoerd; voor deze wijziging cf. het variantencommentaar bij i.m.6 op p.1 van buitenvorm A]; - i.m.4: i.m.4 staat in staat I en II tegen de linkerkantlijn geplaatst en niet gecentreerd zoals in staat III [perscorrectie in staat III (vgl. ook met het variantencommentaar bij v.38 van p.2); voor deze perscorrectie cf. het variantencommentaar bij i.m.7 op p.1 van buitenvorm A]; - i.m.5: staat I + II: Het Edel/ loffelijck/ heer- // lijck Geslachte van Dorp // blijft in onvergetende ge- // dachten door de lieffelijc- // ke/ segen-rijcke/ wel-ge- // leghene / roem-waerde // Land-Wooninghe/ ofte // Hollands-Paradijs/ ghe- // plant tusschen het ver- // makelijcke Haeg-Bosch // en blickende Sant-Duy- // nen / alwaer men in den // groey-Tijdt aen-gename // lust en rust kâ vindê voor // vermoeyde sinnen/ en // stramme voeten; staat III: Het edel/ loffelijck/ heer- // lijck Geslachte van Dorp // blijft in onvergetêde ge- // dachten / door de lieffe- // lijc-ke/ segen-rijcke/ wel- // ghelegene / roem-waerde // Landt-Wooninghe/ ofte // Hollands Paradijs/ ghe- // plant tusschen het ver- // makelijcke Haeg-Bosch // en blickende Sant-Duy- // nen/ alwaer men in den // groey-Tijdt aengename // lust en rust kan vinden // voor vermoeyde Sinnê/ // en stramme Voeten [wellicht gaat het hier telkens om perscorrecties in staat III (vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat III van v.38 op p.2); slechts bij enkele wijzigingen kan men een verklaring bedenken (m.n. m.b.t. het hoofdlettergebruik); het gaat hier veelal om incidentele varianten]; - i.m.6: i.m.6 staat in staat I en II in fractuur, niet in romein zoals in staat III [wellicht is de wijziging van het lettertype in staat III hier als een perscorrectie bedoeld (vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat III van v.38 op p.2)].
Annotatie - 20 schijn: schim; - 21 doe: toen; - 22 lust: verlangende, begerige (?) (WNT 8, 3330); - teere: fijne, gevoelige; - 24 lat: het hout van de boog (WNT 8, 1141); - loot: pijl (met loden punt); - 25 Hy bevondt gewis onwissen: hij ondervond voorzeker onzekerheid (Reyn-Aerts schot was nl. niet steeds raak); - 26 schickers: die iets van plan zijn, het voornemen hebben (WNT 14, 646); - veel-tijts: vaak; - 27 happigh: gretig, hongerig, maar ook: rap, handig (WNT 5, 2143-4); - 28 feylen: mislukkingen, tegenslag; - 33 verthooningh: schouwspel; - 34 Dorpen-wooning: het landhuis van Arend van Dorp, hofmeester van Frederik Hendrik: cf. dl.III, A, hoofdstuk 2, §1; - 36 Boogaert: boomgaard; - 38 Desen Quant: m.n. Jonck-Heer Reyn-Aert; - 38 'tgehoor: het horen; - 39 de wilde Vogel-tael: de vogelzang in het vrije; - 41 quinckel-klincken: in opgewekte vogelzang weerklinken (WNT 8, 811); - 42 Boven: boven het gezang uit van; of mogelijk ook: met daarbij nog (?); - 43 Over-al...vlucht: boven al wat tijdens het vliegen; - 44 Sweeft...neder-lucht: hoog of laag vliegt; - 45 t'Eynde gaens: 'gaens': genitiefvorm bij 'Eynde': aan het einde van zijn stappen gekomen; - 46 Om...lusten: om voedsel te kunnen geven aan zijn hoop en zijn verlangen; m.a.w. in de hoop een jachtprooi te kunnen ontdekken; - 48 In...oogh: in de wijde lucht en waar hij aan het gezichtsveld onttrokken was; - 49 Naeuw en: nauwelijks; - i.m.1: i.m.1 sluit aan bij v.18-21; - i.m.2: Groote...verlangh: het vooruitzicht van een grote buit, doet ernaar verlangen (?); - i.m.2 sluit met 'verlangh' aan bij 'lust' | |
[pagina 68]
| |
(v.23); - i.m.3: Harrebomée 1856-70, dl.2, 264 (met o.m. verwijzingen naar Sartorius, Gruterus, Cats en De Brune); - i.m.4: Als...stil: als het niet wil lukken, dan moet men verder afwachten; - i.m.4 sluit aan bij v.29; - i.m.5: in onvergetende gedachten: in een onuitwisbare herinnering, voortdurend in de herinnering; - wel-ghelegene: goed gelegen; - roem-waerde: waardig om geroemd te worden; - Landt-Wooninghe: landhuis; - blickende: schitterende, glinsterende; - groey-Tijdt: de tijd waarin alles groeit (en bloeit); - lust: vermaak; - Sinnen: gedachten, verstand; - i.m.5 sluit aan bij 'Dorpen-wooning' (v.35); - i.m.6: i.m.6 sluit aan bij 'rusten' en 'lusten' uit v.46-7. | |
p.3Varianten - De gereproduceerde p.3 geeft staat III van binnenvorm A weer naar het exemplaar 2. 56 staat I + II: verliet de Duynen-top:; staat III: verliet der Duynen-top: [wellicht perscorrectie in staat III m.b.t. de verbogen vorm (vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat III van v.38 op p.2 van binnenvorm A)]; - 60 staat I + II: 'tgebiedt; staat III: 't Gebiedt [wellicht perscorrectie staat III (vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat III van v.38 op p.2 van binnenvorm A); ook elders werd in een latere, staat vaak een hoofdletter ingevoerd]; - 61 staat I + II: dromen,; staat III: dromen! [wellicht perscorrectie m.b.t. de interpunctie in staat III (vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat III van v.38 op p.2 van binnenvorm A)]; - 63 staat I + II: padt,; staat III: padt [mogelijk is de variant in staat III het gevolg van het losmaken van de vorm voor het aanbrengen van de overige wijzigingen in staat III]; - 66 staat I + II: dwase-maelde; staat III: dwaesemaelde [perscorrectie in staat III? (vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat III van v.38 op p.2 van binnenvorm A); de reden voor deze wijziging ligt niet meteen voor de hand; incidentele variant]; - 67 staat I + II: nae'tWage-spoor: staat III: na 'tWage-spoor [perscorrectie in staat III? (vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat III van v.38 op p.2 van binnenvorm A); de reden voor deze wijziging ligt niet meteen voor de hand; incidentele variant]; - 69 staat I + II: Slecht, en recht; staat III: Slecht en recht [wellicht perscorrectie in staat III (vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat III van v.38 op p.2 van binnenvorm A); de interpunctie in staat III lijkt correcter (vgl. ook met het variantencommentaar bij v.70 van deze pagina)]; - 70 staat I + II: Logg' en vadsigh, groff van leden; staat III: Logg' en vadsigh, groff van Leden [wellicht perscorrecties in staat III (vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat III van v.38 op p.2 van binnenvorm A); de interpunctie in staat III lijkt correcter (vgl. ook met het variantencommentaar bij v.69 van deze pagina); ook elders bleek dat in latere staten vaak hoofdletters werden toegevoegd]; - 80 staat I + II: 'tgevry; staat III: 'tGevry [perscorrectie in staat III (vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat III van v.38 op p.2 van binnenvorm A); ook elders bleek dat in latere staten vaak hoofdletters werden toegevoegd]; - i.m.1: staat I + 11: Baet-wet; staat III: Baet-VVet; - i.m.1 staat in staat I en II tegen de linkerkantlijn geplaatst en niet gecentreerd zoals in staat III [wellicht perscorrecties in staat III (vgl. ook met het variantencommentaar bij v.38 van p.2); de reden voor de spellingswijziging ligt niet meteen voor de hand (vgl. ook met het variantencommentaar bij i.m.3 van deze pagina of bij i.m.2 van p.7; ook in staat II van buitenvorm A vonden gelijkaardige wijzigingen plaats: zie bij i.m.7 van p.1 of bij i.m.3 van p.4); voor de perscorrectie m.b.t. de schikking van de glosse, cf. het variantencommentaar bij i.m.7 op p.1 van buitenvorm A]; - i.m.2: staat I + II: Veel sletten; staat III: Veel Sletten; - i.m.2 staat in staat I en II tegen de linkerkantlijn geplaatst en niet gecentreerd zoals in staat III [perscorrectie in staat III (vgl. ook met het variantencommentaar bij v.38 van p.2); voor deze perscorrectie cf. het variantencommentaar bij i.m.7 op p.1 van buitenvorm A]; - i.m.3: staat I + II: Wie begeert; staat III: VVie begeert; - i.m.3 staat in staat I en II tegen de linkerkantlijn geplaatst en niet gecentreerd zoals in staat III [perscorrecties in staat III (vgl. ook met het variantencommentaar bij v.38 van p.2); voor de perscorrectie m.b.t. de schikking van de glosse, cf. het variantencommentaar bij i.m.7 op | |
[pagina 69]
| |
p.1 van buitenvorm A; voor de perscorrectie m.b.t. 'W' en 'VV', zie het variantencommentaar bij i.m.1 van deze pagina]; - i.m.4: staat I + II: om een anders wil: staat III: om eeu anders wil [aangezien staat II de chronologisch laatste staat is (het blijkt uit de overige correcties in staat II), gaat het hier om de introductie van een zetfout: door het losmaken van de vorm voor het aanbrengen van de overige wijzigingen voor staat II is de 'n' kennelijk uit het zetsel geraakt en op een verkeerde manier opnieuw vastgezet]; - i.m.5: staat I + II: Gesont; staat III: Gesondt; - i.m.5 staat in staat I en II tegen de linkerkantlijn geplaatst en niet gecentreerd zoals in staat III [perscorrecties in staat III (vgl. ook met het variantencommentaar bij v.38 van p.2); voor de perscorrectie m.b.t. de schikking van de glosse, cf. het variantencommentaar bij i.m.7 op p.1 van buitenvorm A; de reden voor de spellingswijziging ligt niet meteen voor de hand]; - i.m.6: staat I + II: Het ooge vanght; staat III: Het Ooge vangt; - r.2 van i.m.6 springt in staat III in t.o.v. r.1 van deze glosse, niet in staat I en II [het inspringen van r.2 in staat III bracht met zich mee dat een minder correcte vorm werd ingevoerd; voor deze wijziging cf. het variantencommentaar bij i.m.6 op p.1 van buitenvorm A; ook de overige wijzigingen in deze glosse dienen wellicht als perscorrecties te worden opgevat: ook elders bleek dat in latere staten herhaaldelijk hoofdletters werden ingevoerd; de reden voor de spellingswijziging van 'vanght' tot 'vangt' ligt niet voor de hand; incidentele variant]; - i.m.7: staat I + II: 'tBegin wil om'teynde / // 'tLaetste is om 't eerste; staat III: 'tBegin wil om'tEyn- // de/ // 'tLaetste is om't Eerste [het inspringen van r.2 in staat III bracht met zich mee dat een minder correcte vorm werd ingevoerd; voor deze wijziging cf. het variantencommentaar bij i.m.6 op p.1 van buitenvorm A; ook hier worden hoofdletters ingevoerd zodat de spelling van 'Eynde' en 'Eerste' conform wordt aan de spelling van 'Begin' en 'Laetste']; - i.m.8: i.m.8 staat in staat I en II tegen de linkerkantlijn geplaatst en niet gecentreerd zoals in staat III [perscorrectie in staat III (vgl. ook met het variantencommentaar bij v.38 van p.2); voor deze perscorrectie cf. het variantencommentaar bij i.m.7 op p.1 van buitenvorm A]; - katernsignatuur: katernsignatuurpositie ('A') (genoteerd naar Verkruijsse 1983, 38) in staat I: schrijven uyt.^^; katernsignatuurpositie ('A 2') in staat II: schrijven uyt.^^^^; katernsignatuurpositie in staat III ('A 2'): schrijven uyt. [perscorrectie in staat II m.b.t. de katernsignatuur (het gaat hier bij p.3 inderdaad om fol.A2ro); de plaatsing van de katernsignatuur in staat III is correcter dan in staat II]; - custode: staat I + II: de custode staat in de rechterbenedenhoek van het vak met de glossen; staat III: de custode staat in de rechterbenedenhoek van het vak met de verzen [perscorrectie in staat III m.b.t. de plaatsing van de custode (vgl. met het variantencommentaar bij de custode van p.1 van buitenvorm A; vgl. ook met de variant van de custode op p.7 uit de binnenvorm A)].
Annotatie - 51 reyn: netjes, mooi; - 52 Mack: braafjes (WNT 9, 108) (?); - statigh: deftig, maar wellicht ook: overeenkomstig hun stand; - uyt-gereedt: opgedirkt (WNT 18, 1290); - 53 binnen: in de stad; - 61 Weeldigh: overvloedig; - jammer dromen: treurig mijmeren; - 62 Mits: op dat ogenblik (WNT 9, 892); - een Lubbert: eep sufferd (de boer die Reyn-Aert ziet, heet echter ook Lubbert); - 63 Stracx: meteen; - 64 eenigh: alleen; - over-tradt: over ging, betrad, bewandelde; - 65 achter-haelde: inhaalde; - 66 toertigh: grappig (WNT 17 1-2, 649); - dwaese-maelde: gek deed, zich idioot gedroeg (WNT 9, 152); - 67 Door 'tgeplant: door de planten, het (struik)gewas; - 68 hy...voor: hij had een (meisje met de naam van) Fijtje op het oog; - 69 Slecht en recht: eenvoudig en oprecht; de uitdrukking diende wel vaker ter karakterisering van de eenvoudige landlieden (Van Vaeck 1984, 100-1); - 73 onder-hopen: ingehaald (WNT 10, 1406); samen met 'onder-kroopen' geeft het wellicht aan hoezeer Lubbert rond Fijtje draait; - 74 Onder-oogt: van boven tot onder bekeken; - onder-kroopen: nauwkeurig onderzocht (WNT 10, 1385-7) (?); - 75 vuns: smerige, vieze; - maffen: flauwe; - 77 den Hoofschen Willer: m.n. Jonck-Heer Reyn-Aert (die een wil had; wellicht in woordspeling met 'Woude' uit v.78); - 81 'tlijmen: het aanhalen, het vleierig spreken, gekeuvel; - 82 de Sin en Minne-Woorden: de woorden ter overweging en | |
[pagina 70]
| |
de minnewoordjes; - 83 Greep...besluyt: vatte hij het plan op; - 84 de praet: m.n. het gesprek tussen Lubbert en Fijtje; - i.m.1: Maet...Baet-VVet: matigheid poneert een wet(matigheid) die voordeel opbrengt (?); - i.m.1 sluit wellicht aan bij 'statigh' uit v.52. 'Maet' en 'Staet' worden nl. graag, ook elders in Van de Vennes oeuvre, met elkaar in verband gebracht: cf. p.33, i.m.2: 'Statigh is matigh', p.114, i.m.4: 'Te groote Staet // Houdt selden maet' en in Van de Vennes Sinne-Fabulen, fol.Dvo: 'Maet hout Staet'; het gaat hier overigens om toen ook vanuit andere spreekwoordenverzamelingen bekende gezegden: zie Harrebomée 1856-70, dl.2, 50 en dl.3, 287 met o.m. verwijzingen naar Gruterus, Sartorius, De Brune en Cats; - i.m.2: Veel...letten: versleten kleren hinderen veel (WNT 8; 1632) (?). Contrasteert wellicht met de wijze waarop de boertjes zich volgens v.51-2 hebben uitgedost voor de kermis; - i.m.3: VVie...vermeert: door de begeerte wordt het verlangen groter (?); - i.m.3 sluit wellicht aan bij v.61 waarin eveneens over (onvervulde) verlangens wordt gesproken. Vgl. dezelfde glosse op p.135, i.m.5; - i.m.4: qualijck: op een slechte manier, moeilijk, ongemakkelijk; - eeu: hier verkeerdelijk voor 'een'; - vgl. deze glosse met p.246, i.m.7: 'Niemant sitt qualijck om een anders wil'; - i.m.4 sluit spottend aan bij de vreemde manier van lopen van Lubbert zoals beschreven in v.66; - i.m.5: i.m.5 sluit aan bij v.71: 'Gesondt'; - i.m.6: Het...om-vatten: het oog grijpt en laat zich grijpen (cf. het innamoramento); - i.m.6 sluit aan bij v.74 'Onder-oogt'; - i.m.7: i.m.7 drukt het cyclische karakter uit en heeft daardoor wellicht ook een vanitatieve bijbetekenis; de glosse sluit aan bij v.80: 'beginsel'; - i.m.8: i.m.8 sluit aan bij v.84: 'Om de praet te schrijven uyt'. | |
p.4De gereproduceerde p.4 geeft staat II van buitenvorm A weer naar het exemplaar 2. 94 staat I: met reden; staat II: met Reden [perscorrectie in staat II (vgl. met het variantencommentaar bij v.1 van p.1 van buitenvorm A); de spelling wordt conform met het hoofdlettergebruik elders in deze verzen]; 95 staat I: op Rijm; staat II op rijm [perscorrectie in staat II (vgl. met het variantencommentaar bij v.1 van p.1 van buitenvorm A); de spelling wordt conform met het hoofdlettergebruik elders in deze verzen]; - 101 staat I: EEVVVE,; staat II: EEVWE, [perscorrectie in staat II? (vgl. met het variantencommentaar bij v.1 van p.1 van buitenvorm A); de reden ligt niet meteen voor de hand; incidentele variant]; - 103 staat I: 'om een' in romein; staat II: 'om een' in fractuur [perscorrectie in staat II? (vgl. met het variantencommentaar bij v.1 van p.1 van buitenvorm A); de reden ligt niet meteen voor de hand; incidentele variant]; - staat I: Aen Elck. // Wil yemât met vermaek de Werelt eens doorgaê, // Die sweve met de geest, en laet de voeten staen; // Wâneermê'tEynde soekt dâ vindmê weer'tBegin: // Belacht de ronde Vreugt; keer Redê nae den Sin. // LACHT SACHT.; staat II: Aen Elck: // Wil yemât met vermaek de Werelt eês doorgaê? // Die sweve met de Geest, en laet de Voeten staen; // Wâneermê'tEynde soekt dâ vindmê weer'tBegin: // Belacht de ronde Vieugt! keer Redê nae dê Sin. // LACHT SACHT. [kennelijk gaat het om perscorrecties in staat II (vgl. nl. ook met het variantencommentaar bij v.1 op p.1 uit dezelfde buitenvorm); de vier verzen op p.4 werden in staat II geschikt en gewijzigd tot ze één blok versregels met telkens gelijke lengte vormden; het invoeren van de kapitaal in 'Geest' en 'Voeten' lijkt een bewuste correctie te zijn en maakt het hoofdlettergebruik conform aan de hoofdletters in 'Eynde', 'Begin', 'Vreugt', 'Redê' en 'Sin']; - i.m.1: i.m.1 ontbreekt in staat I [perscorrectie in staat II; ook uit andere vormen bleek dat herhaaldelijk spreuken werden toegevoegd]; - i.m.2: staat I: 'Tis alle daegh gheen // Kermis; staat II: 'Tis alle daegh geen // Kermis; - in staat I springt r.2 van i.m.2 niet in t.o.v. r.1 [wellicht een perscorrectie in staat II?: vgl. nl. met het variantencommentaar bij i.m.6 van p.1 uit dezelfde buitenvorm A]; - i.m.3: staat I: Wat Reden teelt; staat II: VVat Reden teelt; - | |
[pagina 71]
| |
i.m.3 staat in staat I dichter tegen de linkerkantlijn en niet zoals in staat II gecentreerd [wellicht perscorrecties in staat II: vgl. nl. met het variantencommentaar bij i.m.7 van p.1 uit dezelfde buitenvorm A; vgl. ook m.b.t. de spellingswijziging met het variantencommentaar bij i.m.1 op p.3 van binnenvorm A]; - i.m.4: i.m.4 staat niet afgedrukt in staat I [perscorrectie in staat II; ook uit andere vormen bleek dat herhaaldelijk spreuken werden toegevoegd]; - i.m.5: i.m.5 staat niet afgedrukt in staat I [perscorrectie in staat II; ook uit andere vormen bleek dat herhaaldelijk spreuken werden toegevoegd]; - custode: de custode staat in staat I meer naar rechts in de rechterbenedenhoek van het vak met verzen dan in staat II [perscorrectie in staat II of mogelijk ook variant in staat II als gevolg van het losmaken van de vorm].
Annotatie - 85 enden: eindigen, uitkomen; - 86 waer 'tlief gewoel belenden: waar het geminnekoos zou op uitlopen (WNT 4, 2116); - 87 kalde: sprak; - 89 krielen: het gekrioel (WNT 8, 202); - 90 Buyten 'tHoff: op het Buitenhof (vgl. nl. p.5: 'De hedendaegsche geluckige Eeuwe, verthoont inde Haegsche Kermis, op het Buyten-Hoff (eigen cursivering); mogelijk echter ook: zowel buiten het Binnen- als Buitenhof (ook daar werden kramen opgesteld: cf. dl.III, B, hoofdstuk 3, §1); - 93 wijder: verder; - 94 den Heldt: m.n. Reyn-Aert; - met Reden: met verstand, of ook: als gesprekken; - 96 Aerdigh op sijn Boers: precies op de wijze van de boeren; - gespelt: neergeschreven (WNT 14, 2730); - 98 swier: nl. van de kermis; - Wanneermen... 'tBegin: alludeert met 'soekt' en 'vind' op Van de Vennes kenspreuk; opnieuw wordt hier het einde met het begin in verband gebracht (vgl. ook met de voorlaatste glosse op de vorige pagina); - ronde: oprechte; - keer...Sin: richt je verstand naar de belering (?), of veeleer: duid de gesprekken ten goede (?); - i.m.1: Geyl is veyl: dartelheid staat te koop; - i.m.1 sluit via 'Geyl' aan bij v.86 ''tlief gewoel'; - i.m.2: Harrebomée 1856-70, dl.1, 115 met o.m. verwijzingen naar Sartorius, Gruterus en De Brune; - i.m.3: VVat...gespeelt: wat het verstand heeft voortgebracht, is goed; - i.m.3 sluit aan bij 'Reden' in v.94; mogelijk sluit het daarnaast met 'gespeelt' ook aan bij 'gespelt' uit v.96; - i.m.4: Voor...sluyt: wat (aan het eigenlijke kermisverhaal) voorafgaat, sluit hiermee (lett. hierna) (?); - i.m.4 sluit aan bij v. 102; - i.m.5: vermaken: 'vermaken' betekent in aansluiting bij 'vermaek' uiteraard verlustigen maar heeft binnen de glosse (met het woord 'verbreken') de betekenis van: anders maken, hermaken, herstellen. | |
p.5Varianten - De gereproduceerde p.5 geeft staat II van buitenvorm A weer naar het exemplaar 51. titel: staat I: inde vryen omme-gang van de Boersche eenvoudigheyt; staat II: Inde vryen Omme-gangh van de Boersche Eenvoudigheyt; - deze regel staat in staat II veel dichter bij de linkerkantlijn geplaatst dan in staat I [wellicht zijn deze wijzigingen in staat II van de titel perscorrecties (vgl. ook met het variantencommentaar bij v.1 op p.1 uit dezelfde buitenvorm A): de lengte van de regel werd aan de afmetingen van de gravure aangepast; het invoeren van de kapitaal lijkt een bewuste perscorrectie te zijn]; inleidend tekstgedeelte: staat I: Een buyte-Vryer, genaemt Tamme Lubbert, genegen zijnde om binnen dê Hof- // felijcken Hage te komen op de vrye handel ende wandel-Marct, krijgt op de // wegh een degelijcke Vrijster, daer mede hy den in-tree doet van het Velt, spre- // kende t'samen op dese wijse; staat II: Een buyte-Vryer, genaemt Tamme Lubbert, genegen zijnde om binnen den Hof- // felijcken Hage te komen op de vrye handel ende wandel-Marct, krijgt op de wegh // een degelijcke Vrijster, daer mede hy den in-tree doet van het Veldt, spreeckende // t'samen op dese wijse; - de drie laatste regels van dit inleidende tekstgedeelte staan in staat II dichter tegen de linkerkantlijn geplaatst dan in staat I [wellicht zijn deze wijzigingen in | |
[pagina 72]
| |
staat II van het inleidende tekstgedeelte perscorrecties (vgl. ook met het variantencommentaar bij v.1 op p.1 uit dezelfde buitenvorm A): de lengte van de regel werd aan de afmetingen van de gravure aangepast; de spellingswijzigingen zijn wellicht ingegeven door de veranderde regellengte]; - aanduiding van het sprekende personage: de aanduiding van het sprekende personage met Tamme Lubbert staat in staat II beduidend dichter tegen de linkerkantlijn geplaatst dan in staat I [perscorrectie in staat II: de aanduiding van het sprekend personage werd terecht meer naar links geplaatst]; - 1 staat I: Fijtje Goris, hoort een poosje;; staat II: Fijtje Goris, hoort een poosje:; - v.1 staat in staat II veel dichter tegen de linkerkantlijn geplaatst dan in staat I [perscorrectie m.b.t. de interpunctie in staat II?; de plaatsing meer naar links heeft wellicht te maken met de veranderde plaatsing van het inleidende tekstgedeelte]; - i.m.2: i.m.2 staat in staat I tegen de linkerkantlijn geplaatst en niet gecentreerd zoals in staat II [kennelijk werd hier een foutieve schikking ingevoerd in staat II (vgl. nl. met het variantencommentaar bij v.1 van p.1 uit dezelfde buitenvorm A); de tekst in fractuur zoals deze in staat I staat geschikt, geeft de meest correcte variant]; - katernsignatuur: katernsignatuurpositie (genoteerd volgens Verkruijsse 1983, 38) in staat I: mach ick mé?^^^; katernsignatuurpositie in staat II: ^mach ick mé? [de plaatsing van de katernsignatuur lijkt correcter in staat II dan in staat I; zie verder het variantencommentaar bij de custode van deze pagina]; - custode: staat I: de custode ('Fijtje') staat in de techterbenedenhoek van het vak met de in margines; staat II: de custode ('Fijt-') staat in de rechterbenedenhoek van het vak met de verzen [wellicht perscorrectie in staat II m.b.t. de plaatsing van de custode (vgl. ook met het variantencommentaar bij v.1 van p.1); de ongewone plaatsing van de custode in staat I wordt aangepast aan de geplogenheden op dit vlak elders in de bundel; in de Belacchende Werelt wordt de custode van de recto-zijde meestal uit het vak van de marginalia gehouden; uitzonderingen hierop komen nauwelijks voor (enkel op p.11, 13 en 215); de verandering van de custode 'Fijtje' in 'Fijt-' stemt niet overeen met de geplogenheden elders in de bundel (vgl. echter ook met de gelijkaardige spellingswijziging in de custode van p.6 van binnenvorm A (cf. het variantencommentaar aldaar)].
Annotatie - buyte-Vryer: een vrijer van buiten (de stad); - genegen zijnde: zinnens; - den Hoffelijcken Hage: Den Haag waar het Hof gevestigd was; - vrye...wandel-Marct: vrije handelsmarkt waar men in alle vrijheid kan aan deelnemen (cf. dl.III, B, hoofdstuk 3, §1); - krijgt op de wegh: ontmoet onderweg (op zijn reis naar Den Haag: cf. p.3, v.65-76); - daer...Veldt: waarmee hij van buiten uit het veld zijn intrede doet in Den Haag; - t'samen: nl. Lubbert en zijn 'Vrijster'; - 1 hoor...poosje: hoor eens even; - 2 hoe vaarje: hoe gaat het met je; - keurlijck: net, verzorgd (WNT 7, 2683); - Troosje: lief meisje (WNT 17 1-2, 3267); - 3 een reysje: eens; - i.m.1: i.m.1 sluit spottend aan bij de aanvangs-woorden van Tamme Lubbert; - i.m.2: i.m.2 sluit aan bij de vraag van Tamme Lubbert in v.3: 'mach ick mé?'. | |
p.6Varianten - De gereproduceerde p.6 geeft staat III van binnenvorm A weer naar het exemplaar 2. 4 staat I + II: sté;; staat III: stè. [perscorrecties m.b.t. spelling en interpunctie in staat III? (vgl. nl. met het variantencommentaar bij v.38 van p.2)]; - 7 staat I + II: wat benje nouw een Heer!; staat III: wat benje nou een Heer! [wellicht een perscorrectie in staat III (vgl. ook met het variantencommentaar bij v.38 van p.2); de reden voor deze wijziging ligt niet meteen voor de hand; vgl. ook met de gelijkaardige varianten van v.23 en 27 op deze pagina]; - 11 staat I + II: Och! ick; staat III: Och! ick [de reden voor deze variant in staat III ligt niet meteen voor de hand (vgl. met het variantencommentaar bij v.38 van p.2); vgl. ook met de gelijkaardige wijzigingen in de varianten van v.21 van deze pagina en van v.32 van p.7 van dezelfde binnenvorm A]; - 12 staat I + II: Waer; staat III: Waar [wellicht een | |
[pagina 73]
| |
perscorrectie in staat III (vgl. met het variantencommentaar bij v.38 van p.2 van dezelfde binnenvorm A); ook elders in de Belacchende Werelt werd 'ae' in een latere staat gecorrigeerd tot 'aa': vgl. staat III van v.24 op deze pagina, van v.34, 35 39 en 50 op p.7 van binnenvorm A en staat II van v.74 op p.8 van buitenvorm A; vgl. daarentegen de wijziging van 'aa' tot 'ae' b.v. in staat II van v.3400 op p.130 uit binnenvorm R, van v.3969 en 3970 op p.144 uit buitenvorm S en van v.7047 op p.246 uit binnenvorm Hh; incidentele variant]; - 17 staat I + II: een dreckje; staat III: een Dreckje [perscorrectie in staat III?; ook elders bleek dat in latere staten herhaaldelijk hoofdletters werden ingevoerd]; - 18 staat I + II: Mellick-beckje; staat III: Mellick-Beckje [perscorrectie in staat III?; ook elders bleek dat in latere staten herhaaldelijk hoofdletters werden ingevoerd]; - 21 staat I + II: Ey, gants kruycke, schaamje watte!; staat III: Ey, gants-kruycke, schaamje watte! [perscorrecties in staat III? (vgl. met het variantencommentaar bij v.38 van p.2 van dezelfde binnenvorm A); vgl. voor de wijziging van '!' tot '!' in staat III ook de varianten bij v.11 van deze pagina en bij v.32 van p.7 van dezelfde binnenvorm A; incidentele variant]; - 23 staat I + II: Houw jy; staat III: Hou! jy [wellicht perscorrecties in staat III; m.b.t. de spellingswijziging, vgl. met de varianten van v.7 en 27 op deze pagina]; - 24 staat I + II: gaen,; staat III: gaan. [wellicht perscorrectie in staat III (cf. het variantencommentaar bij v.12 van deze pagina)]; - 25 staat I + II: Siet ick houje voor een Macker;; staat III: Siet, ick houje voor een Macker. [kennelijk een perscorrectie in staat III m.b.t. de interpunctie (vgl. met het variantencommentaar bij v.38 van p.2 van dezelfde binnenvorm A)]; - 26 staat I + II: een kacker-lacker; staat III: een Kacker-lacker [perscorrectie in staat III; ook elders bleek dat in latere staten herhaaldelijk hoofdletters werden ingevoerd]; - 27 staat I + II: nouw Dommer-deyn,; staat III: nou Dreunsen-deyn [kennelijk perscorrecties in staat III; m.b.t. de spellingswijziging van 'nouw' tot 'nou', zie de varianten van v.7 en 23 van deze pagina; de reden voor de lexicale variatie ligt niet meteen voor de hand; wellicht auteurscorrectie]; - 28 staat I + II: blijf ick; staat III: blijff ick [wellicht perscorrectie in staat III (vgl. met het variantencommentaar bij v.38 van p.2 van dezelfde binnenvorm A); de spelling in staat III lijkt correcter]; - 29 staat I + II: Swadder-gatje,; staat III: Swadder-gatje. [wellicht petscorrectie in staat III (vgl. met het variantencommentaar bij v.38 van p.2 van dezelfde binnenvorm A); de interpunctie in staat III lijkt correcter]; - i.m.1: in staat I en II staat i.m.1 niet afgedrukt [perscorrectie in staat II; ook uit andere vormen bleek dat herhaaldelijk spreuken werden toegevoegd]; - i.m.2: staat I + II: Daermê na verlangt dat // sietmen geern; staat III: Daer men nae verlangt // dat sietmen geern [wellicht perscorrecties in staat III? (vgl. met het variantencommentaar bij v.38 van p.2 van dezelfde binnenvorm A); de reden voor deze spellingswijzigingen ligt niet meteen voor de hand]; - i.m.3: i.m.3 staat in staat I en II ter hoogte van de aanduiding van het sprekende personage Fijtje Goris tussen v.11 en 12, en niet zoals in staat III ter hoogte van v.10 [wellicht gaat het om een bewuste perscorrectie in staat III; de plaatsing van de glosse ter hoogte van v.10 lijkt correcter]; - i.m.4: i.m.4 staat in staat I en II ter hoogte van de aanduiding van v.15, en niet zoals in staat III ter hoogte van v.16; - r.2 van i.m.4 springt in staat III in t.o.v. r.1 van deze glosse, niet in staat I en II [het inspringen van r.2 in staat III bracht met zich mee dat een minder correcte variant werd ingevoerd; voor deze wijziging cf. het variantencommentaar bij i.m.6 op p.1 van buitenvorm A; het valt nu nog maar moeilijk uit te maken in hoeverre de verschillende hoogten waarop deze glosse t.o.v. de tekst werd geplaatst, een correctie inhouden, dan wel het gevolg zijn van het toevoegen van de nieuwe glosse elders op deze pagina]; - i.m.5: i.m.5 staat in staat I en II ter hoogte van v.19 en 20, en niet zoals in staat III ter hoogte van v.18 en 19; - r.2 van i.m.5 springt in staat III in t.o.v. r.1 van deze glosse, niet in staat I en II [het inspringen van r.2 in staat III bracht met zich mee dat een minder correcte variant werd ingevoerd; voor deze wijziging cf. het variantencommentaar bij i.m.6 op p.1 van buitenvorm A; de plaatsing van de glosse ter hoogte van v.19 en 20 in staat I en II, lijkt correcter te zijn dan in staat III; wellicht is het verschil het gevolg van het invoeren van de nieuwe glosse in staat III van deze pagina]; - i.m.6: r.2 van i.m.6 springt in staat III in t.o.v. r.1 van deze glosse, niet in staat I en II [het inspringen van r.2 in staat III bracht met zich mee dat een logisch minder correcte variant werd ingevoerd; voor deze wijziging cf. het variantencommentaar bij i.m.6 op p.1 van buitenvorm A]; - i.m.7: i.m.7 staat in staat I en II | |
[pagina 74]
| |
tegen de linkerkantlijn geplaatst en niet zoals in staat III gecentreerd [perscorrectie in staat III (vgl. ook met het variantencommentaar bij v.38 van p.2); voor deze perscorrectie cf. het variantencommentaar bij i.m.7 op p.1 van buitenvorm A]; - custode: staat I + II: Fijtje; staat III: Fijt- [de verandering van de custode 'Fijtje' in 'Fijt-' stemt niet overeen met de geplogenheden elders in de bundel (vgl. echter ook met de gelijkaardige spellingswijziging in de custode van p.5 van buitenvorm A (cf. het variantencommentaar aldaar)].
Annotatie - 4 Jaaje: zeker jij (WNT 7, 6); - stè: plaats; - 5-6 hoe...Ploegjes: hoe heb je nu zo vroeg het dorsen en het ploegen kunnen laten staan; - 8 veer: ver; - 9 wat: uitroep; - de schaamte...schenne: de beschaamdheid (wanneer Lubbert Fijtje niet zou hebben opgemerkt) zou me een ongeluk mogen aandoen; - 11 kon: ken; - 15 wasser anje vast: had je last van; - 16 Over-noodt: hoge nood (fecalisch); - 17 Fy: foei (WNT 3, 4455); ook alluderend op Fijtjes naam; vgl. echter ook 'Fy' < Lat. fimus met de betekenis van kak, stront (Mak 1966); - 18 Room, of Mellick-Beckje: zoetebekje, lief melkmuiltje; - 20 Achter-noodt: fecalisch op te vatten (vgl. met 'Over-noodt' in v.16); - 21 gants-kruycke: basterdvloek (WNT 4, 250); - 25 Macker: gezel; - 26 Kacker-lacker: beuzelaar, praatjesmaker (WNT 7, 909); - 27 Slobber-voet: modderwroeter (WNT 14, 1832); - Dreunsen-deyn: dubbele sul (WNT 3, 3297 en 2364); - 28 net: proper, maar ook in moreel opzicht: fatsoenlijk, netjes; - reyn: evenals 'net' valt 'reyn' ook hier op te vatten als zonder vlekken, spatten, smetteloos en ook: eerbaar; - 29 Mijd: ga wat uit de weg; - Swadder-gatje: die met je achterste draait (De Jager 1875-8, dl.2, 737-8); - i.m.1: Het...malkander: het ene omwille van het andere, brengt beide partijen voordeel bij; - i.m.1 sluit aan bij v.3-4: kennelijk zijn Lubbert en Fijtje beiden op elkaars gezelschap gesteld; - i.m.2: i.m.2 sluit ironisch aan bij Fijtjes vraag in v.8; - i.m.3: m.a.w. liefde zorgt ervoor dat men iemand 'kent', in gedachten houdt; - i.m.3 sluit aan bij v.10-1; - i.m.4: i.m.4 sluit zowel aan bij v.12 als bij v.15-6: het is nl. opmerkelijk waarop de vrijer Lubbert let (v.12) maar het is niet minder bevreemdend waarop Fijtje bij haar vrijer heeft gelet (v.15-6); - i.m.5: Nut...voor: wat nuttig en noodzakelijk is gaat voor al het andere; - i.m.5 sluit ironisch aan bij het fecalisme in v.20; - i.m.6: worden begrepen: worden op hun beurt gegrepen: vgl. met Cats 1618, 49, embl.24: 'Qvi captat, capitvr'; - i.m.6 sluit aan bij v.23: Fijtje heeft meteen door waar Lubbert op uit is. Vrijers worden o.m. door Cats graag als grijpers voorgesteld: cf. Cats 1625, dl.1, 'Maecht', 10; zelf alludeerde Van de Venne ook nog op deze betekenis in de derde glosse op p.243: 'Alle Grijpers zijn geen Dieven'. | |
p.7Varianten - De gereproduceerde p.7 geeft staat III van binnenvorm A weer naar het exemplaar 2. 32 staat I + II: val!; staat III: val! [kennelijk een wijziging in staat III; de reden voor deze wijziging ligt niet meteen voor de hand; vgl. echter ook de gelijkaardige wijzigingen in staat III van v.11 en 21 van p.6 van dezelfde binnenvorm A; incidentele variant]; - 34 staat I + II: Waerom; staat III: Waarom [wellicht perscorrectie in staat III (cf. het variantencommentaar bij v.12 van p.6 uit binnenvorm A)]; - 35 staat I + II: Vraegje waerom; staat III: Vraagje waarom [wellicht perscorrectie in staat III (cf. het variantencommentaar bij v.12 van p.6 uit binnenvorm A)]; - 39 staat I + II: waerme; staat III: waarme [wellicht perscorrectie in staat III (cf. het variantencommentaar bij v.12 van p.6 uit binnenvorm A)]; - 40 staat I + II: kladden aen het gat; staat III: kladden om het gat [kennelijk een perscorrectie in staat III (vgl. nl. met het variantencommentaar bij v.38 van p.2 van | |
[pagina 75]
| |
dezelfde binnenvorm A)]; - 41 staat I + II: de kleeren: staat III: de Kleeren [perscorrectie in staat III; ook elders bleek dat in latere staten herhaaldelijk hoofdletters werden ingevoerd]; - 43 staat I + II: Kleertjes maken wijf of man; staat III: Kleertjens maken Wijff of Man [perscorrecties in staat III; ook elders bleek dat in latere staten herhaaldelijk hoofdletters werden ingevoerd]; - 46 staat I + II: Houje klickers; staat III: Houje Klickers [perscorrectie in staat III; ook elders bleek dat in latere staten herhaaldelijk hoofdletters werden ingevoerd]; - 47 staat I + II: Wachje kousjes van kersay,; staat III: Wachje Kousjes van Kersaey, [perscorrecties in staat III; ook elders bleek dat in latere staten herhaaldelijk hoofdletters werden ingevoerd]; - 50 staat I + II: daer; staat III: daar [wellicht perscorrectie in staat III (cf. het variantencommentaar bij v.12 van p.6 uit binnenvorm A)]; - 56 staat I + II: Reuylen mochten Min om Min?; staat III: Ruylen mocht goe Min om Min? [perscorrectie in staat III; 'Ruylen' heeft inderdaad een meervoudig onderwerp]; - i.m.1: i.m.1 staat niet afgedrukt in staat I en II [perscorrectie in staat II; ook uit andere vormen bleek dat herhaaldelijk spreuken werden toegevoegd]; - i.m.2: staat I + II: Wijsen; staat III: VVijsen; - i.m.2 staat in staat I en II tegen de linkerkantlijn geplaatst, en niet zoals in staat III gecentreerd [perscorrecties in staat III (vgl. ook met het variantencommentaar bij v.38 van p.2); voor deze perscorrectie m.b.t. de schikking van de glosse cf. het variantencommentaar bij i.m.7 op p.1 van buitenvorm A; m.b.t. de wijziging van 'W' tot 'VV' cf. het variantencommentaar bij i.m.1 van p.3 van dezelfde binnenvorm A; incidentele variant]; - i.m.3: i.m.3 staat in staat I en II ter hoogte van v.37 afgedrukt, en niet zoals in staat III ter hoogte van v.35 [de plaatsing van de glosse t.o.v. de tekst lijkt in staat I en II correcter te zijn dan in staat III; de verschuiving in staat III heeft dan ook wellicht te maken met het toevoegen van nieuwe in margines elders op deze pagina]; - i.m.4: i.m.4 staat in staat I en II niet afgedrukt [perscorrectie in staat II; ook uit andere vormen bleek dat herhaaldelijk spreuken werden toegevoegd]; - i.m.5: i.m.5 staat in staat I en II ter hoogte van v.48 en 49, en niet zoals in staat III ter hoogte van v.46 en 47; - r.2 van i.m.5 springt instaat III in t.o.v. r.1 van deze glosse, niet in staat I en II [het inspringen van r.2 in staat III bracht met zich mee dat een minder correcte variant werd ingevoerd; voor deze wijziging cf. het variantencommentaar bij i.m.6 op p.1 van buitenvorm A; de plaatsing van de glosse t.o.v. de tekst lijkt in staat I en II correcter te zijn dan in staat III; de verschuiving in staat III heeft dan ook wellicht te maken met het toevoegen van nieuwe in margines elders op deze pagina]; - i.m.6: staat I en II: Sinlijck maekt minlijck; staat III: Sinlijck wert Minlijck; - i.m.6 staat in staat I en II in romein afgedrukt en niet zoals in staat III in fractuur; - i.m.6 staat in staat I en II ter hoogte van v.41 afgedrukt en niet zoals in staat III ter hoogte van de aanduiding van het sprekende personage Fijtje Goris tussen v.49 en 50 [perscorrecties in staat III; ook elders bleek dat in latere staten herhaaldelijk hoofdletters werden ingevoerd; de plaatsing van de glosse t.o.v. de tekst lijkt in staat I en II correcter te zijn dan in staat III; de verschuiving in staat III heeft dan ook wellicht te maken met het toevoegen van nieuwe in margines elders op deze pagina]; - i.m.7: staat I en II: D'eene liefd' helpt de an- // der; staat III: d'Eene Liefd' helpt de // ander; - i.m.7 staat in staat I en II ter hoogte van v.54 en 55, en niet zoals in staat III ter hoogte van de aanduiding van het sprekende personage Tamme Lubbert tussen v.52 en 53; - r.2 van i.m.7 springt in staat III in t.o.v. r.1 van deze glosse, niet in staat I en II [het inspringen van r.2 in staat III bracht met zich mee dat een minder correcte variant werd ingevoerd; voor deze wijziging cf. het variantencommentaar bij i.m.6 op p.1 van buitenvorm A; de plaatsing van de glosse t.o.v. de tekst lijkt in staat I en II correcter te zijn dan in staat III: de verschuiving in staat III heeft dan ook wellicht te maken met het toevoegen van nieuwe glossen elders op deze pagina]; - custode: staat I + II: de custode staat in de rechterbenedenhoek van het vak met de glossen; staat III: de custode staat in de rechterbenedenhoek van het vak met de verzen [perscorrectie in staat III m.b.t. de plaatsing van de custode (vgl. met het variantencommentaar bij de custode van p.1 van buitenvorm A; vgl. ook met de variant van de custode op p.3 uit de binnenvorm A].
Annotatie - 30 Sloddert...natje: waggel, sukkel zelf niet in een plas (WNT 14, 1838); - 31 sinne wy ter pal: zitten we in moeilijkheden, zitten we klem (WNT | |
[pagina 76]
| |
12 1-2, 198); - 33 'Tis...wisje wasje: er is ook altijd iets aan de hand met jou; 'wisje wasje': hier voor een prul, beuzeling, kleinigheid; - 35 grouw: huiver (WNT 5, 1206) (cf. v.34: 'vreesje'); - 36 naeuwt: erop aan komt (nl. om vuil te worden); - wat roertet jou: wat zou het je deren; - 37 Zieltje: kledingstuk: het lijfje (MW 7, 1075); - 40 kladden: bespatte, vuile kleren; - 41 Sinlijck: zindelijk (MW 7, 1143-4); - dient: hoort, past; - hy: hier verkeerdelijk voor 'by'; - 43-4 Kleertjens...an: Harrebomée 1856-70, dl.1, 411 en dl.3, 258 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus, Sartorius en De Brune); - 45 koontjes: wangen; - 46 Klickers: klepperende muiltjes (WNT 7, 4042); - 47 Wachje: let op je; - Kersaey: grove wollen stof (WNT 7, 1669); - 49 dregen: dragen; - 50 verlegen: belemmerd (Fijtje wil niets aan Lubbert geven dat als enige tegemoetkoming aan zijn avances zou kunnen worden beschouwd); - 51 langtse mijn: geef me het (hoedje); - 54 Datje: zodat je; - mijn: mij; - 55 sin: gemoed; - 56 goe Min: eerbare liefde; - om Min: om wederliefde; - i.m.1: slobber-slik: modder, slijk; - i.m.1 sluit aan bij v.30 e.v.; - i.m.2: VVijsen...vallen: (ook) wijzen doen (wel eens) gek, terwijl ook wie stevig op de benen staat, (wel eens) kan vallen; - i.m.2 sluit met 'vallen' aan bij v.32 'val'; - i.m.3: Acht...acht: let op wat je op prijs stelt; - i.m.3 sluit dan wellicht aan bij v.35; - i.m.4: loom: lui; - vroom: goed, flink (WNT 23, 945); - i.m.4 sluit aan bij v.41; - i.m.5: i.m.5 sluit aart bij Lubberts kennelijk niet gratuite aanbod uit v.49; - i.m.6: wie netjes is, wordt graag gezien; daarnaast wellicht ook: wie zich verstandig gedraagt, komt beminnelijk over, of ook: wie zich verstandig gedraagt (en zijn kleren niet bespat), wordt (of blijft) bevallig en schoon; - i.m.6 sluit aan bij Lubberts verstandige raad in v.45-8 waardoor hij meer kans maakt bij Fijtje. | |
p.8Varianten - De gereproduceerde p.8 geeft staat II van buitenvorm A weer naar het exemplaar 2. 57 staat I: En 'teen woort; staat II: En't een woort [wellicht perscorrectie in staat II (vgl. met het variantencommentaar bij v.1 op p.1 van deze buitenvorm A)]; - 59 staat I: de borstels; staat II: de Borstels [wellicht perscorrectie in staat II; ook elders in deze buitenvorm worden met staat II herhaaldelijk hoofdletters geïntroduceerd; vgl. ook met 'Varcken' in v.58]; - 64 staat I: Soo geeft mijn dat scheets en vreemt; staat II: Soo geeft mijn dat lijdigh vreemt [kennelijk een perscorrectie in staat II (vgl. met het variantencommentaar bij v.1 op p.1 van deze buitenvorm A); de reden waarom deze lexicale variant werd ingevoerd, ligt niet meteen voor de hand; wellicht auteurscorrectie]; - 67 staat I: een jae voor Neen; staat II: een Iae voor Neen [perscorrectie in staat II? (vgl. met het variantencommentaar bij v.1 op p.1 van deze buitenvorm A); een reden voor deze variatie ligt niet voor de hand: vgl. echter ook het variantencommentaar bij de inleiding op p.1 van dezelfde buitenvorm A: 'Jonghelinck' uit staat I werd er gewijzigd tot 'Ionghelinck'; incidentele variant]; - 68 staat I: Geck loop heen!; staat II: Geck, loop heen! [perscorrectie in staat II? (vgl. met het variantencommentaar bij v.1 op p.1 van deze buitenvorm A); de interpunctie van staat II ligt meer voor de hand]; - 71 staat I: Niement krijgmen in sijn nest; staat II: Numment krijgmen in sijn Nest [perscorrecties in staat II (vgl. met het variantencommentaar bij v.1 op p.1 van deze buitenvorm A); ook elders in deze buitenvorm werden op een gelijkaardige wijze hoofdletters ingevoerd In staat II; de lexicale variatie heeft wellicht te maken met een verdere aanpassing van het woordgebruik aan het dialect]; - 72 staat I: ißet; staat II: isset [perscorrectie in staat II (vgl. met het variantencommentaar bij v.1 op p.1 van deze buitenvorm A); de spelling uit staat I ligt niet voor de hand]; - 74 staat I: een Gelach gaen teeren;; staat II: een Gelagh gaan teeren: [wellicht perscorrecties in staat II (vgl. met het variantencommentaar bij v.1 van p.1 van dezelfde buitenvorm A); ook elders in de Belacchende Werelt werd 'ae' in een latere | |
[pagina 77]
| |
staat gecorrigeerd tot 'aa': vgl. staat III van v.12 en 24 op p.6 en van v.34, 35, 39 en 50 op p.7 van binnenvorm A; vgl. daarentegen de wijziging van 'aa' tot 'ae' b.v. in staat II van v.3400 op p.130 uit binnenvorm R, van v.3969 en 3970 op p.144 uit buitenvorm S en van v.7047 op p.246 uit binnenvorm Hh]; - 81 staat I: vande Vryers; staat II: van de Vryers [wellicht perscorrectie in staat II? (vgl. met het variantencommentaar bij v.1 van p.1 van dezelfde buitenvorm A); incidentele variant]; - 82 staat I: 'tzijn licht-benyers; staat II: 'tzijn Licht-Benyers [wellicht perscorrecties in staat II (vgl. met het variantencommentaar bij v.1 op p.1 van deze buitenvorm A); ook elders in deze buitenvorm werden op een gelijkaardige wijze hoofdletters ingevoerd in staat II]; - i.m.1: i.m.1 staat in staat I tegen de linkerkantlijn geplaatst en niet gecentreerd zoals in staat II; i.m.1 staat in staat I ter hoogte van v.60 en niet zoals in staat II ter hoogte van v.58 [door het losmaken van de vorm en het toevoegen van nieuwe spreuken in staat II van deze pagina is i.m.1 op een andere hoogte vastgemaakt; staat II biedt hier een minder correcte variant; i.m.1 sluit nl. ditect aan bij het woord 'bykans' uit v.60; de schikking van de glosse in staat II (gecentreerd) is minder correct dan in staat I (vgl. met het variantencommentaar bij i.m.2 op p.5 en bij i.m.6 op p.1 uit dezelfde buitenvorm A)]; - i.m.2: i.m.2 staat niet afgedrukt in staat I [perscorrectie in staat II; ook uit andere vormen bleek dat herhaaldelijk spreuken werden toegevoegd]; - i.m.3: staat I: Tusschen Waerheyt en // Leugen leydt een glibbe- // righ padt.; staat II: Tusschen Waerheyt en // Leughen leydt een glib- // berigh Padt. [wellicht perscorrecties in staat II (vgl. met het variantencommentaar bij v.1 van p.1 uit dezelfde buitenvorm A); het invoeren van de kapitaal in staat II maakt 'Padt' conform aan het hoofdlettergebruik elders in deze glosse]; - i.m.4: staat I: Dwangh maeckt bangh; staat II: Dwang maeckt bangh; - i.m.4 staat in staat I ter hoogte van v.72, in staat II ter hoogte van v.70 [door het losmaken en het toevoegen van nieuwe spreuken in staat II van deze pagina is i.m.4 op een andere hoogte vastgemaakt; staat II biedt hier een minder correcte variant (i.m.4 sluit nl. direct aan bij v.72); waarom de spellingswijziging in staat II werd doorgevoerd, is niet duidelijk]; - i.m.6: staat I: Wie int duyster eer soekt // sal die inden lichten dagh // weder verliesen.; staat II: Wie in't duyster Eer // soeckt/ sal die inden lich- // ten dagh weder verliesê.; - r.1 van i.m.6 staat in staat I ter hoogte van v.81, in staat II ter hoogte van v.79 [door het losmaken van het zetsel en het toevoegen van nieuwe spreuken in staat II van deze pagina is i.m.6 op een andere hoogte vastgemaakt; staat II biedt hier een minder correcte variant; i.m.6 sluit nl. direct aan bij v.82; verder bevat staat II een aantal petscorrecties t.o.v. staat I: de hoofdletter bij 'Eer' ligt voor de hand en de spelling 'in't' is onmiskenbaar correcter].
Annotatie - 57 En...passen: en het ene woord bij het andere te voegen; - 58-60 Om...bykans: om de zaak met veel succes af te handelen, of toch zo goed als; - Borstels: stijve haren (van het varken); - bykans: bijna; - 62 Dat...lyen: dat zal ik niet dulden; - 63 Als...neemt: alles bij elkaar genomen (WNT 9, 1834); - 64 Soo...vreemt: dan komt me dat bijzonder vreemd voor (WNT 8, 2229 en 4, 1943); - 65 Flusjes: aanstonds (WNT 3, 4592); - locken: lukken; - 66-7 Tussche...Neen: tussen waarheid en leugen ligt een gebied waarin een neen verandert in een ja; - 68 droogjes: nuchter, koeltjes, rechtuit; - 70 zeylen: voortgaan; - 72 Ongebonden isset best: ongetrouwd valt te verkiezen (vgl. Harrebomée 1856-70, dl.2, 135 met o.m. verwijzingen naar Gruterus, Cats, De Brune en Sartorius) (ook als stokregel door Anna Bijns gebruikt in een refrein over het huwelijk); - 74 een Gelagh gaan teeren: wat ruim gaan verbruiken; - 76 benier: gewoonte (dial. nevenvorm van manier; WNT 9, 203); - 78 Sluypert: nl. van de ene herberg naar de andere; - 79 van't...gat: met 'gat' worden de drinkopening van een kan of beker en de opening van de mond bedoeld; - 80 met...neus: nl. door het gulzig drinken; - 81 wat beurtme: wat overkomt me (WNT 2, 2281); - 82 Licht-Benyers: personen die het bij het duister houden; - i.m.2: Houdt...Grille: zwijg over dwaze dingen (?); - i.m.2 sluit aan bij 'Wat een praat' | |
[pagina 78]
| |
(v.61); - i.m.4: i.m.4 sluit aan bij v.72; - i.m.5: Quade...schade: slechte gedragingen berokkenen je houding schade; - i.m.5 sluit aan bij v.76: 'benier'; - i.m.6: Wie...verliesen: in het duister valt nl. geen eer te halen; - i.m.6 sluit aan bij v.82: 'Licht-Benyers'. | |
p.9Varianten - De gereproduceerde p.9 geeft staat II van buitenvorm B weer naar het exemplaar 50. i.m.3: staat I: r.1 en 2 van i.m.3 staan ter hoogte van v.95-6; staat II: r.1 en 2 van i.m.3 staan ter hoogte van v.98-9 [wellicht perscorrectie in staat II: i.m.3 hoort inderdaad veeleer bij v.98-9 dan bij v.95-6]; - i.m.5: staat I: r.1 en 2 van i.m.5 staan ter hoogte van v.108-9; staat II: r.1 en 2 van i.m.5 staan ter hoogte van v.110-1 [wellicht perscorrectie in staat II: i.m.5 sluit met 'Stadigh gaen' inderdaad aan bij 'Staagjes gaan' uit v.111].
Annotatie - 83 se schamen: ze schamen zich ervoor; - 85 Buyrt: wijk; - 86 vrijdjes: ongehinderd; - 87 Neutjes: nootjes; noten kraken en bloempjes plukken werden wel eens opgevat als metaforen voor erotische bezigheden (Mak 1959, 110); - 88 pruylt: een droef of boos gezicht opzet; - jockt: stoeit, of ook: schertsend plaagt; - 89 Mienje dan: denk je dan; - kruydigh: pittig, pienter, flink, opgewekt (WNT 8, 395); - 94 loost Dael (...) Iasper Klimmer: de namen van beide herbergiers contrasteren met elkaar (vgl. ook v.90-1: 'lange Sijtje' en 'korte dicke Trijn'); - 95 Faas: kennelijk heeft de man zijn naam niet gestolen: 'faas' betekent immers ook 'doods, flets' (WNT 3, 4340); vgl. met v.98-9: 'Die niet al te bijster wacker // Loopt te biene'; - 96 Eens...graas: zo nu en dan (Stoett 1943, dl.1, 368); - 98 bijster: erg; - 100 hand-gaeuw: vlug met de hand; - 101 é seyt: gesproken; - 102 Dubbert: sufferd; - 104 gaept: de mond wijdopen spert; - 108 trant'le: drentelen (WNT 17 1-2, 2048); - 109 je.keuyer: je wil toch een kuierwandelingetje maken; - i.m.1: 'Pruylen hoort bij "huylen", "jocken" bij "locken". "Jocken" (het hof maken) wordt overigens graag met "locken" in verband gebracht: cf. p.127, i.m.3: "Wie jockt, // Die lockt"; vgl. ook in Cats' Spiegel waar in de afdeling 'Liefdes Kort-sprake' meteen ook de context wordt verduidelijkt: 'Veel ontrent het manne-volck te boerten en te gabberen/ en is u niet te raden. Wie jockt, // Die lockt.' (Cats 1968, dl.1, 'Liefdes Kort-sprake, 48); - i.m.2: Meenen mist: denken dat iets zo is (zoals men vermoedt dat het is), valt (soms) verkeerd uit; - i.m.3: i.m.3 sluit aan bij v.98-100; - i.m.4: de slaap en de dood werden beschouwd als de kinderen van de nacht (Hesiodus, Theogonia 214); vgl. ook bij Van Mander: 'Nacht (...) hebbende in den armen twee kinderen: in den slincken/ een slapende wit/ dat den Slaep was: en t'swart op den rechten/ cromvoetigh was de doot' (met in de marge als samenvatting: 'De Nacht, en des nachts kinderen, den slaep en de doot ghebroeders' (Van Mander 1969, 'Vande Wtbeeldinghen der Figueren', fol.124yo) (vgl. ook Porteman 1987, 150-3); - i.m.4 sluit met 'Slaep' aan bij 'slaept' (v.103) en met 'spreken' bij 'praatje' (v.102). | |
[pagina 79]
| |
vreemde uiterlijke voor een duivel werd gehouden; cf. Vastenavond 1992, 122, nr.60); of betekent het veeleer: is er je iets ergs overkomen (?) (vgl. nl. met WNT 13, 864), ben je van een hond gebeten, ben je door een rog gestoken (een rog beschikt nl. over sterke stekels) (?); - 120 mit hunnigh strijck: met zoete woordjes vlei; - 121 Alle...enden: alle gekheid op een stokje; - 123 gaan...zy: naast elkaar gaan lopen (WNT 16, 42); - 124 al fy: verfoeilijke dingen (WNT 3, 4455) (ook woordspeling op Fijtjes naam: je praat uitsluitend over Fijtje); - 126 verleggen: versmaden, verstoten, terzijde laten (WNT 20 1, 782); - 128 dat ick meen: dat ik voorheb; - 131 Tieloos: gele narcis, een ordinaire veldbloem (WNT 17 1-2, 93); - Matelief: madeliefjes; - 134 varen: gaan; - 136 Koock: koek; - Nastelingh: een soort strik of rijgdraad (WNT 9, 1861); - 137 twie sulver: twee zilveren; - 138 Schort-haeck dier van gelde: dure schort- of rokspeld (Kiliaan 1972, 471); - 139 een Hartje: een vrouwenbeursje (WNT 6, 41); - i.m.1: Gelijckenissen...geschiedenissen: vergelijkingen, parabels, zinnebeeldige vergelijkingen, beeldspraak vat men (verkeerdelijk) op als werkelijkheid; op p.203, i.m.1 licht Van de Venne dit nog verder toe: 'Gelijckenissen beduyden het gene dat niet af-ghebeelt is'; - i.m.2: i.m.2 sluit aan bij v.121; - i.m.4: met groote Gunst: met grote genegenheid; - een boeket van 'Tieloos' en 'Matelief' (v.129-31) mag inderdaad tot de 'kleyne Giften' worden gerekend; - i.m.5: i.m.5 sluit aan bij v.133-4. | |
p.11Annotatie - 141 belesen: bekoren, verleiden, inpakken (WNT 2, 1719); - 142 eens: samen; - 146 queelen: lijden, treuren (WNT 8, 751); - lusten: vermaken; - 152 Eens in't vleysje: man en vrouw worden nl. verondersteld één lichaam (vlees) te zijn (Gen. 2, 23 en Mt. 19, 5); - 156 eenigh over-handt: dan weer eensgezind (WNT 3, 3832 en 11, 1737); - 157 wannen: waarbij het koren van het kaf wordt gescheiden; - 158 schuttel: schotel; - 159 noo'n: uitnodigen; - 160 Eens...past: in enigheid, want onenigheid betaamt niet; - 166 derven: missen; - 167 weeligh: op genot belust (MW 9, 2026); - 168 garen: graag; - i.m.1: variant van 'Eendracht maakt macht' (cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 172 met verwijzingen o.m. naar Gruterus, De Brune en Cats' Spiegel) en sluit aan bij 'eens' in v.142 e.v.; - i.m.2: woordspeling: 'eensaem' (alleen) wordt hier tegengesteld aan 'gemeensaem' (samen); daarnaast sluit 'eensaem' ook aan bij het samen zijn zoals dit in v.143-62 ('eens') aan bod komt; - i.m.3: Goedt...Re'en: zowel de bezittingen als het lichaam moeten gemeenschappelijk zijn, zo zegt de rede, het verstand (?); - i.m.3 sluit aan bij v.152; - i.m.4: Elck...elck: nl. door de volledige gemeenschap; - i.m.4 sluit aan bij v.155; - i.m.5: Twee-dracht // Wee-dracht: wellicht: tweedracht draagt verdriet in zich, brengt verdriet voort; - i.m.5 sluit aan bij v.160; - i.m.6: Lichte: lichtzinnige; - bleycke Doot: de 'pallida mors'; - i.m.6 sluit aan bij 'sterven' uit v.165 en bij v.167-8. | |
p.12Annotatie - 171 Maagde-lust: verlangens van de maagden; - 173 Ginsen vorde: ginder; - 175 lijme-stangh: eig. de lijmstok van de vogelaar; hier toegepast op Lubbert die Fijtje maar niet van zich kan afschudden; daarnaast wordt het type van de 'Leimstängler' traditioneel met dwaasheid (cf. v.175: 'domme'!) in verband gebracht (zie over de 'Leimstängler'-figuur: Vandenbroeck 1987c, 52-4); - 176 | |
[pagina 80]
| |
Kurmis-drangh: het gedrum van de kermis; - 177 buyte-menschen: boeren; - 178 is...wenschen: hoeft men er maar te vragen; - 181 Beurse-snyer: over de aanwezigheid van de beurzensnijder op plaatsen van publiek vermaak, zie Pleij 1975-6, 108-110; - 182 luymt deur Vryer: loert tussen de vrijers door (WNT 8, 3247); - 183 Wie...gevoel: wie is er (zo) verstandig (of: wie houdt er zijn verstand bij; nl. om te beseffen dat men kan worden bestolen) of wie voelt er iets (nl. dat men beroofd wordt); - 185 Mijnent-halven: wat mij betreft; - 186 Sleutel-raacks: haak waaraan de sleutels werden gedragen of de sleutelbos zelf (WNT 14, 1709); - 187 drolligh doen: dwaas, bizar gedrag; - 188 qualijck: nauwelijks (WNT 8, 687); - 189 Heyt an't bien: om het been draagt; - schraaltjes: magertjes; - 190 wel kaaltjes: tamelijk versleten, glad en glimmend (WNT 7, 633); - 192 sterck: overtuigend (WNT 15, 1509); een krachtig verweer; door Fijtje (het blijkt uit haar repliek in v.193) wordt 'sterck' opgevat als 'stevig', 'bestand tegen slijtage' - 193 slijt: brengt sleet aan op; - benopte: met nopjes (kleine knobbelige oneffenheden in de stof) bezette; - Keursjes: vrouwenrokken of ook keurslijf (WNT 7, 2694; cf. nl. ook v.190); - 194 Het...beursjes: het maakt daarnaast gevulde beurzen lichter; - 195 Het bewijst al: het toont duidelijk aan; - 195-6 Ick wil..stee: ik wil meedoen, als ik kon of als er gelegenheid voor was; de passage is niet meteen duidelijk: wellicht alludeert de dichter op het feit dat iedereen, begoed of niet, zilverwerk wil dragen (iedereen wil mee zijn); - i.m.1: Maegde-lust: wat een maagd verlangt; - i.m.3: Niet...niet: de betekenis is niet erg duidelijk: dat je iets niet bezit, doet je sparen (nl. omdat je niets uitgeeft), maar spaart ook het bezitten van iets niet wat uit (nl. dat je geen geld meer hoeft uit te geven om het aan te schaffen) (?); - i.m.3 sluit aan bij v.185-6: Fijtje heeft nl. geen zilverwerk bij zich; - i.m.4: ghemeene: wijd verspreide (WNT 4, 1373); - i.m.4 sluit aan bij v.187-91; - i.m.6: Over-vloedt hindert: men heeft last van weelde; - i.m.6 sluit aan bij v.193-4 waarin de nadelen van het bezit in kwestie worden opgesomd. | |
p.13Annotatie - 199 Segh een reys: zeg een keer; - hiet: heet; - de Vent: nl. 'de Seun van Gijsbert Kloetje' (v.198); - 200 sen kroost: nl. de kinderen van Gijsbert Kloetje; - é kent: gekend; - 201 saffel: sukkelaar, strompelaar (WNT 14, 16); - leenen: leunen; - 202 Watte platters: platvoeten (vgl. WNT 12 1-2, 2436); - 203 Sebol: lookbol (< het Franse 'ciboule'); het WNT meent dat het als scheldwoord in oorsprong werd toegepast op dikke mannetjes met vrij korte benen (WNT 14, 1266); - 205 Snacker: prater, maar ook: snoever, opschepper (WNT 14, 2248); - 206 Fun: schelm, schavuit (over de oorsprong van dit woord, zie WNT 3, 4706); - 207 eelen Baas: flinke, voorname kerel; - 208 douwte Kaas: zachte kerel, zachte kaas (vgl. WNT 3, 2310-1); - 209 Hebje...Meysje: ken je het meisje?; - 210 Roopse: roep hen; - een reysje: een keer; - 214 bezyen: naast elkaar; - 215 Mart: de uitgestalde koopwaar en wat er verder op de kermis is te zien; - 216 saft: zacht; - 217 Snadse: kwebbel (vgl. WNT 14, 2268); - laatme worde: laat me betijen, laat me mijn gang gaan (WNT 4, 2139); - 218 vorde: ver (WNT 18, 1887); - i.m.1: vgl. met p.255, i.m.7: 'Omme-sien belet voortganck'; - i.m.5: gewerden: geworden: betijen; - de betekenis van deze glosse is niet meteen duidelijk: wat men laat betijen, draait gemakkelijk slecht uit (?), of: wat men laat betijen, loopt vaak te ver uit (en heeft men dus niet meer in de hand) (?). | |
[pagina 81]
| |
p.14Annotatie - 219 Gaawe: laat ons gaan; - een lutje: een beetje; - 220 'Kselse roopen: ik zal hen (nl. Soetje Strijckers en Lammert Gijsen) roepen; - 222 braveeren: pronken, pralen (WNT 3, 1160); - 224 Schamel-luy: schamel geklede lieden; - 225 hoe vaarje: hoe maak je het of ook: hoe ga je zo vlug (WNT 18, 535 en 517); - 226 goelijck: vriendelijk (WNT 5, 382); - 227 elckend'een: iedereen; - 228 re'en: woorden; - 229 puyck van klaarheyt: (spottend) toppunt van opheldering, sprekend orakel; - 231 hiet: heet; - 232 strack: daarnet; - 233 sen enge slinger-pompen: zijn nauwe slingerende broekspijpen (WNT 12 1-2, 3218); - 236 Mop: lomperd, sukkel (WNT 9, 1122); - 237 Seper: zeker, voorwaar; - 238 klampen: greep, klauwen (WNT 7, 3365); - 239 'Twaar...brock: dat zou toch zo geen versmade brok zijn (WNT 20 1, 1501) (?) (vgl. nl. met Fijtjes reactie in v.240 e.v.); - 242 niet met allen: niemendal; - i.m.1: moeyelijck: lastig, ongemakkelijk; - i.m.2: volgens Harrebomée 1856-70, dl.2, 410 ook bij Sartorius; - i.m.3: Harrebomée 1856-70, dl.3, 82 met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune; - i.m.4: Gemack...lack: gemakkelijkheid zonder dat dit geblameerd kan worden (?); - i.m.5: Het...glimp: het doffe schimpen is zonder luister, schittering, zet geen luister bij (WNT 5, 92); - i.m.6: sonder gal: zonder bitterheid; - i.m.6 sluit aan bij v.240-1. | |
p.15Annotatie - 245 Scheuk: vrouw, wijf; eig. hoer, slet (WNT 14, 529); - 246 mit sen wantje: met zijn want (handschoen) (Kiliaan 1972, 653); - 249 Langsert: kerel, jongeling (eig. < landsknecht, soldaat; WNT 7, 1076-7); mogelijk verwijst Langsert daarnaast ook naar Lubbert die naast (langs) Soetje loopt en ook, als haar vrijer, naar het meisje verlangt (cf. in dezelfde versregel: 'verlangen); - 250 scheets: smadelijk, krenkend (WNT 14, 350) maar ook wonderlijk (WNT 14, 729); - bange: benauwend, beklemmend (WNT 2, 967-8); - 251 Ben ick hier belet van: verhinder ik hier; - 253 wat soume vryen: wat zou ik vrijen; - 254-5 Laat...Luyst'ren: laat de kerel dan niet opzij staan luisteren; - 255 staet en kalt: staat te kletsen (hendiadys); - 256 ralt: kletst (WNT 12, 215); - 258 leydt een steedje: is er nog een plaatsje vrij; - 259 Schickje by: voeg je erbij; - 262-3 Maar...praat: maar ik wou daarnet je gesprek niet onderbreken; - 264 hoofsche: galante, maar ook van het hof; verwijst wellicht niet alleen naar de nabijheid van het Hof maar ook naar de prachtig uitgedoste stedelingen die op de Haagse kermis rondwandelen; - 265 jou-luy mitje beyen: jullie twee; - 266 Slincx...geleyen: links en rechts van mij leiden; - 267 schickje dan: schuif wat opzij (WNT 14, 647); - ruymt de baan: maak wat plaats; - i.m.1: i.m.1 sluit aan bij het wat lager staande v.251; - i.m.2: 'tGeluyster is sonder luyster: het toeluisteren is (op zich) weinig luisterrijk; - i.m.2 sluit aan bij 'Luyst'ren' (v.255); - i.m.3: Lubbert moet nl. de plaats bezetten die voor hem wordt ingeruimd; - i.m.5: ruygen: erg behaarde, ruwe, maar ook (in aansluiting bij v.265-8) met de bijgedachte aan ongemanierd en lichtzinnig. | |
[pagina 82]
| |
271 staat I: omje goet!; staat II: omje goet! [perscorrectie in staat II?; vgl. echter met de variant in v.277; incidentele variant]; - 272 staat I: Hoort eens, Fijtje; wel hoe soet; staat II: Hoort eens, Fijtje, wel hoe soet [perscorrectie (interpunctie) in staat II]; - 276 staat I: S eper, 'tis; staat II: Seper, t'is [perscorrecties in staat II]; 277 staat I: stooren !; stooren ! [perscorrectie in staat II?; vgl. echter met de variant in v.271]; 281 staat I: spreeuwer; staat II: spreeuwer, [wellicht perscorrectie (interpunctie) in staat II]; - 285 staat I: dingen; staat II: dingen. [wellicht perscorrectie (interpunctie) in staat II]; 292 staat I: Asje deftigh vryen wil: staat II: Asje deftigh vrye wil [perscorrectie in staat II: ter suggestie van de taal van boeren (?); vgl. b.v. ook met v.9 ('schenne') of v.10 ('kenne') van p.6; een gelijkaardige tendens vindt men ook in de varianten in v.1278, 1282, 1285 en 1286 van p.55]; - 296 staat I: dat ick het laat.; dat ick het laat [perscorrectie in staat II of zetselschade in staat II?].
Annotatie - 273 scheeren: voor de gek houden (WNT 14, 481); - 274 het schempen: het schimpig spotten; - ombeeren: missen; - 275 Vaar: kerel; - maacktet niet te breet: maak het niet te bont (WNT 3, 1182 met verwijzing naar deze passage); - 276 Seper: zeker, voorwaar; - 277 alree: nu reeds; - 279 vreck: gierig, maar ook: meedogenloos, onbarmhartig (WNT 23, 460 en 465) (?); - 281 je Dweyl: straatloper (WNT 3, 3734); - spreeuwer: spotter (WNT 14, 3005); - 282 vry-borstigh: vrijmoedig; - wacker-geeuwer: die ad rem zijn mond opendoet; - 285 Susje: stilletjes, kalmpjes aan; of ook: zusje (in v.303 werd het door Lubbert althans zo begrepen); - 286-7 me...spreken: men kan wel samen zingen maar niet tegelijk spreken (zegswijze (cf. 'soo men seyt') die aangeeft dat men niet in de rede mag vallen) (WNT 14, 3014); - 289 knibber-Moertje: twistziek vrouwtje (WNT 7, 4591 en 4596) (?); - 290 Wat...of: wat zeg jij ervan; - 292 deftigh: zedig maar ook: verstandig, bezadigd; - 296 stracx: meteen; - i.m.1: Door mallen II Sinnen vallen: bij het gek doen, blijft het verstand achterwege; 'Mallen' en 'vallen' zijn twee semantisch voor de hand liggende en door Van de Venne vaak gebezigde rijmwoorden: vgl. nl. p.7, i.m.2: 'VVijsen mallen, // Kloecke vallen', p.84, i.m.5: 'Stoute Mallen // Schendich vallen' en p.219, i.m.5: 'Mallen // Vallen'; - i.m.1 sluit aan bij v.272-3: Lubbert maakt het volgens Soetje wat al te bont en gebruikt niet meer zijn verstand; - i.m.2: Laet...hooren: doe de andere spreken om iets te horen; m.a.w. vragen doet antwoorden (?); - i.m.4: Geen...krencken: een (onuitgesproken) gedachte richt geen kwaad aan (vgl. de variant: zwijgen en denken kan niemand krenken: Harrebomée 1856-70, dl.3, 16 met verwijzingen o.m. naar Gruterus, Cats en De Brune); - i.m.4 sluit zowel aan bij 'bedenck' uit v.285 als bij 'niet spreken' uit v.287; - i.m.5: eenvoudigh: eenvoudig, maar ook: zonder meer, zonder bijbedoelingen; - onbegrepen: onberispelijk (WNT 10, 953). | |
p.17Annotatie - 297 drollen: gek doen, schertsen, spelen (WNT 3, 3413); - 298 op rollen: losgeslagen (cf. v.299); - 299 ongemende: niet in toom gehouden; - 301 blaas: kinkel (WNT 2, 2761) (?); of betekent 'Wat een blaas' hier eerder: het is (toch) helemaal niets; - speultje: spelletje; - 302 op een heultje: op een brug (waarbij gekust werd) (WNT 6, 703); - 303 Gaaff: gaf; - die soete Sus: nl. Fijtje Goris; - 304 brave: flinke, stevige (WNT 3, 940); - 305 Dattet...kaken: dat het klonk op je wangen; - 306 raken: aanraken, treffen; - 310 Quijle-bab: kwijlmuil (nl. bij het zoenen) (WNT 8, 781); - boene: eig. schuren (WNT 3, 151-2); - 311 geschent: geschonden (daarmee was je eer niet geschonden; cf. v.307); - 314 froweele: stuk fluweel (MW 2, 856); - 315 murruw' Soetje: zachte Soetje; - saft: zacht; - 316 de kinne: de (ongeschoren) kin; - 317 ont- | |
[pagina 83]
| |
stellen: kreuken; - 318 beset: belegd, afgezet; - lobbe-spellen: spelden die gebruikt werden voor de geplooide halskraag (WNT 8, 2525); - 319 'tHalsekleet: eig.: de schoudermantel of de schouderdoek; hier in toepassing op de halskraag (WNT 5, 1691); - off: af; - 320 groff: ruw; - i.m.1: goet-willlghen: hier verkeerdelijk voor: 'goet-willighen': gewillige; - licht: gemakkelijk; - trecken: dichterbij trekken, aanhalen; - i.m.4: vgl. met de uitdrukking: 'de baard maakt geen wijsgeer, anders was er de bok goed aan' (Harrebomée 1856-70, dl.1, 24 met o.m. verwijzing naar De Brune); - i.m.5: Keurlijckheyt: netheid, properheid (WNT 7, 2685); - is belettelijck: geeft hinder, weert af; - i.m.6: Stekende dinghen: m.n. de 'Lobbe-spellen' (v.318). | |
p.18Annotatie - 321 gans-eelder-weken: bastaardvloek; eig.: bij Gods heilige week (WNT 4-1, 250); - 322 keele-doockje: m.n. de halskraag; - 323 tamme Snaack: hij heet dan ook Tamme Lubbert; - 325 loose: onbetrouwbare, valse, geslepen, schalkse; - gaauwe: behendige, schrandere, listige (WNT 4, 349); - 326 reyn: net, mooi; - slechjes: stil, koest (eig.: eenvoudig, WNT 14, 1615); - 327 Looft vry: geloof het gerust; - watje voor jou siet: nl. dat Lubbert zich stil houdt; - 329 watte Soeters: wat een makke kerels; - 330 Lobbers: sukkels (vgl. WNT 8, 2529-31); - Troeters: sukkels, stakkerds, domoren (WNT 17 1-2, 3034); - 332 Puffen-heet: zeer heet, snikheet; 'Puffen-heet, en blaase-kout' betekent dan zoveel als: zo heet dat men moet puffen (om het af te koelen) en zo koud dat men het door blazen probeert op te warmen; vgl. met de naam van de alchemist in Jan van Houts loterijspel: ''Blasius Puf-int-vier'; de betekenis van v.331-2 is niet meteen duidelijk: hoeveel beginnen er niet te eten, of het eten nu warm of koud is, m.a.w. kunnen niet wachten, grijpen elke gelegenheid aan (hier i.t.t. Lubbert die beweert zich te kunnen inhouden) (?); - 333 Kluyver: kluiver betekent nl. ook vrouwegek, snoeper (WNT 7, 4444); - 335 leppigh: zuur, bits (WNT 8, 1601); - 336 sneegh: schrander, gevat; - 337 Fy: Fijtje Goris; - glimpigh: aanzienlijk, eervol (WNT 5, 102); - 338 verbrubbelt: verdomd, vervloekt, verduiveld (WNT 19, 898 en 996); - schimpigh: schamper; - 339 Looft: geloof het vrij; - 340 mit een goet bescheyt: met een goede reden, grond (WNT 2, 1955); - 341 streeckjes: speelse terechtwijzingen, plagerijtjes (WNT 15, 2141); - schootjes: schimpscheutjes, steken onder water; - 342 minne-kootjes: minnekozerijtjes, amoureuze beuzelingen (WNT 9, 777 en 7, 5463); - 343 Sommels: soms (WNT 14, 2510); - 343-4 Sommels...gaans: soms grommelt men op iets dat wel in orde is, omdat er iets anders verkeerd gaat; - 345 scheye: weggaan; - 346 beye: wachten; - i.m.1: Tegenwoordigheyt...gelooven: wat aanwezig is, gelooft men; - vgl. met p.28, i.m.2; 'Teghenwoordigheydt is sonder Faem' en p.78, i.m.3: 'Tegenwoordicheyt heeft de Faem niet van doen'; - i.m.1 sluit aan bij v.327; - i.m.2: Die...brocken: nl. omdat men te lang aan het ene been blijft kluiven?; - i.m.3: i.m.3 sluit aan bij v.343-4. | |
p.19Annotatie - 347 Slocker: sukkel (WNT 14, 1865); - vromen Langst: ironisch (vgl. nl. met v.348): sterke, flinke kerel, landsknecht; - 349 Beckje: liefje, meisje (WNT 2, 1582); - huyfd': muts, kap (WNT 6, 1217)); - 350 Soo te gaan: zo maar weggaan (cf. v.345); - 351 Nettert: net, mooi meisje; - 351-2 hoe...bekent: | |
[pagina 84]
| |
hoe heb je met die zo verliefde kerel (m.n. Lammert) kennis gemaakt; - 353 Roertet...dan: gaat het jou dan aan; - nijdigh guyltje: afgunstige kinkel (WNT 5, 1222); - 354 Butter-muyltje: eig. botermondje (als vleinaam bedoeld) (vgl. ook in Van de Venne 1623, 25, v.403); bedoeld wordt Lubbert; - 355 Mit...finael: nl. om er het laatste van te weten (?) (lett.: met zijn (nl. Lubberts) bedelen om het laatste wat iemand anders bezit; WNT 4, 2340); - 356 dat...kaal: dat zou al te verregaand zijn (?) (lett.: dat zou al te kaal, berooid lijken, nl. wanneer men bedelt om het laatste bezit van iemand anders, cf. v.355); - 358 bewaren: in bedwang houden; - 359 segt Fijtje: zeg eens, Fijtje; - 360 holl'bolligh: eig. oneffen (WNT 6, 883); hier echter ook een toespeling op de naam Holland (cf. de toelichting bij fol.[[†] 4]vo, i.m.5); - 361 Wat...fyen: waarom loop je zo graag 'fij' te roepen (cf.357-9); - 362 Moer: vrouw; - 364 krijgt...scheen: loopt een (amoureus) blauwtje (WNT 14, 336); - 365 Puyckje: voortreffelijke kerel; - 368 kladde: vodden; - 369 Hey de bras: wel allemachtig (WNT 3, 1142); - kijven: krakelen; - 370 Mans-gebreck: gebrek, tekort aan mannen; - het wilder Wijven: het zal er (met deze vrouwen) nogal aan toegaan (?); - i.m.1: Wie...ontbloot: wie zijn liefde niet kan verborgen houden, zal geen weerliefde krijgen; - i.m.2: licht: gemakkelijk; - schickt: plaatst, verplaatst, maar ook: regelt; - i.m.2 sluit aan bij v.363-4 en laakt de lichtzinnigheid waarmee Soetje van partner zou verwisselen; - i.m.3: houbaer: houdbaar, wat men kan vasthouden, maar ook: huwbaar; - i.m.4: Laet...kijven: laat het krakelen om voordeel te behalen, voorbijgaan; doe er niet aan mee (?). | |
p.20Annotatie - 372 Rommel-beck: babbelaar, praatjesmaker; - 373 Wat een struyff: wat een onzin (WNT 16, 213); - Kaartje: vriendin (WNT 7, 662-3); - 374 mijn: mij; - 375-6 Noyt...wort: nergens, hoe ver ik ook kwam, wordt men zo beknord, bestraft (WNT 18, 1887 en 7, 4567); - 377 veelen: dulden, verdragen (WNT 18, 1592); - 378 Hoe...schaveelen: moet ik soms maken dat ik wegkom (WNT 9, 1312 en 14, 313); - 379 flusjes: daarnet (WNT 3, 4592); - 380 gansvijgen: schertsende bastaardvloek (WNT 4, 251); - 381 'Tisje best: het is voor jou het beste; - houdt de jouwe: nl. je plaats bij Fijtje (i.t.t. tot v.380 waarin Lubbert meent dat hij zijn plaats bij Soetje moet behouden); - 382 goelijck: braafjes, netjes (WNT 5, 383); - heene douwen: (je tot bij haar) drummen; - 384 Fockt niet wel: gedijt niet goed, gaat niet goed samen (WNT 3, 4607); - 't is buyten reen: het gaat buiten alle redelijkheid, verstand; - 388 Wats: wat is me dat nu; - ten...val: het sluit helemaal niet, het raakt kant noch wal (WNT 18, 246); - 389 mijn lieve leven: gedurende mijn (hele) lieve leven; - 390 streeck: terechtwijzing (WNT 15, 2141); - 391 Laff: slappeling (WNT 8, 916); - 392 straff: hard, streng; - 393 Sou...loopen: m.a.w. zou een meisje zich begerig om een jongen tonen; cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 305, 330 en dl.3, 222 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune); - 394 hoopen: gedijen (?) (cf. WNT 6, 1076); - i.m.1: Rommelaers: druktemakers, praatjesmakers; vgl. met 'blaffende honden, bijten niet; - i.m.2: beklijft: groeit in voorspoed, gedijt goed (?), of veeleer: wordt duurzaam (?); - i.m.2 opgenomen in Harrebomée 1856-70, dl.3, 7, 371-2 met o.m. verwijzingen naar Gruterus, Sartorius, De Brune en Cats; - i.m.2 sluit aan bij v.380: ''khou mijn stee'; - i.m.3: in Harrebomée 1856-70, dl.2, 137 met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune; - i.m.4: Streken...breken: m.a.w. terechtwijzingen hebben nog nooit iemand ten onder gebracht. | |
[pagina 85]
| |
p.21Annotatie - 397 Mengel-drabber: wellicht: scheldwoord voor iemand die de zaken door elkaar haalt, verkeerd voorstelt (vgl. WNT 3, 3216 en 9, 522); cf. v.395-6; - 398 Tonge-schrabber: losse babbelaar (WNT 14, 998); - 401 Machmen...spreken: mag ik ook niet mijn woordje doen (?); - 402 schitse: boze, onvriendelijke, kwetsende (WNT 14, 729); - 403 Daar...verstoort: waar iemand anders zich aan stoort, waardoor iemand verstoord wordt; - 404 Eer...woort: woorden kunnen iemands eer of schande uitmaken; - 407 mé begrijpt: onder verstaat; - 408 Of...nijpt: waaraan het schort; - 411 Spaa: spade; - 412 van...verstaa: over iets dat ik juist precies begrijp; - 413 e seyt: gezegd; - kloocke: kloeke, flinke; - 416 droogh: droeg; - bitsen: bitsige; - 417 t'all' geluck: tot (mijn) groot geluk; - 418 of..baat: over voor- of nadeel; - 419 wat ontklemt, of sluyt: wat losmaakt of prangt, m.a.w. alles; - i.m.1: 'Tis...streckt: het is al goed wat geen kwaad gevolg heeft; - i.m.2: vgl. met v.358: 'Fy! die noyt haer tongh bewaren!'; - i.m.3 selsaem: ongewoon, zonderling. | |
p.22Annotatie - 421 schavelen: weggaan; - 427 Iackje-Wijff en Hackje-Man: ter aanduiding van het rapalje (WNT 5, 1537-8 en 7, 149); - 428 loens: vals; - lodder: gemeen (WNT 8, 2544); - 429 Ick...of: ik ben er vast van overtuigd dat (lett.: ik geloof niets tenzij); - sommencken: sommigen (WNT 14, 2511); - 430 afer-dencken: achterdocht; - 432 Bey die Vrijsters: die beide vrijsters; - 435 Numment...Pracht: niemand die tot de pracht van het hof behoort; - 436 Roertet: beroert het; - 437 trijpe Muylen: fluwelen schoentjes (WNT 17 1-2, 2805 en 2809); - 438 goe Lammert: die goeie Lammert; - 439 By...beydt: indien hij nog langer wacht; - 441 Wachter: begeleider, maar ook: die op jou wacht; - 444 Selver: zelf; - i.m.1: lijdsaemheyt: verduldigheid; - i.m.1 sluit aan bij v.423-4; - i.m.2: soo...gedocht: zo wordt er geen kwaad over jou gedacht (waarvan je hinder 'nae-deel' zou ondervinden); - i.m.3: roert: beroert. | |
p.23Annotatie - 445 keume: komen; - strackjes: meteen; - 450 Ongs...breken: Soetje zal zich nl. van het gezelschap verwijderen om Lammert te gaan halen; - 451 en gequel: en brengt slechts hinder aan; - 452 schickt...wel: past bijzonder goed; - 453 ombeeren: missen; - 457 Slieff: stil, zwijg (WNT 14, 1721); - 458 van angst besturven: dood van angst; - 460 blint: verdwaasd; - vijs: lastig, humeurig; - 462 Heyter: heeft zich; - op gaan reuyen: laten opjutten; - 463 mienden: dacht; - 464 wee: verdriet; - 465 liepen dwalen: sloegen op hol; - 466 mijn...malen: mijn hoofd begon te draaien, ik begon te mijmeren, te piekeren (WNT 9, 144); - 467 keur: keuze (tussen vrijers); - 468 sy...leur: zij vindt me niets waard (WNT 8, 1692); - 469 'Tsus toch: stil toch; - i.m.1: geen...heeft: geen zin in heeft; - i.m.2: Dubbel-gunst...wel: genegenheid van beide kanten past goed (WNT 5, 1289); - i.m.2 sluit aan bij v.451-2; - i.m.3 altoos: steeds, altijd; m.a.w. durf steeds goed te doen. | |
[pagina 86]
| |
p.24Annotatie - 473 gaan streven: verdergaan (WNT 15, 2205); - 474 re'en en stoffe geven: verklaren, uitleg geven; - 475 verstiet: verstootte; - 477 decken: bedekken, verborgen houden; - 478 gecken: het gek doen, mallen; - 479 lijdt: duldt, verdraagt; - 481 schicken: voegen, passen (WNT 14, 649); - 482 kicken: laten horen; - 483 hartigh: hevig, vurig, met heel mijn hart; - 485 nae gint Paartje: m.n. naar Lubbert en Fijtje die ginds staan; - 486 Lammert-Kaartje: Lammert vriend (WNT 7, 662-3); - 488 swijgh...woort: zwijg dan weer een beetje (lett: en spreek een woord niet uit); - 489 beleggen: te kiezen en te ordenen (WNT 2, 1696-7); - 492 Taay: ongenietbaar, onaantrekkelijk, vervelend (WNT 16, 634); - stram: weinig levendig, stijf, stroef; - slom: krom (WNT 14, 1866); - 494 'tBeest Laet-dunck: het dier dat laatdunkendheid, verwaandheid heet; - 496 Geeft...Lant: over het hele land schittert; - 497 slacht...mijns-gelijcke: lijkt helemaal op mijn soort (WNT 14, 1481); - 499 Avecaat: advokaat; - 500 'tRechte-krom...praat: het volgens het recht kromme, het echte kromme terug recht weet te praten; - i.m.3: vgl. Cats 1968, dl.1, 'Sin-spreucken', 20 [30]: 'Swijgen en dencken // Kan niemant krencken'. Cf. ook Harrebomée 1856-70, dl.3, 16 met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune; - i.m.5: vermogen: verstand, denkkracht (WNT 20 1, 1467); - i.m.6: Geleert...standt: wie geleerd is, hoeft niet vlug te wijken; - i.m.7 sluit aan bij v.499-500. | |
p.25Annotatie - 501 Steedsch' en Boersche: stedelingen en boeren;,- verscheele: verschillen; - 502 streelen: vleien; - 503 kit'len...lacht: vleien (WNT 7, 3185; Harrebomée 1856-70, dl.3, 36 met o.m. verwijzingen naar Gruterus, Sartorius en De Brune); - 505 Gaawe: laten we voortgaan; - schickje: zet je; - 507 knaps: mooi (WNT 7, 4507); - knibber: goed, nauwsluitend (WNT 7, 4596); - 509 bocksen: broek (WNT 3, 276); - 510 Streeft: ga verder (WNT 15, 2205); - flocksen: flukse, wakkere, flinke; - 511 kreegje...schand: zou men op je schimpen en schande van je spreken; - 513 bey: wacht; - 514 Swaare: staat in tegenstelling tot het trillen van Soetje (vgl. ook i.m.4 en 5); - 515 Safjes: zachtjes; - 515-6 Safjes...geschien: Harrebomée 1856-70, dl.3, 24 met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune; - 517 Treet-saft: een trage stapper; - 518 hoe...drijfje: hoe erg werk je toch tegen; wat ben je toch tegendraads; - 519 gien deegh: niet in orde (WNT 3, 2325); - 521 Kroosje: kindje, meisje (WNT 8, 366); - 522 Semel-Doosje: frivool (?) meisje (vgl. Kiliaan 1972, 482); - i.m.2: Achtbaer...machtbaer: wat (door iedereen) geacht wordt, schijnt (daardoor ook) machtig te zijn; - i.m.3: de betekenis van deze glosse is niet meteen duidelijk; wordt hier met 'Op' en 'neer' verwezen naar de op- en neergaande beweging van het rad der fortuin? Men zou de glosse dan kunnen parafraseren met: wie zich zowel in voor- als tegenspoed rechtop en in het juiste spoor houdt, bewaart ook steeds zijn eer (?); - i.m.4: i.m.4 sluit kennelijk met 'Te licht' aan bij het trillen van Soetje uit v.513; - i.m.6: Verre-siende...voeten: vooruitziende lieden bewegen zich slechts behoedzaam voorwaarts. | |
[pagina 87]
| |
asment...moet: wanneer je naar mijn mening vraagt; 528 Eerlijck: eerbaar; - 530 yemant...vermeten: een vermetel iemand; - 531 roemen: met een grote mond zeggen; - by der gis: al gissend; - 532 deegh: iets goeds (WNT 3, 2324); - 533 dworsse-drijff: gekibbel; - 535 hunnig-lecker: als honig zo zoete; - 536 te gaar: samen; - 537 Lanssert: flinke kerel (eig.: landsknecht); - 538 Danssert: die zijn passen weet te zetten, een danser; - 540 Star-oogt: hou je ogen strak gericht; - 541 Voegje: houd je; - plegen: het gewoon zijn; - 544 Quant: ironisch: een hele kerel; - 545 swapje: met een zwaai, met wat gespartel (?) (vgl. WNT 16, 595); - i.m.1: dwee getuygen: blijken van gedweeheid (?); - i.m.2: roemen: pochen; - i.m.3: marren: geraken niet vooruit (WNT 9, 261); - i.m.4: biese: riet-stengel; - i.m.5: stout: stoutmoedig, dapper; - i.m.6: Alle...Mackers: alle gezellen zijn goede gezellen (?). | |
p.27Annotatie - 549 effen: gelijk; - 550 scheelen: verschillen; - 552 min as twintigh: jonger dan twintig jaar; - 553 Wel e raan: goed geraden; - 555 malargjes: op een gekke manier sluw, listig, bijzonder listig (?) (Oudemans 1869-80, dl.1, 240); - 557 ontdeugen: niet meer deugen; - 558 Vlechje: m.a.w. vermeng; - 559 benijt, bemindt: ofwel benijd, ofwel bemind; - 560 Kindt: ventje (WNT 7, 2990-1); - 561 getatert: gekletst; - 563 Fy...gewach: laat van je horen bij Fijtje en Lubbert (?) (WNT 4, 2004); - 564 All' geen dagh: dag allemaal (WNT 5, 347); - 565 wapper-koonen: de wangen doen wapperen (en dus praten); - 568 aessem laen: ademhalen, inademen; - 569 ummers: in elk geval, toch; - 570 Stamert: stamelt (WNT 15, 603-4); - 572 Scholfert: lomperd, vlegel (WNT 14, 788); - 573 Hoe...al: hoe gaat het ermee; - 574 Dubbert: suffer, tobber; - i.m.1: Argh-mal is mal-argh: op een listige manier gek is op een gekke manier listig (?); - i.m.2: behulp: hulpmiddel, steun; - i.m.3: wind-scheppende longervack: de longruimte waarin de lucht zich verzamelt. | |
p.28Annotatie - 575 Wangt...scheen: want ik zag er daarnet niet beter uit; - 576 suyr: stuurs, nors; zuur i.t.t. 'Soet'; - 577 k'Hem-sick-kuch: ik hum, kuch (WNT 6, 569 en MW 7, 1114); - roesten: schor klinken; - 578 Dorst...k'hoe-hoesten: wanneer ik uit volle borst durf hoesten; - 579 scheel: verschil (WNT 14, 330); - 580 mangelt: schort (WNT 9, 196); - 582 gedoogen: dulden; Fijtje had er nl. op aangedrongen dat Lammert zich bij het gezelschap zou voegen (v.441-8); - 583 los: ronduit, en ook: dwaas (WNT 8, 1954); - lompigh: ongemanierd, ruw; - 588 Schouw: schuw; - te druypen: mistroostig, bedrukt te gaan; - 589 stout: dapper, koen; - 590 leegjes: vrijuit (WNT 8, 1214); - 595-6 Meet...laat: meet gerust met die maat waarmee je voor jezelf laat meten (WNT 6, 1805); - 597 schootjes: scheutjes, schampschotjes; - 599 van slincks-om-keer: een draai van links (WNT 8, 2451); - 600 lap om leer: gebruikelijker was: leer om leer (eig. schoenzool): met gelijke munt terugbetalen; 'lap' hier wellicht door Van de Venne gebruikt met de bijgedachte aan 'slag, klap' (cf. WNT 8, 1090 en vooral Stoett 1943, dl.1, 541-2, nr.1350); - i.m.1: lossen: kwijtraken (?); - i.m.2: vgl. met p.18 i.m.1: 'Tegenwoordigheyt doet gelooven' en p.78, i.m.3: 'Tegenwoordicheyt heeft de Faem niet van doen'; - i.m.2 sluit aan bij v.581: 'voor je oogen'; - i.m.3: want de vrijmoedigheid van de vrijers, geeft de nijders stof tot achterklap; | |
[pagina 88]
| |
- i.m.4: in-berecht: recht aangedaan, vergolden; - de spreuk in i.m.4 is ontleend aan Mt.7, 2; zie verder Harrebomée 1856-70, dl.2, 50 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune). | |
p.29Annotatie - 601 Hey de bras: wel allemachtig (WNT 3, 1142); - vichten: vechten; - 605 Lestent: onlangs; - worden: werd; - 606 Ionckers-jongen: heertje; - 607 poock: korte degen (WNT 12 1-2, 3315); - 608 slinger-slagen: uithalen, houwen; - 610 'tGasjen: het kereltje; - 611 fel en stijff: flink en hard; - 612 te beucken: hard te slaan; - 614 bloo: vreesachtig, laf; - 616 ruymen 't Landt: trekken zich terug (WNT 13, 1715); - 617 te worde: tot stand; - 618 om vorde: omver; - 619 dan: maar; - 620 weeck: ging uit de weg voor; - 623-4 Dat...oogen-blick: de betekenis is niet duidelijk: zodat ik tegelijkertijd blij en bevreesd was (?); - 626 Hats: uitroep van minachting (WNT 6, 124); - i.m.1: quaet-oudt: op een slechte manier oud; - de glosse sluit aan bij v.606; - i.m.2: loopen: weglopen, vluchten; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 172 (met o.m. verwijzingen naar Servilius, Gruterus en De Brune); - i.m.3: Onwetende...quaet: een fout waarvan men zich niet bewust is, valt nauwelijks ten kwade te duiden (?). | |
p.30Annotatie - 628 Schick...gins: schuif wat op met jullie drieën daar; - 629 most: moest; - kennen: cf. v.627 'Ken'; - 630 nae hoogheyt: naar wat verheven is; - wennen: wenden; - 631 in-siet: kent, doorziet; - 632 licht: gemakkelijk; - aaren: anderen; - 634 Dat: wat; - 635 quack: slag, klap, mep (WNT 8, 671); - 636 myen: mijden; - 637 gemienschop: omgang; - 638 meeren: vermeerderen, toenemen; - 639 smeet: een slag, een klap (WNT 14, 2107); - 643 of: van (WNT 9, 1312); - 644 Ick...lof: ik trek me hieruit terug, ik moei me er niet mee (WNT 11, 126); - 645 te hoven: op te tooien (WNT 6, 1205), maar ook: aan het hof te verkeren (WNT 6, 1204); - 646 veer: ver; - 649 Kal-op, kal-neer: allemaal praatjes (WNT 7, 911) (?); - 650 Geefje: begeef je; - i.m.1: Onkentheyt: onbekendheid; - i.m.2: recht: juist, precies; - aen-merckt: kritisch bekijkt; - i.m.3: genoeghelijck: aangenaam; - gunst: genegenheid, gunstige gezindheid; - i.m.4: i.m.4 sluit evenals de vorige glosse aan bij v.637-40; - i.m.5: mangelen: omruilen, verwisselen (WNT 9, 197); - vaste koopmanschap: betrouwbare manier van handel drijven (WNT 7, 5409). | |
p.31Annotatie - 653 Hemme: hé zeg (WNT 6, 538); - 654 Deumis: ventje (WNT 3, 2457); - gangs...schangden: bastaardvloek: eig.: Gods duizend schanden (vgl. Oudemans 1857, 115-8); - 656 Die...went: die zich van hier naar daar keert, die van de os op de ezel springt; - 657 hem beklappen: kwaad van hem spreken; - 661 veyle: grage, koopbare (WNT 18, 1366); - 662 bijster: erg, onstuimig (WNT 2, 2646); - 665 wie datmen handelt: wie er met mij omgaat, of ook: wie mij aanraakt (WNT 5, 1904 en 1908); - 666 trantel-wandelt: ronddrentelt; - 668 'tGaat...deur: bedoeld wordt: het blijft allemaal straffeloos, het wordt niet ten kwade geduid (WNT 3, 2962); - 669 Nieuwe kost: nieuw voedsel; - 670 | |
[pagina 89]
| |
spaartmen mit: laat men staan voor, zet men opzij voor (WNT 14, 2601-2); - 674 slissen: verminderen, ten einde te komen (WNT 14, 1829-30); - 676 een ouwe Schuyt: een oude (en lekke) boot; vgl. nl. met Cats 1968, dl.1, 'Eerlijcke Vryagie', 87: 'Die een ionghe vrouwe heeft/ en een oudt schip/ hoeft staegh wel te pompen'; - 677 beveynst: vals, veinzend; - 678 weetmen: weet (Soetje) me, kan (Soetje) mij; - klouwen: krabben, maar ook: vleien (vgl. nl. v.680) (WNT 7, 3592); - i.m.1: Ongestadige: onstandvastige; - i.m.3: Harrebomée 1856-70, dl.1, 217 en dl.3, 187-8 (met o.m. verwijzing naar Gruterus); - i.m.4: Harrebomée 1856-70, dl.1, 290 met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune. | |
p.32Annotatie - 679 Daartme...juckt: waar ik nu en eigenlijk nooit jeuk heb; - 680 besuckt: op een ellendige, duivelse manier (WNT 2, 2193); - 683 elworts: elders (WNT 3, 4094-5); - 684 gaat treen: stapt, wandelt; - 686 quam te vooren: overkwam; - 687 ten...an: het ging mij niet aan, het betrof mij niet; - 688 een reys: eens; - 689 Isser...seggens: valt er ook van mij wat te zeggen; - 690 After-klap...weer-leggens: tegen achterklap zijn geen tegenargumenten opgewassen; - 691 baat: voordeel, winst; - 693 Vroet: wijs, verstandig; - 695 deusen Slocker: deze kerel (eig. slokop); - 696 laft: babbelt, praat (WNT 8, 918); - roffelt: babbelt, klapt, snatert, afdreunt (WNT 13, 857); - fleemt: vleit, vleiende woordjes spreekt; - 697 ken stoffeeren: weet in te kleden; - 698 te scheeren: te bedriegen, voor de gek te houden; - 699 Maar...taan: maar ik laat het mij niet raken, ik laat het niet aan mijn hart komen (WNT 16, 870 en 18, 931); - 702 Iy...minder: jij bent daarom nog niet minder waard; - 703 geep: Oudemans verklaart 'geep' in deze passage bij Van de Venne met: links, onhandig, verkeerd (Oudemans 1869-80, dl.2, 404) (?); - 704 Slinger-sleep: iemand die met fladderende klederen ronddwaalt; - i.m.1: knippen: vallen, klemmen (WNT 7, 4675) (hierbij wellicht ook met bijgedachte aan het bewegen van de lippen); - i.m.2: wel-doen: goed doen; - i.m.4: Die...hoort: wie toeluistert zonder dat het gehoorde hem hindert. | |
p.33Annotatie - 705 sleepe-zielen: met haar lijfje (een kledingstuk) ronddoolt, loopt te pronken; - 707 slechjes: eenvoudig, gewoontjes; - 709 Staatigh: deftig, voornaam; - 714 vijse vreemde vasen: vreemde praatjes (WNT 21, 467); - 716 Schier: vlug (WNT 14, 562); - 717 trecktse...pekel: hekelt, berispt ze (Stoett 1943, dl.2, 48-9, nr.1560); - 719 mit een treck: in een haal, trek; - 720 heet...beck: wat dus wijst op dubbelhartigheid (ontleend aan één van de fabels van Aesopus) (Stoett 1943, dl.2, 485, nr.2532 en Tuinman 1726, dl.1, 186); Van de Venne heeft deze fabel van de sater en de boer bewerkt als nr.9 in zijn Sinne-fabulen ter illustratie van 'Wie dubbel-mondich spreeckt'. De spreuk die daar de verzen begeleidt, luidt: 'Bysonder maeckt VVonder'. Vgl. hiervoor ook met het in margine dat v.719-20 begeleidt: 'De Tong is een Wonder II En doet veel by-sonder' (eigen cursivering); - 723 as ick leeff: zo waar ik leef; - 724 loose: listige, bedrieglijke; - 725 songder jocken: zonder liegen, maar ook: zonder gekheid (WNT 7, 325 en 327); - 726 Strijck: Soetje doet haar naam eer aan: strijken betekent immers ook: vleien (WNT 16, 68); - 727 een Dubbel-taal: een huichelaarster (vgl. Oudemans 1857, 96); - 728 micchel: groot, zeer (WNT 9, 653) (?); - al te maal: al te vaak, of | |
[pagina 90]
| |
ook: volkomen (?) (vgl. WNT 2, 291); - 730 Kluchje: grappigheid, zottigheid; - 732 helt over jou: is je toegenegen (WNT 6, 516), maar ook letterlijk: hangt over jou (vgl. v.733); - i.m.1: De...verêeren: vrouwen hebben graag lange kleren, maar ook: lange kleren zetten de vrouwen meer luister bij, geven aanzien, eer, status aan een vrouw; - i.m.2: Statigh...matigh: deftigheid behoort tot de goede matigheid; cf. verder de toelichtingen bij i.m.1 van p.3; - i.m.3: Cf. het commentaar bij v.720; - i.m.3 sluit aan bij v.719-20; - i.m.4: Dubbelmondigh...bondigh: door de dubbelhartigheid spreekt men nl. niet rechtuit of zonder omwegen (?). | |
p.34Annotatie - 735 Mit: meteen (WNT 9, 620); - 736 Dat...omvardt: dat ik bijna helemaal omviel; - 738 veegje: iets kwaads, een roddel (WNT 18, 1054-5); - 742 een Steedsche Paarde-Ryer: een ruiter uit de stad; - 743 een witte-brootjes Kindt: een gefortuneerd, bedorven heertje (Stoett 1943, dl.2, 512, nr.2598); - 744 leegh-gaen: ijdel nietsdoen; - 747-8 Geen...gaet: een boer begrijpt niet hoe een leeggaand heertje aan de kost komt, waarvan het leeft; vgl. met de uitdrukking: ''tIs, zegt men, den boeren niet wys te maken, hoe de soldaten aan den kost komen' (Tuinman 1726, dl.1, 126); - 751 dan...reys: dan gerust wel een keer; - 755 Wangt se heyter: want ze heeft er (nl. van de vrijers); - 760 goet voer: goed voedsel, lekker eten; - i.m.1: Niemant...macht: niemand lacht zo hard dat het zijn krachten te boven gaat, zodat hij geen krachten meer heeft; - Lammert Gijsen heeft, zoals blijkt uit v.735-6, zelfs de kracht niet meer om rechtop te blijven staan; - i.m.2: Ledigheydt: luiheid, het ijdel nietsdoen; - is Voedster: werkt in de hand, geeft voedsel aan, zorgt voor; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 461 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune); - i.m.3: cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 140 (met o.m. verwijzing naar Sartorius); - i.m.4: Ruymte kan derven: overvloed kan iets missen (WNT 13, 737), maar ook: overvloed heeft wat te verliezen (WNT 3, 2431); - Harrebomée 1856-70, dl.2, 233 licht i.m.4 toe met: 'Die vol-op heeft, behoeft niets meer'; - i.m.5: lecker: kieskeurig (WNT 8, 1517). | |
p.35Annotatie - 761 versparen: verwisselen (WNT 14, 2601-2); - 765 Isset...rallen: valt er op geen andere manier met jou te praten (WNT 12 3, 215); - 766 niemendalle: helemaal niet; - 767 om tjockjes: voor de lol, slechts om te stoeien; - 768 En...glijt: en je van de ene naar de andere wendt; - 773 rechjes: juist, rechtuit; - 774 slechjes: eenvoudig (WNT 14, 1614-5); - 778 pompen: broekspijpen (WNT 12 1-2, 3213); - 780 vol en soet: vol zoetigheid; - 781 Schreumer: bangerik; - 782 wangten: wanten; op de gravure op p.271 wordt Lammert Gijsen inderdaad met wanten afgebeeld; - 784 Doet...Mey: doe de maand mei geen oneer aan; - 785 verkleunen: van de koude verstijven; - 786 Asmen...steunen: cf. de gravure op p.271; - 787 En...stroo: vgl. met de gravure p.271; stro in het schoeisel hield de voeten warm; - i.m.1: verliestmen...d'ander: verliest men soms het eigen bezit; m.a.w. komt men soms bedrogen uit; - i.m.2: Van...breken: over zichzelf mag men razen (?) (Oudemans 1869-80, dl.1, 819); - i.m.3: Harrebomée 1856-70, dl.1, 173 met o.m. verwijzingen naar Gruterus en Cats. In Cats' Spiegel wordt het gezegde opgenomen tussen spreekwoorden die | |
[pagina 91]
| |
gemakkelijkheidsoplossingen voorstellen: 'Vreesje voor de blixem? soo duyckt', 'Een vergeten man/ isser best an', 'Ongebonden best', 'Luttel onderwints/ groote rust' (Cats 1968, dl.3, 'Christelijcke Bedenckingen', 146). | |
p.36Annotatie - 790 kacke-hiels: pijnlijke winterhielen (WNT 7, 892); - 792 althans...deegh: nu niet in orde (WNT 2, 297); - 793 meenen: denken; - 794 Datje...scheenen: dat je een blauwtje hebt gelopen; - 795 stierje...boort: stuurt je wandelen; - 797 Wilje wel-doen: wil je iets goeds doen; - gaat verschuyven: ga naar een andere plaats; - 798 Loop...kluyven: m.a.w. trek weer op met Soetje; - 801 Subbert: sukkel, lummel (WNT 16, 434); - 802 nae: naar; - 803 al-kacks: kwansuis, zogezegd (?) (vgl. WNT 7, 874); - 804 Roopt: roept; - 805 Schickje...'tjouwe: neem meteen je plaats in bij je eigen meisje; - 806 Gaat...douwe: loop vooraan met Soetje verder te drummen; - 809 Wilje...achter: wil je een Fijtje worden dat achteraan loopt; - 810 Veeste-wachter: nl. doordat men achter iemand stapt; - 811 Isset...doen: is dat niet de bedoeling (m.n. om een 'Fy gaat achter' of een 'Veeste-wachter' te worden); - 812 bevroen: begrijpen (WNT 2, 2365); - i.m.2: dwingen: knellen, niet passen (WNT 14, 745); - i.m.2 sluit met 'kleeren' aan bij v.791: 'wat ick anme dreegh' en als geheel ook bij v.792; - i.m.3: lichtelijck: gemakkelijk; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 446 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune); - i.m.4: Achter-volgers...Voor-gangers: m.a.w. navolgers zijn geen gangmakers (?). | |
p.37Annotatie - 813 Luyster-praatje: afluisteraar; - 814 Van...Iaatje: m.a.w. van wat twee geliefden elkaar zeggen; - 816 Steelt...niet: wie afluistert, steelt nl. het afgeluisterde gesprek; - 817 Gaawe...me kander: laten we terug met elkaar gaan (zoals ze oorspronkelijk liepen: Fijtje met Lubbert en Soetje met Lammert); - 818-9 Schickt...om: neem je plaats in en verwissel wat van plaats met iemand anders; beweeg je wat, wat rechts, wat links en wat draaiend ('rechts' lokt nl. 'slincks' uit; 'slincks' kan echter ook krom betekenen en lokt dus op zijn beurt 'krom' uit: ter aanduiding van het draaiende geharrewar), draait, ga een stapje achteruit en draai je om (MW 7, 2550); - 821 Ick...Fijtje: ik (ben) nu opnieuw bij mijn Fijtje; - 825 Of: indien; - 827 een lutje graagh: een beetje hongerig (WNT 8, 510); - 828 Iocksel...Maagh: honger kriebelt me in de maag; - 829 Mijn...smeeren: ik heb geen zin om veel te slempen; - 830 'kHoor jy-luy: ik merk dat jullie; - 831 'kHeb...an: ik ken hier; - 832 Rechte...licht: echte vrienden nodigt men gemakkelijk uit; - i.m.1: de nijd kent nl. geen rust; vgl. hierover de in Pers' Nederlandse vertaling van Ripa's Iconologia opgenomen verzen over de nijd: 'Geen slaep versteurt haer nachten langh, // Maer stadigh is haer ziel belaeden. // In 't hert daer leyt een worm die knaeght, // De dolle Nijd haer selven plaeght' (Ripa 1971, 351); de nijders zijn immers traditioneel een constante bron van onrust bij de geliefden (Coigneau 1980-3, dl.1, 41 en 69); - i.m.2: Goet...wel: wat op een goede manier bij elkaar werd geplaatst, past wel; - vgl. met p.56, i.m.4: 'Dat wel staet/ voegt niet qualijck'; - i.m.3: Genoegen...voegen: tevredenheid impliceert inschikkelijkheid (WNT 6, 414); - vgl. met Cats' Spiegel in het kapittel met spreuken 'Rakende de onderlinge plichten tusschen man en vvijf': (Cats 1968, dl.2, 5): 'Een buyghsaem hert dat ken hem voegen, // En wijsheyt laet | |
[pagina 92]
| |
haer haest vernoegen'; - i.m.3 sluit met 'voegen' aan bij v.821 waar Lubbert zich opnieuw bij Fijtje heeft gevoegd. Kennelijk wordt in dit in margine op de ambiguïteit van 'voegen' gespeeld: Lubbert neemt vrede met zijn eerste liefde Fijtje door zich bij haar te voegen, terwijl hij zich daardoor precies ook inschikkelijk betoont; - i.m.4: vgl. met p.61, i.m.6: 'Wie Eer steelt // Die meer steelt' en p.216, i.m.4: 'Om Eer // En meer' en met Cats' Spiegel in het kapittel 'Liefdes Kort-sprake': 'Let op u eer, en houdse net, // Het witste kleet is eerst besmet' (Cats 1968, dl.1, 47); - i.m.5: haest: vlug; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 442 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune). | |
p.38Annotatie - 834 schaa-vrient: slempgast (eig. een vriend die schade aanbrengt); - hengen: toelaten, gedogen (WNT 6, 574); - 835 Dubbel-teeren: met twee op iemands kosten verbruiken (nl. Soetje én Lammert zouden zich dan te goed doen op kosten van Kniertje Nicht); - 836 scheyt...off: doet de vriendschap teloorgaan; - 838 slijpt de straten: loop wat doelloos door de straten (WNT 14, 1749); - 839-40 wat...wacht: wat op moet wachten; - 842 Knapt...broopkje: eet de kruimels uit je broek op (WNT 8, 404-5); - 843-4 Die...gedeert: wie zich met een kleinigheid voedt, heeft nooit last gehad van slempen (WNT 4, 1521); - 845 beschaamde kaken: nl. omdat men zich als een 'schaa-vrient' gedraagt; - 846 Om...maken: om te kunnen smullen; - 847 schuymen: klaplopen, op de kosten van anderen teren; - 848 berecht: terechtgewezen; - 849 Wongder: vreemd; - 850 wat...vooren: wat doet zich aan ons voor, wat overkomt ons; - 852 mé: ook; - 853 'Kweet...vallen: ik weet niet wat er van (de tafel) zou vallen (voor jou) (?); - 854 gien soppe smallen: op geen beetje, hapje kijken (WNT 14, 2063 en 14, 2524) (?); - 856 Gast-in...genomt: een gaste word genoemd; - i.m.1: teerende: slempende; - Harrebomée 1856-70, dl.2, 379 licht dit gezegde bij Van de Venne verder toe als volgt: 'Schadelijke vrienden zijn zij, die alleen vriendschap betoonen, om hun zelfs wil, en alzoo inderdaad met terende vyanden zijn gelijk te stellen'; - i.m.3: Onbeschaemde...voedsel: onbeschaamde stukken (dus kerels) geven weinig te eten; 'brocken' kunnen immers zowel verwijzen naar kerels als naar voedsel (WNT 3, 1494); - i.m.4: i.m.4 sluit aan bij v.846; - i.m.5: Bederf...Ey: m.a.w. wees niet te zuinig; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 178 en dl.3, 177-8 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus, Servilius, Sartorius en De Brune). | |
p.39Annotatie - 857 dats een pretje: dat is pas een leuk meisje, iets leuks (?); - 858 Lecker-praat...vetje: woorden over lekker eten vormen nog geen vet hapje, aangename woorden gelden niet veel (WNT 21, 145); - 860 hy...hooft: nl. van teleurstelling omdat hij niets gekregen heeft; - 861 Nichjes-Nicht: nl. Soetje als nicht van Kniertje Nicht); - staaje: blijf je nog staan; - 862 Soet vol wils: lieverd vol plannen, Soetje vol bedoelingen (nl. om naar Kniertje Nicht te gaan) (?); - 863 asje sprack: nl. in v.831-2; - 864 flus, oock of nou strack: aanstonds, of ook nu binnenkort (WNT 15, 2106-7); - 865 geleyen: begeleiden; - 867 of-scheyt: afscheid; - 869 Soet geselschop: gericht tot Fijtje en Lubbert; - 870 Ondanck: ondankbaarheid; - 871 Van...bestaan: van mij of van mijn naaste verwanten; - 872 Hou los: laat me los; - 873 Spullen: kermistenten (WNT 14, 2685); - kijcken: bekijken; - 874 wijcken: weggaan; - 875-6 Soockje...ly: indien jullie | |
[pagina 93]
| |
mij zouden zoeken, weet dan dat ik bij jullie terugkeer wanneer ik honger begin te krijgen; - 877 noodt: uitnodigt; - i.m.1: luttel: weinig; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 215 (met verwijzing naar o.m. Gruterus en Sartorius); - i.m.2: Goedt...quaet: een goede begeleiding zorgt ervoor dat er geen kwaad kan geschieden; - i.m.3: Derven...erven: bedoeld wordt: wie iets ontbeert, bezit het niet; - i.m.4: haest te locken: gemakkelijk, vlug naar zich toe te halen. | |
p.40Annotatie - 878 Niet...Tasje: (hier valt) niet te kloppen op het geldbeursje (zodat het geld eruit valt); - 879 gielen: azen op (WNT 4, 2340); - Keurs: geldbuidel; - 880 Vrienden...beurs: geldstukken; - 881 lienden: zou lenen; - 882 ronde Beurse-vrienden: muntstukken; - 884 sift: verkrijgt, weet los te krijgen; - 885 Niet...geven: (hier valt) niets te lenen of te geven; - 886 Daar...bedreven: daarmede is niets uitgericht; dat stelt niet veel voor (WNT 2, 1231); - 887 Asset...schoogh: de betekenis van 'schoogh' is erg onduidelijk: wanneer ik in nauwe schoentjes zit, ben je niet behulpzaam, vrijgevig, inschikkelijk (?); - 888 Of...loogh: Lammert zou dan m.a.w. niet in moeilijkheden verkeren; - 889 Vryers, Sack-vol-leugen-liegers: vrijers zijn leugenaars die een zak vol leugens bijeen kunnen liegen (of: leugenaars met een zak vol leugens); - 890 En...vuylbedriegers: en sommige (zijn) vuile bedriegers; - 892 re'en: verstand; - 894 maackt...tegen: maak het toch niemand onaangenaam (WNT 16, 1257); - 896 gin dagh: goeiedag (WNT 5, 347); - 897-8 Wat...hinder: wat doet hij anders dan min of meer onze liefde beletten en in de weg staan; - 899 breeck-spul: spelbreker; - vanje kant: van je zijde; - 900 Van...laager-landt: van de hoger gelegen wal naar het lager gelegen land (Lammert moet dus worden weggestuurd); - i.m.2: scheydt vriendschap: jaagt de vriendschap weg; - vgl. i.m.2 met v.836: 'Schade scheyt de vrientschop off'; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 241 met o.m. verwijzing naar Gruterus, Cats en De Brune; - i.m.2 sluit aan bij v.881-2; - i.m.3: 'Tzijn...draegt: m.a.w. geld is je beste vriend; - i.m.3 sluit aan bij v.882: 'de ronde Beurse-vrienden'; - i.m.4: cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 18 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune); - i.m.4 sluit aan bij v.891-2; - i.m.5: Daer...maken: wanneer men ergens een foutje aan bemerkt, dan hoeft men nog niet alles te verwerpen. | |
p.41Annotatie - 901 blijft alleene: Lammert neemt in deze verzen op zijn beurt afscheid van Fijtje en Lubbert; - 904 gaare: graag; - 905 Noch...liever: maar nog meer; - 906 Bloetje: kerel, sukkel (WNT 2, 2878-9); - 907 flus: daarnet (WNT 3, 4592);- al-gin-dagh: goeiedag samen (WNT 5, 347); - 908 gebeyt: gewacht (WNT 2, 1539); - 909 schuyfje: ga je stilletjes verder; - 910 kluyfje: hier wellicht: treuzel je, aarzel je (?); vgl. met i.m.3; het WNT verklaart deze passage bij Van de Venne minder duidelijk met peuteren (WNT 7, 4443); - 911 Komje...an: kom je niet onmiddellijk; - 912 Weunt: woon, blijf; - 913 Quetter-snetter: snaterende babbelgans; - wat...worde: wat gaat er nu gebeuren, wat krijgen we nu; - 914 Tater-snater: babbelvent; - Jorde: vent (eig. domme, droge, onnozele sukkel, WNT 7, 439); - 915 dra: meteen; - 916 volgdme na: volgt men; - 918 deur de aarde: over de grond; - 919 Gien...haast: niets (zo gaat het gezegde) wordt met haast gedaan; - 920 Of: anders; - verbaast: verrast; - 921 | |
[pagina 94]
| |
Huy: hei (tussenwerpsel) (WNT 6, 1209); - stap an: stap voort; - rasjes: vlug; - 922 Houje tretjes: hou je in tred, blijf doorlopen; - i.m.2: Wie...verdriet: wie tevergeefs wacht, zal teleurgesteld worden (nl. omdat hij te vergeefs wacht); - i.m.3: voor-baet: voordeel; - langhe nae-smaeck: langdurige nasmaak; door veel en lang te kluiven verliest men nl. de winst die men zou kunnen maken door niet voortdurend aan hetzelfde been te blijven knagen, terwijl men bovendien een langdurige nasmaak heeft van het kluiven aan dat ene been; - i.m.4: Beminje...dat: bedoeld wordt: als je iets graag hebt, dan verwerf je dat ook (nl. doordat je er zo naar tracht en voortdurend poogt om het te vinden); - i.m.4 sluit aan bij v.916 maar ook bij 'Minje' uit v.915. | |
p.42Annotatie - 923 goelijck: zachtjes, kalmpjes aan (WNT 5, 383); - setje fier: neem een fiere houding aan; - 924 sleept...kieremier: zwier en maak een kunstige draai (WNT 7, 2794); - 925 scharle-beent: zet je benen wijd uiteen (WNT 14, 293); - streeft: stap flink vooruit; - 926 Schongel-narremt: zwaai wat met de armen (WNT 14, 793 en 9, 1559); - puft: hijgt; - paggelt: loop een beetje waggelend (zoals ganzen) (WNT 12 1-2, 150); - 927 Setje...pruym: zet een preuts pruimemondje (WNT 12 1-2, 4092 en 4624); - 928 Sonder schuym: zonder dat er schuim op je lippen komt; - 930 laete glippen: zich laten ontvallen; - 931 Wie...handt: wie op zijn woorden let en zijn handen in bedwang houdt; - 934 neder-sacker: iemand die zijn fikse houding laat verslappen (vgl. nl. met v.937: 'Maack geen bocchel as een Kater'); daarnaast wellicht ook fecalisch bedoeld: iemand die wat naar beneden laat zakken (cf. nl. v.935: 'Die wat vuyl, en mufjes stinckt'); - 935 mufjes: onfris; - 936 Trecke-schinckelt: trekkebeent (WNT 14, 433); - hincke-pinckt: wat hinkend loopt; - 937 Maack...Kater: zet geen hoge rug zoals een kater; - 938 Roche-belt: rochelt; - snater: toeter, neus; - 939 Schortje wangen: lett; bind je wangen op; haal je hangende wangen omhoog (WNT 14, 908-9); - 940 Sleck: slak; - 942 gesochte: uitgelezen (WNT 4, 2237); - 943 dat...toe: dat heb ik, daar zwijg ik over, dat houd ik gesloten (?); - 944 hoe: op welke manier; - 946 Eer...vergeten: vooraleer ik het vergeet; - 948 slimmen: slechte, scheve (WNT 14, 1773-6); - i.m.1: Is...moelijck: is welwillend niet lastig; m.a.w. is welwillendheid niet een lastige zaak; - i.m.2: recht: juist; - baert: brengt (...) voort; - i.m.4: 'tls...zijn: wat men beslist moet vinden, dat zoekt men onophoudelijk (WNT 18, 687-8); - i.m.5: cf. Harrebomée 1857-70, dl. 1, 135 (met ook een verwijzing naar De Brune). | |
p.43Annotatie - 949 schick'lijck: passend, geschikt (WNT 14, 642); - 950 gebrecksel: een gebrek; - 951 Hallif wijs: (is hij of zij nu) half wijs; - vreck: vrekkig; - 952 Hackel-achtigh: stotterend; - snel...beck: praatziek, rad van tong; - 953 Sever-lippigh: kwijlerig; - 954 Hacke-billigh: met bultige billen; - 956 het...deel: m.a.w. iedereen vindt een partner (vgl. met de huwelijksallegorie op Van de Vennes grisaille met de banderol 'Elck moet sijn deel hebben'; cf. dl.III, B, hoofdstuk 3, §4); - 957 slechte: gebrekkige; - 958 Borsjen: kereltje; - tammert: sul, sufferd; - 960 slim: slecht; - bockt: als dat zijn bokkesprongen aangeven, als hij zich voordoet; - 961 al...douwen: maar verder duwen; - 962 voor-word stouwen: verder vooruit duwen; - 963-4 Hy...drijft: wie varkens voor zich uit drijft, weet | |
[pagina 95]
| |
zeker waar ze zijn en wat er met hen gebeurt; - 965 Lijckje: vergelijk je; - by: met; - 966 twee...reysjes: twee keer; - 967 met: voor; - 968 waar...mijn: waarmee taxeer je mij dan; - 969 By...wachten: met een schaapje dat men moet bewaken, hoeden; - 972 verkracht: overweldigt; - fel betiert: hevig tegen je tekeergaat; - 973 bethoonen: aangeven (?); - 975 Mit...Kruyt: met de bruids-krans; - 976 Daar...Bruyt: waarmee jij, Fijtje, de bruid zou zijn; - i.m.1: de glosse sluit aan bij v.956; - i.m.2: Elck...Daerom: alles heeft zijn reden; - vgl. i.m.2 met Visscher 1949, 70: 'Elck zijn waerom': ook daar wordt het gezegde gebruikt om de geldzucht te illustreren; - i.m.2 sluit aan bij v.963-4; - i.m.3: bewacht: bewaakt; het feit dat men iets bewaakt, toont al aan dat wat bewaakt wordt, de moeite loont; - i.m.3 sluit aan bij v.969. | |
p.44Annotatie - 977 al-ree: reeds; - 978 verde: ver; - 979 schickt: een regeling treft; - gist: beraamt, meent te kunnen uitvoeren; - 980 veul-tijds: vaak; - 981 Praat...puysjes: spreek over wat anders, over hondjes, katjes (WNT 12 1-2, 4773); - 983 kacke-stil: privaat (WNT 7, 903); - 985 Meenjet...Fronsse: bedoel je het zo, mijn Fijtje die zo graag de wenkbrauwen fronst (en dus boos is en kijft); - 986 frisse: flinke, wakkere; - Gonsse: babbelaar (WNT 5, 399); - 989 deuntje: gekkigheid, grap; - kluytje: grap, klucht; - 990-1 Wech...vracht: met deze zegswijze geest Fijtje aan dat zij niet meer wil horen van Lubbert (WNT 14, 1170); - 992 meent...sacht: gaat zachtjes te werk; - 993 tuyrtjes: vreemde, wonderlijke manieren van doen (WNT 17 1-2, 4374); - 995 stoffeertet mooy: kleed het mooi in, smuk het mooi op; - 996 een...gooy: een losse zwier; - 998 een aar: iemand anders; - ten besten: te grabbel; - 999 Lijcke-liens: het is me allemaal gelijk; - trap...staa: sta te trappelen; - 1000 vyer-genaa: vurige genade (uitroep; cf. Fra.: 'de grace') (?); het is wellicht wat al te ver gezocht om hier woordspel met het Latijnse 'virginea' (maagdelijke) te vermoeden; - i.m.2: rekenschap: afrekening; - i.m.2 sluit aan bij v.979-80; - i.m.3: niet: hier wellicht: niets; - klappen: spreken; - i.m.5: in't eerste: in het begin; m.a.w. de eerste ijver verslapt vlug; -i.m.5 sluit aan bij v.992 waarin wordt uitgedrukt dat men in de liefde niet te onstuimig mag tewerk gaan. | |
p.45Annotatie - 1002-3 'kLick...doen: ik doe me niet anders voor dan ik ben; - 1004 vermoen: vermoeden; - 1005 troetje: sukkel, stakker (WNT 17 1-2, 3034); - 1006 wat...jy: waarover sprak je; - 1007 Doen as: toen; - 1008 niet...dingh: helemaal niets; - 1009 quackjes: grapjes, malligheidjes (WNT 8, 672); - 1010 kacker-lackjes: beuzelingen, grapjes (WNT 7, 908); - 1011 Schoot...speck: zei ik haar soms flink de waarheid (WNT 14, 586); - 1013 goelijck: aardig, mooi, lieftallig (WNT 5, 381); - 1014 moelijck: lastig; - 1015 Hiel: hield; - 1019 Flusjes: daarnet, zoëven; - 1020 Fijtje...sin: Fijtje valt op Lammert; - 1021 jockens: grapjes, leugens (WNT 7, 319); - 1022 heenen lincken: wegsluipen (WNT 8, 2439); - 1024 Sijn besluyt: wat er in hem omging; - was...slot: raakte kant noch wal (WNT 18, 246); - 1025 Krom-slom: erg krom (WNT 14, 1866); - rechtvaardigh: wellicht als contrast met 'Krom-slom' (vs. 'recht-vaardigh'); - 1028 dwongh: onder de knoet hield; - i.m.1: af-keerlijcke: verwerpelijke; - i.m.2: Spotten...verstaen: m.a.w. wie zelf spot, verdraagt gekheid | |
[pagina 96]
| |
(van een ander); - i.m.3: In-vallen...uyt-vallen: m.a.w. wie invallen heeft, brengt ze ook naar buiten; - i.m.4: Open-hartigheyt...open-mondigheyt: wie openhartig is, zegt ook wat hij denkt en doet zijn mond open. | |
p.46Annotatie - 1029 Dan: maar (WNT 3, 2274); - 1032 Al...duyr: wie suft, doorslaat, blijft niet lang op een zelfde plaats (WNT 9, 144 en 3, 3682); - 1034 bejagen: trachten voor zich te winnen; - 1035 van...langh: sinds lang; - 1036 Heyt...Soete-gangh: met Soetje liep; - 1037 sonder missen: zonder dat ik me vergis; - 1038-9 as...wissen: ongetwijfeld (MW 9, 2703); - 1040 mit...twien: met twee; - 1041 goedste: liefste; - 1042 Bey: wacht; - 1043 Lubbe-quick: snelle Lubbert; - 1044 effen...oogen-blick: zo plots, ineens; - 1045 vlotten: verdergaan, weggaan; - 1046 mit...vermeten: me verstouten voor deze vraag (WNT 20 1, 1354-5); - 1047 quant: kerel, snaak; - 1051 Present: dat kostbare meisje (WNT 12 1-2, 4038); - 1052 e kent: gekend; - 1053-4 Strijck-Fransje (...) Vette Iansje: beide namen connoteren ook de rijkdom van Soetjes ouders; - i.m.1: Ongestadigh // Ongenadigh: onstandvastig is al te erg (vgl. WNT 10, 1638); - i.m.2: Liever...verseeren: liever terugkeren dan zich pijn te doen (door nl. verder te gaan); - i.m.3: Eerlijck: eerbaar; - en...geen: brengt geen voordeel aan. | |
p.47Annotatie - 1057 Om...weten: om haar bezit of om haar verstand (vgl. nl. met i.m.1); - 1058 vermeten: stoutmoedig; - 1059 te spraack: wat aan de praat; - 1061 Lijcke-wel...belustigh: het lijkt wel of je geïnteresseerd bent; - 1064 En...gaan: dus: waar hij thuis is; - 1065 Meugh-bet: eig. hier: Lammert die naar iets beters zoekt (nl. Soetje), of wordt hier verwezen naar Fijtjes interesse voor Lammert? Ze zoekt dan iemand anders en beters (dan Lubbert); - Lamme-Soet-an-raker: bedoeld wordt: Lammert, de tamme vrijer van Soetje; - 1066 Pijn-Aker: een dorp even buiten Den Haag; - 1067 Dellif-gaauw: plaats in Delfland, niet ver van Den Haag; - 1068 naeuw: precies; - 1069 soo raaje: zo gis je; - 1070 Wanneer gaaje: wanneer stap je verder; - 1071 'tSchijnt...ree: je lijkt niet veel zin te hebben, niet erg bereid te zijn (WNT 12 3, 998); - 1072 je...stee: je blijft zo verdomd op dezelfde plaats staan (WNT 2, 193 en 2501-2 en 15, 906); - 1074 flusjes...krijgen: cf. nl. v.1030-1; - 1078 Dellifs-biertje: Delft was nl. bekend voor zijn brouwnering (Jol 1933 en Van Leeuwen-van Dijk e.a. 1985; over de moeilijkheden tussen Den Haag en Delft i.v.m. de brouwnering, zie ook Timmer 1916); - 1079 Mom: soort bier (WNT 9, 1042); - 1080 noom kool: oompje (WNT 9, 2118 en WNT 7, 5353); - i.m.1: i.m.1 sluit aan bij 'goedtjen' en 'weten' uit v.1057; - i.m.2: Nae-komers: kinderen; - voorderlijck: een voordeel; eig.: bevorderlijk (WNT 22 1, 1182); - i.m.3: Loff...waen: eig.: de lovende woorden die men uitspreekt terwijl men aan het gissen is (vgl. nl. Lubberts woorden over de afkomst van Lammert en Soetje worden in v.1068 teruggebracht tot: 'Doch, 'ken weetet niets te naeuw'), zijn slechts (gebouwd op) schijn, veronderstellingen. | |
[pagina 97]
| |
vette en grote stukken zou kunnen maken, hakken; - 1089 strijcken: berispen (WNT 16, 41); - 1090 jou...blijcken: je gebreken aan het licht komen, worden gebracht; - 1091 uytje sin: boos; - 1094 Duycker: duivel (WNT 3, 3577); - 1095 Schoffel-brockje: slenteraar, lamzak (WNT 14, 767); - 1096 Hompel-pompje: strompelaar (WNT 6, 894); - douwte-kaas: zachte kerel, zachte kaas (vgl. WNT 3, 2310-1); - 1097 Todde-dick-neus: voddige dikneus (WNT 17 1-2, 296-7); - wiggel-slodder: waggelaar, strompelaar (MW 9, 2458 en WNT 14, 1838); - 1098 Kibis-kobis: de precieze inhoud van dit scheldwoord is niet duidelijk; - Modder-flodder: modderwroeter (vgl. WNT 3, 4565); - 1099 Ellif-ribbe: lange kerel (WNT 3, 4072); - slinger-slonck: waggelaar (vgl. WNT 14, 1870); - 1100 Plugge-praccher: hoerenloper of ook: pronkende lummel (WNT 12 1-2, 2604-5 en 3810-1); - Funne-fonck: dronken schavuit (vgl. nl. WNT 3, 4618 en 4707); - 1101 Langh-in't-wambis: luiaard (?) (vgl. luiwammes en WNT 8, 3301); - hasse-basser: vitter, ruziemaker (WNT 6, 112-3); - 1103 Henne-taster: huissloof (WNT 6, 579-80); - 1104 Gorten-telder: keukenmoeial; eig. die de gerstkorrels telt, die zich met alles van het huishouden inlaat (WNT 5, 450); - hoetelaer: knoeier, treuzelaar (WNT 6, 827); - 1105 Bedde-schudder: het bed werd nl. opgeschud om terug in vorm te komen; - 1106 Vyer-an-legger: jij die het vuur in huis aanmaakt; - Spinne-pleger: eig.: iemand die op de spinnen let (WNT 12 1-2, 2505): vandaar dus ook zoveel als: huissloof; - 1107 Quijle-babbe: zeveraar (WNT 8, 781); - futsel-kous: prutser (WNT 3, 4717); - 1108 Roere-potje: keukenknecht (WNT 13, 794); - mengel-sous: sausjesmaker; - 1109 Al-besnapper: kwaadspreker (WNT 2, 2059); - snater-geckje: babbelaar; - 1110 Hallif-schickje: die alles half en half in orde brengt (?); - 1111 Kever-kinne: jij met je scherpe kin (WNT 7, 2729); - roffel-mondt: babbelaar (WNT 13, 857); - 1112 Troggel-sackje: bedelaar, afperser (WNT 17 1-2, 3079-80); - i.m.1: Leelijck...Heer: m.a.w. noch een boer noch een heer hebben er last van als ze lelijk zijn; - i.m.2: beveynsde: voorgewende; - i.m.4: Veel...laacks: m.a.w. wie veel praat heeft, dient misprezen te worden (sluit dan aan bij v.1109-10), of ook: wie veel praat heeft, weet veel kwaad te vertellen (sluit in dit geval vooral aan bij 'Al-besnapper' uit v.1109). | |
p.49Annotatie - 1114 by elven: elf uur; - 1117 veyle: dikke, vette, 'weelderige' (WNT 18, 1361); - Schongel-broockje: waggelaar; eig. slingerbroek (vgl. WNT 3, 1577-8); - 1118 neut: nootje; - 1121-2 Die...laten: vgl. met Van de Venne 1623, 14: 'Neuties-kraecken is goet, voor die niet veel en kunnen praten'; - 1123 knapt: bijt; - 1124 gesnapt: gebabbeld (WNT 14, 2257); - 1128 Suycker-struyff: omelet met suiker; - 1131 Rijsten-Brouw: rijstebrij (WNT 3, 1354); - 1132 wist...jouw: wist ik nog meer voor jou te verzinnen; - 1134 Lusje...gien: heb je nu geen zin in; - 1136 Prol: een boerenlekkernij (WNT 12 1-2, 4393); - monckel-goet: iets om op te knabbelen (WNT 9, 1075); - Garnaets-Jongen: garnaalverkopertje (WNT 4, 298); - tusschen indringende: terwijl hij zich tussen de mensen door wringt; - 1138 goe-koop bouten: goedkope garnalen (WNT 7, 2384-5); - 1139 Alykruycken: zeeslakken; - krul: gekruld (WNT 8, 482); - 1140 Heete Kluyvers: begerige snoepers, maar ook: snoepers van hete gerechten; - dul: gek; - i.m.1: i.m.1 sluit aan bij v. 1113 waarin wordt gereageerd op Lubberts inschatting van zichzelf in v.1093-112; - i.m.2: Ledigh...voort: m.a.w. het ijdel nietsdoen heeft ongunstige gevolgen; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 461 (met | |
[pagina 98]
| |
o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune); - i.m.3 Sonder...quaet: wie zwijgt, zegt niets verkeerd; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 48 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune); - i.m.3 sluit aan bij v.1124; - i.m.5: Lust ontrust: begeerte brengt onrust mee; - vgl. i.m.5 met Cats 1968, dl.3, 'By-spreucken en gront-regels tot onderhoudinge vande gesontheyt', 3: 'Wt lust // Onrust'. | |
p.50Annotatie - 1142 Maatje: vriendin; - 1144 ter smuyck: in het geniep (WNT 14, 2220); - 1146 Mengel: mengeling, hoop (?); - 1148 'kHouje vry: ik betaal voor jou; - 1151 van me Kennis: van diegenen die mij kennen; - 1152 Sleeptmen...mondt: bekritiseert men iemand; - 1153 Aerd-aeckers: aardnoten, aardeikels; - 1154 Schier: bijna; - Hylijck-makers: huwelijksmakers, soort koek bedoeld als liefdesgift (WNT 6, 746-7); - 1156 Elcke...kaack: m.a.w. stop je wangen vol met grote happen; - 1157 Oly-koockjes: oliekoekjes (gemaakt van meel, krenten, eieren en van stukjes gesneden appelen, in raapolie gebakken) (WNT 10, 116); - Korentjes: krenten (WNT 8, 162); - 1158 Sincke-neutjes: bepaalde soort nootjes, zinknootjes, volle nootjes (WNT 9, 2147); - 1159 jou Kleuters: jullie meisjes (WNT 7, 3991); - 1159-60 die...gaat: vgl. nl. met v.1121-2; cf. ook de toelichting aldaar; - 1161 mongt: mond; - Boockend'-Koockjes: boekweitkoekjes (WNT 3, 132); - 1162 Die...roockjes: die hier goed roken, walmen; - 1165 schangde: schande; - 1167 proppe-muylen: met de mond proppensvol kauwen; - 1168 slocken saagh: zag schrokken; - i.m.1: Aenbiedingh: het aanbieden; - i.m.2: Goet...hoop: op een goede manier kopen is op een aardige manier zijn bezit uitbreiden (?); - i.m.2 sluit wellicht aan bij v.1141-3 waarin Tamme Lubbert Fijtje goedkoop snoepgoed aanbiedt; - i.m.3: maeckt verwijt: brengt verwijten met zich mee; - i.m.3 sluit aan bij v.1149-50; - i.m.4: Aensien...snoeplust: bij het zien alleen al, krijgt men er zin in; - i.m.5: grage: begerige, hongerige. | |
p.51Varianten - De gereproduceerde p.51 geeft staat III van binnenvorm G weer naar het exemplaar 50. Staat II verschilt voor deze pagina niet van staat III. 1179 staat I: Kóómeny!; staat II + III: Kóómeny! [wellicht perscorrectie in staat II].
Annotatie - 1169 koonen: wangen; - vervollen: vullen, volproppen; - 1170 Ofse: alsof ze (m.n. de wangen); - 1171 En...graagh: en die (m.n. de apen) nog even begerig grijpen; - 1173 Lansje: kereltje; - kluchtigh Knechje: gekke jongen; - 1174 toch: zeker (WNT 17 1-2, 269); - ick berechje: ik voorzie je van het nodige (WNT 2, 1847); - 1176 'benier: gewoonte; - 1177 hou...schorte-kleetje: hou je schort wat omhoog; - 1178 schrompel-kin: met je rimpelige kin; niet voor niets heet dit Besje ook Krimpers; - 1179 Koomeny: handelswaar, snoepgoed (WNT 7, 5358); - 1181 smaddigh: minachtend, boos (WNT 14, 2023); - 1182 beste-Moer: moedertje, vrouw; - gebreeckje: mankeert je; - 1184 Morssebel: vuile slons; - 1186 Mijn...Waar: mij en mijn waren; - 1187 dientme niet: komt me niet van pas; - 1188 biedt: (geen) prijs bedingt; - 1189 Backe-lacke: de betekenis is niet meteen duidelijk: jij die fouten vindt in wat ik bak, vitster (?) (vgl. WNT 8, 924); - 1190 'kSeltje...smacke: ik zal het (snoepgoed) niet naar je | |
[pagina 99]
| |
hoofd gooien; - 1192 Tegen-lust...onsoet: m.a.w. tegenzin smaakt erg bitter; - 1193 stilt...buyen: laat je woede zakken; - 1194 Ey...duyen: ach, je mag het niet erg kwalijk nemen; - i.m.1: Goede: mooie; - veylen: verkopen; - quade koopmanschap: slechte koopwaar; - i.m.2: Handelschap...nut: met handel is iedereen bekend, maar de handel is niet voor iedereen even nuttig; de spreuk komt o.m. ook bij Spiegel voor (zie WNT 9, 1310); - i.m.2 sluit aan bij v.1179-80; - i.m.3: bemorssen: bevuilen; m.a.w. al wie eieren koopt om op te eten, moet oppassen dat hij ze niet breekt (waarbij hij zichzelf dan zou vuilmaken en waardoor hij bovendien deze eieren ook niet meer kan eten); - i.m.3 sluit via 'bemorssen' aan bij 'Morsse-bel'; - i.m.4: i.m.4 sluit aan bij v.1190: 'Houdt jou gelt'; - i.m.5 Die...bedrogen: m.a.w. wie zijn waar behoudt (i.p.v. te verkopen tegen een te lage prijs) komt niet bedrogen uit; - i.m.5 sluit aan bij v.1191: 'ick hou mijn goet'. | |
p.52Annotatie - 1195 weyger: weerbarstig, weigerachtig; - 1196 Veynsen...pijn: vrijsters ondervinden geen last, geen hinder van hun veinzen; m.a.w. vrijsters hebben er geen moeite mee om te doen alsof; - 1199-200 datmen...goets: dat men van iets goeds, lekkers weggaat; - 1201 Houje...kangtjes: hou je zakdoek omhoog bij de kanten; - 1202 Snoeyert: snoeperd (WNT 14, 2374); - wangtjes: wanten; - 1204 Schoondert: mooie, propere kerel; - slet: vod; - 1206 schodde: schudden; - 1207 Smeer: vet; - 1210 struyf... gaatjes: omelet met gaten (er waren dus te weinig eieren gebruikt om de bodem van de pan volledig te bedekken); - 1211 sat: verzadigd; ook al had ik op dat moment meer dan genoeg gegeten; - 1212 Die...wat: Lubbert maakt zich hier alvast belachelijk: hij spaart kennelijk aan een omelet waarvoor te weinig eieren zijn gebruikt (cf. v.1210); - 1213 Geckje: haal je gekheid uit; - 1214 vuns: vreemd, vies; - dutter: een sufferd; - 1215 Die...Mouw: die weet waar het spek zit, die overal van op de hoogte is, die afweet van huishoudelijke zaken (WNT 14, 2661 en 9, 1185); - 1218 braaf: flink (WNT 3, 947); - 1219 sorger: iemand die goed kan zorgen (m.n. voor zijn huisgezin); - 1220 smoocken: roken; - i.m.1: Aen-sien...aen-wencken: m.a.w. naar iets kijken brengt het ook in gedachten en kan begeerte opwekken; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 310 en dl.3, 2 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en Sartorius); - i.m.2: Al...belet: al te zindelijk brengt hinder aan; - i.m.3: sorgvuldigh: bezorgd, bekommerd, oplettend; - i.m.3 sluit aan bij v.1212. | |
p.53Annotatie - 1221 Dat...seggen: dat (m.n. v.1219-20) is het gezegde van oude mensen; - 1224 gaauwe: snuggere, slimme, schrandere (WNT 4, 348); - 1225 rnym...weten: grofweg of meer precies ('ruym' nl. i.t.t. 'naeuwer'); 'rnym' hier verkeerdelijk voor 'ruym'; - 1226 Of...over-meten: of het langs de vier kanten afmeten; - 1228 Weet-al: alweter; - 1229 Keuckelaer: kokkereller (WNT 7, 2586); - 'theugel-schuyven: het verschuiven van de heugel (het verschuifbare, getande ijzer waardoor men de ketel hoger of lager boven het vuur kan hangen); - 1231 braan: braden; - 1232 As...gaan: als het wil vlotten met de inkomsten; - 1233 Louter: mooi, flink (WNT 8, 3092); - 1236 smakigh: smakelijk; - e brouwt: gebrouwd; - 1237-9 Daarom...weet: daarom is het verloren moeite te zorgen om iets te hebben voor vandaag of morgen, wanneer men dat niet kan of wanneer men niet weet hoe men dat moet doen; - 1240-1 Doch...gaande: maar ik maak geen | |
[pagina 100]
| |
eten klaar zoals je het hier (op de kermis) ziet terwijl je rondwandelt, terwijl je je rondgang maakt; - 1242 wel verstaende: tot je goed begrip; - 1243 koockery: zaken die ik kook; - 1244 smoockery: het braden (WNT 14, 2186); - 1245 Dats...angder: dat is iets anders; - 1246 onder-sochte: beproefde; - i.m.1: Meet...snijt: meet in het lang en in het breed (m.a.w. denk eerst goed na) voor je begint te snijden; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 47 en 62 met verwijzing naar Cats en De Brune; - i.m.2: Winnende...tanden: handen die de kost verdienen, zorgen ervoor dat men eten tussen de kiezen krijgt; - i.m.2 sluit aan bij v.1230-2; - i.m.3: keuckelen: koken (WNT 7, 2586); - i.m.4: Harrebomée 1856-70, dl.1, 118 (met o.m. ook een verwijzing naar Sartorius) licht het gezegde verder toe: 'Gelijk het spreekwoord: Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad, is dit mede genomen uit Matth. VI: 34'. | |
p.54Varianten - De gereproduceerde p.54 geeft staat III van binnenvorm G weer naar het exemplaar 50. Staat I verschilt voor deze pagina niet van staat III. i.m.5: staat II: o uwe-Ooren; staat I + III: Vrouwe-Ooren [zetselschade in staat II; perscorrectie in staat III].
Annotatie - 1247 Keucke-sorgen: werken in de keuken; - 1248 vorsse: verse; - 1249 Siedt: kookt; - 1250 dat ter zye: zodat (het) aan de zijkanten; - 1252 drabb'...drijft: in de saus ronddrijft (vgl. WNT 3, 3215); - 1254 Duymelaer: potelaar; - Smodder-smoocker: vuile, morsige braadkok(WNT 14, 2177) of ook: bradende sudderaar (WNT 14, 2178); - 1255 Botte-schrabber: jij die de botten schraapt; - Krimelaar: prutser, wriemelaar (WNT 8, 204); - 1256 Fimelaar: prutser (WNT 3, 4456); - 1257 Rogche-vilder: viller van roggen; - Haring-keelder: haringschoonmaker (WNT 7, 2102-3); - 1258 Scharre-snyer: een schar is een kleine platvis; - Schobbe-streelder: lett.: aaier van schubben; - 1259 Schommel-kock: keukenknecht (WNT 14, 792); - 1260 Braassem-brader: die brasems braadt; - Brijsel-brock: die brokken aan stukken hakt; - 1262 Stock-vis-klopper: het woord kloppen past inderdaad bij stokvis: in de kluchtige literatuur wordt stokvis graag gebruikt als komische benaming voor een pak slaag (Coigneau 1980-3, dl.2, 345); - Mossel-quacker: mosselsmijter, mosselschudder (nl. om de mosselen open te krijgen); - 1263 Leelijck-schreeuwer: die het op een lelijke manier uitschreeuwt; - 1264 Hangde-van...Pieter-man: handen thuis als je (het steken van) de Pieterman voelt (deze vis had nl. een sterke puntige doorn aan het kieuwdeksel; WNT 12 1-2, 1591); - 1266 kalle: geklets; - 1268 na...eysch: zoals het moet; - 1269 daver-becken: mondgeklap (vgl. nl. met i.m.4: 'monden'); - 1270 berecke: meten, berekenen; - 1271 wat...fléém: wat een gevlei; - 1272 Bockingh: niet alleen een soort vis, maar hier ook: berisping, verwijt, standje (WNT 3, 273); - 1273 al-kacks: een krachtterm hier (?); of: zogezegd, schijnbaar (?) (WNT 2, 273); - hiet...verstandigh: ga voor verstandig door; - 1274-6 Bijster...ken: m.a.w. Lubbert, die zich vergist, denkt dat ik goed uit de voeten kan en de handen uit de mouwen kan steken, nu het blijkt dat ik iets over lekker eten weet; - i.m.1: de glosse sluit aan bij v.1246-52; - i.m.2: duymelen: beduimelen; m.a.w. zonder iets vuil te maken, kan men niet eten; - i.m.3: Nae...gevoel: men voelt dan dat men gewoeld heeft; m.b.t. v.1263-4: nadat je de stekelige Pieterman betast hebt, voel je ook dat je hem hebt aangeraakt, je moet de gevolgen dragen; - i.m.4: | |
[pagina 101]
| |
verkonden: verkondigen; - i.m.5: smekende: vleierige (WNT 14, 2084); - strijckende: vleiende; - de glosse betekent dan ook zoveel als: vrouwen horen graag de smeekbeden van vleiers; i.m.5 sluit aan bij 'fléém' uit v.1271, maar ook bij de verzen 1271-2 in hun geheel; - i.m.6: Mockelaers Smockelaers: smulpapen (zijn) snoepers (WNT 9, 1013 en 14, 2189). | |
p.55Varianten - De gereproduceerde p.55 geeft staat III van binnenvorm G weer naar het exemplaar 50. Staar II verschilt voor deze pagina niet van staat III. 1278 staat I: schrabben; staat II + III: schrabbe [perscorrecties in staat II in v.1278, 1282, 1285 en 1286: de eind-n de in verschillende infinitieven worden naar analogie met de overige infinitieven in v.1277-88 weggelaten; vgl. ook met de variant die in staat II van de buitenvorm B als perscorrectie werd aangebracht in v.292 op p.16]; - 1282 staat I: brouwen; staat II + III: brouwe [cf. commentaar bij v.1278]; - 1285 staat I: Duymel-darmen; staat II + III: Duymel-darme [cf. commentaar bij v.1278]; - 1286 staat I: vollen; staat II + III: volle [cf. commentaar bij v.1278]
Annotatie - 1277 Kroote: bieten (WNT 8, 366); - Warmoes: groente, moeskruid; - 1278 Peene-schrabbe: wortels schrapen; - 1279 Iuyne: uien; - 1280 blom-beslaan: deeg maken; - 1281 freuyte: in een pan met kokend vet bakken; - Grutte meucke: verbrijzelde graankorrels, gort weken (WNT 5, 1180 en 9, 648); - 1282 Geerste brouwe: gerstebier brouwen; - Bry-pap: tautologisch voor pap; - beucke: hard slaan; - 1283 Butter-smelte: boter smelten; - sien: koken, zieden; - 1284 Schuyme potte: de potten laten schuimen (bij het koken); - Roock ontvlien: wat uit de rook gaan staan; - 1285 Duymel-darme: darmen met de duimen bewerken (en dus vullen; vgl. 'Worste make' en v.1286: 'Beulingh volle'); - 1286 Beulingh volle: darmen opvullen tot worst; - Silte-krake: hoofd-vlees, hoofdflakke maken (MW 7, 1117); - 1287 rooste: op de rooster leggen; - quiste Kruyt: kwistig omgaan met kruiden; - 1288 Wist...uyt: als ik nog meer daarover wist, zou ik het zeggen; - 1289 e seyt: gezegd, gesproken; - 1291 kluyvingh: eten; - 1292 op...haar: zo precies, nauwkeurig; - 1293 Flusjes: aanstonds (deze betekenis ook in v.1294); - 1295 Flusjes: daarnet; - geleen: geleden; - 1298 Datje...wel: dat je meer dan goed; dus: beter; - 1299 of...zijn: of zou het (iets) anders zijn; - 1301 sin: geest, gemoed (Kiliaan 1972, 486); - 1303 gaawe: laten we gaan; - 1304 beurt: gebeurt; - i.m.1: beslagh: drukte, omhaal, maar ook: deeg, beslag; - i.m.1 sluit aan bij v.1277-87, maar ook bij v.1280: 'blom-beslaan' (eigen cursivering); - i.m.2: cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 30 en 381-2 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus). Vgl. ook met p.186, i.m.5: 'Hadden heeft niet' en p.174, i.m.4: 'Hadden komt veeltijts te laet'; - i.m.3: Neen...nae: een neen en een ja zijn zowel tevoren als erna slechts schijn; m.a.w. neen en ja, wanneer dat ook gezegd wordt, is niet te betrouwen; - i.m.3 sluit aan bij v.1295-6 maar ook ruimer bij v.1295-9; - i.m.4: de selve: nl. het verlangen; - bestandigh: gedurig, standvastig (WNT 2, 2113). | |
[pagina 102]
| |
ironisch bedoeld en verwijst het naar de opgepronkte kermisbezoekers (vgl. b.v. v.1314-5); - 1311 Is...dencken: let eens op, kijk eens aan (WNT 3, 2414); - den drangh: het gedrum; - 1312 bangh: benauwend, beklemmend (WNT 2, 967-8); - 1313 Gaawe: laat ons; - 1314 Hey...decken: he, kijk eens hoe de joffers hun aangezicht bedekken (nl. met een masker tegen de zon); - 1315 'tBackhuys: het aangezicht; - bijte-baeuw: boeman; - 1316 luy: luid; - graeuw: snauw, grimmig woord; - 1318 grille: gekke fantasieën, vreemde invallen; - 1320 Onder...Kint: bij jong en oud; - 1321 sleep: stoet, gevolg, maar ook: voort-gesleep; - snipperijdjes: met allerlei snufjes opgesmukte kleding (WNT 14, 2365); - 1322 zijdjes: zijde; - 1323 Hoe...doet: hoe komt men op wat men (nu) doet (of draagt); - 1324 Voegtet niet: past het niet, betaamt het niet; - 'tis...moet: het is goed als het zo hoort (als de mode het zo voorschrijft); - 1330 focken: passen, betamen of ook: goed uitkomen (WNT 3, 4607); - 1331 Eeldom: adel; - dee: deed; - 1332 mosten: zouden; - i.m.1: Verlet verset: een belemmering verplaatst (MW 8, 2018); m.a.w. een hindernis doet je uit de weg gaan; - i.m.1 sluit aan bij v.1306 'kroel' (het gedrum vormt nl. een obstakel om verder te gaan); - i.m.2: Beschaemde onbeschaemtheyt: door het aangezicht te bedekken, wekken de juffers de indruk beschaamd te zijn; het gaat evenwel om een onbeschaamde modezucht; - i.m.3: Prangen...gemackelijck: m.a.w. de knellingen die men zich op de hals haalt door de mode te willen volgen, verdraagt men gemakkelijk. | |
p.57Annotatie - 1335 Slodder-brooken...frans: met wijde broeken lopen volgens de Franse mode; - 1336 Lijckse...thans: zoals ze nu met smalle billen rondlopen (vanwege de brede pijpen); - 1339 Breet de Baan: ruim de baan, maak plaats (WNT 3, 1192); - 1340 Heerschop: heerschap; - 1341 Staat-sucht: (ongeoorloofde) ambitie; - leggen: liggen (hou ik van mij af); - 1343 stee: afstand; - 1344 'tWel-genoegen...vree: vrede nemen met de toestand waarin men verkeert, maakt tevreden; - 1345 schendigh: schandelijk (WNT 14, 429); - mooyden: ons mooi maakten; - 1346 vertooyden: aan mooie kleren zouden vergooien; - 1347 Iuyst: enkel en alleen; - 1348 slimmen: slechte (WNT 14, 1773-6); - 1349 Dreegmen: indien men (...) zou dragen; - diere: dure; - 1351 heur: nl. van de anderen; - 1352 schoon...droogh: de schoonheid en de droogte: (schaarste); m.a.w. uiterlijke schoonheid kost geld; - 1355 prangh: dwang, knelling; - 1356 nieu-suchtigh: wat belust is op nieuwigheidjes; - 1357 groeyt...grooter: wordt altijd groter, haakt steeds naar meer; - 1358 is...ontblooter: schudt alleen maar de beurs leeg; - 1359 snuffen: snufjes, nieuwigheidjes; - 1360 komt...toe: valt onder de heerszucht van de weelde; - 1361 Mooy-onâerdigh: het slechte mooi; - geleken: vergeleken; - 1362 Maghmer...spreken: mag men op een andere manier er zich correct over uitlaten; - 1363 ijslijck: huiveringwekkend; - schrickend': angstaanjagend (WNT 14, 1066); - i.m.1: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 46 (met verwijzing naar Gruterus); - i.m.2: Genoegh...overvloedt: m.a.w. genoeg is beter dan te veel; - i.m.3: bederft sich: stort zich in het verderf; - i.m.4: Moeyelijck...moeyelijck: een mooiheid die heel wat lasten met zich meebrengt, is behoorlijk lastig (?); - vgl. i.m.4 met p.14, i.m.1: 'Mooy is moeyelijck'; - i.m.5: i.m.5 sluit met 'hoovaerdigh' aan bij v.1363 waarin met het 'Dier' de krokodil als beeld voor de hovaardigheid wordt aangeduid; met 'onâerdigh' sluit dit in margine aan bij v.1361: 'Mooy-onâerdigh'. | |
[pagina 103]
| |
p.58Annotatie - 1366 geheeten: genoemd; - 1367 t'onder-rockt: hem neervelt; - 1370 Beesten-scheerder: lett.: die dieren kaalscheert (en dus opeet); - 1371 Noyt-vol-was: die nooit volgroeid was (vgl. WNT 22 1, 1082); - 1372 Koomt...op: komt hier te voorschijn (WNT 11, 925); - 1374 deun: wellicht: gek, grappig (vgl. WNT 3, 2459); - 1378 reyne Krameryen: mooie, keurige, nette koopwaar; - 1379 beneen: beneden; - Saal: nl. de grote Zaal van het Binnenhof; - 1380 al-te-mael: allemaal; - 1383 om niet-mend'al: gratis, voor niets; - 1384 'tsou...bien: het zou geld kosten als wij een koopbedrag zouden opperen; - 1385 borde: schilderijen (op paneel) (De Pauw-van Veen 1969, 125); - 1387 Neeringh: handel; - 1388 voor de handt: bij voorbaat (WNT 5, 1848); - 1391 Rijffel-loerdery: eig. een soort loterij waarbij men met dobbelstenen werpt (WNT 13, 226); - i.m.1: vermetenheyt: vermetelheid, roekeloosheid; - i.m.2: Reden: woorden; - slechte: eenvoudige; - ruchtbaer: luid, van groot gewicht (WNT 13, 1577-8); - i.m.4: Wie...windt: wellicht: wie iets graag heeft, wint het ook (?); - i.m.4 sluit aan bij v.1390-4; - i.m.5: cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 27 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en Cats). | |
p.59Annotatie - 1397 'tLijckent...gewonnen: het lijkt alsof het reeds half gewonnen is; - 1398 't trecken: nl. van de loten; - 1399 getrocken: nl. getrokken (van de loten), maar ook aangetrokken (cf. v.1399); - 1404 Gecken (...) broen: gekken brengen zotten voort; vgl. met p.204, i.m.8: 'Een Wijsen maeckter veel. // Een Sot broedter meer' (zie ook Harrebomée 1856-70, dl.1, 213 met o.m. verwijzingen naar Gruterus, Sartorius, Cats en De Brune); - 1406 Langsje: kerel, vent; - 1408 Krachtelijcke: bijna, haast (WNT 8, 56); - 1416 morssigh: vuil; - vads: lui, vadsig; - 1417 Weeuwen: weduwen; - 1418-9 Al...bloedt: allen die de lust tot trouwen door vlees en bloed voelt jagen (lett.: al diegenen aan wie de voorsmaak van het trouwen door het vlees en bloed ligt te woelen); - 1420 Eerste Min: het eerste (prille) liefdesgevoel; - 1421 borst...lachjes: barstte ik in lachen uit; - i.m.1: nl. wie iets uitkiest, verliest de overige keuzemogelijkheden; - vgl. i.m.1 met p.262, i.m.5: 'Verkiesers, Verliesers' (vgl. Harrebomée 1856-70, dl.3, 74 met o.m. verwijzihg naar Gruterus); - i.m.1 sluit aan bij v.1399; -: i.m.2: Gecks-Maer...Onwaer: geruchten die door een gek worden verspreid, zijn niet juist; - i.m.3: loop: leven (WNT 8, 2808); - ydele niet: ijdele nietigheid, maar ook: waardeloos lot (WNT 9, 1946); - i.m.4: Lagchen...Milt-vreugt: lachen is de vreugde die in de milt ontstaat. | |
p.60Annotatie - 1423 Eng'len sin: inborst van engelen (MW 7, 1134); - 1424 hebben...in: dragen duivels in zich; - 1425 bedaeaerje: hier verkeerdelijk voor 'bedaarje'; - 1426 hoe...bijster: hoe ga je op deze manier te keer (WNT 3, 3630); - 1427. Goe: meisje (WNT 5, 334); - 1428 Lient...toe: spits je oren nog wat; - 1429 'tOuwe seggen: het oude gezegde; - meldt de klaarte: geeft in alle duidelijkheid aan (nl. in v.1432); - 1430 Wijse...staarte: wijze woorden beklijven, kloppen, zijn sluitend (vgl. WNT 15, 185); - 1432 en hongert niet: heeft geen honger; vgl. Harrebomée 1856-70, dl.3, 22 (met o.m. verwijzing naar Gruterus); | |
[pagina 104]
| |
- 1434 flets: smakeloos; - 1435 vors: vers; - 1436 Dat...eysch: kost, voedsel zoals het betaamt, zoals die gevraagd wordt; - 1437 Die...sturven: een vrouw wiens man gestorven is; - 1440 As...narm: wanneer ik in de arm van mijn liefje (bedoeld wordt de weduwe uit v.1437) zou liggen; - 1441 As...kuste: als ik ook niet op precies dezelfde manier zou zoenen; - 1442 waackte: zou wakker blijven; - 1445 schouw: mijd; - 1445-8 treurigh...koel: deze kwalificaties hebben betrekking op de weduwen; - 1446 Dweep: dwaas, zot, suf (WNT 3, 3733); - 1452 Eer...krijgh: vooraleer ik ook een veeg uit de pan krijg; - i.m.1: i.m.1 sluit wellicht aan bij het duivelen uit v.1426; - i.m.4: Wat...staen: wat voorbij is, is voorbij; - i.m.4 sluit aan bij v.1437; - i.m.6: ghekreuckte: geschonden. | |
p.61Annotatie - 1455 verstant: verstandhouding; - 1457 Swijgen...Nijdt-verwinner: zwijgen overwint de nijd; - 1458 Kunst-versinner: iemand die kunst verzint, voortbrengt, een kunstenaar. De 'Nijdt' (v.1457) wordt hier als tegenhanger van de kunst vermeld (v.1457; vgl. Pigler 1954); - 1459 nummer: nooit; - 1461 met dit vers begint de claus van Tamme Lubbert (v.1461-72); - al recht: het is allemaal juist, je hebt gelijk; - 1463-4 By...woort: aangezien je mij bij elk woord tegenspreekt, je voortdurend opmerkingen wil maken, je tegen mijn woorden wil afzetten ('komfoort' <Fra. 'contrefort'; vgl. WNT 7, 5207 en 5314); - 1465 waar...blijven: wat er met de tijd diende te gebeuren; - 1467 klucht: grapje; - 1470 sijn deeltje: zijn partner; vgl. met de banderol op de huwelijksgrisaille: 'Elck sijn deel' (cf. dl.III, B, hoofdstuk 3, §4); - 1471 de Hy en Sy: man en vrouw; - 1473 de sinnen: de geesten; - 1476 Sitt...d'as: van iemand kwaad spreekt (WNT 2, 715); - 1477 praats genoegh: genoeg om over te praten; - 1479 Vyer...Nat: de vier elementen; - 1480 om-vat: begrijpt, aangaat; - 1481 siften: bekritiseren; - 1482 vroomheyt: goedheid; - schiften: te overwegen, na te gaan (hen naar hun vroomheid wil beoordelen en van elkaar onderscheiden); - 1483 slim: slecht; - i.m.3: maeckt...mengel-klap: veroorzaakt geen door elkaar praten; - i.m.3 sluit aan bij v.1461-2; - i.m.4: stom: dwaas, maar ook: zwijgzaam; - i.m.6: Wie...steelt: m.n. omdat de eer de hele persoon aangaat. | |
p.62Annotatie - 1485 aar: een ander; - 1488 leggen: liggen; - 1489 hoe veulder-hande: hoe veel er ook zijn; - 1491 loop aventuyrs: draait op goed geluk af, op goed vallen uit (WNT 2, 784); - 1493 loove: wellicht: geloven, mogelijk ook: loven, prijzen; - 1494 hoove: galant te zijn, te pralen; - 1495 soo...wijdt: zo hoogdravend en zo breedvoerig; - 1496 Dat...splijt: m.n. als gevolg van het 'hoog' spreken (cf. v.1495); - 1497 te...verkeeren: aan het hof verkeren, verblijven; Lubbert en Fijtje lopen nl. op het Binnenhof (cf. v.1308); - 1499 Moer: aanspreking: vrouw, meisje; - 1508 Spijt: rancune (WNT 14, 2797); - 1511 sommencke: sommige; - 1512 Eeldom: adel; - i.m.1: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 209 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune); - i.m.2: kael...bont: arm en rijk; - Het...rondt: het moet de volledige ronde (van het rad der fortuin) doen; - i.m.4: 'tEdel...off: het edele hof weet ervan, of: het adellijke hof weet veel; - i.m.5: Hooge...aen-stoot: hooggeplaatste dingen worden gemakkelijk aangestoten (WNT 1, 372). Vgl. met p. 210, i.m.6 ('Die gheen Aen-stoot wil lijden/ moet uyt de woel blijven') en p. 251, i.m.4 ('Die lange Neusen | |
[pagina 105]
| |
hebben lijden veel aenstoot'). Vgl. ook met Harrebomée 1856-70, dl.1, 361 (met o.m. verwijzingen, naar Zegerus, Gruterus, David, Sartorius, Cats en De Brune) en Stoett 1943, dl.1, 384, nr. 999; - i.m.5 sluit aan bij v.1505-8; - i.m.6: wroegt: heeft wroeging; - vernoegt: die genoegen neemt, tevreden is. | |
p.63Annotatie - 1513 Huys-man: landman; - 1517 vermaken: vermaak; - 1524 toertigh: lachwekkend, grappig, dwaas (WNT 17 1-2, 649); - 1525 Lestent: onlangs; - an-gestoten: aan gestrompeld (WNT 1, 375); - 1526 na: naar; - 1527 re'en: reden; - 1528 el-words heen: ergens anders naar toe; - 1532 Daagh-onthoudt...over-nacht: tijdens de dag en ook gedurende de nacht blijft (vgl. met WNT 10, 1870); - 1533 Isje...kijcke: lijkt jou dat zo vreemd om te zien; - 1534 jouws gelijcke: gelijken van jou, mensen van je stand; - 1535 hosse-bos: schokkend, stotend; - 1536 dwors: dwars; m.n. in amazonezit; - 1537 aers-selinge van ter zye: ruggelings van opzij (WNT 1, 595), m.a.w. in amazonezit; - 1540 sommels: soms; - swack...loom: losjes; - 1541 watte: een beetje; - 1542 bouten: armen (WNT 3, 759); - 1543 voor-tijds: tevoren; - i.m.3: Wt-lands...vreemdigheyt: een uitheems gebruik doet in het eigen land vreemd aan; - i.m.4: Gedachten...vatten: gedachten grijpen vast ('be-grijpen') zonder dat ze (letterlijk) vastgrijpen; - i.m.5: 'Hoe drolliger/ hoe beter': deze tekst prijkt ook op de banderol van verschillende grisailles van Van de Venne met boerendansvoorstellingen of met een kluchtige carnavalsoptocht (Plokker 1984, 124-33, nrs. 44-7). | |
p.64Varianten - De gereproduceerde p.64 geeft staat III van buitenvorm H weer naar het exemplaar 50. 1546 staat I: sonderlinge, ; staat II: sonderlin ge ; staat III: sonderlinge, [de (chronologische) volgorde van de staten valt hier moeilijk vast te leggen; men moet rekening houden met de volgende scenario's: (a) staat > I > staat II (zetselschade; de komma is losgeraakt; dat de letters 'ge' in staat II iets meer naar rechts staan t.o.v. 'sonderling' dan in staat I zou hierbij trouwens als argument kunnen worden gebruikt) > staat III (perscorrectie); (b) staat III > staat II (zetselschade; de komma uit staat III is losgeraakt waardoor ook de 'ge' van plaats zijn verschoven) > staat I (perscorrectie); (c) staat II > staat I (perscorrectie) > staat III (pers-correctie; het teveel aan tussenruimte tussen de komma en de eind-e wordt weggewerkt)].
Annotatie - 1545 keeren: veranderen; - 1546 sonderlinge: in het bijzonder of op een vreemde manier; - 1548 quaat-schick: jij die iets kwaads beoogt, deugniet; - 1549 vrocke: te mokken, op wraak te zinnen; - 1550 rélijck: volgens het fatsoen of volgens het verstand; - focke: voegen, passen, betamen (WNT 3, 4607); - 1552 bennen't: zijn het; - 1553 lijdigh: verduldig, lijdzaam of ook in hoge mate (WNT 8, 2228-9); - 1554 een hangtje lienen: een handje toesteken, helpen; - 1557 Om...krijgen: om iets van jou te krijgen of jezelf te krijgen; - 1559 Yse-grim: knorpot (WNT 6, 1387); - 1560 Kochel-sim: tuimelaapje (WNT 5, 405 en 14, 1359); - 1561 gans hondert: bastaardvloek (eig. bij Gods onde, bij Gods genade; Oudemans 1857, 116); - 1563-72 Liefme...Mal: deze verzen worden kennelijk niet door Lubbert, maar wel door Fijtje Goris uitgesproken; - 1563 Liefme soo: heb je me op die manier lief, bemin je me op die manier; - stincke-bock: geile stinkvent; - 1564 me: mijn; - daar...lock: hier mag je geen geluk verwachten, het zal je hier niet lukken (WNT 8, 3305-6); - 1565 lieve- | |
[pagina 106]
| |
loose: op een valse manier liefhebben (vgl. met WNT 8, 2900-3); - 1566 keume: komen; krijgt men; - 1567 Heugtet: prent het in je geheugen: denk eraan; - 1568 Iou...seyt: jou ronduit de waarheid zegt; - 1569 hiete: noemen; - 1570 An een: iemand; - i.m.1: Quaet...wel: het boze komt nooit van pas, komt nooit gelegen; vgl. met p.109, i.m.5: 'Quaet is noyt goet'; - i.m.2: besuyrt: maakt zuur; het tweede deel van deze spreuk komt ook elders voor (Harrebomée 1856-70, dl.1, 18 met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune); - i.m.3: reyne: eerlijk; - i.m.4: cf. de voorstelling van het rad der fortuin; - i.m.5: Harrebomée 1856-70, dl.3, 47 licht deze spreuk verder toe met: 'Die het niet goed met iemand voorheeft, moet niet met hem omgaan. Deze spreekwijze bevat eene waarschuwing aan jonge heden van beiderlei kunne, om eerlijk met malkandere om te gaan'; - i.m.6: van 's harten grondt: uit de grond van je hart. | |
p.65Annotatie - 1571 heyt...val: sluit helemaal niet, raakt kant noch wal (WNT 18, 246); - 1572 voor: in plaats van; - 1576 spits-vernufte gons: hier ironisch gebruikt: scherpzinnig vernuftige slag (van de molen) (WNT 5, 399 en 14, 2864; vgl. ook met Stoett 1943, dl.2, 36-7, nr.1534); - 1579 umment: iemand; - 1580 mordt: pruttelt tegen, mort; - maalt: doet gek, is niet goed bij zijn verstand; - 1581 drayen: rond te drentelen, ter plaatse te trappelen; - 1582 heene wayen: wegwaaien; - 1583 soele: zwoele; - 1584 Tongh-gerucht: achterklap; - 1585 snappen: babbelen, kwaad te spreken (WNT 2, 2059 en 14, 2257); - 1587 wiggel-wanck: al wiegelend en wankelend; - 1588 Over-gullipt: bevuild, eig.: bekotst; - 1589 Niese: niezen; - rispen: oprispingen hebben; - walgen: overgeven, willen braken; - wroegen: draaien, wringen (bij het braken?) (Oude-mans 1869-80, dl.7, 981); - 1590 Geubel-schocke: al schokkend braken (WNT 5, 180); - spoegen: spuwen, overgeven; - 1591 gien speck: bedoeld wordt: helemaal niets (WNT 14, 2661); - 1592 voor...beck: voor onze mond; - 1593 gaande maken: aan gang brengen; - 1594 Om...kaken: om te eten; - 1595 en vangtme niet: valt er niets te rapen; - 1596 As: zoals; - i.m.2: vgl. p.62, i.m.1: 'Elck is gebreckelijck': Harrebomée 1856-70, dl.1, 209 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune); - i.m.3: dwijnt: verdwijnt (WNT 3, 3742); - i.m.5: Harrebomée 1856-70, dl.2, 478 en dl.3, 363 (met o.m. verwijzing naar Sartorius). | |
p.66Annotatie - 1597 ruymen: verlaten; - 1598 soete kruymen: lekkere hapjes (WNT 8, 404-5); - 1600 begruyst: vuil gemaakt, besmeurd (WNT 2, 1447); - 1601 Laat...betrappen: laat ons wat in Den Haag zelf rondwandelen; - 1602 al siende: terwijl we rondkijken; - brockel-knappen: wat knabbelen, iets, opeten; - 1605 ondertusjes: ondertussen; - 1607 veer: ver; - 1609 keumt ribbe-sacken: komt kwellen, komt plagen (WNT 13, 23); - 1610 smacken: gooien; - 1611 Deur de Trachter: door de trechter: de dobbelstenen werden nl. in een beker geschud en belandden via een trechter op het bord; - 1614 mis-dobbelt: niet de juiste ogen gooit, verliest met de dobbelstenen; - wreker: de verliezer wil nl. revanche nemen; - 1615 Denekt...recht: denk eens op de juiste manier, bekijk het eens vanuit de goede hoek; - gien gewelt: niet totaal verkeerd; - 1616 Voor de Niet: voor niets, eig. voor het loterijbriefje waarmee je geen prijs wint (WNT 9, | |
[pagina 107]
| |
1946); - te laten: achter te laten, neer te tellen; - 1617 beuren: gebeuren; - 1618 Guychelaars: goochelaars, kunstenmakers (WNT 5, 1215); - van heur weeren: wegsturen, bij zich wegzenden, van zich afhouden; - 1619 Bloen: lieden; - 1621 houje binnen: zwijg, hou je in, hou het voor je; - 1622 Kalis: vagebond (WNT 7, 965); - 'tkosje winnen: de kost verdienen; - 1623-4 Arremoe...gist: armoede zoekt naar listen waar een rijke niet aan denkt; vgl. v.2415: 'Armoe soeckt List'. Vgl. ook Harrebomée 1856-70, 20 en dl.3, 110 (met o.m. verwijzingen naar Sartorius, Gruterus en Zegerus); op verschillende schilderkunstige voorstellingen heeft Van de Venne het motto 'Armoe soeckt list' aangebracht; zie hierover verder Plokker 1984, 66-73, nrs. 19-21; - i.m.2: versaden: verzadigen, voldoen; - i.m.3: Lichtelijck: snel, lichtzinnig (WNT 8, 1961-3); staat in tegenstelling tot beswaerlijck: met veel last als gevolg. | |
p.67Annotatie - 1629 rechte kloecken: goede verstandigen (WNT 7, 4179-83); - 1631 benierlijck: op een eerlijke, fatsoenlijke manier (WNT 9, 205); - 1632 bedye: in voorspoed leven, slagen (WNT 2, 1190); - 1633 Valsse Speulders: valsspelers; - schouwen: uit de weg gaan, schuwen; - 1634 grouwen: gruwen; - 1637 lanssers: kerels, jongelingen; - 1639 Krommediangte Spul: verbastering voor het spel van de komediespelers, of ook: de kermistent van de komediespelers; - 1642 deur een Mens: in één persoon (de komediespeler weet nl. verschillende karakters uit te beelden); - 1648 baart: schreeuwt (WNT 2, 1018); - 1649 drillen: trillen; - 1650 de Kunst: de (vertoonde) kunst(jes); - 1651 speulen: vertonen; - wongder dra: bijzonder snel, vlug; - 1652 Om...na: om het voorbeeld na te volgen; - i.m.1: by: door; - i.m.2: Vliedt: vlucht weg; - i.m.3: cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 248 (met o.m. verwijzingen naar Erasmus, Gruterus en De Brune); - i.m.3 sluit aan bij v.1639-44; - i.m.4: Boeven...Troeven: de betekenis is niet geheel duidelijk: boeven kunnen niet zonder het kaartspel (WNT 17 1-2, 3052), kunnen niet zonder gelukskaarten; - i.m.5: zie over deze spreuk: Harrebomée 1856-70, dl.1, 223 met o.m. verwijzing naar Gruterus en De Brune; vgl. ook Stoett 1943, dl.1, 246, nr.621. Van de Venne gebruikte de uitdrukking ook als motto op één van zijn grisailles waarvan de voorstelling evenwel nagenoeg onbekend is gebleven (Plokker 1984, 135, nr.48); - i.m.5 sluit wellicht aan bij de vreemdsoortige voorstelling uit v. 1648-52, meer in het bijzonder bij v.1648 door de tegenstelling tussen 'geleerder' en 'Sotje'. | |
p.68Annotatie - 1653 sonder dringen: zonder drummen; - 1654 Op...springen: bedoeld wordt: staat op een koord een vrouw te dansen; - 1655 onbeschaamt: een blijk van onbeschaamdheid; - 1656 'tWijve-klimmen: het (op een koord) klimmen van een vrouw; - 1659 lichte-vreugt: lichtzinnig plezier, vermaak; - 1662 benje...lusten: heb je erg veel zin; - 1663 tot begaap: om te kijken; - 1664 Straalt...op: richt je blikken naar; - 1665 kogchelt: buitelt (WNT 5, 405); - 1666 bogchelt: als met een bochel omhoogsteekt (nl. door het buitelen); - 1668 loose: onbetrouwbare, valse, geslepen, schalkse; - 1670 menieren: wijzen; - 1672 wanneerder...malt: wanneer hij de scène komt opgestoeid (WNT 9, 153); - 1673 treckje: greep, haal; - 1675 Noyt...vat: nooit laat het (dier) los, of het grijpt ook vast; - 1676 scharminckel-Simmen: apen (een scharminkel is, evenals een | |
[pagina 108]
| |
sim, een aap; WNT 14, 285); - 1682 Wis: zeker; - besuckte: vervloekte, verdomde, dekselse (WNT 2, 2193, 2501-2 en 15, 906); - streken: schampen; - i.m.1: Winst...schande: het vooruitzicht op winst maakt dat men geen oog meer heeft voor de schande die met het behalen van die winst gepaard gaat; - i.m.2: vgl. met 'Nood zoekt / vindt brood': Harrebomée 1856-70, dl.1, 95 en 97 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune); - i.m.2 sluit aan bij v.1657; - i.m.5: cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 4 (met o.m. verwijzing naar De Brune). | |
p.69Annotatie - 1683 oolick: nietig, onaanzienlijk, maar ook: dom, lui, lelijk, slecht, of ook: doortrapt en slim (WNT 11, 10-3); - 1685 Schranckel: waggelaar (WNT 14, 988); - 1686 op-snappe: opeten (WNT 11, 1217); - 1688 drinckt: het roken werd vaak met drinken aangeduid; - 1689 lieve Sackje: lieveling; - i.m.2: gapen: sperren de mond wijd open, of ook: kijken begerig; - i.m.3: Leelijck-lecker: op een slechte manier lekker. | |
p.70Annotatie - 1693 toebacke: tabak roken; - 1695 brouw: brij (gort met karnemelk) (WNT 3, 1587); - 1696 goet suyp-voor-jouw: een drankje voor jou; - 1697 lurcke: roken, zuigen; - 1698 wacker: flink, hevig; - schurcke: (in de handen?) wrijven; - 1699 halven...plet: een half schurftige vent (WNT 14, 1218 en 12 1-2, 2615); - 1700 een...verset: iemand die zich (de vlooien) krabt; eig.: iemand die hen (de vlooien) verplaatst; - 1701 looft: gelooft; - 1702 bijster...geriefje: bijzonder aangenaam voordeel, gerief; - 1703 kleynen: weinig; - 1704 Licht: gemakkelijk; - 1706 Qua: slechte; - 1707 lijck...slack: cf. het slijmspoor van de slak; - 1710 Vochtigh-sincken: het naar beneden zakken van het vocht; - doetse: laat hen (m.n. de ogen); - 1711 lijdigh licht: een bijzonder, sterk gezichtsvermogen (WNT 8, 2228 en 1913-4); - 1712 An...gesicht: aan zwakke en tranende ogen (WNT 8, 1293); - 1716 blaan: (tabaks)bladeren; - 1717 duyre: gezond blijven (WNT 3, 3668); - i.m.2: haest: vlug; - i.m.3: Soet...wijl: het zoete kwijlen (als gevolg van de tabak) is slechts een tijdje goed; - i.m.4: weetnieten: dommeriken; - bedaegde: volwassen, rijpe; - reden-kenners: verstandige mensen; - i.m.5: tot...ogen: voor slechte, zieke ogen; - heelsaem: geneeskrachtig; - gestoote: gekwetste; - leden-plaetsen: plaatsen op het lichaam; - zie over Van de Vennes uitlatingen over tabak, dl.III, B, hoofdstuk 5, §1. | |
p.71Varianten - De gereproduceerde p.71 geeft staat III van binnenvorm I weer naar het exemplaar 50. 1738 staat I + II: Vanje krachten van Toebackjes; staat III: Vanje krachten uyt Toebackjes [cf. commentaar bij de variant in de custode]; - custode: staat I: Doc.h; staat II + III: Doch [de (chronologische) orde van de staten valt hier moeilijk vast te leggen; in v.1738 werd 'van' vervangen door 'uyt' (herhaling van het voorzetsel in v.1738 wordt; vermeden) of omgekeerd (de vervanging van 'uyt' door 'van' brengt een stilistisch gewaardeerde herhaling tot stand); m.b.t. de varianten in de custode kan liet gaan om zetselschade (de 'c' is lichtjes verschoven in het zetsel) of om perscorrectie (de 'c' wordt op gelijke hoogte gebracht van de | |
[pagina 109]
| |
andere letters in 'Doch'); voor de chronologische volgorde van de verschillende staten moet men dan ook met de volgende mogelijkheden rekening houden: (a) staat I > staat II (perscorrectie in de custode) > staat III (perscorrectie in v.1738); (b) staat II > staat I (zetselschade in de custode) > staat III (perscorrectie in v.1738 en in de custode); (c) staat III > staat II (perscorrectie in v.1738) > staat I (zetselschade in de custode); (d) staat III > staat I (perscorrectie in v.1738 en zetselschade in de custode) > staat II (perscorrectie in de custode)].
Annotatie - 1719 benier: manier; - 1720 Dommetoor...Brabbel-bier: komische verbastering voor: dokter en barbier (vgl. met i.m.1); - 1721 scheye: gaan uit elkaar; - 1722 beye: wachten (WNT 2, 1539); - 1723 Veel: vedel; - kluyt: grapjasserij; - 1724 uyt: gedaan; - 1725 safjes: zachtjes; - 1729 Laffert: lafaard; - 1730 Maffert: flauwerd (WNT 9, 87); - 1732 al: overal; - 1735 Poff-kaack: snoever, pocher (poffen betekent snoeven: WNT 12 1-2, 3029); bedoeld wordt de kwakzalver (cf. p.99); - raast: roept, schreeuwt; - 1736 quackel-leugens: beuzelachtige leugens; - blaast: voortbrengt, jokt; - 1737 stracks: nl. in v.1709-16; - quackjes: grapjes, beuzelingetjes, malligheidjes (WNT 8, 672); - 1739 bekend: duidelijk (WNT 2, 1568); - 1740 schent: toetakelt, kwetst; - 1741 Liefde-Roertje: jij die me tot liefde aanzet, beroert, die me niet onverschillig laat; oorzaak van mijn liefde (vgl. WNT 13, 753); - 1743 Lap...lucht: sla ik woorden in de lucht, gooi ik er zomaar woorden uit; - i.m.1: geoorloft: toegestaan; - i.m.2: genuchten: genoegens; m.a.w. genoegens zijn vergankelijk, verdwijnen; - i.m.3: Schijn...zijn: m.a.w. soms geeft schijn ook de werkelijkheid weer; - vgl. i.m.3 met p.67, i.m.3: 'Schijn bedriegt' en p. 183, i.m.3: 'Schijn is geen zijn'; - i.m.4: i.m.4 kan aansluiten bij v.1737-8 maar hoort veeleer bij v.1735-6; - i.m.5: in't wilt: in het wilde weg; - begrepen: gevat; - i.m.5 sluit aan bij v.1743-4. | |
p.72Annotatie - 1745 stamer: stotteren, gestamel (WNT 15, 603-4); - 1747 losse-voet: en die dus ook vlug wegrent; - 1748 Guyt: schooier, landloper (WNT 5, 1223); - 1748 Waggel-hoet: wellicht: waggelaar (en dus ook onbetrouwbaar); - 1750 lyen...verschoonen: dulden en verontschuldigen; - 1751 Denckt...binnenhaat: koester geen boosheid (WNT 12 1-2, 4608) of haat in je gemoed (m.n. jegens de boeren; cf. v.1749-50); - 1752 snar: snauw (WNT 14, 2263); - buyten-smaat: m.a.w. breng geen smaad naar buiten; - 1753 Hortt...niet: blijf toch niet (stokstijf) staan; - steege Muylen: koppige, onwillige (muil)ezels; - 1754 Loer-bout niet: zit niet te loeren op een prooi; - loose: onbetrouwbare, valse; - 1757 Kudden: biggen (WNT 8, 494); - 1758 knijsdt: kijkt (WNT 7, 4650-1); - dudden: sufte, zat te suffen (WNT 3, 3551); - 1759 Grimt: huil, grien (WNT 5, 781); - mé: ook; - Wicht: kind; - 1761 puyckje: bovenstebeste; - 1762 fuyckje: vgl. hierover dl.III, B, hoofdstuk 4, §5; - 1763 Fret: vgl. hierover dl.III, B, hoofdstuk 4, §5; - 1766 quickje: strikje (WNT 8, 804); - 1767 til: vogelknip (WNT 17 1-2, 119); - 1768 knil: val, knip, klem; - 1770 ruycker: mogelijk wordt het meisje hier ook vergeleken met een riekappel of riekbal die als reukwerk dienst deed (WNT 13, 1670); - 1771 kandeel: gekruide, zoete, warme drank (WNT 7, 1223); - 1773 smeertje: iemand die er vrolijk op los leeft (?) (Oudemans 1869-80, dl.6, 365); - 1775 kors: kers; - i.m.3: stijff: dus: zonder te veranderen (cf. 'Blijff'); - i.m.4: Soet...Voedt: zoete hapjes voeden. | |
[pagina 110]
| |
p.73Annotatie - 1778 knoddigh: vermakelijk, kluchtig (WNT 7, 4713); - tongh-getater: gebabbel; - 1779 Lacche...hals: ik moet verschrikkelijk lachen (WNT 5, 1650); - 1780 Om...Als: omdat je alles zo precies opsomt; - 1782 Oore-laver: babbelaar; - 1783 nouw...na: op dit moment en straks ook nog; - 1786 glyen: verdergaan; - 1788 Asje...baardt: als je begint te spreken van weggaan; - 1789 Lippert: man, babbelaar (vgl. WNT 8, 2488); - 1790 As...Glippert: als hij bedroefd moet wegsluipen, weggaan; - 1792 As...gaat: als men geen antwoord krijgt; - 1793 Wistmen...gebeuren: kende men de toekomst (het optreden van de Heydenen die de toekomst kunnen voorspellen, wordt hier voorbereid); - 1794 'tWaar...treuren: het zou een bron van vreugde of verdriet zijn; - 1796 Quaat...'tgoedt: wellicht wordt hier bedoeld: dan zou men het kwade erbij nemen; - 1797 'tongeweet: wat men niet weet; - 1798 een groot vermeten: een grote stoutmoedigheid; - 1799 kroel: gekrioel, gedrum; - 1800 Doen...woel: een keer door het gedrang kronkelen; - 1801 beyen: beiden; - 1802 Heyen: zigeuner; - 1804 sweeft: dwaalt rond; - in Mens-gedruys: bij de menigte, in de massa; - i.m.1: ontmacht: heeft geen kracht meer; - i.m.2: Kluchte-Kluyvers...Schuyvers: bedoeld wordt wellicht: zij die van grappen houden, glijden ook vlug (en lichtzinnig) over alles heen; - i.m.3: Praet...ontvliet: praatjes zonder effect brengen geen voordeel aan; - i.m.4: vgl. i.m.4 met Van de Vennes eigen kenspreuk (ontleend aan: Mt.7,8 en Lc. 11,10); - i.m.5: Slijt: dwaalt rond (WNT 14, 1758). | |
p.74Annotatie - 1805 Heyt...oogh: zie ik; - geschemel: schittering, geflikker (WNT 4, 1713) (vgl. nl. met 'bestrael' uit v.1806); - 1806 bestrael: zie (WNT 2, 2171); - 1809 Vuylen: vuile, smerige lieden; - 1810 ginderachter...me: ginder voor me uit; - schuylen: zich schuil houden; - 1811 deun: grap, klucht (WNT 3, 2459); - 1812 Ieun: Joden (WNT 6, 412); - hoogh-landtsche: uit Duitsland afkomstige (WNT 6, 1036); - 1813 Frissen: flinke kerel (WNT 3, 4681); - 1814 dijn gewissen: je zekerheid, je toekomst (WNT 4, 2106); - 1815 Blijff...lang: sta niet te treuzelen, kom vlug hier; - 1816 dy: jou; - 1817 Lever: kerel; - 1821 Weest...huyden: wees vandaag nu eens alert (WNT 6, 1215); - 1822 Wonder...beduyden: wondere dingen zal men jou verklaren; - 1825 vunse Sleeuwen: vieze, magere vrouwen, sletten (WNT 14, 1666); - 1826 Bey: wacht; - Hier...preeuwen: hier valt geen beurs te lichten (WNT 12 1-2, 3978); - i.m.1: 'tOogh...wat: het oog ziet dingen die hoog staan; - i.m.2: Guyle: kinkels (WNT 5, 1222); - i.m.3: Stoute koute: m.a.w. durvers beginnen te babbelen; - i.m.4: i.m.4 alludeert op de armoe van de Heydenen; - i.m.4 sluit aan bij v.1816; - i.m.5: Vrijheid wordt nl. graag met blijheid in verband gebracht: vgl. b.v. met fol. [††]3ro, i.m.3: 'Ly bly by vry' en met p.28, i.m.3: 'Vryers vryheyt // Nyers blyheyt'. | |
[pagina 111]
| |
2526); - 1834 slimme Trunten: slechte, waardeloze prullen (WNT 17 1-2, 3566); - 1835 Leugen: bedoeld worden de voorspellingen door de Heydenen; - 1836 verspaart: opzij zet (MW 8, 2512); - 1837 ongelogen: niet gelogen; - 1840-1 Bey...droeven: de vier affecten worden hier opgesomd; - 1844 Pant: bezit, of ook: onderpand; - 1846 Breugom: bruidegom; - 1849 Al...weten: al onze kennis van wat zich in het licht en in de duisternis afspeelt, of ook: al onze heldere en duistere kennis; - 1851 stondt: stand; - i.m.1: raken: geraken, komen; - ruymje Beursje: maak je beurs leeg; - i.m.2: Milt spilt: vrijgevigheid verspilt; - i.m.3: Lichtje...hair: praat dan honderduit; - Bedoeld wordt dat wanneer men geen geld heeft, men dit kan verdoezelen door zich eruit te praten. Vgl. nl. met v. 1833-4; - i.m.4: Looftme: belooft men. | |
p.76Annotatie - 1854 berecken: bereiken, machtig worden (WNT 2, 1862); - 1855 Kan...sloere: past het, betaamt het (WNT 14, 1489); - 1857 quene-komme: oude verkoopster (?) (vgl. WNT 8, 744 en 7, 5356-7); - quelle-pluggen: kwelduivels (vgl. WNT 12 1-2, 2804-5); - 1858 Haye-bayen: lawaaimaaksters (vgl. WNT 6, 440); - Flenter-vluggen: trage fladderaarsters (vgl. WNT 3, 4535 en 21, 2531); - 1859 Ralle-scheucken: babbelwijven (vgl. WNT 12 3, 215 en 14, 529); - stroop-gevaart: galgebrokken (vgl. WNT 16, 193); - 1860 Fierle-fommen: het WNT verklaart deze plaats bij Van de Venne als 'kwalijk riekende personen' (WNT 3, 4445); - Ruygh-behaart: jullie met je wilde haren; - 1861 Holle-balgen: hongerlijdsters; - brock-madroelers: pap met brokken eters (vgl. WNT 9, 317); - 1862 Vuyl-kaduynen: vuile lelijkaards (WNT 7, 853); - Woestijn-woelers: woestijnlopers; - 1863 Lick-marauwen: schooiers, bedelaars (vgl. 'leckmaraud' bij Kiliaan: zie WNT 9, 233); - Tijds-versuym: leeggangers, tijdverkwisters; - 1864 'kLaatje...duym: ik laat jullie, maar wachten (nl, om mij (Lubbert) de toekomst te voorspellen) (WNT 3, 3580); - 1865 van...Saecken: van de zaken van iemand anders; - 1866 Wilt...raken: bemoei je vooral met je eigen zaken, richt je op jezelf; - 1867 Waarje...vast: m.a.w. was je zeker van wat de toekomst brengen zou; - 1868 Beter...gepast: dan had je het zelf beter geregeld, beter doen uitkomen, maar ook: dan had je er zelf beter op gelet; - 1870 grootjes: muntstukjes; - 1872 Mit...'tlijff: in geen deken gehuld gaan; - 1873 je...Neten: jullie, magere luizen; - 1874 Stroopt: stroop, plunder, roof; - loopt...eten: eet samen met de honden; - 1876 'kSou...kangt: ik zou jullie wel wegsturen, wegjagen (WNT 7, 1333); - 1878 Niet...heugen: niet veel slechte gedachten onthouden; - 1879-80 Het...Doodt: het 'quaat-bedenckens' uit v. 1878 wordt hier geëxpliciteerd: de toekomstvoorspellingen dreigen nl. vaak met naderend onheil ('Noodt') of met een nakende doodj; - 1883 gedsen: vermaledijden (tot vervloeking omgevormd van gedsat, godsat: Gods haat; MW 2, 2017); - 1884 Mit...jonckheyt: met veel kinderen; - i.m.3: met...scheyden: hij staat dus op hetzelfde niveau als de duivel van wie ook werd aangenomen dat hij stank achterliet bij het weggaan; - i.m.3 sluit aan bij Lubberts uitval tegen de zigeunervrouwen; - i.m.4: i.m.4 sluit aan bij v.1881-2; - i.m.5: Vrouw...Bouw: 'Bouw' is eig. een vrouwenrok en vandaar ook het beeld voor de vrouw in het algemeen (vgl. met broek en man) (WNT 3, 769-70); de vrouw moet dus haar rok behouden en zich slechts inlaten met zaken die een vrouw betamen. Op straat lopen behoorde zeker niet tot de vrouwelijke taken. | |
[pagina 112]
| |
p.77Annotatie - 1887 Geslacht: familie; - 1890 mit... Vaaren: met de ouderen (nl. de zigeuners) meelopen; - 1891 onweetigh: onwetend; - goedt-mans-Kindt: kind van goeden huize; - 1892 inde windt: nl. zonder dak boven het hoofd; - 1893 bezielde: mensen (WNT 2, 2465); - 1894 bedrooven: bedroefd maken, verdriet aandoen; - 1897 Vellen: kwaadaardige mensen (WNT 18, 1435-6); - 1898 wat veul pralaffen: een pak slaag (uit parlaffen, barlaffen, WNT 2, 1025 en 12 1-2, 501); - 1899 regge: rug; - Staack: schandpaal (WNT 15, 14); - 1900 Om...saack: m.n. het kinderroven; - 1901 soo...keelen: zo luidkeels; - 1903 parten: boze streken, m.n. het stelen van mensen (v.1902); - grouw: gruwel; - 1905 dworse Narre-gasten: onaardige dwazen (WNT 3, 3715); - 1906 wat ongegevens: bedoeld, wordt de maagdelijkheid waarvan de dwaze jongelingen de meisjes soms ongeoorloofd beroven, of ook: de maagd die niet door de vader aan de bruidegom wordt geschonken (vgl. nl. met v. 1907-20); - 1907 gaan...deur: over deze z.g. schakingen, zie Haks 1985, 126-8; - 1909 magen: verwanten; - 1910 belaan: bezwaard; - 'tneme: cf. nl. 'wat ongegevens' uit v. 1906; - 1911 wijdt...voort: ver weg is; - 1913 vreemen: bevreemden (MW 9, 1286); - 1914 nemen: ook vrijsters leggen immers beslag op hun geliefde; - i.m.1: cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 2 en 22 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus, Sartorius en Cats); - i.m.2: Wee-kracht... Wee-klacht: de kracht van het verdriet brengt een klaagzang teweeg; - i.m.3: onlijdelijck: niet te dulden; - Harrebmée 1856-70, dl.1, 131 licht dit gezegde bij Van de Venne verkeerdelijk toe met: 'Men bezigt dit spreekwoord, wanneer een jongeling het hart van een meisje heeft gewonnen, tegen den wil harer ouders; alle dwang daartegen niets baat, en hij eindelijk met haar doorgaat'. Kennelijk past Harrebomée dit gezegde voorbarig toe op v.1905 e.v. Van de Venne heeft het hier echter nog wel degelijk over de zigeuners als kinderrovers; - i.m.5: Trecken: ophalen (nl. van het net of van de lijn); - Bot-vanger: zowel iemand die niets vangt als iemand die bot: (een soort vis, pladijs) vangt (WNT 3, 678); in komische teksten werd graag op de dubbele betekenis van bot gezinspeeld: vgl. b.v. met Biestkens s.a., 109, v. 1141; - i.m.5 sluit aan bij v.1905-12; op ironische wijze wordt hier het gebrek aan consideratie door de 'Narre-gasten' aan de kaak gesteld. | |
p.78Annotatie - 1916-7 Lijckt...wel-believen: lijkt dat nu juist gestolen goed te zijn wanneer men het leent met toestemming; - 1918 het...Dieven: ze dragen de naam van dief; - 1919 numment: niemand; - om: voor; - 1925 niet-met-allen: helemaal niets; - 1926 stoft vermeten: pocht stoutmoedig; - 1929 rallen: praatjes (WNT 12 3, 215); - 1930 uyt...binne: uit je innerlijke, uit je geest; - 1931 Machache: eig.: dikke vrouw (WNT 9, 66); - 1932 Flanst...prest: breng met je lippen alles bij elkaar (WNT 3, 4510 en 12 1-2, 4065); - 1933 Gabbert: babbelt, snatert (WNT 4, 114); - 1934 Geeft laveuyt: flap er malligheid uit (WNT 8, 1189); - 1935 Preutelt: mompelt, moppert, pruttelt; - pord: mompelt zachtjes (WNT 12 1-2, 3493); - poft...sacht: blaast al zachtjes (WNT 12 1-2, 3028); - 1936 Dat: zodat; - 1937 recht-schaffen: op een eerlijke, juiste wijze; - 1938 met...gronden: vele grondslagen, goede basissen; - 1940 'tSluyt wel: het betaamt wel, het past wel; - i.m.1: i.m.1 sluit aan bij v.1915; - i.m.2: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 145 (met o.m. verwijzing naar Gruterus); - | |
[pagina 113]
| |
i.m.3: vgl. met p.18, i.m.1: 'Tegenwoordigheyt doet gelooven' en met p.28, i.m.2: 'Teghenwoordigheydt is sonder Faem'; - i.m.3 sluit aan bij v.1926; - i.m.4: bestieren: besturen; - i.m.5: Wel...gedaen: wellicht betekent het gezegde hier: een goede raad is al zoveel als het in de praktijk (in daden) omzetten van die raad; - i.m.5 sluit aan bij v.1938. | |
p.79Annotatie - 1947 uyt...in: van binnen en van buiten, door en door (?); - 1948 tot: voor; - 1950 voor...naer: het verleden en de toekomst (cf. het commentaar bij fol.[[†] 4]ro, i.m.3); - 1952 waerde: waardevolle; - 1953 Leer-woorden: woorden die lering bevatten; - tot schijn-dienst: die slechts in schijn nuttig zijn; - 1954-9 OM...Raet: wellicht kan deze enigmatische constructie weergegeven worden met: om voordeel te geven in je matigheid, voor je spreken, voor je daden, voor je haat of smaad, zowel ten goeden ('Voor Raet') als ten kwade ('voor Quaet'); m.a.w. de 'Leer-woorden' kunnen je van pas komen in al je doen en laten, hoewel ze als raadgevingen niet altijd even onberispelijk zijn; - 1961 Liefdenaren: vgl. het commentaar bij fol. [[†]]vo, i.m.4. De hieropvolgende raadgevingen hebben nl. betrekking op liefdeszaken; - 1964 toe-komenden: toekomstige; - 1968 Effe juyst: het is precies zo; - 1969-73 De...gebreck: de raadgeving heeft wellicht ook een aantal sexuele bijbetekenissen; hanekammen en palingen waren bekende afrodisiaca (cf. Die evangelien van den Spinrocke 1992, 92, n.2); - 1972 swaer-lijck: zwaar, erg; - 1973 heymelijck gebreck: een verborgen ziekte; - i.m.1: Weten...weten: kennis maakt je alwetend; - i.m.2: Yet...vergeten: m.a.w. kennis vlucht het vergeten, wil niet vergeten worden; - i.m.3: Kunst...Gunst: verwijst naar de 'swarte Kunst' (r. 1960) die de Heydenen tegen betaling openbaren en daarnaast ook naar de truucjes die men in amoureuze aangelegenheden (cf. r. 1961: 'Liefdenaren') kan aanwenden om de gunstige gezindheid bij de geliefde op te wekken. De spreuk kwam bij Van de Venne wel vaker voor m.b.t. zijn artistieke activiteiten: zijn kunst is erop gericht om door het publiek te worden gewaardeerd en beloond; - i.m.4: Domme...plagen: m.a.w. domme begerige meisjes (die nl. 'Schaeps-hoofden, Haene-kammen, hase-koppen, ofte vette Palingen' willen eten, r.1969-71) brengen onheil teweeg. | |
p.80Annotatie - 1974 Liefde-dragende: verliefde; - 1977 lichtelijcken: gemakkelijk; - 1978 ô jae dan: inderdaad, in dat geval; - 1979 vrye: huwbare; - die haer: wier; - 1982 Kleuters: jonge vrijsters (WNT 7, 3991); - kluyvende: snoepende; - 1983 eten...leste-kop: eten om de laatste kers; eig. een wedspel waarbij wie de laatste kers opeet, de anderen moet trakteren (WNT 7, 2427); - 1984 over-schot: i.c. de laatste kers; - 1984-5 als...heeft: wanneer alle anderen reeds gesteld zijn; verwijst zowel naar het spel met de kersen (de allerlaatste die aan de beurt komt om nog een kers te nemen) als naar het feit dat de anderen dan al een huwelijkspartner hebben; vgl. ook met het 'Elck sijn deel' uit Van de Vennes huwelijksgrisailles (cf. dl.III, B, hoofdstuk 3, §4); - 1988 spitsvinnig: spitsvondig, aangescherpt; - 1990 Hoofden: speldekoppen; - 1991-2 Steeck...by: verwijst uiteraard naar de 'Spelden met groote Hoofden' uit v.1989-90 maar ook naar de gebruikelijke manier om een plaats in een boek die men later gemakkelijk wil terugvinden, aan te duiden. De raad is m.a.w. zo goed dat men het om het later | |
[pagina 114]
| |
nog gemakkelijk terug te vinden, wil markeren. In het op Starters naam gepubliceerde Steeck-boeckjen werd deze gewoonte tot een amoureus gezelschapsspel aangewend; vgl. nl. de toelichting bij het gebruik van het boekje: 'so sult gy dit Boekjen nemen, ende seggen tegen malkanderen, laet ons eens sien, waer elk van ons sijn Hert meest toe genegen is, en sult een Spelde nemen, ende in het toegehouwen Boekjen steken, en de plaetse, daer hy of sy de Spelde gesteken heeft, sal men open doen, en sien wat genegentheyd dat dat Hert heeft, dat op dat Blad staet, indien dat 't hem past, die gesteken heeft (...), sal wel haest een heuchelyk lachen onder u lieden ontstaen' (Starter s.a., 8); - 1993 prette: bevallige, aardige (WNT 12 1-2, 4074); - nieuwe Snuf-liefsters: meisjes die de laatste snufjes van de mode willen volgen; - 1994 den Nicker: de duivel; - 1995 leelijck-fraey: vgl. voor deze woordvorming met p.43, i.m.1: 'Leelijck-fraey vindt fraey-leelijck'; - 1996 bruyn: een blanke gelaatskleur gold als het ideaal; - 1998-9 gesoden: gekookt; - 2001 streeck...rekeningh: streep door de rekening (WNT 15, 2143); m.a.w. daar hoeven zij dus niet meer aan te denken (vgl. Stoett 1943, dl.2, 327, nr.2195); - i.m.2: vgl. i.m.2 met de tekstband op de grisaille 'Die:gist die mist' (Plokker 1984, 86-7); - i.m.3: Goet...best: op een goede manier de laatste zijn, is het beste; - i.m.4: Schrick-geven: verwijst dan naar de messen als geschenk; - i.m.6: vlien: vermijden; - i.m.7: Ongesien...geschien: ironische allusie op het voorechtelijk samenzijn dat in r.2002-3 wordt verondersteld. Sluit daarnaast met 'geschien' wellicht ook aan bij 'ghevaltet'; de spreuk betekent in dat geval: 'wat men nog nooit gezien heeft, wat men niet voor mogelijk houdt, kan gebeuren' (m.b.t. r.2002-4 betekent deze spreuk dan: wat men nog niet gezien had (m.n. het huwelijk) grijpt nu plaats (bij het dopen van het kind)). | |
p.81Annotatie - 2003 ghevaltet: gebeurt het; - 2004 Goet...wel: wat goed bij elkaar wordt geschikt, past wel, maar ook: een goed akkoord, betaamt wel (WNT 14, 640); - 2007 na-vrienden: naaste vrienden (WNT 9, 1336); - 2008 buyte kennis: kennissen van verder af; - 2009-10 over...Staet: voor haar laatste stap waarmee ze de maagdelijke toestand verlaat; - 2010-1 om...Stant: voor haar eerste stap in de huwelijksstaat; - 2011-2 om...Moeder: voor het feit dat ze van een bruid verandert in een echtgenote en moeder; - 2012 sorghvuldich zijn: er nauwlettend op toezien; - 2013 't selve: nl. van haar 'na-vrienden,:of gebuyren, of buyte kennis' (r.2007-8); - 2014-5 ghedyen: voorspoedig gaan; - 2015 geproeft: ondervonden; - 2026 quade Lever: slechte lever; - 2028 Katte-kruyt: soort kruid; vaak ook ter aanduiding van neppe of valeriaan (WNT 7, 1872); - 2029 slinken: linkse; - i.m.1: Trouw...ghedyen: aanhankelijke vreugde (nl. de vreugde die een blijk is van de aanhankelijkheid van je vrienden) brengt voorspoed mee; maar ook: vreugde (van je vrienden) bij je huwelijk brengt voorspoed mee; - i.m.3: Laet...stincken: fecalisch grapje. | |
p.82Annotatie - 2032 Swaerder arbeydt: een moeilijkere bevalling, pijnlijkere barensweeën; - 2036 in't op-rijsen: bij het rechtstaan; - eerst voort-setten: het eerst vooruitplaatsen; - 2040 geneghen: geneigd; - 2040-1 om...brengen: om een kind te vroeg op de wereld te zetten; - 2042 ombyten: ontbijten; - ontnuchteren: iets eten (waardoor men geen lege maag meer heeft); - 2043 ghedoopt: | |
[pagina 115]
| |
gedrenkt, gesopt; - 2052 nieuw-ghekomen: pasgeboren; - 2053 slincks: links(handig); - 2058 lijff: leven (WNT 8, 2235); - i.m.1: Gepijnde: pijnlijke (WNT 4, 1599); - i.m.2: Uyt...Réén: uit voetstappen valt wat te leren; - i.m.3: reyn: mooi, smetteloos, onschuldig, voortreffelijk; - i.m.4: krul: gekruld (wellicht wordt bedoeld: gekruld haar; WNT 8, 482); - dul: dwaas, zot; gekruld haar werd nl. met gekheid en wispelturigheid in verband gebracht (vgl. met gekruld haar, gekrulde zinnen; zie over de oorsprong van deze spreuk: Stoett 1943, dl.1, 293, nr.755); - i.m.6: Went...seden: maak de leden gewoon aan de zeden; maar ook: wend, keer (hier dan in een letterlijke zin: vgl. met 'legghen' uit r.2053) de leden naar de zeden, gewoonten; gedraag je volgens de heersende gewoonten; - i.m.7: Goet...ken: m.a.w. een goede gewoonte is een goede kennis (WNT 7, 2124); - vgl. i.m.7 met p.253, i.m.6: 'Wt wen // Wt ken'. | |
p.83Varianten - De gereproduceerde p.83 geeft staat II van binnenvorm L weer naar het exemplaar 50. 2073 staat I: elck. O! soo!; staat II: &c. O! soo! [perscorrectie; de richting waarin deze correctie verloopt is evenwel minder duidelijk: staat I > staat II of staat II > staat I; de variant van staat II komt in de meeste geraadpleegde exemplaren voor; mogelijk geeft de variant van staat II een inhoudelijk meer voor de hand liggende lezing].
Annotatie - 2060-1 dry Ringen (...) om maecken: bedoeld wordt: met zijn vinger (vgl. nl. met de brontekst: 'dat haer man daer om drie ringhen make met zinen vingher'; cf. hierover dl.III, B, hoofdstuk 5, §2); - 2061 Ist...noot: is het een gebrek of een ziekte die eigenlijk geen ziekte is (sluit wellicht ook reeds aan bij 'noodt' uit v.2062); - 2064 voor-spoock: dreigend voorteken; - 2066 Quene: oude vrouw; - 2068 Warre-teycken: eig.: waarteken, voorteken, maar door deze spelling tot warre-teycken: voorteken van onheil, oorlog (MW 9, 2302); - 2072-3 &c.: de lezer diende hier zelf maar aan te vullen wat er dan in de slaapkamer zou gebeuren; - 2074-5 laet...leggen: met nog al het eten erop laat liggen (WNT 2, 1631); - 2077 nacht-knagen: het knagen (van de muizen) tijdens de nacht; - 2080-1 den dronck-kracht: de dronken makende werking van de drank; - 2082 waerde: koopwaar, kostbaarheden; - 2083-4 schuyve-naersen: het achterwerk lichten; - i.m.2: Kleyne...ysen: kleine zaken geven aan waarvoor de groten gruwen; - i.m.3: werre: strijd, twist (MW 9, 2302); - i.m.4: Soet...brodden: zoet bedrog merkt; geen geknoei op (WNT 3, 1406); - i.m.5: Traegh...vergaren: met kleine beetjes opzij leggen, houdt het verzamelen (van een grote som geld) tegen (MW 8, 2512); - i.m.7: Oprecht: op de juiste manier, zoals het hoort (WNT 11, 1111). | |
p.84Annotatie - 2088 bevijsten: bevuilen; - 2092 onverwinnelijk: onoverwinnelijk; - 2092-3 profijt-spoedig: belust op vlugge winsten; - 2095 harde koorts: erge, hoge koorts; - 2098 'tIs...geneucht: het is een zoetheid (omdat het doet genezen) zonder dat men er genoegen aan beleeft; - 2100 die...barsten: die wordt gemakkelijk verbrijzeld (WNT 2, 1044); - 2103-4: staet...Ruyter-maet: sta recht, ruiterkerel; - Al...val: een val deugt niet; - 2106-7 Yet...niet: verwijst naar het ijdel, vanitatief karakter van het dobbelspel; - 2109 neghenderley: een negental; | |
[pagina 116]
| |
- 2111 onklaer ist: het is nog niet klaar, berijdbaar; - 2112-3 'tis...voor-gheklap: het geeft aan dat er goed over hem wordt gezegd ('voor-gheklap' werd in speelse analogie met 'achter-klap' gevormd); - 2114 quaet achter-klap: boze achterklap; - i.m.1: Duyrt gemeyn: blijft gewoonlijk duren (WNT 4, 1372); - i.m.3: 'tKrancke...genesen: ''tKrancke wesen' verwijst mogelijk naar de lelijke gezichten die men trekt wanneer de beschreven geneeskrachtige remedies worden toegepast (?); of moet men ''tKrancke wesen' hier veeleer opvatten als 'het ziek zijn': de betekenis wordt dan: ziek zijn is reeds het begin van genezing; - i.m.4: cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 291 (met o.m. verwijzingen naar Sartorius, Gruterus en Cats); - i.m.5: Stoute...vallen: wie stoutmoedig gekheid uithaalt, valt en bezeert zich daarbij; - i.m.6: verkeeren: gokken d.m.v. kansspelen:(WNT 20 1, 169-70); - schijnt quaet vermeeren: schijnt het kwaad te laten toenemen, of ook: schijnt een slechte manier te zijn om je bezit te doen toenemen; - i.m.8: schijn gheluyt: m.n. het tuiten van de oren (cf. r.2112). | |
p.85Annotatie - 2117 blijft siende: blijft verder koken; - 2118 swanght: heerst; - 2120 tegen...nacht: bij het vallen van de nacht; - 2121 pickels: poten; - Henck-je-pick: de dood; - 2122 scharling: schrijlings; - 2122-3 Wachtje...Droes: hoed je voor de duivel; - 2124 Leydme: legt men; - 2125 rompel-vellich: gerimpeld van vel; - 2130 manen: verwijst zowel naar het hemellichaam rriaar ook naar 'manen', vorderen van schuld: men moet er nl. op toezien geen schulden te maken; - 2133 Maer...wat: maar het laat soms een flinke tijd op zich wachten; - 2134-5 beknappen: vangen, betrappen (WNT 2, 1608); - 2136 mochtmen...segghen: indien men het kan verder vertellen; - 2139 stroo-knoop: geknoopte strohalm; - 2141 kom...uyt: refereert uiteraard aan het klokgelui, maar ook aan het geld dat nu uit de open kist kan worden genomen; - i.m.1: Buyten...bysonder: wat zeer verwonderlijk is, schijnt iets bijzonders te zijn; - i.m.2: Schickt...stel: plaatst iemand alles op de goede plaats, dan blijft; alles in orde; - i.m.2 sluit aan bij 'Setmen...hooghe' (r.2120-1); - i.m.3: By...steken: m.b.t. r.2124-5 ('Leydme...op'): wanneer men niets heeft om op het rooster te leggen, moet men het rooster ook laten staan en niet boven het vuur leggen; - i.m.5: Soet...winders: die aangename dingen vindt, vermeerdert zijn bezit; - i.m.6: Swermers Kermers: nl. door het steken van de bijen; - i.m.7: Steel-list Veel-list: (men gebruikt) vele listen bij het stelen. | |
p.86Annotatie - 2144 Heyngst: hengst; - 2146 Of...passen: anders moet het paard het maar voelen; - 2147 raken: aankomen (nl. van de slagen die het paard krijgt); - 2148 windigh: winderig; - 2151 selfs: uit zichzelf; - 2155 gat-gruyst-men: hier kennelijk spottend voor: doet men zijn gevoeg (vgl. nl.: gruizen = doen brokkelen; WNT 5, 1173-4); - 2156 Geraecktheyt: beroerte (WNT 4, 1614); - 2162 Met bescheydenheyt: met goed, oordeelkundig inzicht (WNT 2, 1962); - bykans: nagenoeg; - 2162-3 wondere...eygenheden: de wonderlijke eigenschappen die een man bezit en die ook naar buiten treden; - 2167 Mininne: liefje, geliefde; - 2169 Tyran: m.n. door het verbeten gezicht; - i.m.2: Acht...schouw: m.a.w. hou de haard brandend; - i.m.4: Iock...queelen: schertsend spelen, flirten | |
[pagina 117]
| |
is kwelling zoeken; - i.m.5: Onderscheyt...scheyt: wanneer men onderscheid weet te maken, dan haalt men de dingen wonderlijk uit elkaar, of ook: dan weet men de wonderlijke dingen uit elkaar te halen, dan moet het wonderlijke wijken; - i.m.5 sluit aan bij; r.2162-5 en meer in het bijzonder bij 'bescheydenheyt' uit r.2162; - i.m.6: Bewaerje...hart-gequel: hoed je voor harde pijn. | |
p.87Annotatie - 2174 Besicht: gebruik; - 2177-8 het...ghemack: het secreet; - 2181 smoockt: rookt; - 2190 Puysjen: poesje (WNT 12 1-2, 2982); - 2192 dat...regen-weder: dat voorspelt regenweer; - 2196 diere: dure; - 2196-7 Past...kan: wie kan, moet zien iets vast te krijgen (vooraleer de dure tijd aanbreekt); - i.m.1: Kunst...smet: m.b.t. r.2176-81: door een truukje voorkomt men vele nadelen; - i.m.3: troost: hulp, bijstand; - i.m.4: Soet...Goetlijck: een aangenaam teken bevalt wel; - i.m.5: Boose...schaden: slechte raadgevingen brengen op een valse manier schade aan; - i.m.6: Luck-rijck Stuck-blijck: de betekenis van deze glosse is niet meteen duidelijk; wellicht wordt hier bedoeld: ook al blijk je op een bepaald ogenblik veel geluk te hebben, toch blijft dit niet duren, toch blijkt dit geluk stuk te gaan. | |
p.88Annotatie - 2202-3 doen...schade-wachtingh: voorspellen droevige schade; - 2203 Ist...groot: bedoeld wordt: is het geen grote, ernstige schade; - 2206 hits-loopigh: hitsig; - 2208 smeer-panners: smulpapen (vgl. likkepan en vegepan) (WNT 12 1-2, 280); - 2210 gedenckt om: verwacht je aan, denk aan; - vuyl-klad-weer: slecht, regenachtig weer (vgl. WNT 7, 3288); - 2211-2 om'tronde Al-Om: in de wereld rondom ons (vgl. met: de 'Al-omme-Grondt' uit r.184, fol.[††] 3ro; - 2214-5 Gier-vogel: gier; - 2217 flobbert: het WNT verklaart deze passage bij Van de Venne met spartelt (WNT 3, 4564); - 2218 dat...aenghewesen: dat is een aanwijzing voor komende slagregen; - 2222 Warm-loose: verwijst naar de 'Musschen' uit r.2220 die het anders moeten stellen zonder de warmte van het nest; - 2224 arm-jammer...woel-wil: bedoeld wordt: armoede, bedelarij en neiging tot landloperij (vgl. nl. met de tekst in de marge op p. 148-9 waarin Van de Venne het heeft over de 'onsuyvere Landt-beschoyers, ende rappe Rabauwen: wanneer de Jaer-Marcten, en Kermis-Feesten werden gevolgt by de meenichte van haveloos gewoel (...); op dat yder sich kan verhoeden wanneer, of nu, of dan, aenval gheschiet van Arm-jammer!' eigen cursiveringen) (vgl. ook met de grisaille 'Arm-jammer', Plokker 1984, 64-5, nr.18); - 2224-6 Elck...gebreck-daghen: iedereen neemt zijn voorzorgen voor toekomende dagen waarin men (anders) gebrek zou kunnen lijden; - 2227 Koppe-spinne: spin (WNT 7, 5540); - 2228 Tabbaert: lang, wijd kleed; - Rock: boven- of onderkleed; - neder sygende: die zich (...) neerlaat; - 2228-9 geeft aen-meldinge: voorspelt, kondigt aan; - i.m.1: Quaed'lijck Schaed'lijck: vgl. met p.69, i.m.1: 'Quaden Schaden'; - i.m.2: Noyt...vet: keer je nooit tegen wat vers en voedzaam is; - i.m.3: duyck: steek je weg; - luyck: scherm je af (WNT 8, 3235); - i.m.3 sluit aan bij 'schuylen' uit v.2210; - i.m.4: Broet...deel: breng vele goede dingen voort; werk vele goede dingen uit; - i.m.7: Ellende...wende: tracht de ellende te keren, af te wenden. | |
[pagina 118]
| |
p.89Annotatie - 2229 goede spoet: voorspoed (WNT 14, 2898); - 2230 Op...sal: op die dag zal het juist zo zijn; - 2232 voor-winste: voordeel, voorspoed; - 2236 sterfte: een overlijden; - 2241 'tveel willen: nl. het verlangen om nog meer spreuken te debiteren (en te horen); - 2242 geweet: kennis; - 2248 voort 'tbesluyten: als slot, tot besluit; - 2249 Hooren...buyten: onze vernuftige wijsheden die we uit onze geest naar buiten brengen, horen; - 2253 Ongs...beste: dat wij toeluisteren is voor jullie het beste; - 2254-5 Hoe...meet: hoe meer woorden ik ken, hoe meer woorden ik kan gebruiken; hier wellicht ook: hoe meer ik van jullie leer, hoe meer ik jullie zal vergoeden (vgl. WNT 9, 628); - 2256 waar: de waarheid; - i.m.1: Een...vermagh: herhaling van het laatste in margine op de voorgaande bladzijde (p.88, i.m.8); - i.m.2: Vroege...moet: vroeg geluk moet genoegen doen; - i.m.3: Ten huysen uyt: uit het huis; - i.m.5: i.m.5 sluit misschien aan bij 'wijser' uit v.2244 (overdrijf niet in wijsheid), maar wellicht veeleer bij v.2246; de betekenis wordt dan: weest niet al te goedgelovig; - i.m.6: Willigh...vatten: ontvankelijk toeluisteren zorgt ervoor dat men de verstandige dingen (die men hoort) kan opnemen. | |
p.90Annotatie - 2259 dat's...stel: dat is dan mooi in orde gesteld (WNT 15, 1258); - 2261 spinne-rocken: de stok waarop bij het spinnen de te spinnen wol werd gestoken; hier uiteraard ook een verwijzing naar het Spinrokkenevangelie (cf. hierover dl.III, B, hoofdstuk 5, §2); - 2263 Woorden...vaeck: onbeduidende woorden, zonder veel draagkracht (Stoett 1943, dl.2, 186, nr.1878); - 2264 vaeck: slaap; - 2265 bijster: erg; - 2266 grage Sloor: gretig meisje (eig.: gretige slons); - 2267 Beydt gewacht: blijf aandachtig, waakzaam; - 2269 Veel...vermeet: wie veel weet, durft veel ondernemen (vgl. met p.112, i.m.1: 'Veel-weten // doet // Ver-meten'); - 2270 door: aan de hand van; - 2271 Waer-seggende: waarheid bevattende; - by-giftige: bij wijze van toegift toegevoegde; - 2273 hoe: (Sinne-sprevcken die aangeven) hoe; - 2274-9 'tMenschen...Yet: m.a.w. de 'Sinne-sprevcken' geven kennelijk de ijdelheid (cf. 'Yet', 'Niet' en 'roock') en de kortheid ('even', 'uyt en in/ in en uyt') van het menselijk streven (''tmenschen wenschen') en van zijn schijnbaar zeker bestaan ('Wis-leven') aan; - 2277 mals: vluchtig; - 2280 bescheydenlijck: verstaanbaar, begrijpelijk, maar ook verstandig (WNT 2, 1964); - met...luyster: met glans van prijzenswaardige belering (lett.: met glans die de belering prijst); - i.m.1: bescheydenheyt: verstand, goed inzicht, redelijkheid (WNT 2, 1962-3); - i.m.3: Afgemaelde...Inne-beelden: afgeschilderde beelden vol zin ('Sinne-beelden') brengen door inventies ('Inne-beelden') opvattingen ('Binne-beelden') teweeg. Vgl. nl. met de toelichting achteraan Van de Vennes Sinne-Vonck waarin de dichter de dichterlijke inventio verdedigt: 'Alle Oude, als Nieuwe Reden-wijsers, de welcke de Naem van Poëten dragen, die gebruycken (om Mis-bruyck te hinderen) meestendeel Buyte-Beelden, die hun Inne-Beelden soet en aerdig uytschilderen, door Leer-Tael' (Van de Venne 1634a, 100). | |
[pagina 119]
| |
2286 staat I: Wt de lusten, en daer in; staat II: Wt de lusten, en weer in [perscorrectie in staat II: naar analogie met de parallelle constructies in v.2289-2304]; - 2287 staat I: In de teelingh, en daer uyt; staat II: In de teelingh, en weer uyt [vgl. commentaar bij v.2286]; - 2288 staat I: Wt de luyren, en daer in; staat II: Wt de luyren, en weer in [vgl. commentaar bij v.2286].
Annotatie - 2286-304 Wt...in: het veelvuldige gebruik van 'Wt' en 'in' dient hier kennelijk om de kortstondigheid van het leven aan te duiden (cf. v.2276: 'uyt en in/ in en uyt' en v.2309: 'De Werelt slijt met snelle Tijt') maar ook om de onstandvastigheid van het menselijke handelen aan te geven (vgl. met p.91, i.m.1: ''tMenschen leven bestaet in doen/ en ontdoen' en met p.91, i.m.2: 'Dan wat maken, dan wat breken, // Dat zijn rechte Werelts streken'); - 2286 lusten: nl. waardoor de 'teelingh' tot stand komt (v.2287); - 2287 teelingh: verwekking; - 2288 luyren: doeken. Ook bij De Brune komen luiers als vanitatief element voor (De Brune 1970, 17); - 2289 In...uyt: zo ingenomen en zo weer naar buiten gebracht; - 2292 dreckingh: vuil, drek; - 2294 vrydom: vrijheid; - 2306 'tLevens Lijck-Blijck: de schijn van het leven (zowel 'Lijck' als 'Blijck' duiden de schijn aan en hebben een sterk vanitatieve betekenis); - 2308 Kom-om: kom, word geboren; - Om-kom: om te komen, dood te gaan; - 2309 slijt: vergaat, gaat te niet; - 2311 De eerste rijdter door: en is dus kennelijk bemiddeld; - 2313 De derde kruypter door: en heeft dus hulp nodig; - i.m.1: Onbelett': die niet gehinderd zijn, die geen acht geven op (de vanitas van het menselijke bestaan); - lett': moeten erop letten; - doen/ en ontdoen: in iets te doen en het dan weer terug teniet te doen; - i.m.2: Dan...streken: vgl. met 'doen/ en ontdoen' (p.91, i.m.1) en v.2286-304: 'Wt' en 'in'; - rechte: echte (WNT 12 3, 493); - i.m.4: vgl. met Job 1, 21; - i.m.5: cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 6 (met o.m. verwijzing naar de Proverbia seriosa); - i.m.5 sluit aan bij de in v.2311-3 gesignaleerde ongelijkheid. | |
p.92Annotatie - 2314 in't siin: voor zich (vgl. nl. met de glosse 'met sijn selven'); - 2316 Deugdt-Man, Vreugdt-Man: deugd hangt nl. met vreugd samen: vgl. p.248, i.m.5: 'Belet van Deugt // Beneemt de Vreugt'; - 2317 Eel-Man: edelman; - Heel-Man: een volledige man, een echte man (?); - 2318 Kunst-Man, Gunst-Man: de kunstenaar is nl. afhankelijk van de welwillende gezindheid van zijn publiek; vgl. b.v. in de 'Mey-clacht': 'Ick soeck de cunst om gunst' (v.133) (Zeeusche Nachtegael 1982, 96); - 2319 Koop-Man, Hoop-Man: wellicht: een koopman hoopt voortdurend (op winst) of ook: een koopman vergaart voortdurend; - 2320 Rijck-Man, Blijck-Man: wie rijk is, geeft daar ook blijk van, laat dit ook merken; - 2321 Vicht-Man, Plicht-Man: een soldaat heeft zijn plichten; - 2325 Slecht Man, Recht Man: een eenvoudig man is een oprecht man (WNT 14, 1615); - 2327 Arm Man, Karm-Man: vgl. p.151, i.m.3: 'Armen // Karmen'; - 2328 Droeff Man, Hoeff-Man: een bedroefd man is behoeftig; - 2331 Bloot Man, Doodt Man: m.a.w. in de dood heeft men niets meer aan zijn aardse bezittingen; - 2334 VVaer-Spreucken...Hou-gelijck: spreuken die waarheid bevatten over het huwelijk; - 2335-7 dienende...Bedrijff: van nut voor het goede en slechte handelen van de gehuwde man en vrouw; - 2344 Een Wijfs Genucht: een genoegen voor de vrouw; - 2345 Stut: steun; - i.m.1: Yder...selven: ieder heeft al genoeg met zichzelf te stellen; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 18 (met o.m. verwijzing naar Gruterus); - i.m.2: i.m.2 sluit wellicht met 'wercken' aan bij | |
[pagina 120]
| |
'Werck-Man' uit v.2323, maar daarnaast ook bij de bezigheden die in de omringende verzen worden uitgedrukt; - i.m.3: vgl. nl. met p.92, i.m.1: 'Yder heeft genoeg te doen met sijn selven'; - i.m.3 sluit aan bij v.2314-31; - i.m.4: Ellendigh...Endigh: ellende brengt het einde aan; - vgl. nl. met de grisaille 'Ellenden-eindt' waar de dood een oude stervende boer een sleutel voorhoudt: kennelijk maakt de dood er een einde aan de ellende van de oude man (Plokker 1984, 102-5, nr.36); - i.m.5: Houden gelijck: trouwen; - om...hebben: om een kind te krijgen; - i.m.5 sluit aan bij v.2334 'Hou-gelijck' maar ook aan de gedachte over het huwelijk die in v.2334-59 wordt uitgedrukt; - i.m.6: 'tHuys...Houders: allusie op de noodzaak van een goede huishouding: een slecht gehouden huishouden jaagt de gehuwden uit elkaar; - i.m.7: Goede...verçieren: goede manieren zijn fraai; - i.m.7 sluit aan bij v.2346 'Cieraet' maar ook bij de in v.2338-59 aan de gehuwden voorgehouden plichten (cf. v.2337: 'Bedrijff'). | |
p.93Annotatie - 2362 Een Wijfs Prangh: een kwelling voor de vrouw; - 2374 Een Mans Versuym: een verwaarlozing van de man, een gebrek aan aandacht voor de man (WNT 20 2, 2551); - 2377 Een Mans Belet: een hinder voor de man; - 2379 Een Mans Vuyl-haeff: een slecht bezit voor de man (WNT 6, 127); - 2383 Een...swarte: m.a.w. daarin zijn ze alle aan elkaar gelijk (alle boze mannen en vrouwen zijn gelijk); - 2384 VVinne-VVaer-Spreucken: spreuken die waarheid bevatten m.b.t. het maken van winsten; - 2389 Rijcke...'tverliesen: rijken hebben iets achter de hand wanneer ze verlies maken; - 2390 en...verkiezen: hebben niet te kiezen; - 2393 Wie...woorden: heeft dus geen geld; - 2394-5 AL...sijn': m.a.w. al wie let op wat meer of hoger is dan hij bezit, vermeerdert ook zijn eigen bezit (nl. door naar meer te streven), maar hij lijkt daarbij pijn of verdriet te hebben (omdat hij dit 'hooger' niet bezit); wie daarentegen let op wie minder bezit of op wat beneden hem ligt, merkt zijn eigen rijkdom op (en is daardoor ook daarmee tevreden); - 2396-7 Wie...seerder: vgl. nl. met v.2394: 'Al wie op hooger siet vermeert, en schijnt vol pijn'; - i.m.1: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 209 en dl.3, 185 (met o.m. verwijzing naar Gruterus); - i.m.2: Quaet...uyt: onkruid wordt uitgeroeid; - i.m.4: i.m.4 sluit wellicht aan bij de 'VVinne-VVaer-Spreucken' (v.2384); - i.m.5: i.m.5 sluit aan bij v.2385-6 en betekent dan ook wellicht: zuinig zijn zonder schande (d.w.z. zonder daarin te overdrijven) vergroot je bezit; - i.m.6: wellicht sluit dit in margine reeds aan bij v.2389-90: de grootste rijkdom moet bij tegenspoed de duimen leggen; - i.m.7: Die...heeft: een in de zeventiende eeuw bekend spreekwoord (Stoett 1943, dl.2, 288, nr. 2110 en Harrebomée 1856-70, dl.1, 275 en dl.3, 29, met o.m. verwijzingen naar Gruterus en Sartorius); vgl. ook met p.12, i.m.3: 'Niet hebben spaert wat/ // spaert hebben niet?'; - Die...spaert: het is nl. gemakkelijk te sparen wanneer men al iets heeft; - i.m.9: Te...belet: te vet brengt hinder aan; - i.m.9 sluit aan bij v.2394-5: men mag nl. niet naar iets streven dat buiten zijn bereik ligt want dan berokkent men zichzelf nadeel; - i.m.10: i.m.10 reageert wellicht op het vorige in margine: is 'te vet' niet goed, 'te schrael' is het ook niet. | |
[pagina 121]
| |
2413 staat I: Straff soeckt Ellendt,; staat II: Straff soeckt Ellend', [perscorrectie in staat II?; vgl. nl. de onmiskenbare perscorrecties in staat II van v.2286-8 op p.91 uit dezelfde binnenvorm M]; - 2414 staat I: Eilendt vindt Armoe; staat II: Ellend' vindt Armoe [vgl. commentaar bij v.2413].
Annotatie - 2398-9 vgl. met v.2395: 'die op lager merckt, verrijckt in al het sijn'; - 2400-1 Buyten...buyten: m.a.w. iedereen zorgt voor elkaar (in het ideale huishouden zorgt de man die buitenshuis werkt, voor de thuiswerkende vrouw, en omgekeerd: vgl. nl. met het in margine: 'Diere Tijdt leert huys-houden'); - 2402 Ware Quel-lust-Spreucken: spreuken die waarheid bevatten m.b.t. een aantal kwellingen (zoals uitgedrukt in v.2404-15); - 2402-3 om...besluyten: om een einde te maken aan dit begin, of ook: om de toelichtingen (vgl. nl. 'openingh' in r.285 van fol.[††]3vo) af te ronden; - 2404-15 de kettingredenering is gebouwd op het 'soecken' en 'vinden' (over de kettingredenering, cf. de toelichting bij i.m. 5 van fol. [††] 3 vo); - 2415 Armoe...List: vgl. Van de Vennes grisailles met de tekstrol: 'Armoe soeckt list' (Plokker 1984, 66-73, nrs.19-21); - 2418 Echte Vrouw: echtgenote; - 2421 Een Acker Lands: een akkerland, bouwland; - 2422 AL-ARM: alarm, maar ook: iedereen is arm (vgl. met de woord- en beeldspelingen in de grisaille met de tekstrol: 'All-arm', Plokker 1984, 22-4, nr.1); alludeert op v.2423-5; - 2423-5 Die...Wormen: m.a.w. iedereen wordt gegeten (cf. 'ALARM'); - 2424 Die...Luysen: m.n. de bedelaars en vagebonden; - 2425 Die...Wormen: m.n. de doden; - 2426 Lomp: log, traag, niet levendig (WNT 8, 2670); - i.m.1: kennelijk sluit dit in margine slechts via het woord 'huys-houden' aan bij v.2401-2; - i.m.2: In...vernielen: m.a.w. het gewoel brengt slechte dingen aan; - i.m.2 sluit dan wellicht aan bij v.2404-15 waarin allerlei nadelige 'Strebungen' aan elkaar worden geregen; - i.m.3: Ongewoonte...sinnen: kennelijk draait deze spreuk de bekende uitdrukking om: gewoonte maakt eelt (vgl. p.204, i.m.9: 'Gewoonte maeckt harde voeten'; vgl. Harrebomée 1856-70, dl.1, 170 met o.m. verwijzingen naar Gruterus en Cats); wanneer men de negatieve handelingen uit v.2404-15 niet tot zijn gewoonten hoeft te rekenen, is men een zachtaardig iemand; - i.m.4: Soecken...binden: m.a.w. wanneer men iets vindt, nadat men, gezocht heeft, dan maakt men het los (van de plaats waar het gevonden werd; = lossen) en steekt het bij zich (= binden); - i.m.5: Moeyelijck...boeyelijck: moeilijk knelt als een boei. | |
p.95Annotatie - 2430 Maet...staet: hier wordt wellicht bedoeld: matigheid heeft een hekel aan slechte raad; laat smaad achterwege, dan staat er je voordeel te wachten (vgl. met p.79, v.1955-8); - 2432 Beginnen...dragen: m.a.w. het beginnen is aangenaam, maar het einde (of het tot het einde toe volhouden) is lastig; - 2434 pluymen: waarmee het nest bedekt is; - 2436-7 De Noodt...besluyt: de nood dwingt om tevoorschijn te komen al wat men voor haar verborgen hield, voor haar trachtte af te schermen, al wat men tegen de nood heeft gespaard (WNT 2, 2044); - 2438 Noodt...Noodt: nodig de nood niet uit, daag de nood niet uit; - 2440 keert: brengt verandering; - 2441 weert: gaat tekeer, verdedigt zich, weert zich; - seert: kwetst, verwondt; - 2442 meert: vergroot, vermeerdert; - 2445 Eens...van: waarmee dan de inconstantia van de wereld wordt aangegeven; - 2446 Spel: bedoeld wordt: de gang van de wereld; de wereld houdt m.a.w. zowel goed als kwaad in; - 2448-9 Met...ras: toegepast op de gang van de wereld beduidt dit: | |
[pagina 122]
| |
de wereld brengt zowel goed als slecht aan; - 2450 Wie...wegh: en moet zich, m.a.w., afzijdig houden; vgl. met r.240-2 van het 'Voor-Beduydsel': 'blijft van de domme Woel om bevrijdt te zijn van Aen-stoot, en houdt u selven aen de kant'; - 2451-7 Dagen...soo: met deze uitspraken wordt het einde van de wijsheden van de zigeuners aangekondigd; ze hebben dan ook betrekking op het einde; - 2454 Daer...Vijgen: daar komt geluk bij en nog wat meer ook (vgl: Harrebomée 1856-70, dl.1, 226 en dl.3, 192); - i.m.1: houwen: houden vast; - vouwen: plooien, buigen, worden krom; - flouwen: worden zwakker; - kouwen: worden koud, of ook: krijgen het koud; - i.m.1 sluit aan bij 'oudt' uit v.2434-5; - i.m.2: Beter...sot: in aansluiting bij v.2438 betekent deze glosse: beter bot en onbeleefd te zijn (nl. door de nood niet uit te nodigen) dan totaal verkeerd te doen (nl. door de nood wel uit te nodigen); - i.m.3: Siet...stuyr: suggereert de wisselvalligheden van de gang van de wereld (vgl. met v.2445); - i.m.4: Snelle...werden: ook snelle benen, die voortdurend in beweging waren, worden stijf en bewegen zich niet meer wanneer de leden slap worden (m.n. als men doodgaat); - de vanitatieve glosse sluit aan bij de spreuken die op het einde betrekking hebben (v.2451-7); ook i.m.5 en 6 sluiten hierbij aan; - i.m.5: Het...niet: m.a.w. wat te voren (nl. tijdens het leven) nog iets was, zal later (m.n. in de dood) niets zijn. | |
p.96Annotatie - 2458 Seght: de Heydenen zijn hier nog steeds aan het woord en richten zich nu tot Fijtje en Lubbert; - verstelden: jullie die nog verbaasd staan; - 2460 gewis verhael: zeker, waar verhaal; - 2461 al te mael: geheel en al, volledig; - 2462 beyden: m.n. Lubbert en Fijtje; - 2463 looning: beloning, loon; - 2465 Bistu...niet: ben je platzak, geef dan ook niets (WNT 8, 1060); - 2467 vreemde...rancken: vreemde listige en bedrieglijke duidingen, toelichtingen (vgl. WNT 3, 3559); - 2468 ter eeren naar: overeenkomstig de eer die je toekomt (WNT 9, 1382); - 2470 Schaarse: karige gierige; - Praccher: gierigaard (WNT 12 1-2, 3811); - 2471 droogen: schrale (omdat hij nl. niets geeft); - 2474 Ick: ik geef; - 2475 seven oortjens: een blank had nl. de waarde van driekwart stuiver; een oortje zelf was een kwart stuiver (WNT 2, 2780, 16, 316 en 11, 76); - suyver: precies; - 2476 lang over: geef hier; - 2477 Mislijck...sal: het is onzeker, ik weet niet wie het (in onze beurs) weer zal aanvullen (WNT 3, 204 en 9, 858); - 2480 Safle: sukkelen, moeizaam lopen (WNT 14, 16); - na...drangh: naar het gewoel van weleer, van daarnet; - 2481 na: naar; - 2482 raan: aanraden; - wijcken: teruggaan; - 2485 Smout: zalf op basis van vet; - quackjes: flauwigheden (WNT 8, 672); - gielt: bedelt; het optreden van de kwakzalver wordt in dit vers aangekondigd; - i.m.1: Goet...krencken: wanneer men iets goeds denkt, dan krenkt men ook niet. Vgl. met p.16, i.m.4: 'Geen dencken // Mach krencken' en met p.24, i.m.3: 'Swijgen en dencken // Doet selden krencken' (vgl. voor bronopgaven ook de toelichtingen aldaar); - i.m.1 sluit aan bij 'dunckt u' (v.2458); - i.m.2: vgl. ook met p.189, i.m.5: 'tIs al goet dat wel doet voeden'; - i.m.3: Vgl. nl. 'mit bedancken' uit v.2466; - i.m.4: Hebjet...deel: heb je alles, geef dan een stuk; - i.m.5: Die...by-setten: wie wil kaarten, moet inzetten (WNT 17 1-2, 3052-3 en WNT 2, 2673); - cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 12 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en Cats); - i.m.6: Kittelende Ooren: jeukende, nieuwsgierige oren (WNT 11, 26 en 7, 3186). | |
[pagina 123]
| |
p.97Annotatie - 2487 beduyen: betekenen; - 2490 Gaauwe: laten we ons haasten (WNT 4, 353); - Poffert: opschepper, pocher, snoever (WNT 12 1-2, 3033-5); - 2491 Stijven blaser: grote opschepper; - stoffert: bluffer; - 2492 keft: babbelt, kakelt, snoeft (WNT 7, 2023-4); - 2493 getreft: getroffen (nl. van ziekte of pijn) (WNT 17 1-2, 2310); - 2496 gekrauwt: gekrabd; - 2497 ghehort: gestoten (WNT 6, 1125); - geblauwt: van een blauwtje voorzien, geslagen (WNT 2, 2926); - 2498 quets: kwetsuur, verwonding; - 2501 verholen: verborgen; - 2502 As...op-gheswollen: wanneer het dik en opgezwollen ettert; - 2504 veul rijpens: langdurig rijpen; - ruym: overvloedig; - 2505 Borst: barst, openbarst; - 2510 gefoolt...getroetelt: gekweld, gekwetst, maar ook geknuffeld (WNT 3, 4609-10) en flink vertroeteld; - 2511 hoe...hoetelt: hoe sta je zo te kwellen, te plagen of ook te zeuren (WNT 6, 828-9); - i.m.2: ontstellen: kwellen, doen pijn; - i.m.4: Weeligh: zinnelijk (MW 9, 2026); - speeligh: speels; - i.m.3 sluit aan bij 'gefoolt' en 'getroetelt' uit v.2510. | |
p.98Varianten - De gereproduceerde p.98 geeft staat III van binnenvorm N weer naar het exemplaar 50. Staat II verschilt voor deze pagina niet van staat III. i.m.1: staat I: Losse praet; staat II + III: een Losse praet [kennelijk een perscorrectie in staat II: aanpassing van het metrum uit r.1 van i.m.1 aan het metrum van r.2; daarbij werd het lidwoord verkeerdelijk zonder hoofdletter gezet, terwijl (eveneens foutief) de hoofdletter van 'Losse' bewaard bleef; een bijkomend argument om staat II en staat III als de chronologisch latere staten te beschouwen, is dat de variant van staat I slechts in twee exemplaren werd aangetroffen; vgl. daarnaast ook met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.2611 op p.102 van dezelfde binnenvorm N].
Annotatie - 2512 Loop haal-waardigh: loop heen, de duivel moge je halen (lett.: jij die het waard bent om gehaald te worden) (?); of woordspel met aalwarig: onbezonnen, dartel of knorrig, verdrietig (WNT 1, 29-30) (?); - 2513 in...van: in noch uit; m.a.w. woorden doen niks; - 2514 Gaan...innigh: lett.: gaan de woorden niet weg (WNT 1, 129) of komen ze niet binnen, dringen ze niet door; sluit aan bij de betekenis en de voorstelling van v.2513; - 2515 vinnigh: boos (WNT 21, 879); - 2516 tuyrt: hier wellicht: gekke streken uithaalt (WNT 17 1-2, 4374); - 2517 guyrt: zich wat onvriendelijk voordoet (?) (vgl. WNT 5, 1315); - 2520 aen een strootje: m.a.w. aan iets lichts; - 2521 in...noodt: in nood zonder dat er daartoe reden is; - 2524 nat en droogh: eten en drinken; - 2527 verblinden...verlichten: beide begrippen staan tegenover elkaar: het verblinden (waardoor men niet meer ziet) vs. het meer licht geven (waardoor men beter ziet); - 2528 kriel-om-kroel: gekrioel; - 2529 vry-gewoel: los gewoel (de kermis ging als vrije jaarmarkt vaak met het epitheton 'vrij' gepaard); - 2531 den Baes: m.n. de kwakzalver; - 2532 Mislick...leert: het is best mogelijk dat hij dan leert (WNT 9, 858); - 2533 blaauwe Schénen: nl. als het gevolg van het blauwtje dat men bij zijn liefje heeft opgelopen; - smeert: (met zalf) insmeert; - i.m.1: Niet...gaet: gaat onzeker; - i.m.2: Wt-woorden... in: woorden die men uitspreekt, dringen niet door; vgl. met de zegswijze 'woorden gaan in het lijf niet' (Harre-bomée 1856-70, dl.2, 32 met verwijzingen naar Gruterus en Zegerus); vgl. ook p.236, i.m.4: 'Woorden gaen door't Vel niet'; - i.m.4: Men...Buyck: waardoor men zich voorneemt meer te eten dan men eigenlijk kan; - cf. Harrebomée | |
[pagina 124]
| |
1856-70, dl.1, 102 en Stoett 1943, dl.2, 102, nr.1683 met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune; - i.m.6: 'tVolck...zijn: 'mundus vult decipi'. | |
p.99Varianten - De gereproduceerde p.99 geeft staat III van binnenvorm N weer naar het exemplaar 50. Staat II verschilt voor deze pagina niet van staat III. aanduiding van het sprekende personage: staat I: hoogh-rennende Quets-Salver; staat II + staat III: hoogh-roemende Quets-Salver [perscorrectie in staat II (cf. het variantencommen-taar bij i.m.1 op p.98 van dezelfde binnenvorm N); lexikale variant].
Annotatie - voor-staende: die van voren staat, of ook: vooraanstaande; - Vry-Meester: volleerd meester (vgl. WNT 23, 783); - kan-Al: die alles kan, maar mogelijk ook een woordspeling met het Franse 'canaille', uitschot (WNT 7, 1212-4); - Pochen-hout: dergelijke pseudo-realistisch geografische naamgevingen komen wel vaker als komisch procédé voor (Coigneau 1980-3, dl.2, 299); - har-varen-Land-besoecker: hier aanbelande reiziger (?); - Quets-Salver: kwakzalver, die kwetsuren met zalfjes insmeert; - 2534 Ihr: hier; - 2535 Vmb...Leiben: om lang het leven te behouden; - 2537 sorgheleick: zodat men er zich zorgen over maakt; - 2538 Hastu...Beynen: heb je opgezwollen benen; - 2539 Scheurbuych: scheurbuik; - grosser Steynen: grote keien; cf. het motief van de keisnijding; - 2541 auff...blind: die met een oogziekte, blindheid, gekweld zijn; - i.m.1: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 249 (met o.m. verwijzing naar Gruterus); vgl. ook Van de Vennes Sinne-fabulen, nr.9: 'Veel Nieuws, en selden wat goets'; - i.m.1 sluit uiteraard aan bij de vreemde herkomst van de kwakzalver; - i.m.3: i.m.3 sluit aan bij de praatjes zonder daden van de kwakzalver. | |
p.100Annotatie - 2542 vys gesnabbel: vreemd gebabbel (WNT 21, 449 en 4, 1766); - 2543 Moffe-maff: mof: reeds in de zeventiende eeuw gebruikelijke spotnaam voor de Duitsers (WNT 9, 991); hier in een woordspeling suggestief verbonden met 'maf'; - brobbel-brabbel: gebrabbel (vgl. WNT 3, 972); - 2544 Mockje: hier kennelijk in toepassing op een man; 'mockje' was meer gebruikelijk als scheldnaam voor een slonzig wijf of slet (WNT 9, 1010); - 2545 vatt: begrijp; - 2546 Na...merck: voor zover ik het zie; - 2551 poffe: snoeven (WNT 12 1-2, 3029); - 2552 looftet: geloof het; - 2554 ten heelen: helemaal; - 2555 Smout: vet, smeersel, zalf; - 2560 verdregend': lijdzaam; - 2561 een aar: iemand anders; - 2563 beschrijven: op papier brengen, te boek stellen (WNT 2, 1997); - 2564 heelsaem: genezend; - 2568 Duyck: buig, buk, trek je terug; - denck: bedenk dit (nl. v.2566-7); - 2570-2 het...weet: iets te willen, te doen of na te laten, hangt, zoals men weet, van jezelf af; - i.m.3: i.m.3 sluit aan bij v.2551; - i.m.5: i.m.5 sluit aan bij v.2560; - i.m.6: weer-strijden: tegenkampen; - i.m.6 sluit aan bij v.2568. | |
[pagina 125]
| |
kunnen krijgen, hoe zou je het kunnen doen (WNT 8, 552); - 2583 van mijn gingt wenne: van mij ging afwenden; - 2584 Schickje: denk je dat, ben je dat van plan (?); - kruydigh: pittig, flink, pienter (WNT 8, 395); - 2585 dubbel...gesindt: in hoge mate heb liefgehad (WNT 3, 3534 en 4, 2235); - 2586 beloopen: ingehaald, gezocht en gevonden (WNT 2, 1745); - bedraven: achter-nagelopen, achternagezet (WNT 2, 1215); - 2587 laffe: krachteloze (WNT 8, 913); - 2588 saagh: zag; - 2590 vorde: ver vooruit; - 2594 trapte...treden: zette de ene stap na de andere; - 2595 naeuw'...ruyme: grote en kleine; - 2596 voet-sool: een voetafdruk; - 2598 daer: waar; - de Klickers planten: de afdrukken (WNT 12 1-2, 2288) van je klikkers (eig.: een vrouwenschoeisel met houten hiel; WNT 7, 4042); - 2599 Hadden...kanten: hiel en teen hadden geplaatst (WNT 7, 1364-5); - 2601-2 Stracks...voeten: m.a.w. meteen paste ik er zeer zorgvuldig mijn benen, stappen en voeten in (WNT 12 1-2, 4166, 14, 431 en 12 1-2, 689); - 2603 boeten: voldoen, verzadigen, bevredigen (WNT 3, 205); - i.m.1: ontleend aan Gal.6, 5; vgl. Harrebomée 1856-70, dl.2, 11 met o.m. ook verwijzingen naar Gruterus en De Brune; - i.m.2: Balsum: balsem; - i.m.3: eer: vroeger. | |
p.102Varianten - De gereproduceerde p.102 geeft staat III van binnenvorm N weer naar het exemplaar 50. Staat II verschilt voor deze pagina niet van staat III. 2605 staat I: Kluyt.; staat II + III: Kluyt; [perscorrectie in staat II (cf. het varianten-commentaar bij i.m.1 op p.98 van dezelfde binnenvorm N): de interpunctie wordt conform met de interpunctie uit v.2606]; - 2611 staat I: Als de kleyn'; staat II + III: As de kleyn' [perscorrectie in staat II (vgl. ook het variantencommentaar bij i.m.1 op p.98 van dezelfde binnenvorm N): in staat II is er tussen 'As' en het onmiddellijk daaropvolgende woord 'de' meer tussenwit als in staat I (met het langere 'Als'); vgl. ook met de gelijkaardige variant in v.5870 op p.205 in staat II van buitenvorm Cc]; - 2617 staat I: een lange mijl.; staat II + III: een lange mijl! [wellicht een perscorrectie; vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.2611].
Annotatie - 2604 rechts-om: aan de rechterkant, naar rechts; - 2605 slincks an: aan de linkerkant, naar links toe; - 2606 seer: snel, vlug (MW 7, 984); - 2607 Om...hooren: om mijn stappen te laten opmerken; - 2608 Dan...weer: dan weer schuin, scheef, en dan weer langs ginds en dan weer terug (WNT 6, 807); - 2609 Half...veer: nu eens rechtop, dan weer languit; of ook: half rechtop en half gebogen; - 2610 daer buyten: nl. buiten Den Haag; - 2613 happigh: wakker, ijverig (WNT 5, 2144-5); - 2615 aerssel-drijven: achteruitvaren (WNT 1, 593); - 2616 schaedt: brengt (...) schade aan; - een korte wijl: een korte poos, een kort oponthoud; - 2619 Ty: het getij, de stroming; - 2622 door 'tswijcken: omdat ik me voortdurend terugtrok; - 2623 dickels: vaak; - 2625 'tGene...docht: nl. op Fijtje; - 2626 ruyge: met wild gewas begroeide (WNT 13, 1641); - 2629 schendigh: schadelijk; - 2630 Gingh...ongeler: terwijl mijn oog, soms zeer vlug (WNT 2, 2679), van boven tot onder spiedde; - 2632 na'tgehoor: naar het geluid, naar wat ik hoorde; - 2633 Met een schrick: terwijl ik verschrikt was; - stil gestoor: met weinig storen, zonder dat ik veel lawaai maakte; - 2634 nae...hoocken: naar duistere hoeken; - 2636 bedodt: verrast, verbijsterd (WNT 2, 1209); - i.m.2: ghevat: gegrepen; cf. de gebruikelijke voorstelling van de 'Gelegentheyt' (Ripa, s.v. 'Occasione') als een 'Vrouwe (...) met hayren die haer over 't voorhoofd gespreyt hingen, sulx dat de necke gantsch kael en ontbloot was' waarbij 'De | |
[pagina 126]
| |
hayren die te saemen over 't voorhooft gekeert zijn, geven te verstaen, datmen de Gelegentheyt moet voorkomen, passende op haere gangen, sonder datmen die most volgen om te vatten, wanneerse alreede den rugge hadde gekeert, want zy treet seer snellijck' (Ripa 1971, 146); - i.m.3: Ver-gaet: gaat ten onder; - i.m.4: Kleyn-schrick // Kleyn-schick: een lichte schrik brengt maar weinig teweeg (?). | |
p.103Varianten - De gereproduceerde p.103 geeft staat III van binnenvorm N weer naar het exemplaar 50. paginanummer: staat I + II: 103; staat III: 103 [perscorrectie in staat III (vgl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.2611 op p.102 van dezelfde binnenvorm N); er kan hier geen sprake zijn van zetselschade in staat II (volgorde van de staten zou dan zijn: staat I > staat III > staat II) omdat het haast uitgesloten is dat in staat II de '3' uit het paginanummer opnieuw en op dezelfde wijze als in staat I te hoog zou worden geplaatst].
Annotatie - 2638 Mits: op dat ogenblik (WNT 9, 892); - 2639 fellen: boosaardige, wrede, boze (WNT 3, 4423); - 2640 Dat...verschoot: zodat ik bijna flauwviel; - 2642 in het vreesen: terwijl ik bang was; - 2645 Van...voor: van haar uit gezien (bevond Lubbert zich) achter, van mijn (Lubberts) standpunt uit gezien (bevindt Fijtje zich) voor (hem); - 2646 duchte: bang was, vreesde; - 2647 Mit...spoed-besuchte: met een spijtig zuchten over de haast (die Lubbert aan de dag had gelegd); - 2648 Over 'tvroegh-by-na-verdriet: (en met een zuchten) over wat zo vroeg in de ochtend bijna een verdriet was geworden; - 2650 schotigh: haastig, gejaagd (WNT 14, 932); - 2656 vorsse: verse; - 2660 op de greep: op het grijpen; - 2662 Gaeuwert: vluggerd; - 2663 dweepe: suffige (WNT 3, 3733); - 2664 slechte Maat: simpele kerel; - 2665 laauw-achtigh: zonder veel vuur; - i.m.3: Beduchters // Besuchters: m.a.w. zij die bevreesd zijn, zuchten voortdurend; - i.m.4: Ver-vangers // Ver-langers: m.a.w. zij die maar van ver vangen, moeten van ver reiken (WNT 8, 1060); maar ook: zijn slechts verlangers (komen niet aan het eigenlijke vangen toe); - i.m.5: Een kleyntje: m.n. het aas; - i.m.6: Al-achtigh...Val-achtigh: kennelijk dient dit in margine ook vertikaal te worden gelezen: 'Al' wordt dan in verband gebracht met 'Mal', 'Kal' met 'Val'. Het in margine suggereert dan ook zoveel als: alle mallen, gekken praten en komen daardoor ten val. Ook elders in de Belacchende Werelt wordt 'mallen' graag met 'vallen' in verband gebracht: vgl. p.7, i.m.1: 'VVijsen mallen, // Kloecke vallen', p.16, i.m.1: 'Door mallen // Sinnen vallen', p.84, i.m.5: 'Stoute Mallen // Schendich vallen' en p.219, i.m.5: 'Mallen // Vallen'. | |
p.104Varianten - De gereproduceerde p.104 geeft staat III van buitenvorm N weer naar het exemplaar 50. paginanummer: staat II: 104; staat I + III: 104 [cf. commentaar bij de variant in i.m.4]; - i.m.4: staat I: i s; staat II + III: is [staat III is zowel m.b.t. het paginanummer als m.b.t. i.m.4 de logisch meest correcte staat; de chronologische volgorde van de verschillende staten is evenwel niet duidelijk; theoretisch dienen zich zes mogelijkheden aan: (a) staat I > staat II (perscorrectie in i.m.4; zetselschade in het paginanummer) > staat III (perscorrectie in het paginanummer); (b) staat I > staat III (perscorrectie in i.m.4) > staat II (zetselschade in het paginanummer); (c) staat II > staat I (perscorrectie in het paginanummer; zetselschade in i.m.4) > staat III (perscorrectie in i.m.4); (d) staat II > staat III (perscorrectie in het | |
[pagina 127]
| |
paginanummer) > staat I (zetselschade in i.m.4); (e) staat III > staat I (zetselschade in i.m.4) > staat II (perscorrectie in i.m.4; zetselschade in het paginanummer); (f) staat III > staat II (zetselschade in het paginanummer) > staat I (perscorrectie in het paginanummer; zetselschade in i.m.4)].
Annotatie - 2666 toertigh: grappig, koddig (WNT 17 1-2, 649); - belompen: het WNT verklaart dit woord aarzelend met 'gepast, voegzaam' (WNT 2, 1741); wellicht betreft het hier echter een nieuwvorming op basis van het woord 'lomp': onbehouwen; - 2667 Elck...mompen: iedereen bedriegt zichzelf, spiegelt zichzelf wat voor (WNT 9, 1053); - 2669 Van...stout: van zijn bangigheid of dapperheid; - 2670 trappen: stappen; - 2671 bloo...vis-beknappen: vreesachtig bij het vangen van de vis (WNT 2, 1608); - 2673 ficks: flink; - 2674 in gleden: wat betreft mijn leden, ledematen (WNT 4, 1148 en V, 65); - 2676 mijn ander-Ziel: mijn tweede ziel; - 2679 beluypen: bespieden, begluren (WNT 2, 1571); - 2684 Dan...besien: dan werd je niet bekeken; - 2685 As...bien: m.a.w. als iemand die een zwaar blok mee te sleuren heeft; kennelijk beschouwt Fijtje zich hier (ironisch) als een last voor Lubbert (cf. 'Moeyte' uit v.2686); wel vaker zoals hier in toepassing op de bedrogen minnaar waarmee de spot wordt gedreven (Mak 1959, 74, Coigneau 1969-70, 67, n.88 en Grauls 1957, 125-141); - 2687 mindje: bemin je; - 2689 Datje...raeckt: dat je ook van geen moeite meer losraakt, dat je voortdurend moeite moet blijven doen; - 2695 schrapen: (de kost) bij beetjes bijeenzoeken; - i.m.1: Recht-grondigh // Hecht-bondigh: oprecht en gegrond zorgt voor een stevige band; - i.m.1 sluit wellicht aan bij v.2668-72; - i.m.2: Snelle...Quelle: m.a.w. vluggerds zijn een erge plaag, een ware kwelling; - i.m.2 sluit dan wellicht aan bij v.2678-81 waarin Fijtje zegt dat Lubbert haar uiteindelijk heeft ingehaald en voor haar een kwelling vormt; - i.m.3: Moeyd...moeyte: val geen moeite lastig, laat je niet met moeite in; - i.m.4: Vaerdigh: bereidwillig (WNT 18, 63). | |
p.105Varianten - De gereproduceerde p.105 geeft staat II van buitenvorm O weer naar het exemplaar 50. i.m.4: staat I: G rootse evige norcken; staat II: Grootse hevige norcken [er zijn theoretisch twee mogelijkheden m.b.t. de chronologische volgorde van de staten: (a) staat I > staat II (perscorrectie); (b) staat II > staat I (zetselschade; de slordiger schikking van 'Grootse' in staat I zou dan het gevolg zijn van het uitvallen van de 'h' in 'hevige'; toch lijkt mogelijkheid (b) minder voor de hand te liggen: de variant werd slechts in één exemplaar aangetroffen].
Annotatie - 2696 willigh: volgens mijn wil; - 2697 vlien: wegvluchten; - 2698 neuren: neuriën, zingen; - 2701-2 deugt (...) vreugt: deugd en vreugd worden graag met elkaar in verband gebracht: vgl. met p.170, i.m.2: 'Deught blijcke // zijn // Vreught-rijcke'. De beide verzen betekenen dan ook zoveel als: ik wil bij je zijn in deugd en in vreugde; - 2703-4 erven (...) derven: m.a.w. bezit verkrijgen of ook ontberen; - 2704 bouw: wellicht verwijst Lubbert hier met 'bouw' naar de vrouwenrok als beeld voor de vrouw in het algemeen (cf. WNT 3, 769-70); Lubbert wil zich nl. bij de vrouw voegen; - 2705 Houw: uitroep; mogelijk verwijst 'Houw' ook naar het huwelijk; - 2706 wil...wille: wil ik omdat jij het wil, heb ik ook zo'n wil (?); - 2707 bleef...stille: m.a.w. werd er daarover gezwegen; - 2708 geweun: gewoon, gewend; - 2709 om...deun: voor de grap, uit gekheid; - 2710 mijn beherten: mij liefhebben (WNT 2, 1475); - 2711 | |
[pagina 128]
| |
Mijdje...parten: onthoud je (dan) van streken die verachtelijk zijn (of ook: waar ik op neerkijk); - 2712 'tsnappe: het babbelen; - 2714 lubbigh: lui, suf (WNT 8, 2529); hier wellicht ook zinspelend op Lubberts naam: de betekenis wordt dan ook: word je zoals je bent, d.i. lui en suf; - 2715 dubbigh: suffend; - 2716 kiem: het WNT suggereert als betekenis voor deze passage: schriel, gierig; wellicht passen hier evenwel ook andere betekenissen zoals: kleinzerig, kieskeurig, overdreven bezorgd (WNT 7, 2781); - drits: stroef, stug (?) of ook schijterig (?) (vgl WNT 3, 3298 en 3341); - 2717 dudts: suffig, onnadenkend (WNT 3, 3679); - 2718 grim: onvriendelijk, bars; - loens: kurig, wispelturig (WNT 8, 2561); - je snadse: hier kennelijk in toepassing op een man: jij babbelaar (WNT 14, 2268); - 2719 geep: Oudemans 1869-80, dl.2, 404 verklaart 'geep' in deze passage bij Van de Venne met: links, verkeerd, onhandig; wellicht betekent 'geep' hier evenwel veeleer: boos, nors; - vidse-vadse: de betekenis is ook nu weer niet erg duidelijk: vits betekent vlug, bijdehands maar ook gretig, happig; vats kan de betekenis hebben van vuil, schraal, bleek, maar ook: nors (WNT 21, 1267 en 18, 109-11); daarnaast wordt hier wellicht ook gezinspeeld op viezevazen: beuzelingen, praatjes; de betekenis luidt dan hier: jij praatjesmaker, beuzelaar (WNT 21, 467); - 2720 krijgel: lichtgeraakt, prikkelbaar (WNT 8, 193); - wips: opvliegend (?); - krul: verstoord, boos (WNT 8, 482); - 2721 dul: gek; - 2722 of...beknorde: indien je nu op mij knorde, mopperde; - 2723 norcker: knorpot (WNT 9, 2164); - 2724-5 Beter...stoort: het zou beter zijn dat men niets zou hebben gehoord dan dat men zich aan een kleinigheid (die men dan vernomen heeft) stoorde; - 2726-7 Vryers...tangden: vrijers grijpen het met de handen aan, zoals de honden dit doen met hun tanden. De vrijers laten zich met andere woorden niet door schimp of smaad van hun stuk brengen (WNT 14, 1236); - i.m.1: Grillen...Drillen: m.a.w. grillen, grillige invallen verspillen, leiden tot niets; een duidelijke wil daarentegen zet door (vgl. WNT 3, 3364-6:); - i.m.2: Die...wille: die kwaad willen berokkenen; - i.m.2 sluit wellicht aan bij v.2707; - i.m.3: Dwijnt mis: verdwijnt als mist (WNT 9, 799) (?), of: kwijnt weg (?); - i.m.4: Grootse: hoogmoedige (WNT 5, 1131-2); - hevige: driftige, onstuimige, of ook: erge; - norcken: nurkse mensen. | |
p.106Annotatie - 2728 listen: slimheden, hinderlagen; - 2729 vangh: buit; - 2731 Dwarsse-drijvers: tegendraadsen; eig. zij die dwars op het water drijven en daardoor de doorgang belemmeren; - 2732 daar...treen: waar anderen stappen (bedoeld wordt op de kermis); - 2733 gemeen: van iedereen; - 2734 Dringhter...voren: drumt soms iemand voor jou; - 2735 schooren: eig.: steunen, schragen; hier: tegenhouden; - 2736 bralle by: ook gaan pronken (WNT 3, 1016); - 2741 verbloot: m.a.w. armer maakt; - 2742 Onrust...an-woelen: onrust gaat al woelend vooruit; 'Onrust' en 'komt voor-uyt' staan hier kennelijk in tegenstelling tot 'Lieve rust', resp. 'blijft' uit v.2742; - 2743 blijft...voelen: heeft geen tastbaar resultaat; Fijtje pleit hier voor de onrust die volgens haar vooruitbrengt (de verzen 2744-5 ondersteunen deze gedachtengang); - 2744 Achter-na...voor: m.a.w. wie achteraan loopt, loopt nooit vooraan; - 2745 schaduw-schijn: 'schaduw-schijn' is dus van dezelfde orde als 'nadeel' (v.2741), 'rust' (v.2743) en 'Achter-na' (v.2744): het gaat hier dus slechts om een 'afspiegeling'; - heyt...gehoor: m.a.w. heeft geen invloed; - 2747 weten laten: laten weten, vertellen; - 2748 scheen: alluderend op 'Schijnsel' uit v.2746; - 2749 betreen: | |
[pagina 129]
| |
achternagegaan; - 2750 'kHadt...kijcke: de betekenis van 'bééuw' is niet-duidelijk: ik zat zo ingespannen naar jou te kijken (?); - 2751 omme-wijcke: omkijken, naar achter draaien; - 2752 nichtigh: gespannen, geconcentreerd (WNT 9, 1686); - 2753 nochter: met een helder inzicht; - toe en draa: vooruit, dichterbij en wakker (vgl. WNT 18, 715-6); - 2756 knap: vlug (WNT 7, 4494-5); - 2757 Mit...hippel-hap: en met een sprong het weghuppelende wild vastbijten of met een sprong al huppelend het wild vastbijten (WNT 6, 764); - 2759 loncken: zien, bemerken; - i.m.1: i.m.1 sluit wellicht aan bij 'niet' uit v.2729; - i.m.2: Al...leen: nl. wat van iedereen is, kan men slechts lenen (omdat één enkel iemand er niet uitsluitend aanspraak kan op maken); - i.m.3: Schut...Schut: sluit aan bij het betekenisverwante 'schoren' uit v.2735: wat tegenhoudt, weert af, houdt stand; wat afweert, houdt tegen; - i.m.4: Set...leet: het zeil zou dan nl. scheuren; - i.m.4 sluit aan bij het 'bralle' en het 'Mit de hangden in de zy' lopen van de boeren (v.2736-8); - i.m.5: i.m.5 sluit aan bij v.2742: 'moeyte' heeft nl. alles met onrust en gewoel (v.2742) te maken; vgl. b.v. met p.279, i.m.5: 'Spaer Moeytel soo woelje noyt om niet' (eigen cursivering). | |
p.107Annotatie - 2760-1 Dat...Quant: dat een hoofse kerel die van de jacht terugkwam, mij op het land volgde; Ionck-Heer Reyn-Aert was nl. Lubbert gevolgd (cf. p.1-4); - 2764 versint: begrijp het (WNT 20 2, 2409); - 2765 weelde-kint: rijke jongeling; - 2766 sy: het is niet duidelijk waarom hier niet 'hy'; Fijtje verwijst immers met 'weelde-kint' (v.2761) naar de 'Hoofse Quant' (Ionck-Heer Reyn-Aert) waarover Lubbert het in v.2761 heeft; - 2768 wie...haar: wie kent ons precies, wie weet wie we zijn; - 2769 Beekje: vleinaam; - 2770 Ick...rustigh: ik weet dat je een lief en rustig meisje bent; - 2771 lustigh: plezierig; - 2773 Aers...ben: iemand buiten jou, bij wie ik (nu) ben; - 2774-5 Komje...wijcke: deze claus wordt door Fijtje Goris uitgesproken; - 2775 Fleem-beck: vleierd; - wijcke: weggaan; - 2776 saft: zacht; - reen: (vetstandige) woorden; - 2779 't om-dweylen: het om zich heen dweilen; - 2783 fleeme: wrijven (vgl. nl. WNT 21, 1593); - 2784 van een slet: van elk stofje (WNT 14, 1686-7); - 2786 strijcken: wrijven; - 2787 plansen: plassen, ploeteren in water (WNT 12 1-2, 2613); - 2789 aersel-dringen: (m.b.t. het dweilen) nu eens vooruit en dan weer achteruit gaan al wrijvend; hier in toepassing op de schijnbare weigerachtigheid van de 'Vrijsters'; - 2790 passen: vergelijken, toepassen; - i.m.1: Wat...besluyt: wat geen betekenis heeft, draagt ook niets in zich, heeft geen belang; - i.m.2: Mont-strijckery: vleiende woorden; - i.m.4: bekentmen: kent men, verkrijgt men; - i.m.5: Smaet...baet: m.a.w. een smaad, vernedering verdragen om voordeel te verkrijgen; - i.m.5 sluit aan bij v.2789: de 'Smaet' schuilt er in het 'aersel-dringen'; - i.m.6: Ongemack...rust: toegepast op het dweilen betekent dit dat de moeite die men zich bij het dweilen getroost, een mooi resultaat oplevert; vgl. met de toelichting bij v.2789. | |
p.108Annotatie - 2791 slet: vod, lap, of ook: voddige vrouw (WNT 14, 1686-8); - aen...lassen: m.a.w. met woorden, praatjes verbinden; - 2793 Lustert: hoor, luister; - met goet bescheyd: met een goede reden, op goede grond (WNT 2, 1955); - 2795 malen: spoken; - 2797 Moste...an: met de handen moest begin- | |
[pagina 130]
| |
nen werken; - 2798 Na: volgens; - leppigh: bits, zuur (WNT 8, 1601); - 2799 drabben: in het water ploeteren; (WNT 3, 3215) - 2800 mit der vaart: met een grote snelheid; - 2804 morse-bel: vuile slons; - 2805 Mans-gestel: zijn lijf, lichaam; - 2806 narmen: armen; - 2807 deedt...warmen: warmde hem op; - 2809 Glompen...Paarle-moer: glommen als parelmoer; - 2811 Iongen: knecht; - 2812 Heerlijck: luisterrijk, vol praal; - 2813 Deerlijck: op een deerniswekkende wijze; - 2814 hiel: hield; - 2815 'tOnder-hooft: m.n. de vrouw; - d'overschanden: de zeer grote schande ('overchanden' ook woordspeling met 'Onder-hooft'); - 2818 gewennen: gewoon maken, africhten; - 2819 bemennen: mennen, beteugelen; - i.m.1: Wijfs-ghebiedt...Mans-verdriet: als de vrouw de plak zwaait, dan heeft de man hier nadeel van; - i.m.2: vgl. Harrebomée dl.1, 270 en dl.2, 423 en Stoett 1943, dl.1, 293, nr.755; - i.m.3: niet...staet: niet in orde is; - i.m.4: Verdragen...klagen: verdragen laat het klagen na, of ook: verdragen brengt (uiteindelijk toch) tot klagen; - i.m.5: doen...ruymen: doen de man het huis verlaten; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 345 en dl.3, 236 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune); - i.m.6: quaet: slecht; - verslonste: slonzige; - doen...bewaren: brengen de man ertoe om thuis te blijven; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 39 en dl.3, 119 (met o.m. verwijzingen naar Cats en De Brune); - i.m.7: Sy...Sy: over de achtergronden van dergelijke uitlatingen cf. dl.III, B, hoofdstuk 4, §5; - i.m.8: Vijs-wijs: op een slechte manier verstandig. | |
p.109Annotatie - 2821 leur: vod, zonder waarde; (WNT 8, 1692) - 2825 by-kans: bijna (goede vrouwen) (?); - i.m.2: vande: uit de; - gestadigh: standvastig; - gront-houdend: betrouwbaar, standvastig; maar ook lett.: grond, aarde bevattend (cf. het begin van de glosse: 'De Man is eerst vande Aerde geschapen'; eigen cursivering); - i.m.3: 'tKakebeen...rammelen: te praten; - i.m.4: Licht Swicht: wat te licht is, moet zwichten (cf. nl. 'lichter' uit het voorgaande i.m.). | |
p.110Annotatie - 2831 'tHyelick: het huwelijk; - laat...binnen: laat ik binnenshuis, of ook: daar laat ik me niet over uit; - 2833 is: berust; - lijdigh kruys: een zwaar kruis (WNT 8, 2228); - 2834 buyten: als reactie op 'binnen' uit v.2831; - 2835 Laet...besluyten: laat ons samen vrolijk zijn (WNT 2, 2045); - 2836 Iammer: leed, pijn; - dient...gevoelt: hoeft men haast nooit te voelen; - 2838 mit...schoenen: zomaar, zonder meer (vgl. de zegswijze ook in Manken van Nieumeghen 1982, 119; vgl. ook Stoett 1943, dl.1, 504-5, nr.1263); - 2839 loope...boenen: m.a.w. door de straten heen en weer slenteren; - 2840 ick...veyl: ik bied me te koop aan; - 2841 klaar: gemaakt, beklonken; - 2843 Moetje...houwen: indien je mij om te houden (waarbij wordt gezinspeeld op het trouwen) moet houden; - 2844 Effen...grijp: op precies dezelfde manier als ik jou vastpak; - 2845 bekrijp: bekruip, vastgrijp (vgl. Oudemans 1869-80, dl.3, 545); - 2846 je...klitten: dat je op kleefkruid lijkt (WNT 7, 4168); - 2847 hucken: hurken (WNT 6, 1292); - treen: gaan; - 2849 Sommels: soms; - stijf: hard (WNT 14, 2510); - 2850 Staatet...ruympjes: ben je zo kwistig en leef je zo in overvloed, heb je het zo breed (vgl. WNT 5, 820); - 2853 Rond: bot, oprecht, rechtuit (WNT 13, 1033); - 2854 meest: meestal (WNT 9, 419); - 2856 | |
[pagina 131]
| |
spitse: schrale, magere; - Kaar: vriend (WNT 7, 662-3); - i.m.1: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 454; - i.m.2: leyde: zou leggen; - i.m.3: Siet...hinder: m.a.w. kijk naar wie het minder goed heeft dan jij, dan word je tevreden met wat je hebt; - i.m.3 sluit nog aan bij de betekenis van beide vorige glossen; - i.m.5: recht: goed, op de juiste manier; - Recht en hecht worden graag met elkaar in verband gebracht: vgl. p.112, i.m.4: 'Grijpmen 'trecht, // Soo blijftet hecht', p.167, i.m.8: 'Recht vat // Hecht wat' en p.217, i.m.3: 'Goet Recht soet hecht'; - i.m.6: beklijven: standhouden of ook: gedijen (WNT 2, 1603-4); - cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 7 en 371-2 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus, Servilius, Cats en De Brune); - i.m.7: tasse-schijven: geldstukken; - Monde...drijven: vullen de mond; - i.m.7 sluit aan bij v.2850-1; - i.m.8: i.m.8 sluit met 'Op-rechtigheyt' aan bij 'Ronde' uit v.2854; - i.m.9: Schits: boos, onvriendelijk (WNT 14, 729). | |
p.111Annotatie - 2858 Lang e noch: lang genoeg; - 2859 weer-klanck: weerkaatste geluid; hier wordt echter vooral het wederwoord bedoeld; - kakel-klatert: weerklinkt met het geluid van gekakel en geklater; - 2860 Dof: suf; - tuytigh: suizend (WNT 17 1-2, 3992); - 2861 tvernuft...ont-rooft: het verstand schijnt alsof het gestolen is, alsof het er niet meer is; - 2862 wat...lusje: wat zou je graag eten; - 2864 VVat...hoock: wat wil je dat ik hier voor de dag haal, tevoorschijn haal (WNT 6, 799); - 2867 knap-op deur-ghekloven: in stukken gehakte koek (vgl. WNT 7, 4502); - 2868 Amsterdamse smaack: de smaak van een koek uit Amsterdam; - 2869 Deventerse kraack: knappende koek uit Deventer; - 2870 Kroosjes: kinderen (WNT 8, 366); - 2872 Hielijck-makers: soort kermiskoek, bedoeld als liefdesgift; - 2874-2901 Nouw...baat: wellicht heeft deze uitgewerkte beschrijving van het koekhakken (de koek als liefdesgift) een dubbelzinnige betekenis en kan het ook als een beschrijving van het liefdesspel worden opgevat; dergelijke dubbelzinnigheden ontbreken alvast niet in Van de Vennes 'Neep-kluytjes' uit het Tafereel van Sinne-mal; - 2875 gerieve: van dienst zijn; - 2876 Klooft: klief, hak in twee; - block: blok hout; - 2877 stijf...stock: stevig bij de greep; - 2878 wancke: zwaaien (WNT 24, 1007); - 2879 Schodje knietjes: zet je met je knieën schrap; - lancke: lendenen (WNT 8, 1074); - 2880 Soo...vat: als het bij de eerste slag niet lukt (om de koek in twee te hakken); - 2881 Langhtse...dat: geef de koek opnieuw zoiets, geef de koek weer van datzelfde; - 2882 slaagh-an: voortdurend verder; - 2883 neer-wort: naar beneden; - 2884 treft: weet te raken; - ten eersten: als eerste; - i.m.1: Weer-klanck... Veer-klanck: weerklank is klank die van ver komt; - i.m.2: baet: voordeel; - vgl. b.v. de grisaille 'Elck is om raepen uyt' (Plokker 1984, 94-6, nr.32); - i.m.2 sluit wellicht aan bij de aanprijzingen van Aafje Koeck-Wijff; - i.m.3: veylt: te koop aanbiedt; - hoopen: zijn bezit vermeerderen; - i.m.4: Waer...Neering: waar overvloed is, vindt men handel; - i.m.5: vertiert: verbruikt; - m.a.w. wie niets kan verkopen, heeft geen geld om zelf te besteden; - i.m.5 sluit aan bij de vorige in margines over de handel; - i.m.6: voor-ghedaen: voorgesteld, aangekleed; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 74 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus, Zegerus, Cats en De Brune) en Stoett 1943, dl.2, 453-4, nr.2470; - i.m.7: binnens Jaers: op minder dan een jaar; - rekeningh maecken: ervoor zorgen; - buyten 'thalf jaer: na zeker een half jaar; - hielen te lichten: weg te vluchten; - de...veeghen: bankroet te gaan (WNT 18, 1326); - uyt-lantse: vreemde, buitenlandse; - | |
[pagina 132]
| |
Banckeroet: het woord bankroet is nl. ontleend aan het Italiaans (WNT 2, 994); - i.m.8: Kunst...kracht: toegepast op v.2875-83 betekent deze glosse dat de techniek bij het koekhakken belangrijker is dan de kracht; - kunst en gunst horen bij elkaar evenals kracht en macht; - vgl. verder ook Harrebomée 1856-70, dl.1, 447 en 458 die althans voor het eerste gedeelte van deze glosse o.m. verwijst naar Gruterus en De Brune; - i.m.9: Voor...gheleert: wat men voordoet, leert aan wie erna komt; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 18 (met o.m. verwijzing naar Gruterus) en Stoett 1943, dl.2, 453, nr.2469; vgl. ook met p.125, i.m.6: 'Soo voor gedaen is nae geleert'. | |
p.112Annotatie - 2889 Wie...vergeet: m.a.w. wie niets weet, vergeet die kennis ook niet; - 2890 of: alsof; - vichten: vechten; - 2891 narmen lichten: armen omhoog steken; - 2894 after reggen: achterover; - 2895 velle: me voorover laten zakken (WNT 18, 1615); - 2896 dubbel-ongder-lijf: 'dubbel' wellicht ter aanduiding van de benen of ook ter versterking van 'ongder-lijf' om de stevigheid en grootte van het benedenlijf aan te duiden: vgl. ook v.3408: 'Dubbel-lijf' en v.3413: 'Dubbel-vleys'; - 2897 Daver-vleysen: daveren met het vlees; - drillen stijf: hard trillen; - 2898 rechte greepje: de goede manier om het vast te pakken; - 2900 verstaat: begrijpt; - 2901 Stoutheyt...baat: vermetelheid krijgt geluk er als voordeel bij; - 2902 Datsje voor: dat is voor jou (?); - 2903 hier...scheytet: hiermee valt het (de koek) uiteen; - 2904 Hey de back: alle duivels, de drommel! (WNT 2, 875); - 2905 joow: uitroep van vreugde maar ook ter aanduiding van Lubbert: jij!; - niet een leur: helemaal niets; - 2906 Al...noot: dat deert niet, dat geeft niet; - 2908 al-willens: vrijwillig; - 2911 dreegh: draag; - 2913 beurt: gebeurd is; - i.m.1: Veel-weten... Ver-meten: veel weten maakt iemand stoutmoedig; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 75 (met verwijzing naar De Brune en Sartorius); - i.m.2: Met...wetenschap: door iets te proberen, komt men wat aan de weet; - i.m.2 sluit aan bij de vele (aarzelende) vragen van Fijtje voor ze begint (v.2890-7); vgl. ook i.m.3; - i.m.4: cf. het commentaar bij p.110, i.m.5; - i.m.5: Passelijck...Rasselijck: op de juiste manier gaat het snel (WNT 12 1-2, 634). | |
p.113Varianten - De gereproduceerde p.113 geeft staat II van buitenvorm P weer naar het exemplaar 50. 2945 staat I: ick salt betale; staat II: ick selt betale [perscorrectie in staat II?; incidentele variant; vgl. ook nog met de duidelijke perscorrecties in staat II van i.m.4 op p.120 van buitenvorm P].
Annotatie - 2915 Lust...bet: hebben we zin in meer (WNT 2, 2194); - wy...hale: wij kunnen het komen halen; - 2916 Baat: hulp, toeverlaat; - 2917 mongdjes maat: iets om in de mond te stoppen; - 2918 dapper: flink, zeer; - 2919 wipper-wapper: speels ter aanduiding van de kauwende kaken die als wapperend worden voorgesteld; - 2921 Wauwelt: knabbelt, eet; - sack: waarin nl. de koek zit; - 2922 Of...hangden: of begin uit je vuisten te knabbelen (WNT 9, 1075); - 2924 raauw: op een onbeleefde, grove manier (WNT | |
[pagina 133]
| |
12 3, 408); - 2928 bekocht: bedrogen; - 2931 wijse: uitwijzen; - 2934 Souse niet: zou de koek het niet zijn (nl. zoals ik hem aanprijs); - 2935 hant-gift-klanckje: het geld dat je me klinkend in de hand stopt; de handgift was daarnaast ook het geld dat een verkoper van zijn eerste klant kreeg (WNT 5, 1957-8); - 2941 'tBeursje leeght: de geldbeurs geraakt leeg; - al...Darm: ook al raakt de darm gevuld; - i.m.1: 'tgeen...Geest: m.a.w. wat voorbij, wat dood is, heeft geen geest meer; - i.m.1 sluit wellicht aan bij v.2914: het koekhakken is voorbij; - i.m.3: Wel...hebben: m.a.w. vooraleer je een weldoener (schenker) kan zijn, moet je iets hebben om te kunnen geven; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 17 en 131 (met o.m. verwijzingen naar Servilius, Zegerus, Gruterus en De Brune); - i.m.5: Daermen...qualijck: waar men iets in een goede toestand heeft achtergelaten, daar vindt men het niet in slechte omstandigheden terug; - vgl. ook p.224, i.m.1: 'Daer men't wel heeft gelaten/ behoort men't niet qualijck te vinden'; - i.m.5 sluit aan bij v.2936-7: Lubbert en Fijtje moeten later nog eens terugkeren naar Aafje bij wie ze het goed hebben gehad; - i.m.6: i.m.6 sluit aan bij v.2938-40. | |
p.114Annotatie - 2942 Roop: roep; - onbenierigh: ongemanierd; - 2944 Wie...spaart: en dus m.a.w. ook voor zijn vrienden zuinig is; - 2945 Seytmen: het spreekwoord vindt men b.v. ook terug in Bredero's Groot Liedboeck (Bredero 1975, 83, v.9); - 2949 past: let; - 2951 Het...Ioncker: of het nu een juffer, dan wel een jonker is; - 2953 op-geschaft: opgediend (WNT 11, 1144); - 2954 Gesoon: gekookte (spijzen); - 2955 Tel-joore-lickers: gulzige bordenlikkers; - snacken: happen (WNT 14, 2245-6); - 2956 Met een lust: met een groot verlangen; - Tonge-schock: smakken van de tong; - 2957 lecker-Brock: smakelijke brok; - 2958 heyt gepeuselt: gedaan heeft met peuzelen; - 2959 gepitst: brokken met de vingers eraf gehaald en opgepeuzeld (WNT 12 1-2, 2029); - gemeuselt: gepeuzeld (WNT 9, 650); - 2960 Gaauwert: vluggerd; - 2962 gebeurde: overkwam; - 2963 mijn...verleurde: aan mijn tafelbord rukte (WNT 8, 1698); - 2964 ont-trock: wegtrok; - 2965 gons: draai om de oren (WNT 5, 398); - 2967 Voor...langen: als vergelding voor het schandelijke, onbillige snakkend nemen, reiken of ook verlangen (WNT 8, 1060-1); - 2968 sit...eet: zit te eten; - i.m.2: houden: onderhouden (WNT 6, 1143); - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 389 en dl.3; 250-1 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus, Cats en De Brune). Vgl. ook p.273, i.m.1: 'Den Hals kost veel van onder-houden'; - i.m.2 sluit aan bij v.2952-4; - i.m.3: goore: bedorven, onsmakelijke (WNT 5, 418); - i.m.4: cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 50 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus, Sartorius en De Brune); - i.m.4 sluit aan bij v.2950-9; - i.m.5: Groote...locken: smakelijke, rijke brokken trekken de groten, rijken aan (cf. v.2950-9); - i.m.6: qualijck: slecht; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 93 (met verwijzing naar Gruterus); - i.m.6 sluit aan bij v.2960-4. | |
[pagina 134]
| |
deur-bout: bewerkt (vgl. WNT 3, 2928); - 2982 thansjes: nu; - 2983 Watter...glansjes: dat al wat blinkt de glans van goud is; - 2984 voor wis: voor waarheid, voor zekerheid; - 2986 daar strackjes: daarnet; - 2987 Hooflijck Eeten: eten aan het hof; - 2988 Seghmen...hoe: en vertel me eens hoe (WNT 2, 1956); - 2990 lijck...desen: zoals vroeger; - 2991 plecht: gewoon was; - 2992-3 Eeten...Vry: eten en drinken naar hartelust; - 2994 Vry-dom: vrijheid; - 'tseelder-weecke: basterdvloek (eig.: heilige weken; WNT 14, 1300 en 3, 4069); - i.m.1: i.m.1 sluit aan bij v.2972-7; - i.m.2: de vijf zintuigen (cf. het vorige i.m.) vormen nl. het contact tussen de binnen- en buitenwereld; - i.m.3: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 253 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus, Zegerus, Cats en De Brune) en Stoett 1943, dl.1, 279, nr.719; - i.m.4: Geblick...blijck: geschitter is nog geen zekerheid, werkelijkheid; - i.m.5: i.m.5 sluit aan bij v.2990-1; - i.m.6: Vol...sorgen: wie veel bezit, heeft ook veel zorgen; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 248 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune); - i.m.7: keeren: verdrijven; - Kamers: bestuursafdelingen; - noch...Waghen: de koopman is m.a.w. ook beladen met zorgen. | |
p.116Annotatie - 2996 Graauwtjen-alle-man: het gemeen volk (WNT 5, 608); - 3002 Kome...Gaapen: met wijdopen mond (van verbazing) komem kijken naar de wijdopen monden (van de hongerige eters); - 3003 knappe-tijt: eetbaar brokje (WNT 7, 4498); - 3004 En...gaan: en met een lege mond weg te gaan; - 3006 gans Vettert: basterdvloek, met zinspeling op het eten; - gielen: bedelen; - 3007 Kost...krielen: voedsel en schotels door elkaar wriemelen (WNT 14, 925 en 8, 202); - 3008 Hofse-Meester: hofmeester; - 3009 Ruymt...scheyd: maak plaats of ga anders weg; - 3010 Alsoo...drayen: op die manier komt het schouwspel in beweging (WNT 14, 2676 en 3, 3194); - 3011 Lackayen: dienaars; - 3012 reeck: rij (WNT 12 3, 1044); - 3013 spul: vertoning; - 3014 wachje: pas op; - 3015 schick-eert: alludeert door zijn etymologiserende spelling zowel op het schikken als op het eerbiedig behandelen; - ellick hachje: elke aanwezige; wellicht ook: elke kerel, elke tafelzitter (vgl. WNT 5, 1499-500); - 3016 Van...off: hij begint bij de belangrijkste tafelgenoten (WNT 3, 4019); - 3017 hoogh: verwijst naar het 'hoogh-end' uit v.3016; - 3019 'tFockt niet: het past niet (WNT 3, 4606); - yemants réén te breken: om iemand in de rede te vallen; - i.m.1: verwijst naar de vorstelijke maaltijd die door het gewone volk kan worden bijgewoond; - i.m.2: Open...Loff: een gastvrij onthaal (maar ook lett.: een niet afgesloten, een toegankelijk hof) is lovenswaardig (WNT 11, 514-5); - i.m.3: om niet: gratis; - i.m.3 sluit aan bij 'raapen' uit v.3003; - i.m.4: fielen: schurken, schooiers (WNT 3, 4440); - i.m.5: i.m.5 sluit aan bij de wijze waarop de bediening aan het hof geregeld is; - i.m.7: Waerdigh...off: waardigheid gaat ermee gepaard; - i.m.9: cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 22 en 379 (met o.m. verwijzing naar De Brune); - i.m.9 sluit aan bij 'de Proever' uit v.3021. | |
[pagina 135]
| |
de volgende verzen (v.3027-53); - 3027 buyten-langders: buitenlanders; - 3028 uyt...hals: luidkeels, uit volle borst (vgl. WNT 5, 1658); - 3029 Puyck...Als: het uitmuntendste van alles; - 3030 Eel': edele; - 3032 Butter: boter; - 3033 vol Revier: met talloze rivieren; - 3034 Vénen: veengronden; - 3037 wat...is: wat er op de wereld te vinden is; - 3039 veylen: te koop aanbieden; - 3042 vol...Wijnen: vol met zure wijnen uit het Rijnland en ook met zoete wijnen; - 3044 Oost-Injen: Oost-Indië; - 3045 uyt...sweeft: uit het Westen afkomstig is (i.t.t. wat uit Oost-Indië komt); - 3046 Linden: linnen (WNT 8, 2422); - 3049 daarme...lief: het lieve liefheeft; m.a.w. houdt van aangename dingen; - 3051 Landt...Staten: land gevuld met wat van bijna alle staten (ter wereld) afkomstig is; - 3053 Daarme...houdt: waarmee men Holland gevuld houdt, waarmee men de overvloed van Holland op peil houdt; - 3054 besongder: opmerkelijk; - 3055 Wongders wongder: m.a.w. het is een wonderlijk verhaal over wondere dingen; - i.m.3: Neeringh...Erff: m.a.w. de handel verkrijgt men niet als een erfenis (men moet er voor werken); - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 54 en dl.2, 120 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus, Cats en De Brune); - i.m.4: Verwerven...Erven: m.a.w. verwerven is krijgen van een andere. | |
p.118Annotatie - 3057-8 Over-wonder...Landt: men roemt van ons land alsof het meer dan een wonder was; - 3062 koem: kom; - 3065 Reffe-reyntjes: refreintjes; - 3067 Briefjes: bedoeld worden de plano-drukken, liedbladen of rijmprenten; - die...boerde: met wat boertige dingen op; - 3068 voor...vont: als eerste vondst; - 3069 daar...stont: dat bevatte; - 3070 Tafreel van Sinne-Mallen: Van de Vennes dichtbundel die samen met de Zeeusche Nachtegael werd gepubliceerd; - 3071 Als...vallen: zoals het mij ter hand kwam; - 3072 Neffens dat: terwijl dat; - mijn in-gesicht: mijn inkijken, mijn blikken; - 3073 ondicht: vluchtig, losjes; - 3074 Blaan: bladen; - swarte zijdjes: bedrukte bladzijden; - 3075 Duyde: beduiden; - slechte Lijdtjes: eenvoudige liedjes; - 3076 Doe...socht: terwijl ik verder naar nog andere dingen zocht waarmee ik mijn voordeel kon doen; - 3077 dat...docht: waar iemand die iets vastgrijpt nooit aan zou denken; - 3079 Sinne-fabels-Woudt: eveneens een dichtbundel van Van de Venne; - 3080 besturff: verbleekte, of ook verstijfde (WNT 2, 2150-1); - 3081 den Turff: Van de Vennes Sinne-Vonck; - 3082 Daar: waarin; - leesden: las; - langs en ronder: lett.: languit en volledig (ook: vlakaf of rechtuit); in het lang en het breed, tot in de kleinste details (vgl. WNT 8, 1063 en WNT 13, 1045-6); - 3083 Hollandts...onder: alles over Holland; - 3084 Hollandts...Loff: de uitgebreide en opmerkelijke lofprijzing van Holland; - 3085 Al...stoff: en dit tot grotere eer van de stof, nl. de turf (cf. hierover Van Vaeck 1986); - 3086 gelijck som-mencken: zoals ook sommige anderen het dachten; - 3087 hoe...dencken: hoe kan de dichter het bedenken; - i.m.1: Lesen... Wesen: lezen doet zijn, maakt tot werkelijkheid; - i.m.3: Dichten lichten: gedichten brengen inzicht (WNT 8, 1967); - richten: geven een richting aan, geven een leidraad; - slichten: nemen de moeilijkheden weg, leggen geschillen bij (?) (WNT 14, 1627-8); - stichten: beleren, geven de goede levenshouding aan; - i.m.4: Wat...geluydt: m.a.w. wat het verstand aanbrengt, is goed; - i.m.5: ghetrocken te werden: te worden opgenomen (om te lezen); vgl. nl. fol.[[††]4]vo, v.15; - i.m.6: Nutte Maet-woorden: gedichten die hun nut hebben. | |
[pagina 136]
| |
p.119Annotatie - 3088 Flodder-Veen: baggerturf (WNT 3, 4564); - 3089 met reden: met verstand; - besteen: besteden; - 3091 Alsmen...beroemen: wanneer men de lof over turf moet uiteenzetten; - 3092 Stoof: voetstoof; - Lol: lollepot; de stenen pot ter verwarming (WNT 8, 2651); - 3093 Leydt...glomt: ligt te glimmen; - in Koelte vol: in de omringende koude; - 3094 Noch...komen: nu moet je nog horen; - 3095 al...Droomen: ook al zijn het dromen (het Wys-mal, waarnaar de dichter hier refereert, werd immers gepresenteerd als een 'Sinne-Droom'); - 3096 VVat...sal: wat ik jullie in woorden zal uiteenzetten; - 3097 Van...Wijse-Mal: Van de Vennes bundeltje, het Wys-mal, was nl. als tweede deel aan de Sinne-Vonck toegevoegd; - 3098 Smit: nl. smid Doddus (cf. v.3100), één van de hoofdpersonages uit het Wys-mal; - grepen: streken (WNT 5, 637-8); - 3099 Knilde: hield vele mensen onder zijn bedwang; - 3101 Die...beschaamt: m.a.w. die niet erg eerlijk was; - 3102 het...brodde: alles te bederven, te verknoeien; - 3103 Doen...bedodde: toen hij wie (eig. wat) goed was, ging bedriegen; - 3105 Bange...Roet: zijn einde was zo verstikkend als roet (WNT 2, 967); de smid was trouwens ook letterlijk bankroet gegaan; - 3106 Meerder: meer; - 3107 Boockje: boekje (nl. Van de Vennes Sinne-Vonck en het daaraan toegevoegde Wys-mal); - 3108 Was...bedocht: had ik het goed overlegd; - 3111 een lutje: een beetje; - 3112 Dat: m.n. het 'Boockje' (v.3110); - allegaar: geheel en al; - 3113 Deur...zijn: van begin tot het einde worden doorgelezen en herlezen; - 3115 Rijm-beschrijver: auteur; - 3116 Wt...ist: ik ben het vergeten; - 3117 vast: stevig (?); - Pouweet: dichter; - i.m.1: Wijs-MaL...Mal-Wijs: wijs het gekke aan van de malle wijsheid, of ook: het Wys-mal heeft te maken met gekke wijsheid (wijsheid op een komische wijze gebracht); daarnaast wellicht ook nog: wijze gekheid die te maken heeft met gekke wijsheid; - i.m.2: Goede...Quaet-beletters: goede geschriften verhinderen dat men kwaad doet, voorkomen het kwaad; - vgl. i.m.2 met p.121, i.m.5: 'Wijse Letters // zijn // Mal-beletters'; - i.m.2 sluit aan bij Van de Vennes uitweiding over zijn eigen werk; - i.m.3: Vermalt...wijsheyt: maak gekheid omwille van de wijsheid (cf. het Wys-mal waarin op een komische toon wijze dingen worden aangebracht); - i.m.3 sluit daarnaast ook aan bij 'Wijsheyt' in v.3109; - i.m.4: redelijck geselschap: een goed gezelschap, maar ook: een verstandig gezelschap; - i.m.4 sluit aan bij v.3110 'Boockje' en meer in het algemeen bij Van de Vennes aanprijzing van zijn eigen werk; - i.m.5: aendachtige: opmerkelijke, stichtelijke (WNT 1, 92 en 1 suppl., 37); - uyterlijcke...binne-beelden: zichtbare en vermakelijke verbeeldingen (door de geest, het verstand gecreëerde voorstellingen); daarnaast verwijst 'binne-beelden' wellicht ook naar de schilderijen die beelden in huis ('binne') zijn; - i.m.6: Letter-wijsheydt...verstant: de wijsheid van de poëzie verlicht het verstand; - Beelde konst: schilder- en tekenkunst is het resultaat en (tegelijk ook) de steun van het verstand; - i.m.7: kennelijk brengen dichters en schilders hetzelfde teweeg. | |
p.120Varianten - De gereproduceerde p.120 geeft staat II van buitenvorm P weer naar het exemplaar 50. i.m.4: staat I: also dat- // men letter-druck mach // noemen: Vroedt-Wijff// van wetenschap; staat II: also dat- // men Letter-druck mach // noemen: Vroedt-Wijff:// van Wetenschap [perscorrectie in staat II: de invoering van de kapitaal sluit aan bij het veelvuldig | |
[pagina 137]
| |
gebruik van hoofdletters in substantiva (een enkele keer in een adjectief) in deze glosse; een gelijkaardige tendens vindt men ook in staat II van i.m.3 op p.121].
Annotatie - 3118 wat...datte: wat voor een naam is dat (WNT 18, 422-3); - 3119 't Woort...vatte: het woord dichter versta ik; - 3120 het angder: nl. het woord 'Pouweet'; - Nijp: greep, vat; - 3121 begrijp: verstand, bevattingsvermogen; - 3122 Refereynders: dichters (eig.: van refreinen); - 3124 Lack: ondeugd (WNT 8, 923); - of...Eer: of de grootste deugd en eer; - 3125 Over...Heer: maakt deel uit vin de constructie uit v.3125-32; - 3127 Dreegers: kruiers; - Glippers: eig.: zij die heimelijk wegsluipen, wegglippen; hier wellicht voor het geboefte, de schelmen; - 3129 Hackje-pack: het schorremorrie (WNT 5, 1537-8 en 7, 149); - 3131 over-Perelt: met parels bedekt; - 3132 op Dicht: in dichtvorm; - 3133 Dickwils...sticht: vaak is dat weinig stichtelijk; - 3134 Is...loove: dat moet je geloven; - wangt som-mencke: want sommigen (bedoeld worden de dichters); - 3136 Daar...krencke: slaan of zalven daarmee; - 3136-7 voor...ken: niemand kan zich beschermen tegen geschriften (MW 9, 1501); - 3138 Gangse-schaften: ganzeveren; - 3139-40 sijn...veer: zijn beklag doen over de vogels en hun veren; - 3141 se: nl. 'veugel' en 'veer' uit v.3140; - 3142 Gangseboutje: een ganzebout; - een reysje: eens, een keer; - 3143 voedigh mongdigh-vleysje: voedzaam; lekker vlees (WNT 9, 1072); - i.m.1: dooff: hier: onontvankelijk; - i.m.2: schenne: schenden, krenken (vgl. ook met v.3135); - i.m.4: hoogh-noodige: noodzakelijke; - behulp: hulpmiddel; - de...Herssenen: de hersens vol vernuft, die op het punt staan ideeën voort te brengen; - onder 'tuyt-baren: bedoeld wordt: bij het voortbrengen van hun inventies; - vande selve konst: nl. van de 'Druck-konst; - gedient: gediend, geholpen; - Letter-druck: het drukwerk; - Vroedt-Wijff: vroedvrouw; - i.m.5: Af-komst...onvast: m.a.w. afkomst is niet altijd een betrouwbaar gegeven; - i.m.5 sluit aan bij v.3138: de pennen zijn nl. afkomstig van de gans. | |
p.121Varianten - De gereproduceerde p.121 geeft staat II van buitenvorm Q weer naar het exemplaar 1. i.m.3: staat I: kloecke daden/ en sin-rijc- // ke wereken lange werden // verdient; staat II: kloecke Daden/ en sin-rij- // ke Werken lange werden // verdient [perscorrecties in staat II: de invoering van de kapitaal sluit aan bij het gebruik van de hoofdletter in 'Loffelijcke Schrijf-konst' (vgl. voor een gelijkaardige tendens staat II van i.m.4 op p.120; de wijzigingen van 'sin-rijc-//ke wercken' tot 'sin-rij-//ke Werken' hangen hier nauw mee samen: plaatsgebrek als gevolg van de ingevoerde kapitalen werkt de kortere spellingswijze in de hand].
Annotatie - 3145 as: wanneer; - 3146 ruyme: gaan weg (WNT 13, 1717); - 3148 Nouw...versin: nu ik het goed bedenk; - 3149 Beddens...in: bedden hebben een vulling (van ganzepluimen); - 3150 vry: zeker, voorwaar (WNT 23, 649-50); - 3151 onvermeten: vrijuit, onbeschaamd (WNT 10, 2117); - 3153 drijft: neerschrijft (WNT 3, 3344 en 3348); - 3155 Kooke-fretters: koekvreters; - 3156 Liefdert: lieveling; - kost: eten, voedsel (cf. nl. v.2916-7); - 3157 Soo na: bijna; - dits...leste-kop: dit is mijn laatste hap (WNT 7, 5472); - 2158 Houwvast: pak vast (Lubbert steekt Fijtje het resterende brokje toe); of mogelijk ook: jij die zo goed weet te houwen (cf. v.2902-5); - lusjet...hallif: heb je zin in een half brokje; - 3159 Kallif: kalf, domme vent; - 3161 sat: verzadigd; - 3163 om | |
[pagina 138]
| |
een kijckje: om daar even een kijkje te nemen; - 3164 'tBosch: het Haagse Bos; - 3165 lijdigh: zwaar (WNT 8, 2227); - 3166 al droogh: nl. zonder nog iets te drinken; - 3167 hallif-wegen: halfweg; - i.m.1: cf. Stoett 1943, dl.1, 178, nr.454 (met verwijzingen naar zesdende-eeuwse bronnen) en Harrebomée 1856-70, dl.1, 95 en 144 (met o.m. verwijzing naar De Brune); - i.m.2: op...leggen: in bed liggen; - i.m.2 sluit aan bij de 'lichte Pluyme' uit v.3147 en bij v.3149; - i.m.3: het gront-vast: de stevige basis (vgl. WNT 5, 1029); m.n. waardoor de 'ghedachten' substantieel worden; - verghetenheyt: vergetelheid; - i.m.3 sluit aan bij v.3152; - i.m.4: maeckt geweet: brengt kennis aan; - vgl. voor deze glosse ook v.3122-35; - i.m.5: vgl. met p.119, i.m.2: 'Goede Letters // Quaet-beletters'; - i.m.5 sluit aan bij de ideeën over dichtkunst uit de vorige in margines; - i.m.6: Van...over-matigh: juist gepast is beter dan overvloed; - i.m.6 sluit aan bij v.3161. | |
p.122Annotatie - 3170 Bey noch: wacht even; - streve: vooruitstappen (WNT 15, 2205); - 3177 besuckte bloo: vreselijk bang (WNT 2, 2193); - 3178 vervaarde: vreesachtig; - 3181 Trecken...Doel: vertrekken van bij het doelengebouw; - 3182 scheyen: weggaan; - 3183 geleyen: begeleiden; - 3185 Hallif...verstoort: half of bijna helemaal boos; - 3186 lincken: wegsluipen (WNT 8, 2439); - 3187 dit spul: nl. het buskruit van de afgevuurde musketten; - 3189 je...Iest: jij vreemde kerel; - i.m.1: Houders: nl. van de kinderen; - i.m.1 sluit aan bij v.3169; - i.m.2: Micken meent: wanneer men mikt, meent men het ook, heeft men ook de bedoeling om raak te schieten; - i.m.5: gemeenlijck uyt-scheyden: gewoonlijk stoppen; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 285 en dl.3, 336 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus, Zegerus en De Brune); - i.m.5 sluit aan bij v.3187-8; - i.m.6: vervaerlijcke: angstaanjagende. | |
p.123Varianten - De gereproduceerde p.123 geeft staat II van binnenvorm Q weer naar het exemplaar 1. 3194 staat I: Wegh, de Kijckers souwe segge; staat II: Staat, de Kijckers souwe segge [perscorrectie in staat II: Fijtje wil haar gezel nl. eerder tegenhouden, dan wegsturen (cf. v.3190-7)]; - 3198 staat I: Nochtans, Lubbert, Fy, en Icke; staat II: Nochtans, Lubbert, jy, en Icke [perscorrectie in staat II: Fijtje is in deze claus aan het woord zodat het gebruik van 'Fy' een evidente zetfout is].
Annotatie - 3192 Gaauwe: laten we ons haasten (WNT 4, 353) (mogelijk staat 'Gaauwe' hier verkeerdelijk voor 'Gaanwe'); - knap: vlug (WNT 7, 4493); - hoock: hoekje; - 3193 Dan...Roock: dan hinderen het kruit of de rook ons niet; - 3195 Eyers legge: vrijen (WNT 3, 3973); - 3196 Of...stijff: of flink wat braken met grote gulpen (WNT 4, 201); - 3197 Wt jen: uit een; - puf verbraste lijff: door het vele brassen uitgeputte lijf (WNT 12 1-2, 4724); - 3199 Sticke: brokken; - 3200 Deuse...schockt: tijdens deze kermisdag geschrokt (WNT 14, 777); - 3201 Wie...jockt: wie dat beweert, liegt, zeg ik; - 3202: Voorje: kijk voor je (?); - wachje: let wat op; - 3203 om een zijdje: om de hoek, aan de kant; - 3204 Bergje...Regh: verberg je achter mijn rug; - 3205 Schootjes: nl. van de musketten; - wegh: langs jou heen (?); - 3206 Deck...Aansicht: bedek je gezicht; | |
[pagina 139]
| |
- 3207 Duyckje: verberg je; - 3209 As...Klock: als een huik of een klokmantel (WNT 6, 1220 en 7, 4216); - 3210 Schoere: schouders (WNT 14, 760); wanneer Fijtje zou doen wat haar gesuggereerd wordt, dan zou ze met een ontbloot achterwerk staan; - 3211 bevendt: trillend (in tegenstelling tot: 'songder roere', zonder bewegen); - 3212 begeckt: voor de gek houdt, bespot; - 3213 bedeckt: beschermd (werkelijk bedekt zouden haar leden evenwel niet zijn); - 3214 varachter: ver achteraan; wellicht speelt, gezien de aard van Van de Vennes samenstellingen, de betekenis van var, jonge stier (WNT 18, 505) hier niet mee; - 3215 Vryer-wachter: die op de vrijer moet wachten; - 3217 Dat...niemendal: dat heeft helemaal niets met liefde te maken, of ook: dat is helemaal geen excuus, dat (m.n. 'Is dit Liefde') is geen geldige reden (nl. dat een meisje uit liefde van achter zou lopen) (vgl. WNT 23, 712); - 3218 veulder hande: vele dingen, veel; - 3220 innigh: bij mezelf, stilletjes (WNT 6, 1826); - i.m.1: Eer-sucht...is: vgl. met Cats' Spiegel: 'Eer is teer' (Cats 1968, dl.1, 'Eerlijcke Vryagie', 110); m.a.w. het verlangen naar eer is beslist een bijzonder kwetsbaar verlangen; - i.m.2: Veel...Ver-sticken: veel brokken doen (iemand) stikken; - i.m.3: Wachtje...wachten: hoed je voor de anderen want niemand zal je ontzien, voor jou zorg dragen (WNT 24, 485); - Harrebomée 1856-70, dl.3, 80 verklaart dit in margine als: 'Dit ziet op de meisjes, die weinig kans hebben, om gevrijd te worden'; - i.m.4: Deckje Geckje: hou je gekheid verborgen; het 'Geckje' is de gekskolf die traditioneel door de narren in de wijde mouwen werd verborgen en, bij wijze van grap, bliksemsnel te voorschijn gehaald (WNT 4, 941); - i.m.4 sluit met 'Deckje' aan bij 'deckje' uit v.3207 maar verwijst daarnaast ook met 'Geckje' naar Fijtjes achterwerk dat te zien zou zijn wanneer ze Lubberts raadgevingen zou opvolgen; - i.m.5: sonder noodt: zonder dat het noodzakelijk is; - van: door; - ontbloot: te schande gezet. | |
p.124Annotatie - 3222 braven: dappere; of gaat het hier om een werkwoord: in een dappere houding rondlopen (?); - 3224 Wt besef: helemaal toegerust; - wreet: krijgshaftig, dapper; - 3225 softe: zachte; - 3228 verstaalt Geweer: een met staal versterkt wapen; - 3229 Veer: nl. op de hoed; - 3231 Al-verwinners: die alles overwinnen; - 3232 As...gaat: wanneer men een stormloop begint; - 3234 Straff-aff, traff-daff: hiermee wordt het geluid van de stappen van de manschappen of mogelijk ook het geluid van de musketten weergegeven (vgl. nl. v.3235: ''tIs het trompe van Moskette' (vgl. WNT 17 1-2, 1808); - lette: hinderen; - 3235 'tIs...Moskette: het is het geluid van de musketten (WNT 17 1-2, 3168-9); - 3236 van: door; - 'tloos: het los (WNT 8, 2899); - 3241 Schroyt...wat: verschroeit men iets; - songder noot: zonder erg; - 3242 sleep: een stoet; - 3243 Varre-jagers: verjagers, zij die iemand ver op de vlucht doen slaan; - Vyant-vegers: zij die de vijand opruimen, uit de weg ruimen; - 3245 As...gaan: wanneer hij het hazepad wil kiezen (WNT 5, 1472); - 3247 Dreeghmen: draagt men; - fits: fiks en fier (WNT 3, 4499); - 3249 Streeft: verderschrijdt; - 3250 verçierde: uitgedoste; - 3252 Voort...schockiert: verder wat op een deftige wijze mooi voor afwisseling zorgt (WNT 14, 775); - 3253 Tiere-liert: speelt (WNT 17 1-2, 10); - i.m.1: Vrome...beschutters: dappere, flinke schutters zijn een goede bescherming; - i.m.2: 'Sacht' sluit wellicht aan bij 'Pracht', 'Vrees' sluit dan associatief aan bij 'Sacht'; - i.m.3: verlijden: verdragen (MW 8, 2032); - cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 229 (met verwijzing naar Gruterus en De Brune); - i.m.4: gelijcken: | |
[pagina 140]
| |
schijnen te zijn; - i.m.5: besmeerde: vuile, besmeurde; - Schorte-kleen: schorten; - cf. Stoett 1943, dl.1, 485, 1223 en Harrebomée 1856-70, dl.1, 429 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus, Zegerus, Sartorius en Cats); - i.m.6: spoedigh: gehaast; - i.m.7: Deftigheyt...hoog-noodigh: deftigheid is van het grootste belang bij hooggeplaatsten. | |
p.125Annotatie - 3255 Stommel-dommel-Rommel-Trommels: het doffe geroffel van de trommels; - 3256 roop...kick: roep eens iets; - 3262 stijver bleeuwen: harder roepen (WNT 2, 2821); - 3263 'tFockt...schreeuwen: het past niet erg om hier luid te schreeuwen; - 3264 Omme-sien: omkijken (m.a.w. toch naar de schutterij kijken); - 3269 bouwt: vertrouwt; - 3270 Fy...selven: foei mij; - 3276 Mos: mus (WNT 9, 1159); - 3278 schaa-baat: het geeft niet, ik blijf er niet langer bij stilstaan (cf. de klacht in de vorige verzen); ik blijf niet langer staan treuren (vgl. WNT 14, 189); - 3279 Siend': zienden (i.t.t. de 'Blinden'); - 3281 naauw: nauwgezet (WNT 9, 1637-8); - 3282 ruymd: maak plaats; - schraveele: opschieten, me uit de voeten maken (WNT 14, 313 en 1005); - 3283 Hier...deele: m.a.w. hier wordt geen koek uitgedeeld; - 3285 set...leur: stelt me teleur (WNT 8, 1697); - 3287 staande slaapers: de omstaanders wijken nl. helemaal niet; - i.m.1: gepepen: gefloten; het fluiten diende nl. om de vink in het net te lokken; - i.m.1 sluit aan bij v.3254 e.v. waarin Lubbert tevergeefs het woord richt tot Fijtje die reeds was weggelopen; - i.m.2: cf. Stoett 1943, dl.2, 536, nr.2651 (met o.m. verwijzingen naar zestiende- en zeventiende-eeuwse bronnen) en Harrebomée 1856-70, dl.1, 147; - i.m.3: omme-siens: omkijken (genitiefvorm bij 'Te veel'); - i.m.4: Nae-vrienden...nae-sien: (zelfs) dichte vrienden geven je het nakijken; m.a.w. zelfs op goede vrienden kan je niet rekenen (vgl. ook met de volgende glosse); - Harrebomée 1856-70, dl.2, 413 verklaart dit in margine bij Van de Venne minder correct als: 'Hoe nader men met iemand in aanraking komt, hoe meer de voorzichtigheid vordert, nauwkeurig toe te zien'; - i.m.4 sluit aan bij v.3268; - i.m.5: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 233 (met o.m. verwijzing naar Gruterus); - i.m.6: Soo...geleert: zoals men het in het begin doet, blijkt het later geleerd te zijn; - cf. Stoett 1943, dl.2, 453, nr.2469 en Harrebomée 1856-70, dl.3, 18 (met o.m. verwijzing naar Gruterus); vgl. ook p.111, i.m.9: 'Voor gedaen is nae gheleert'; - i.m.6 sluit aan bij v.3273-5 waarin Lubbert betreurt dat hij zijn wijsheid van nu niet reeds vroeger in de praktijk had weten te brengen; - i.m.7: i.m.7 sluit aan bij 'knoopen' uit v.3274; - i.m.8: En...wat: iets en niets (om het vergankelijke karakter van het geluk aan te duiden); - i.m.8 zet de gedachtengang uit het vorige in margine (cf. 'Onvaste dingen') verder; - i.m.10: Drangh...drangh: m.a.w. benauwend gewoel doet beangstigd drummen (?) (WNT 2, 967). | |
p.126Annotatie - 3291 Slick: slijk; - Troggel-Guyten: aftroggelende schooiers (WNT 5, 1224); - by-wesende: aanwezige; - smaden: honende woorden; - 3294 Hooren-steker: iem. die met de horens stoot; - Bul: stier (WNT 3, 1871); - 3295 hortje: stoot, duw; - 3297 speult...van: hou je handen thuis; - 3298-9 Of...vangen: of je hoofd en wangen zullen rake klappen krijgen; Lubbert stelt het spottend voor alsof hij met de hand vliegen zou willen vangen op het hoofd en de wangen van de boefjes; - 3300 aefs: zijdelingse (WNT 1, 12); - dreunse: | |
[pagina 141]
| |
klinkende (WNT 3, 3297); - 3301 Sou...wap: zou ik slag op slag laten volgen (WNT 24 1071); - 3302 Slinger-slaan...hongdert: al slingerend zo wat in het wilde weg klappen uitdelen; - 3303 Datje: zodat je; - verwongdert: verwonderd; - 3304 Suyse-bolle...om-veer: duizelig achterover zal slaan; - 3305 Moeydje mijn: maak je het mij lastig (WNT 9, 950); - 3306 Lusje wat: heb je er zin in; - jucke: jeuken; - 3308 tween: beiden; - i.m.5: Haeck-luck...Maeck-stuck: m.b.t. v.3307: als het haken (de pogingen om vast te grijpen) lukken, dan komen er stukken van, dan vallen er brokken; daarnaast wordt hier wellicht ook naar de wiselvalligheid van het geluk verwezen: 'luck' wordt ook hier in verband gebracht met 'stuck'; vgl. p.87, i.m.6: 'Luck-rijck Stuck-blijck'. | |
p.127Varianten - De gereproduceerde p.127 geeft staat II van binnenvorm Q weer naar het exemplaar 1. 3316 staat I: Raeckje stijf mit eenen Vuyst; staat II: Raeckje stijf mit volle Vuyst [kennelijk een perscorrectie in staat II: dat het in staat II om een latere variant gaat, blijkt uit het teveel aan wit na het kortere 'volle' dat 'eenen' vervangt]; - i.m.7: staat I: Wie met loose voorstelt/; staat II: Wie met loose Worstelt [perscorrectie in staat II: 'voorstelt' is binnen de betekenis van deze glosse onduidelijk].
Annotatie - 3310 vichte: vechten; - 3311 wilder: wil er; - 3312 wachje kans: grijp de gelegenheid; - 3317 Twee...juyst: (krijg je) twee (slagen) voor één (klap die je uitdeelt), dan krijg je de juiste portie; bedoeld wordt: omdat de jongens slechts half mans zijn, tellen twee van hun slagen voor één slag van een man; - 3318 Hiet: heet; - Lecker: deugniet (WNT 8, 1524-5); - 3319 swijmen: bewusteloos worden; - 3320 kleun: aframmel, aftuig (WNT 7, 3945); - 3321 om 'tjock: voor de grap; - om...deun: uit gekheid; - 3322 sneeghjes: scherp van tong, of wellicht vooral: voortvarend (WNT 14, 2285); - 3323 veeghjes: slagen; - 3325 stracks: meteen; - 3326 Léro! Gecko!: kennelijk gaat het hier om uitroepen bij het vechten (?); - niet...kreucke: eig.: niet te kwetsen (WNT 8, 173); bedoeld wordt wellicht: (wij zijn) niet te kwetsen, of ook, als reactie op v.3325: zou er hier niet gekwetst worden; - 3327 wacht: wacht op, hou je klaar voor; - 3328 houd': pak vast; - 3330 Knilt...Boer: knel de boer, hou hem in een greep; - 3333 bloet: bloed verliest; - 3334 besuckte Snaauwers: ellendige afbekkers; - 3336 vat: vastgrijpt; - 3337 daar...Krat: weg van mijn kar (WNT 8, 120; een krat is eig. het achterschot van een boerenwagen: Lubbert wil Simen kennelijk van zijn rug afschudden); - 3339 gelijckmen Fielen: zoals men het doet met schavuiten (WNT 3, 4440); - i.m.1: Onversaechtheyt: onversaagdheid, maar ook: onbesuisdheid (WNT 10, 2127); - i.m.2: Moedt: moed, of ook: verbolgenheid, drift (WNT 9, 912); - i.m.3: cf. het commentaar bij p.9, i.m.1; - i.m.4: verwint: overwint; - Schalcke: deugnieten, schelmen; - i.m.6: Treck: slag, klap (WNT 17 1-2, 2398-9); - voor-baet: voordeel, voorsprong; het WNT verklaart deze glosse bij Van de Venne met: 'de eerste klap is een daalder waard' (WNT 22 1, 1478); - i.m.7: loose: oneerlijken (WNT 8, 2906); - toesien: flink opletten; - i.m.8: Plock-haren: vechten (WNT 12 1-2, 2865). | |
[pagina 142]
| |
3343 Oore-klinckers: oorvegen; - 3344 Vuysten-Loock: spottend gebruikt voor: vuistslagen (WNT 8, 2784); - 3345 Backe-Visjes: klappen op het gezicht (met 'Backe' wordt nl. ook gezinspeeld op kaken, wangen) (WNT 2, 899); - suyre-Koock: slagen (eig. zure koek, koek waardoor je zuur gaat kijken); - stouwen (...) aen: sporen (...) aan (WNT 15, 2033-4); - Moet-grijpers: de dapperen; - 3346 lustigh weerje: verzet je maar flink; - 3347 Hou: laat maar af; - bedeerje: bedaar maar; - 3348 é sien: gezien; - 3349 Twee...ien: dat er twee uitkomen tegen één (WNT 7, 1308); - 3350 deuse Sletten: deze nietsnutten (WNT 14, 1687); - 3351 be-kans: bijna; - 3352 smoor: stik; - 3353 Funne: schelm (WNT 3, 4706); - 3354 Rijst-op: sta (terug) recht; - 3355 Tengels: scharen (WNT 16, 1509); - 3356 Schutse: schud hen door elkaar; - Water-hont: hond (afgericht om waterwild uit het water te halen); dat een waterhond hier in verband wordt gebracht met schudden, ligt voor de hand: wanneer de hond met zijn prooi uit het water komt, schudt hij hevig het water uit de pels; - 3359 aaren: andere; - 3361 Lijckmen schier: bijna zoals men; - 3363 in: tijdens; - 3364 dubbel-moordt: 'dubbel' hier ter versterking van 'moordt' (vgl. WNT 3, 3531); het zijn echter ook twee bengels die hem belagen; - 3365 die...stoordt: die er nu een einde aan maakt, tussenbeide komt; - i.m.1: in 'tghemeen: gewoonlijk; - i.m.1 sluit aan bij v.3342; - i.m.2: i.m.2 sluit aan bij v.3343-5; - i.m.3: niet gherockent: geen vlas of wol op het rokken gewonden; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 57 (met o.m. verwijzingen naar Zegerus, Gruterus, Sartorius en De Brunc); - i.m.3 sluit aan bij de betekenis van het vorige in margine; - i.m.5: ysen: verstijven van schrik; - i.m.6: het zal Lubbert nl. moeilijk vallen om beide bengels nog te dwingen nu zij hem reeds bedwongen hebben; - i.m.7: Vichten: vechten. | |
p.129Annotatie - 3366 Isser...mé-lyich: heeft er niemand dan wat medelijden; - 3367 nyich: nijdig; - 3369 lyders-Maat: een gezel in zijn lijden, die met hem meevoelt; - 3370 Hey...Back: alle duivels, de drommel (WNT 2, 875); - 3371 getuyghe: het kunnen zien; - 3372 Mop: vent, sukkel (WNT 9, 1122); - 3374 dat: omdat; - 3375 Scharrelingh: schrijlings; - vast: stevig; - Regge: rug; - 3376 Poen: slagen (WNT 12 1-2, 2962); - 3377 soldt hem: werp hem heen en weer (WNT 14, 2493); - kloen: kluwen (WNT 7, 4195); - Kamp-woelers: strijders, vechtenden; - by gevolgh: uit wat nu volgt; - 3380 leyter umment: ligt er iemand; - 3381 in kranckheyt: ziek; - 3382 wat...quicke: wat is er toch gaande, wat is er toch te doen (WNT 8, 806); - 3385 'kLoof best: ik geloof het het best, alleen maar; - 3386 Laat...deur: laat me door; - ick...schreyer: ik weet dat er iemand tekeergaat (WNT 14, 1019); - 3387 gien scheyer: niemand die de vechtenden scheidt; - 3389 Die...past: die erop toeziet dat steun wordt verleend, die bescherming, steun biedt (vgl. WNT 16, 396 en 14, 1224); vgl. ook met p.106, i.m.3: 'Schut Stut. Stut Schut'; - 3390 borstigh: brutaal (WNT 3, 614); - 3391 Ruym-op: maak wat plaats, ga wat uit de weg; - i.m.1: Verkeert...weedruck: wanneer het geluk keert, dan vergroot ook de last van het verdriet; - i.m.1 sluit aan bij v.3368-9; - i.m.2: van als: alles en nog wat; - i.m.3: Die...opschorten: wie lasten op zijn rug moet heffen (WNT 11, 1169); - i.m.3 sluit aan bij de betekenis van het vorige in margine; - i.m.4: Te...saecken: wanneer men zich te veel bemoeit met de zaken van anderen; - i.m.5: gaet voor: is beter dan; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 24 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune); - i.m.5 sluit aan bij v.3385. | |
[pagina 143]
| |
p.130Varianten - De gereproduceerde p.130 geeft staat II van binnenvorm R weer naar het exemplaar 50. 3394 staat I: Vrouwe, ; staat II: Vrouwen, [kennelijk een perscorrectie in staat II]; - 3395 staat I: houwe; staat II: houwen [kennelijk een perscorrectie in staat II]; - 3400 staat I: plaats; staat II: plaets [perscorrectie in staat II?: ook bij varianten in andere vormen blijkt 'ae' wel eens de voorkeur weg te dragen boven 'aa'; vgl. b.v. de varianten van staat II in v.3969 en 3970 op p.144 uit buitenvorm S en in v.7047 op p.246 uit binnenvorm Hh; vgl. daarentegen echter de varianten van staat II in v.74 op p.8 van buitenvorm A en van staat III in v.12 en 24 op p.6, in v.34, 35 39 en 50 op p.7 van binnenvorm A]; - 3402 staat I: Gaat; staat II: Gaet [cf. variantencommentaar bij v.3400]; - 3403 staat I: een Voetje leenen; staat II: een Schoetje leenen [kennelijk een perscorrectie in staat II; wellicht auteurscorrectie]; - 3406 staat I: moeylick; staat II: moelick [kennelijk een perscorrectie in staat II]; - 3407 staat I: Honde; staat II: Hongde [perscorrectie in staat II: ook bij varianten in andere vormen blijkt de genasaleerde 'ng' wel eens de voorkeur weg te dragen boven 'n'; vgl. b.v. de varianten van staat II in v.7050 op p.246 uit binnenvorm Hh en in v.7523 op p.262 uit binnenvorm Kk; incidentele variant]; - 3408 staat I: mijn Billend-lijff; staat II: mijn Dubbel-lijff [kennelijk een perscorrectie in staat II: met deze verandering werd alleszins een in de Belacchende Werelt niet gebruikelijke verbinding weggewerkt en vervangen door een meer gebruikelijke: vgl. met p.112, v.2896 ('dubbel-ongder-lijf'), p.130, v.3413 ('Dubbel-vleys') of p.257, v.7362 ('Dubbel-beenend')]; - 3409 staat I: Stieren voor, en douwe stijff; staat II: Stieren voort, en douwe stijff [perscorrectie in staat II]; - 3411 staat I: mekander; staat II: mekangder [cf. variantencommentaar bij v.3407]; - 3419 staat I: boos, en bitsich; staat II: boos en bitsich [kennelijk een perscorrectie in staat II]; - 3420 staat I: mekaar; staat II: mékaar [kennelijk een perscorrectie in staat II].
Annotatie - 3397 Breke-spel: spelbreker; - 3399 Elck...wijcke: iedereen moet een voetje achteruit gaan; - 3401 wat...gelaets: wat maak je hier een drukte (WNT 4, 1027-8); - 3403 Schoetje leenen: schop (eig. schoentje) geven (WNT 14, 738 en 8, 1280); - 3404 An...onderst': voor je achterwerk; - 3404-5 tot...soet: tot je moet roepen (smeken): schop zachtjes tegen mijn broek; - 3406 moelick: langs een moeilijke, lastige weg (cf. nl. v.3402: 'Gaet of kruypt deur onse Beenen'); - 3407 gemeen: gewoonlijk; - luypen: sluipen, kruipen (WNT 8, 3254); - 3408 mijn Dubbel-lijff: mijn beide benen, of ook: mijn stevig lichaam (vgl. ook v.2896: 'Dubbel-ongder-lijf' en v.3413 'Dubbel-vleys'; - 3409 Stieren voort: verder sturen, vooruitduwen; - 3410 Daar mé, daar mé: ter aanduiding van de gebaren waarmee Lammert de menigte uit elkaar dringt; - d'een...d'angder: de ene bij de andere; - 3411 mekangder: elkaar; - 3412 After: van achter (nl. door de menigte die achter hem drumt); - 3414 ben...gevrongen: heb ik me erdoor gewrongen; - 3416 Wie...ghequel: wie zich redt uit een moeilijke situatie (WNT 12 3, 789); - 3417 die locktet wel: hem lukt het wel, hem gaat het goed; - 3418 hitsich: hevig; - 3419 Schendigh: op een schandelijke wijze, of ook: waardoor er brokken worden gemaakt (WNT 14, 429); - 3420 te gaauw: te vlug af; - i.m.1: Wachje: pas op, hoed je; - i.m.2: strijck: maak je uit de voeten (WNT 16, 43); - i.m.3: Wt-leenen...inwachten: iets uitlenen, brengt met zich mee dat men ook verwacht het terug te krijgen; - vgl. p.259, i.m.7: 'Wie uyt-gheeft/ moet weet in-wachten'; - i.m.5: i.m.5 sluit aan bij v.3412-3; - i.m.6: sonder...prijsselijck: zonder anderen schade te berokkenen, valt te prijzen. | |
[pagina 144]
| |
3422 staat I: Houdt je Maats van bloet te storten!; staat II: Houdt je, Maats, van bloet te storten! [kennelijk een perscorrectie in staat II; een gelijkaardige correctie ook in staat II van v.8002 op p. 279 uit binnenvorm Mm]; - 3430 staat I: Hoe, wat schortje, puyck van Boeren,; staat II: Hoe! wat schortje, puyck van Boeren? [een perscorrectie in staat II?; incidentele variant]; - 3438 staat I: deusen Subben,; staat II: deusen Subben: [wellicht een perscorrectie in staat II]; - 3442 staat I: och, ick ben Lubbert!; staat II: och! ick ben Lubbert! [wellicht een perscorrectie in staat II ]; - 3446 staat I: ick ken hier stemme; staat II: ick ken hier stemme! [wellicht een perscorrectie in staat II]; - i.m.3 staat I: Daer komt niemant aen // last; staat II: Daer komt niemant in // last [kennelijk een perscorrectie in staat II].
Annotatie - 3422 Houdt je: vermijd; - 3423 hier...horten: hier valt niet meer te slaan (WNT 6, 1125); - 3425 Stocke-vis: spottende benaming voor stokslagen (WNT 15, 1864); - 3426 sleure: aan elkaar trekken, vechten; - 3427 peure: tasten (WNT 12 1-2, 1444); - 3428 mentigh: erg, hard (WNT 9, 570); - 3429 Waar...raackt: waar mijn slagen terechtkomen of treffen; - 3430 schortje: mankeert je; - puyck van Boeren: beste onder de boeren; - 3431 Wat...roeren: wat kan jou het geruzie schelen, beroeren; - 3432 Deusen Guyl: deze kinkel (WNT 5, 1222); - 3433 Heeft...aengeseydt: heeft de strijd geopend, heeft ons de oorlog verklaart; - 3438 Subben: sukkel, sul (WNT 16, 434); - 3439 Mitje...lubben: met je beiden hier te castreren (WNT 8, 3108); - 3441 Soo...noot: dan is er geen gevaar voor castreren; - 3443 Flubbert: de precieze betekenis van dit scheldwoord is niet duidelijk; hier wellicht ook spottende woordspeling met 'Lubbert'; - 3444 verslegen: verslagen; - 3445 die...heydt: die een ongeluk is overkomen (het WNT verklaart 'misschienis' in deze passage minder geslaagd met 'miskraam'; WNT 9, 856); - 3447 k'hemme: kuchen; - 3448 Quangt: kerel; - i.m.1: c.f. Harrebomée 1856-70, dl.1, 34 (met o.m. verwijzingen naar Zegerus, Gruterus en De Brune); - i.m.3: in last: in moeilijkheden; - daer aen: daarnaar; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 10 en dl.3, 275 (met o.m. verwijzingen naar Zegerus, Gruterus en De Brune); - i.m.4: geweer: steekwapen (WNT 4, 2022); - van leer: uit het leder van de schede (WNT 8, 1209); - i.m.5: Noot...stoot: het is hier een noodgeval zonder dat het eigenlijk een noodgeval is; een stoot zonder dat het eigenlijk een stoot is. | |
p.132Annotatie - 3450 mommelt: mompelt, murmelt; - 3451 begrommelt: bevuild (WNT 2, 1443); - 3453 Speul-knecht: (hier ironisch) bruidsjonker; makker (WNT 14, 2718); - 3454 Flockse: flinke, kloeke; - 3455 Lydt: duld; - versteken: verstoten, weggejaagd, te schande gemaakt (WNT 20 2, 692-6); - 3456 Fieltery: schelmendom; - 3457 inde ly: in moeilijkheden (WNT 8, 2193); - 3458 Ben jyt: ben jij het; - 3459 vichje: vechtje; - 3461 Datje...pral: dat je hier zo te schande bent gekomen, of ook: dat je hier zo bedrogen wordt (WNT 12 1-2, 3878-9); - 3462 Waarom...hinders: waarom wordt: er je zoveel last aangedaan; - 3464 speultje: spel, zaak; - 3466 Na...denckt: me dunkt dat; - 3467 Al...beschoncken: ook al werd er je niets uitgeschonken (WNT 2, 1966-7); - 3471 Heyt...'tongder-legge: is er de oorzaak van dat ik (hier) het onderspit delf; - 3474 naer-achter: achteruit; - Guylen: kinkels (WNT 5, 1222); - 3476 Hand-of: handen af; - 3477 kierdom-swier: zwier, klap, slag (vgl. WNT 7, 2792); - i.m.1: 'tVragen...kenlijk: door iets te vragen, komt men aan de weet, geraakt men op de hoogte; - i.m.1 sluit aan bij v.3453; - i.m.2: Die...is: wie uit de wind zit | |
[pagina 145]
| |
(en dus in moeilijkheden zit), moet (zelf) mooi fluiten (blazen) (WNT 8, 2193-4); - i.m.5: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 290 en dl.3, 218-9 (met o.m. verwijzingen naar Zegerus, Gruterus, Sartorius en De Brune); - i.m.6: Gedreyght: bedreigd, bang gemaakt; m.a.w. wie bedreigd wordt, moet daarom nog niet meteen vrezen om kwaad te worden gedaan; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 24 en dl.3, 280 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune); - i.m.6 sluit aan bij v.3474 e.v. waarin Lammert dreigt de boefjes te slaan. | |
p.133Annotatie - 3478 Rechs...wancken: langs rechts en links doen gaan, doen zwaaien (WNT 8, 1380 en MW 9, 1697); - 3479 Lancken: lendenen (WNT 8, 1074); - 3480 licht...willigh: gemakkelijk en gewillig; - 3481 Lnbbert: verkeerdelijk voor Lubbert; - 3482 wachje: pas op, wees op je hoede; - 'twilder honden: het zal er ruw aan toe gaan (WNT 6, 905); - 3485 in quacker-lack: de betekenis is niet duidelijk: vgl. in dit verband ook de reactie van de boeren: zie v.3487; - 3486 Fielte klanck: het geluid van boeven; - luyen: weerklinken; - 3487 Lacker-quack: verhaspeling door Lammert van Jaspers woord uit v.3485: 'quacker-lack'; - ken't...beduyen: heeft het een betekenis; - 3488 Neuren: mompelen, spreken (WNT 9, 1887); - 3491 Wilje...keeren: begin dan maar te luisteren; - 3492-3 Onduyts...gaan: een taaltje dat geen Nederlands is, zal je meteen begrijpen, wanneer het van goed Nederlands vergezeld zal zijn, wanneer daar goed Nederlands zal bij geplaatst worden (bedoeld worden de Nederlandse equivalenten die aan het 'Gielers Vocabulaer' worden toegevoegd); - 3496 Gielers Vocabulaer: de woordenschat van de bedelaars; - 3497 Hael Tael: het WNT verklaart dit woord bij Van de Venne als een nu verouderde benaming voor het Bargoens (WNT 5, 1377); bij Van de Venne evenwel heeft 'Hael Tael' de betekenis: een taal waarmee wat te halen valt, waarmee de boeven zich allerlei weten toe te eigenen (vgl. voor dit gebruik van halen: WNT 5, 1370); - 3503 Dief-leyer: vgl. Der Fielen (...) Vocabulaer 1613: 'een diener oft een die last heeft om yemant te vanghen'; - i.m.1: Ongequelt Ongemelt: wanneer men geen kwaad wordt aangedaan, zwijgt men ook daarover; - i.m.2: gauwaert: vluggerd, behendig man, maar ook: leperd (WNT 4, 353); - i.m.3: boose: slechte; - quaet geluyt: bedoeld wordt de 'Hael Tael' van de boefjes; - i.m.4: Dubbel-mondigh Dubbel-grondigh: m.a.w. wie twee talen hanteert, is onoprecht, wil bedriegen (heeft een dubbele grond); vgl. ook v.727: 'Dubbel-taal'; - i.m.5: ongeregelde schuer gaffels: losbandige en voddige kinkels (WNT 10, 1649 en 4, 136); - ongewonnen Broot-knappers: schelmen die brood dat ze niet door werken verdiend hebben, opeten. | |
p.134Annotatie - 3538 hang-man: beul; - 3540 Meestersse: meesteres; - 3544 Rabaut-gesel: spitsboef; - 3546 Viere: vuur; - 3552 Badt-stove: badinrichting; - 3572 Beeste bijt: een bijtende hond; - i.m.1: doddige: bedrieglijke (wellicht afgeleid van bedodden, bedriegen: WNT 2, 1209); - momme-woorden: versluierde, vermomde, obscure woorden; - ontdecken: ontsluieren; - met...Licht: aan de hand van het licht waarmee het Nederlands hier zijn diensten kan bewijzen; - van...Waerheyt: door de kostbare waarheid; - bloot-stellinghen: cf. het 'ontdecken'; - Lock-Brocken: lokkend gespuis; - flinck-slagen: schelmenstreken (WNT 3, 4556); - mits-dien: tegelijkertijd, daarenboven; - sloffe: onge- | |
[pagina 146]
| |
manierde (WNT 14, 1855-6); - schooy-treden: bedelaarsstreken; - aller-handighe: allerlei, maar ook: bijzonder handige; - grabbel-gaeuwe: grabbelvlugge; - tot...beginne: om daarmee een aanvang te nemen, met dit doel voor ogen; - voor...onbekende: voor allen die daarmee onbekend zijn, die daarvan niet op de hoogte zijn; - rechte: juiste; - aen: van; - tot...Giel-tongen: tot nut en voordeel (van de burger) en tot nadeel (nl. doordat de boeventaal ontsluierd wordt) van de valse bedelaarsmonden; - radeloos: zonder (dat ze wijze) raad (krijgen); - raedt plegen: overleggen; - by ghevolgh: in wat hier bijgevoegd werd; - om...brengen: om het te laten horen en in het verstand te prenten. | |
p.135Varianten - De gereproduceerde p.135 geeft staat II van binnenvorm R weer naar het exemplaar 50. 3626-7 staat I: Neering doen, spieden, // spijs soecken.; staat II: Neering doen, spiedê, // of spijs soecken. [perscorrectie in staat II: in de brontekst voor deze passage (Der Fielen Vocabulaer 1613, 6) stond: 'Neeringh doen bespiê of spijse soeckê'; wellicht heeft de zetter in staat I gemeend dat ook 'spieden' tot de Bargoense woordenschat behoorde en werd het woord dan ook cursief gezet; in staat II werd de tekst gecorrigeerd en conform gemaakt met de oorspronkelijke tekst (mét het verduidelijkende 'of')]; - i.m.1: i.m.1 werd toegevoegd in staat II [ook in andere vormen werden glossen toegevoegd]; - i.m.3: i.m.3 werd toegevoegd in staat II [zie variantencommentaar bij i.m.1]; - i.m.4: i.m.4 werd toegevoegd in staat II [zie variantencommentaar bij i.m.1]; - i.m.5: i.m.5 ontbreekt in staat I [zie variantencommentaar bij i.m.1].
Annotatie - 3588 Gast-huys: armenhuis; - 3620 kleyn bier: slecht, dun bier (WNT 2, 2542); - 3631 Prochiaen: parochiegeestelijke, priester (WNT 12 1-2, 518); - 3638 Honde-slager: de man die zieke, loslopende honden afmaakte of ook de kerkdienaar die honden uit de kerk hield (WNT 6, 907); - 3645-6 bedelaers hulpbergh: toevluchtsoord (zinspelend op de herberg) voor de bedelaars. Der Fielen (...) Vocabulaer 1613 heeft eigenlijk: 'een bedeleers herberghe'; - 3652 Pottagie: gekookt eten (WNT 12 1-2, 3725-6); - i.m.2: schand-dingen: schandelijke zaken; - wil...blijven: wil ten toon spreiden en in stand houden; - ongevoeglijck: onbetamelijk, ongepast; - heymelijk: verborgen; - i.m.3: Hout-men waerdigh: is kostbaar, waardevol; - i.m.4: Wel-gedaen...gedaen: op een goede manier gedaan, is veel waard, telt voor veel; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 19 (met o.m. verwijzing naar Gruterus); - i.m.5: Wie...vermeert: wie iets begeert, vergroot zijn verlangens, of ook: vergroot zijn bezit (nl. door zich toe te eigenen wat hij verlangt); vgl. ook p.3, i.m.3: 'VVie begeert // Die vermeert'. | |
p.136Varianten - De gereproduceerde p.136 geeft staat II van buitenvorm R weer naar het exemplaar 50. i.m.3: staat I: blint bedrijf; staat II: slim bedrijf [wellicht is staat II een perscorrectie van staat I en niet omgekeerd: 'blint' in staat I sluit wel aan bij 'Blint' uit r.3711; maar past minder goed in de betekenis van de glosse; de perscorrectie in staat II wijzigde 'blint' tot het meer doorzichtige 'slim' (oneerlijk, onoprecht)].
Annotatie - 3655 Kersten: Christen (WNT 7, 2463); - 3667 Broodt-soeckert: vgl. met Der Fielen (...) Vocabulaer: 'die broot vergadert'; - 3673 klappen: | |
[pagina 147]
| |
babbelen; - 3678 Hoerjager: hoerenloper; - 3689-90 Wijfs heuyke: vrouwenhuik (mouwloze mantel); - 3714-5 Wambays: wambuis; - 3717 Die...niet: wie zijn vak kent, maakt zijn leermeester niet te schande; - i.m.1: leer-suchtigh: leergierig; - sinnigh: met verstand; - tijdt-spillen: tijdverlies; - te bevatten: in zich op te nemen; - Guyt-Latijn: boevenlatijn; - in...Letter-regels: handig volgens de letters van het alfabet; - t'samen...ghepast: is bijeengebracht; - duyd'lijck: duidelijk, maar ook: verhelderend, verklarend; - Duyts: Nederlands; - ken-kunst: kennis; - slet-neering: boevenhandel; - i.m.2: te broen: voort te brengen; - i.m.3: slim: slecht, oneerlijk (WNT 14, 1774). | |
p.137Varianten - De gereproduceerde p.137 geeft staat II van buitenvorm S weer naar het exemplaar 1. 3745-6 staat I: daer somtijdts met behendigheydt het // loffelijck duydigh-Duyts uyt mach recken; staat II: daermen somtijts met behendigheydt het // loffelijck duydigh-Duyts uyt mach recken [perscorrectie in staat II: de ongrammaticale constructie uit staat I wordt gecorrigeerd; de wijziging van 'somtijdts' tot 'somtijts' heeft te maken met de geringere plaatsruimte]; - i.m.5: i.m.5 werd toegevoegd in staat II [ook in andere vormen werden glossen toegevoegd].
Annotatie - 3719-20 leerje...binnen: m.a.w. leer je aan de buitenwereld de kennis die je in je draagt over de bedelaars; - 3721 Botten: botteriken; - 3723 Wat...t'eeten: wat er bij voddige opeters te eten valt ('lappe-knap': zowel lappen als knappen hebben met eten te maken; WNT 8, 1099-100 en 7, 4502-3); - 3724 Sack: nl. waarin het voedsel van de bedelaars zit opgeborgen; - 3725 gaender deur: vallen er door; - 3726-7 Of...bicken: of men zal nu kleinere stukken voor de deuren (waarvoor men bedelt) moeten eten, binnenspelen (men zal nl. minder geven nu men de bedrieglijke praktijken van de bedelaars kent); - 3728 Wordmen...wijs: kent men al onze truukjes; - 3729 vijs: lastig, slecht; - 3731 vermakent: vermakelijk; - 3732 mijn: bij mij; - 3733 Kramers Achter-Landt: zwervende kramers (WNT 1, 636); - 3734 Kenjet...begeeren: kan je het begrijpen zoals je verlangt; - 3736 Koomens-Tael: taal van kooplieden (WNT 7, 5356); - 3737 by Duyts: met Nederlands; - 3738 beduydelijcke: verklarende; - 3740-1 van...'teerste: de betekenis is niet meteen duidelijk: van het eerste woord tot het laatste, en omgekeerd (?); - 3742 Elcke...Letters: het gaat hier nl. om een letter-taal (K-taal); 'Letters' ook in toespeling op 'let'; - 3743-4 na...trecken: in zijn karakteristieke eigenschappen vatten (WNT 17 1-2, 2509-10); - 3744-5 uyt...Spreuck-redenen: de betekenis is niet meteen duidelijk: lett.: uit de spreukachtige woorden die zichzelf volgen; bedoeld wordt wellicht de woorden waarin letters worden herhaald (en waarin de woorden a.h.w. zichzelf volgen); - 3746 duydigh: duidend, verhelderend, duidelijk; - uyt...recken: uit kan halen; - 3747-8 tot...na-klanck: de constructie is niet duidelijk: wellicht refereert Van de Venne hier met 'na-klanck' naar het hernemen van de klinkers in de gepresenteerde lettertaal; - i.m.1: cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 27 (met o.m. verwijzing naar De Brune); - i.m.2: smal-pappen: karig eten (WNT 12 1-2, 402-3 en 14, 2050); - i.m.4: Wie...gesproken: wie daarover liegt, heeft niet rechtuit gesproken (WNT 3, 3610-1); - i.m.5: Poffen: het stoten, botsen (van de weefspoelen) (WNT 12 1-2, 3028); - i.m.5 sluit aan bij Van de Vennes verdediging waarom hij hier de 'Kramers-Tael' weergeeft. | |
[pagina 148]
| |
p.138Varianten - De gereproduceerde p.138 geeft staat IV van binnenvorm S weer naar het exemplaar 11. De staten II en III verschillen voor deze pagina niet van staat IV. 3754 staat I: Akarm? ; staat II + III + IV: Akarm! [perscorrectie; vgl. nl. met het uitroepteken na 'Arm' in r.3754]; - i.m.1: i.m.1 vindt men terug in staat II, III en IV, niet in I [perscorrectie].
Annotatie - 3750 vvijsen: verstandigen, maar ook: aan te wijzen; - 3753-63 Al...Af-dalen: indien ook hier de woorden in vertikale volgorde mogen worden gelezen is de betekenis niet meteen duidelijk; voor 'Al Arm!': vgl. Plokker 1984, 22-4. Misschien mag men de betekenis weergeven met: 'Alarm! Ach angst! Wanneer iedereen altijd (en overal) bemerkt het naar beneden zakken van wat aangenaam en achtbaar is (mogelijk alluderend op het rad der fortuin); - 3765-76 Bruyne...Bier: de betekenis is hier mogelijk: aan bruine, kale (door de tonsuur (?), WNT 2, 2934), brave welgezinde broeders brengt men wit bakkersbrood en ketels bier (WNT 3, 1514); - 3778-85 Cloeke...Cooken: de betekenis is hier wellicht: de kolen van flinke, vaardige (WNT 7, 3229) kokjes kunnen krabben (bedoeld worden de schaaldieren of de stukjes varkensvlees; WNT 8, 35 en 109) zacht (gaar; vgl. WNT 7, 3351-2) koken; - i.m.1: belaen: beladen; - Wie...belaen: m.a.w. wie naar geen raad wil luisteren, zal niets uitrichten; - i.m.2: Loff-Stoff: een te prijzen inventie; - onbekende: die er niet van op de hoogte zijn, die het niet kennen, de onwetenden; - tot...Hael-Tael: om zich meester te maken en de eigenschappen te doorgronden van deze hierbij gevoegde, nieuwe, gerekte boeven-taal; - tot...bedenckinghe: (en deze 'Hael-Tael' wordt hier gegeven) als nieuwe stof om over na te denken; - an, en van: nu eens vast en dan weer los (waarmee de onstandvastigheid van de wereld wordt aangegeven; vgl. nl. ook met v.2445); - vermangelt: vermengt, dooreen loopt (WNT 20 1, 1202); - lossen dray: nl. van het rad der fortuin; - van...onder-luck: van het geluk dat zich nu eens boven, dan weer onderaan bevindt, van geluk en ongeluk; - het welcke: dat (nl. het 'Wiel'); - by...bevindinghe: zoals men dagelijks ondervindt; - ghemeenlijck: gewoonlijk; - op-rijsen: naar omhoog gaan. | |
p.139Varianten - De gereproduceerde p.139 geeft staat IV van binnenvorm S weer naar het exemplaar 11. 3790 staat I: Doen ; staat II + III + IV: Doen, [perscorrectie; vgl. nl. met de komma na 'Doekoen' in r.3790]; - 3801 staat I + IV: Foy! ; staat II: Foy ; staat III: Foy [de variant uit staat I en IV geeft de meest correcte vorm weer; de varianten in staat II en III geven verschillende stadia van zetselschade weer (cf. afb. 13-14): het uitroepteken is kennelijk uit het zetsel losgeraakt (staat II) waardoor ook 'Foy' een beetje van plaats is verschoven (staat III); m.b.t. de chronologische opeenvolging van de verschillende staten moet men met de zes volgende mogelijkheden rekening houden: (a) staat I > staat II (zetselschade in staat II; perscorrecties in de overige varianten van binnenvorm S) > staat III (zetselschade) > staat IV (perscorrectie); (b) staat I > staat II (zetselschade in staat II; perscorrecties in de overige varianten van binnenvorm S) > staat IV (perscorrectie) > staat III (zetselschade); (c) staat I > staat III (zetselschade in staat III; perscorrecties in de overige varianten van binnenvorm S) > staat II (zetselschade waarbij het losgeraakte zetsel opnieuw verschuift t.o.v. de variant uit staat III of perscorrectie waarbij het zetsel opnieuw wordt vastgezet zonder dat men er rekening mee houdt dat het uitroepteken had moeten worden toegevoegd) > staat IV (perscorrectie); (d) staat I > staat III (zetselschade in staat III; perscorrecties in de overige varianten van bin- | |
[pagina 149]
| |
nenvorm S) > staat IV (perscorrectie) > staat II (opnieuw zetselschade); (e) staat I > staat IV (perscorrecties in de overige varianten van binnenvorm S) > staat II (zetselschade) > staat III (verdere zetselschade); (f) staat I > staat IV (perscorrecties in de overige varianten van binnenvorm S) > staat III (zetselschade) > staat II (zetselschade waarbij het losgeraakte zetsel opnieuw verschuift t.o.v. de variant uit staat III)]; - 3810 staat I: Graeve; staat II + III + IV: Graege [perscorrectie: vgl. nl. met 'Grakageke' in r.3810]; i.m.1: staat I: inde verander- // lijcke sorgh-daghen, en // sluytinge der Iaren, met // veelheydt van beslom- // merde bekommeringen, // om de lieve Werelt met // belacchen te vermaken, // onderwijl dat daer schier // alle uyren gelegentheydt // gevonden wert, de We- // relt te beschreyê! Maer, // also de grootste Hemel- // sche Majesteydt inde // Schepselen also ten goe- // den heeft gevoegt, moet // by yder altoos ghedacht // en gheseydt werden; staat II + III + IV: inde verander- // lijcke Sorgh-daghen, en // slytinghe der Iaren, met // veelheydt van beslom- // merde bekommeringen! // om de lieve Werelt met // belacchen te vermaken; // onderwijl dat daer schier // alle uyren gelegentheydt // gevonden wert, de We- // relt te beschreyê! Maer, // also de grootste Hemel- // sche Majesteydt alle // de Schepselen ten goe- // den heeft gevoegt, moet // by yder altoos ghedacht // en gheseydt werden [perscorrecties in staat II; correctie m.b.t. interpunctie en grammaticale constructies; 'slytinghe' lijkt semantisch beter te passen dan 'sluytinge'; de kapitaal in 'Sorgh-daghen' sluit aan bij het hoofdlettergebruik elders in deze glosse]; - i.m.2: i.m.2 vindt men terug in staat II, III en IV, niet in staat I [ook elders in de Belacchende Werelt werden in latere staten herhaaldelijk glossen toegevoegd].
Annotatie - 3787-94 Door...Duyrt: door vaak goed te doen, doe je iets dat lang duurt, een blijvende waarde heeft (WNT 3, 2295); - 3796-9 Eert...Eensjes: eert ergens eens wat edel is; - 3801-7 Foy...Flobje: Foei! Fop bepotelt (WNT 3, 4609-10) het fijne, frisse, stoeizieke (WNT 3, 4457) Flobje; - 3809-14 Groote...Gapen: grote, begerige lieden gaan graag zonder enige maat (WNT 5, 766-7) kijken; - i.m.1: avontuerlijk: volgens de wetmatigheden van de fortuin, het avontuur; - gespeurt: waargenomen; - inde...Sorgh-daghen: in de wisselvallige dagen vol kommer; - slytinghe...Iaren: slepende voortgang van de jaren; - veelheydt: overvloed; - beslommerde bekommeringen: zorgelijke bekommernissen; - om...: sluit aan bij 'die uyt de outheyt is voort-gebracht' van i.m.2 op p.138; - onderwijl: terwijl ondertussen; - gevoegt: bij elkaar geplaatst, geordend; - altoos: altijd; - 'Tis...moet: het is goed als het zo moet zijn; - i.m.2: i.m.2 sluit aan bij de gedachtengang op het einde van het vorige in margine waarin op de almacht van God wordt gezinspeeld. | |
p.140Varianten - De gereproduceerde p.140 geeft staat II van buitenvorm S weer naar het exemplaar 1. i.m.1: staat I: Wat heeft de Mensch; staat II: Wat heeft den Mensch [wellicht een perscorrectie in staat II]; - staat I: Lacchen heeft // sijnen tijdt, leet-dragen // heeft sijnen tijdt; staat II: Lacchen heeft // sijnen tijdt, Leet-dragen // heeft sijnen tijdt [wellicht perscorrecties in staat II: de hoofdletter wordt ingevoerd overeenkomstig het hoofdlettergebruik in deze glosse].
Annotatie - 3816-22 Hoorende...Honden: horende heren hebben bijtende, warmbloedige, hijgende honden; - 3824-8 In...Iammer: precies in het schertsend plagen en stoeien schuilt verdriet; - 3830-7 Kromme...Knaeuwen: de kiezen van kromme kreuners (WNT 8, 97-8) kunnen het koele voedsel krakend bijten; - 3839-46 Losse... Luyen: de lichtzinnige lust laat de geliefde er levenslang de lof van zingen (?); - 3848-57 Meenigh...Mijden: menig lauwe minnaar verliest vaak zijn | |
[pagina 150]
| |
kans op een mooie last door (die) morrend uit de weg te gaan (?); m.a.w. de koele minnaar doet niet genoeg moeite voor zijn geliefde en verliest haar daardoor; - i.m.1: wijsen Dichter: nl. Salomon; - waerdighe Waer-spreucken: waardevolle spreuken die waar zijn; - Al...smaeckt: alles wat de mensheid aangaat en wat deze ervaart; - aenmerckt: opmerkt; - Eccl.: het boek Prediker; - Wat...meer: wat voordeel heeft de mens; - Leet-dragen: lijden. | |
p.141Varianten - De gereproduceerde p.141 geeft staat II van buitenvorm S weer naar het exemplaar 1. i.m.1: staat I: by de gene die dese // maniere van Rel-tongen // te voorschijn laete ko- // men , om sich van alle // bedodderyen te verhoe- // den, sal het dienstig zijn, // datmen dese ghemelte // Kramer-spraeck trecke // inde Kamer van gedach- // ten, (...) Dit moeten // de leerlustige voor 'tuyt- // scheyden noodigh we- // ten , dat somwijl' wat // goets is te leerê vâ slech- // te gauwe noodt-voelers; staat II: by de gene die dese // maniere van Rel-tongen // te voorschijn laete ko- // men. Om sich van alle // Bedodderyen te verhoe- // den, sal het dienstig zijn // datmen dese ghemelte // Kramer-spraeck trecke // inde Kamer vâ Gedach- // ten, (...) Dit moeten // de leerlustige voor 'tuyt- // scheyden noodigh we- // ten: dat somwijl' wat // goets is te leerê vâ slech- // te gauwe Noot-voelers [aantal perscorrecties in staat II: een aantal hoofdletters wordt ingevoerd overeenkomstig het hoofdlettergebruik in deze glosse; de veranderingen van 'van' en 'noodt-voelers' tot 'vâ' en 'Nootvoelers' hebben te maken met de geringere plaatsruimte die door de invoering van de hoofdletters nog beschikbaar was; het ontbreken van de komma na 'zijn' is beslist niet het gevolg van zetselschade zoals blijkt uit de spreiding van het zetsel in deze regel; de overige interpunctiewijzigingen beogen onmiskenbaar een verbetering].
Annotatie - 3859-66 Noot...Nae: de betekenis is hier mogelijk: nood ontvangt (vgl. WNT 9, 1836) nooit (WNT 9, 1949) nijd, nu noch later; m.a.w. wie in nood verkeert, wekt nooit afgunst op; - 3868-74 O!...Oorlooght: de betekenis is hier mogelijk: ach, men voert oorlog vanwege iets slechts en onaangenaams (WNT 11, 13-4); - 3876-80 Puyken...Prijsen: de betekenis is niet meteen duidelijk; - 3881-6 Quaet...Quellingh: het kwade verwondde, trof de kwelling van de ruziemakers (?) (De Bo 1892, 524); m.a.w. de reden waarom men ruziemaakt (= 'Quisters Quellingh'), is slecht, is door het kwaad aangetast; - i.m.1: dienvolgende: daardoor; - weer-tijden: ogenblikken waarin alles in het tegendeel verkeert; - stant...stondt: tijd en gelegenheid (WNT 15, 648 en 1896); - Wijs-wis: verstandige zekerheid; - uyt-spreucken: naar buiten gebrachte spreuken, uitspraken; - ghepast: toegevoegd; - om...komen: om gebruikt te kunnen worden; - in...keren: in het gaan en terugkeren (nl. tijdens het ronddolen op deze wereld); - Rel-tongen: spreken (WNT 12 3, 1972); - Om...verhoeden: om zich tegen alle bedrog te beschermen; - ghemelte: vermelde; - Kramer-spraeck: kramerstaal; - trecke...Gedachten: in het geheugen prent; - mach-schien: misschien, het kan gebeuren; - voor 'tuytscheyden: voor het einde; - noot-voelers: zij die nood voelen, behoeftigen, noodlijdenden. | |
p.142Varianten - De gereproduceerde p.142 geeft staat IV van binnenvorm S weer naar het exemplaar 11. De staten II en III verschillen voor deze pagina niet van staat IV. 3899 staat I: Suchten ; staat II + III + IV: Stichten, [perscorrectie; vgl. nl. met de komma na 'Sukuchteken' in r.3899]; - i.m.1: staat I: inde belacchê- // ommegâg vande vreugt- // | |
[pagina 151]
| |
rijcke by-eenkomste; staat II + III + IV: inde belacchê- // de omgâg vande vreugt- // rijcke by-eenkomste [perscorrectie; 'de' ontbrak ten onrechte in staat I].
Annotatie - 3888-93 Ronde...Rust: het oprechte, vlugge verstand beveelt de zuiveren gerustheid (van gemoed) aan (?); - 3895-903 Slappe...Sterven: zwakke zieken zullen zwaar zuchten, slapen, steunen, stinken en (uiteindelijk) sterven (?); - 3905-8 Trotse...Treurders: de betekenis is niet duidelijk: wie troost afwijst (vgl. WNT 17 1-2, 3375), is een trouwe treurder (zal altijd blijven treuren); - 3910-5 Veel...Vallen: veel vrije mensen vrezen voor pijnlijk (WNT 21, 882) vallen; - 3917-24 Woelers...Woont: ongeruste en woelende lieden willen nauwelijks weten waar de zekerheid (en dus ook de gerustheid) wel woont; - i.m.1: weet-gierige: op kennis beluste; - genoeghen: vergenoegen, tevreden te stellen; - aen-ghewesen: aangeduid; - des: vandaar; - flordigh-dommen: hier verkeerdelijk voor 'slordigh-dommen'. | |
p.143Varianten - De gereproduceerde p.143 heeft staat IV van binnenvorm S weer naar het exemplaar 11. De staten II en III verschillen voor deze pagina niet van staat IV. 3935 staat I: zukuygeken ; staat II + III + IV: zukuygeken, [perscorrectie: vgl. nl. met de komma na 'zuygen' in r.3935]; - 3943 staat I: Hoorjet ; staat II + III + IV: Hoorjet? [perscorrectie; verbetering m.b.t. interpunctie]; - 3950 staat I: de onweet-rijcke Ieugt; staat II + III + IV: de onweetende Ieught [kennelijk een perscorrectie: lexicale variante]; i.m.3: i.m.3 vindt men terug in staat II, III en IV, niet in staat I [perscorrectie].
Annotatie - 3926-30 YdeL...Yewers: de betekenis is niet zonder meer duidelijk; mogelijk betekent het hier: er is altijd ergens (WNT 6, 1387) wel iets ijdels voor iemand; - 3932-7 Zoo...zijnt: indien zij (sommigen) er kwaad uit halen (wellicht uit deze woordenlijst), dan zijn het gekken; - 3938 Dit...toe: dit krijg je er nog bovenop; - 3940 Sinnen...binnen: het verstand groeit van binnen, in je binnenste; - 3942 broet...goet: zoek altijd het goede voort te brengen; - 3945 Doet...keeren: maakt dat de slechte gekkigheid in iets goeds verandert; - 3947 met beschrijven: door het op te schrijven (WNT 2, 1997); - 3949 onderstapt: volgt (...) op de voet; - 3951 sloffen: getreuzel (WNT 14, 1857); - 3952 Hoe...verpoffen: wil je mij overtroeven, overbluffen (WNT 20 1, 1932-3); - 3953 Houdtje...Goochel-praet: houd je taal vol kunstjes van de Kramers voor jezelf; m.a.w. maak ze niet bekend; - 3954 Datse...verstaet: opdat niemand ze goed zou begrijpen; - i.m.1: gespeurt: waargenomen; - by...Datelijckheyt: bij het ervaren van de daden die men elke dag gesteld ziet; in de dagelijkse ondervinding (WNT 3, 2209); - i.m.2: Men...quaet: m.a.w. men vindt zowel het goede als het kwade op de straat (WNT 14, 1758); - i.m.2 sluit aan bij de gedachtengang uit het vorige in margine; - i.m.4: Wilje...opengaen: als je wil dat niemand (je) begrijpt, zwijg dan. | |
p.144Varianten - De gereproduceerde p.144 geeft staat II van buitenvorm S weer naar het exemplaar 1. 3967 staat I: hoor na reden: staat II: hoor na Reden [wellicht een perscorrectie in staat II; in deze claus vindt men heel wat substantieven met een hoofdletter]; - 3969 staat I: versnaauwt; staat II: versnaeuwt [wellicht perscorrectie in staat II: vgl. het variantencommen- | |
[pagina 152]
| |
taar bij de varianten in v. 3400 op p.130 van binnenvorm R]; - 3970 staat I: Rabaauwt; staat II: Rabaeuwt [wellicht perscorrectie in staat II: zie ook v.3969].
Annotatie - 3955 Besicht: gebruik; - 3957 stijff: schrap; - slingert slap: nl. om klappen uit te delen; - 3958 Stommelt strengh: haal flink uit (WNT 15, 1883-4 en 2191); - met happer-lap: met rake klappen, slagen (vgl. WNT 5, 2132 en 8, 1093); - 3959 Oolijck: slecht; - schuym: gespuis, tuig; - 3961 byloo: voorzeker (WNT 2, 2626); - 3962 hort: stoot, slaat; - hoetelt: kwelt (WNT 6, 829); - snoo: op een snode manier; - 3963 kijcken: zien; - 3964 met gewis...blijcken: in alle duidelijkheid laten zien; - 3965 slim: slecht, oneerlijk, gemeen; - 3966 mit gedruys: met veel rumoer; - bestandighen: standvastige (WNT 2, 2113); - met de moeyte: met het geschil, de ruzie (WNT 9, 956-7); - van...Gast-huys-last: over de uit het armenhuis gelichte vracht (bedoeld worden de boefjes); - 3967 Bouw-Man: boer (WNT 3, 798); - Houw: wacht, hou op; - 3969 versnaeuwt: afgesnauwd (WNT 20 2, 475); - 3970 Rabaeuwt: rabauw; - 3972 Tijdt...gebreken: niet alleen de tijd zou mij ontbreken; - 3973 op...draet: precies; - 3975 van buyten-Landen: over wat van buiten de stad komt (WNT 3, 1840); - 3976 Deught...schanden: ter ere van de deugd en tot schande van de ondeugd; - 3977 bijster: berooide, arme (WNT 2, 2645); - 3978 pranght: aandringt, smeekt; - om...behoeff: voor zijn grote behoeften, noden (WNT 2, 1501-2); - 3980 Deelt...Brocken: vertel wat over die schelmen (omdelen betekent eigenlijk het ronddelen van iets en zinspeelt dan ook op 'Brocken' waarbij zowel aan stukken voedsel als aan de schelmen zelf kan worden gedacht); - i.m.2: Quaet...schaet: een slechte raad schaadt het goede; - i.m.4: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 54 (met o.m. verwijzing naar Zegerus, Gruterus en De Brune); - i.m.4 sluit aan bij het optreden van het nieuwe personage: de 'ouden Roem-bout'; - i.m.5: Listigh...Twistigh: listigheid draagt ruzie in zich; - i.m.6: Béé-boeven Behoeven: smekende boeven hebben iets nodig; - i.m.6 sluit aan bij v.3977-8; - i.m.7: Wilde...milden: leden van de woeste gilden stelen van de milde gevers (WNT 7, 4554). | |
p.145Annotatie - 3984 vermeten: verstouten, vermannen; - 3985 betuygen: getuigenis afleggen van; - des...Naem-rolle: de namenlijst daarvan; - in't...ontdoen: beknopt uit de doeken doen; - Wapper-lappigen Wt-schot: uitschot van voddige nietsnutten (vgl. WNT 8, 1093); - 3993 Bregers: de namen van de verschillende soorten bedelaars werden rechtstreeks aan Der Fielen (...) Vocabulaer 1613 ontleend; - 3994 slechtelijck: eenvoudig, armoedig gekleed; - 3994-5 voor...gaen: bij het volk; - 4002 Teekenen: bedoeld worden wellicht de kentekenen van de bedelende pelgrim; - gesteunt met: steunend op; - i.m.1: steege: koppige, weerbarstige; - Vijsen: humeurigen; - ysen: terugdeinzen, ervoor schrikken; - Van...wijsen: om goed (en duidelijk) aan te duiden; - mogelijk richt de dichter zich in deze glosse tegen mogelijke kritikasters die de beschrijving van het 'snoode Fiel-bedrijff' (v.3986) zouden afwijzen; - i.m.2: recht-schaffighe: eerlijke, rechtschapen; - behelsen: omhelzen, in ere te houden (WNT 2, 1849); - ware kenne-wis: echte kennis vol zekerheid. | |
[pagina 153]
| |
i.m.2: i.m.2 werd toegevoegd in staat II [perscorrectie in staat II: ook elders bleek dat in latere staten herhaaldelijk glossen werden toegevoegd].
Annotatie - 4013 Schinckels: benen (WNT 14, 431-2); - 4015 tot onschuldt: zonder dat ze schuldig waren; - 4019 bestrijcken: langs gaan; - 4020 slechte: eenvoudige; - Loer-Tasschen: bedriegen in hun geldbeugel, geld afhandig maken (vgl. WNT 8, 2569); - 4027 vande: uit het; - 4032 Gelijckenen: gelijken op; - 4033 seven vry-Konsten: de bekende septem artes liberales; - 4033-4 Faren Scholiers: zwervende, rondtrekkende studenten; - 4037 Gelaten haer: gedragen zich, doen zich voor; - 4038 soo veel: die som, een bepaald bedrag; - 4046 loose: valse, gefingeerde; - bevorderen: te helpen maken; - i.m.1: redelijcken: verstandige; - op-merck...genomen: heeft opgemerkt, waargenomen; - onder dies: ondertussen; - wel-lust...quel-lust: goede en kwade lust. | |
p.147Annotatie - 4050 die...na-draeght: die achterop komt met de geldzak bij zich; - 4051 bidden...ghebruycken: bedelen om iets te krijgen dat men voor missen kan gebruiken; - 4055-6 oft...gekomen: die ofwel blind zijn geboren ofwel blind werden door een ongeluk of door een gerechtelijke strafuitvoering blind zijn geworden; - 4064 ontbloot: (van hun klederen) beroofd; - 4070 dol: zwakzinnig; - 4076 Dief-hanghers: beulen, scherprechters; - Roffiaens: hoerenwaarden (WNT 13, 860); - staen: de brontekst heeft 'slaen' (cf. hierover dl.III, B, hoofdstuk 5, §2); - i.m.1: besletst: belemmerd, bezet (WNT 2, 2033); - uyt dien: daaruit; - bescheydenheyt: verstand, inzicht (WNT 2, 1962); - Machtige...Listige: vgl. ook fol.[[†] 4]vo, r.88-95; - Kale: berooide; - i.m.2: gebroken: vernielde, met opzet stuk gemaakte (WNT 3, 1228); - i.m.2 sluit aan bij r.4061. | |
p.148Annotatie - 4080 lyne: linnen; - 4083-4 Leuy-Sacken: luieren (vgl. WNT 8, 3200); - 4088 versien: voorzien, gewapend; - onnooselen: onschuldige; - 4089 Weer-steeck: terugsteek; - 4101 bevrucht gaen: zwanger zijn; - 4104 Ionffvrouwen: juffers (Oudemans 1869-80, dl.3, 271-2); - 4107 Leedige Sieckte: de ziekte van ledigheid; - 4110 Saffelen: scharrelen rond (WNT 14, 16); - Lolle-broers: lollaards, cellebroeders met een slechte naam (WNT 8, 2649); - 4111 deegelijcks: dagelijks; - ghewillighe: vrijwillige; - i.m.1: Landt-beschoyers: bedelaars, landafschuimers; - Béé-Boeven: bedelboeven; - graegh gebruyck: gretige praktijken; - schendichlijck: schandelijk; - gevolgt: bijgewoond; - i.m.2: breken: vernielen, maken kapot (WNT 3, 1228); - het is niet meteen duidelijk waar dit in margine concreet bij aansluit; wellicht verwijst het naar de bedriegelijke praktijken van de bedelaars in het algemeen. | |
[pagina 154]
| |
Annotatie - 4112 heymelijcke: verborgen, geheime; - 4113 Giel-brocken: de bedelschelmen; - 4117 verbijstert: arm geworden (MW 7, 1488); - 4117-8 blijck-Brieven: brieven ter bevestiging, geloofsbrieven; - 4118 eyndelijck: uiteindelijk; - versierde quinck-slagen: verzonnen verhaaltjes (WNT 20 2, 213 en 8, 812-3); - 4121 verloopen: arm geworden (MW 8, 2065); - bedorve: aan de grond zittende (WNT 2, 1169-70); - 4123 oft...Landen: of hun verlies op het land; - Af-lorsters: vrouwen die hen bedrogen, hun bezit ontleenden en slinks afhandig maakten (WNT 1, 1177); - 4124 losse borgh-tochten: onbetrouwbare borgverleners; - 4134 Treken: streken (WNT 17 1-2, 2285-6); - 4138 dat...Veronica: de tekenen van de heilige Veronica; - 4139 leuren: vodden, prullen; - 4140 aensienders: wie ernaar kijkt; - 4141 ter plaetsen: bedoeld worden: op de heilige plaatsen; - i.m.1: lapachtige: voddige, verachtelijke (WNT 8, 1093); - slof-wegen: rondsloffen, ronddrentelen; - verhoeden: ervoor behoeden; - van Arm-jammer: van de ellendige armen (Plokker 1984, 64-5); - neyghen: doen buigen; - aftreckerye: bedelarij, afzetterij; - en ge-: het in margine wordt op de volgende pagina verkeerdelijk niet voortgezet; - i.m.2: cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 248 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune). | |
p.150Annotatie - 4146 hettigh: warm, heet; - 4147 Kerck-weghen: wegen naar de kerk; - ghedaente: uiterlijk, voorkomen; - 4149 uyt-gebroken: gescheurd (WNT 3, 1243); - 4155 slecht toe-ghemaeckt: eenvoudig gekleed (WNT 17 1-2, 561); - ghelaten haer: gedragen zich (WNT 4, 1051); - 4160 trogghelen: bedriegen al bedelend (WNT 17 1-2, 3075); - 4165 maer...seffens: maar verzoeken iemand tegelijk (om geld) (zodat het in r.4164 slechts om een valse schaamte gaat); - 4170 doen weten: laten weten; - 4171 die: de ring; - willen: wil; - 4174 veylen: verkopen; - 4175 Bedel-vondt: bedeltruuk (MW 9, 908); - 4178 Driakel: tegengif (WNT 3, 3300); - 4178-9 te koop draghen: te verkopen; - i.m.2: in aansluiting bij r.4154-7 geeft i.m.2 aan dat men uit begeerte zich deerniswekkend voordoet; - i.m.3: vgl. met p.15, i.m.4: 'Onbeschaemtheyt is somtijts profijtelijck'. | |
p.151Annotatie - 4179 Stuyt-vossen: mooipraters, druktemakers, bluffers (WNT 16, 308); - 4180 Waer-segghen: de toekomst voorspellen, maar ook i.t.t. 'leugen-achtige Mont': de waarheid vertellen; - 4187 met...binne-quacken: met andere beuzelingen die ze van binnen zouden hebben (vgl. WNT 8, 672); - 4188 speelt van buyten: speelt zich aan de buitenkant af (i.t.t. de 'binne-quacken', r.4187); - 4193 S: Anthonis vyer: gordelroos; - argher: ergers; - 4194-5 te gaeuw: te vlug af; - 4198 Snaren-speelers: vedelaars, spelers op een snaarinstrument; - 4200 lolle-looven: beloven luidruchtig (vgl. WNT 8, 3104 en 2650); - 4201 wonder-voppen: wonderlijke dingen, waarbij men evenwel bedrogen uitkomt; - stoffeeren: vertellen, dissen op; - 4202 mis-vallighe: ongelukkige, door een ongeluk veroorzaakte (WNT 9, 880); - 4203 Bast-Meesters: de meesters van de strop, de beulen (WNT 2, 1055 en 1057); - de selve: hen; - 4204 inde...gaen: zich bij het gevolg voegen van, in de stoet gaan van; - i.m.1: schrobben: krabben; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 264 en dl.3, 332 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune); - i.m.2: versaet: verzadigd; - i.m.3: Karmen: kermen | |
[pagina 155]
| |
(nl. om medelijden op te wekken); - i.m.4: Blint...noo: wie blind en verlegen is, zal niet gauw beminnen (vgl. de zegswijze 'een bloo herte en minde nooijt schoon vrouwe', Coigneau 1980-3, dl.1, 94, n.8). | |
p.152Annotatie - 4211 al oft: alsof; - die: t.w. de 'Kinders'; - 4212 sockelen: voortsukkelen; - by: in de nabijheid; - 4214 vonden: listen, streken (MW 9, 908); - 4216 Vermeten sich: beweren over zichzelf (WNT 20 1, 1352-3); - 4219 te laten lesen: de brontekst heeft: 'veel missen laten lesen' (Der Fielen (...) Vocabulaer 1613, fol.Ciij ro); - dies wegen: op die manier, aldus (WNT 3, 2589); - begeertige: begerige, hebzuchtige; - 4223 Botters: bedriegers (WNT 3, 715); - 4225 dapper: flink; - Schrancken: schragen (WNT 14, 987); - 4226-7 overlenckten...Dobbel-beenen: kennelijk heeft Van de Venne de oorspronkelijke tekst waaraan hij deze termen ontleent, niet meer begrepen; hij stelt het nu voor alsof 'overlenckten', 'herten', 'geborsten' en 'gegoten' de geijkte termen zijn voor bepaalde worpen. De brontekst heeft: 'Oft die omgaen met teerlinghen oft dobbelsteenen/ metten overlencten teerlinck/ met den herten teerlinck/ met den gheborsten teerlinck/ met den afgegoten teerlinc/ ende met den dobbel beene' (Der Fielen (...) Vocabulaer 1613, fol.[Cv] vo). Pleij vertaalde deze passage uit Der Fielen (...) Vocabulaer met: '[Wacht u eveneens voor hen,] die met bikkels en dobbelstenen goochelen, als daar zijn de verlengde dobbelsteen, de verzwaarde, de gespleten en de afgeronde dobbelsteen alsook valse benen bikkels' (Van schelmen en schavuiten 1985, 34); - 4228 worpelkens: de brontekst heeft ook hier 'worpelkens' (fol.[Cv] vo), door Pleij vertaald met 'steentjes'; - gauwe: listige, bedrieglijke; - 4230 Lap-kloppers: ketellappers (WNT 8, 1091); - 4231 ketel-boeters: ketellappers (WNT 7, 2510); - Panne-lappers: ketellappers; - 4232 terwijl: ondertussen; - den ouwen: de oude ketels en pannen; - 4233 de Boeren: bij de boeren; - 4235 Ketelaers: ketellappers; - 4235-6 een brock toe: iets bovenop; - 4238 Zee-schalkers: zeeschavuiten (vgl. WNT 14, 232); - 4240 besmette: besmeurde; - i.m.1: Schaemte...noodigh: schaamte wil zich bedekken; - vgl. p.234, i.m.2: 'Hoovaerdigheyt schuylt soo wel in't Wol-Laken als in sijde Worm-stoffe; Maer/ schaemte moet decksel hebben'; - i.m.2: noodige hant-reyckinge: de nodige giften; - Mal-arme: dwaze arme; - i.m.3 mis-doet: doet (...) verkeerd; - i.m.3 sluit aan bij de gedachtengang uit het vorige in margine. | |
p.153Varianten - De gereproduceerde p.153 geeft staat III van buitenvorm V weer naar het exemplaar 1. Staat II verschilt voor deze pagina niet van staat III. 4242 staat I: mis-gheluyck; staat II + III: mis-gheluck [perscorrectie in staat II]; - 4250 staat I: plaetse ; staat II + III: plaetsê [perscorrectie in staat II]; - 4255 staat I: verhuyeringe; staat II + III: verhuyringe [perscorrectie in staat II].
Annotatie - 4241 tot dies: daartoe; - 4242 by...mis-gheluck: door een slecht verkeerd geluk, kwaad ongeluk; - 4243 verzeylt: verloren gevaren; - 4244 aen...geklautert: geklommen op de mast; - 4255 des selfs: nl. van de 'kleeren'; - 4257 Drinck-lof-tuyters: zij die de lof van de drank zingen, de dronkaards; - 4258 ghelaghen: braspartijen; - 4259 Veel: vedel; - 4261 gulpers: zwelgers; - 4262-3 'tghevoel...'tgehoor: men voelt meer dan men hoort; - 4264 speel-prachers: | |
[pagina 156]
| |
spelende schooiers (WNT 12 1-2, 3810-1); - geneughelijcke: plezierige, gezellige, onderhoudende; - 4266 Klucht-Speelders: komedianten; - 4267 luchte: lichte, speelse (WNT 8, 3155); - 4268 grillen: vreemde invallen; - guygheleryen: goocheltruucjes, potsen (WNT 5, 1215-6); - 4269-70 eenighe...gelt: een vreemd, gek beeldje uit was, dat men voor geld mag zien; - 4272 licht: gemakkelijk; - 4273 om deyne: om elkaars bezit (WNT 3, 2611) (?) of moet 'deyne' hier op de een of andere manier met 'dein' (vrekkig, gierig; WNT 3, 2364-5) in verband worden gebracht?; - 4273-4 daerom...geven: daarom is men verplicht om hen aalmoezen te geven; - i.m.1: List...mist: m.a.w. list tracht iets te vangen, maar mist uiteindelijk; - i.m.2: Dwijn...dwijn: m.a.w. een zwakker wordende schijn is een schijn die verdwijnt (vgl. WNT 3, 3741-2); - i.m.2 sluit aan met 'schijn' bij r.4251-2; - i.m.4: Hant...groot: m.a.w. door te stelen wanneer men nood heeft, komt men van arm tot rijk; - i.m.4 sluit met 'Hant gauw' aan bij r.4262: 'hant inde sack'; - i.m.5: kan...spoen: zich op een wonderlijke wijze weet te reppen; - i.m.6: cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 79 (met o.m. verwijzingen naar Servilius en Sartorius). | |
p.154Annotatie - 4277 Derven: durven; - by daghen: overdag; - 4278 locke-munten: geld afbedelen; - 4282 in perijkel: met het gevaar; - 4283 Schutter-wacht: nachtwacht; - 4286 jammerlijck: in een ellendige toestand of ook: al jammerend (WNT 7, 179-80); - sténen: zuchten klagend; - 4287-8 besloten: gesloten; - 4293 af-draghen: ontnemen; - 4295 uyt: buiten; - 4298 die...schamen: die zich voor hun praktijken niet schamen; - 4299 in't getal: in aantal; - 4300 al: allemaal; - 4302 vuns: vies, vunzig; - happent: gretig (WNT 5, 2142); - krielen: rondkrioelen (WNT 8, 202); - i.m.1: Die...Werelt: wie zich in armoede niet uit de slag kan trekken, wat doet hij (dan) in de wereld; - i.m.2: luymers: slaapkoppen (WNT 8, 3249); - i.m.3: Maer...plaets: het verandert m.a.w. vlug van eigenaar, men verspeelt het vlug (?); - i.m.4: End-vogels: eenden (WNT 3, 3819); - Aes: voedsel; - i.m.5: Wt-schot...over: m.a.w. het uitschot is overal te veel; - i.m.6: Ghenoech...hoop-werck: m.a.w. tevreden zijn met wat je hebt, is beter dan dat je op meer (bezit) hoopt. | |
p.155Annotatie - 4304 gaauwtjes: deze gauwdiefjes (bedoeld worden Simen en Jasper); - 4305 gauwen: stelen, reppen (WNT 4, 353); - 4306 beflauwen: flauw, zwak worden; - 4307 Hant-gauw: de hand die zeer behendig is in het stelen; - komt...kort: weet nl. steeds iets te stelen; - 4308 Altijdts...schort: staat in tegenstelling tot v.4307: de mond die vlug eet (WNT 9, 1064), heeft altijd wat te kort; - 4309 flaut: stop ermee (WNT 3, 4524); - jaaghtet Haasje: sla op de vlucht, ga vlug weg, kies het hazepad; - 4310 Of...kaasje: of je krijgt vlug een pak slaag (WNT 7, 730); - 4311 Acht...stem: let op mijn stem, op wat ik je zeg; - voor...reys: voor deze keer; - 4312 beuck...Mense vleys: sla op je boze vlees; - 4313 Poffe-Boer: opgeblazen boer (het WNT weet deze passage bij Van de Venne niet te duiden; vgl. echter 'poffen' met de betekenis van 'opblazen', WNT 12 1-2, 3026; vgl. ook met v. 1735, 'Poff-kaack'); - versnoven: met minachting bejegend (WNT 20 2, 503-4); - 4314 verschoven: verworpen, verstoten (MW 8, 2389); - 4317 baren: schreeuwen, lawaai maken (WNT 2, 1018); - 3222 ombeeren: | |
[pagina 157]
| |
ontberen; - 4324 geschend: ten gronde gericht (te zijn); - 4325 parten: listen, streken (WNT 12 1-2, 525-6); - 4326 Marten: markten, m.a.w. overal; - i.m.1: treckt: steelt (WNT 17 1-2, 2482); - Harrebomeée geeft als commentaar bij dit in margine van Van de Venne: 'Elck trekt van elk. Zoo bij v.d. Venne bl.155. Nog twee andere uitdrukkingen komen bij v.d. Venne voor; hoewel in geen van beide van trekken sprake is, zal het er wellicht in liggen opgesloten. Op bl.11 heeft hij: Elck wat voor elck, dat zal willen zeggen: ieder behoort zijn rechtmatig aandeel te hebben, alsof men zeide: elk wat trekt voor elk. Op bl.168 lezen wij enkel: Elck voor elck, waarmede men zal willen uitdrukken: iedereen moet den anderen ten dienste staan of te nutte wezen, alsof er stond: elk moet voor elks welzijn te velde trekken. Die spreekwijzen drukken dus geenszins een zelfde denkbeeld uit' (Harrebomée 1856-70, dl.3, 390); - i.m.2: het is niet duidelijk waar deze glosse precies bij aansluit; - i.m.4: spel: bedoeld wordt 'Het Bedelaers ampt'; - 'Ellendige Weelde' en 'Weeldighe armoede' zijn ook de resp. teksten op de banderollen van twee pendantgrisailles van Van de Venne; één van beide panelen is gedateerd op 1631 (Plokker 1984, 106-7 en 234-5, cat. nrs.37 en 98); - i.m.5: i.v.m. v.4315-27 betekent deze glosse: dat men het bedelaarsleven niet kent (bedoeld wordt: vanuit eigen praktijkervaring), kan geen kwaad. | |
p.156Annotatie - 4335 hebbe-niet: niet te hebben; - 4336 lust-verdriet: verdriet als gevolg van onze lust; - 4339 kreupel-schijn: het voorwenden van kreupel te zijn; - 4340 grijnse-grijn: het grijnzen met een boosaardig gezicht (WNT 5, 730 en 723); - 4343 droogh...nat: in eten en drinken; - 4344 in...wat: iets voor iedereen; - 4345 schuyme: klaplopen, roven; - 4346 linckigh luyme: vals rond te gluren (WNT 8, 2438 en 3247); - 4348 wanne-gunst: slechte genegenheid (MW 9, 1642); - 4352 keuyery: het doelloos rondslenteren; - 4354 hange-broecken: wellicht: het overal maar wat rondhangen; - 4356 bijster noot: erge nood; - 4357 Boere plagen: het kwellen van boeren; - 4360 altemael: alles; - 4361 platters goyen: het werpen naar schelmen, lomperiken, bedelaars; mogelijk echter ook: in het werpen met platte koeken (WNT 12 1-2, 2436-7); of gaat het bij 'platters' om luizen?; vgl. nl. met v.4920 (?); - 4362 Kermis-schoyen: het afschuimen van de kermis; - i.m.1: waerachtigh: (hier i.t.t. 'lieghen') waar, echt; - slim: slechte; - i.m.1 sluit aan bij v.4333; - i.m.2: Overdaet...quaet: overdaad is meer dan slecht; - i.m.2 sluit aan bij v.4342; - i.m.3: in aansluiting bij 'stout' uit v.4345 is de precieze betekenis van deze glosse niet meteen duidelijk; - i.m.4: Leedicheyts Bende: de bende van de leeggangers; - wappert: zwiert, waait; - i.m.4 sluit aan bij v.4351-3; - i.m.5: i.m.5 sluit wellicht aan bij 'Ons gelijck' en mogelijk ook bij v.4358; - i.m.6: lappen: vodden, nl. om de schurftige plaatsen te bedekken; - i.m.6 sluit wellicht aan bij v.4359. | |
p.157Varianten - De gereproduceerde p.157 geeft staat III van buitenvorm V weer naar het exemplaar 1. Staat II verschilt voor deze pagina niet van staat III. 4373 staat I: Siende dringers; staat II + III: Siende Dringers [wellicht een perscorrectie in staat II (vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrecties in b.v. staat II van r.4242 of 4250 op p.153 van buitenvorm V)]; 4382 staat I: de leyders; staat II + III: de Leyders [wellicht een perscorrectie in staat II (vgl. met het variantencommentaar bij v.4373); wellicht werd de kapitaal ingevoerd o.i.v. het hoofdlettergebruik in v.4380-1]; 4383 staat I: yder lichtemis; | |
[pagina 158]
| |
staat II + III: yder Lichtemis [wellicht een perscorrectie in staat II; vgl. met het variantencommentaar bij v.4382].
Annotatie - 4363 haveloos: het zonder bezittingen zijn; - 4364 krijgel-boos: opvliegendheid (WNT 8, 222); - 4368 licht: gemakkelijk; - knap: vlug, dadelijk (WNT 7, 4494); - 4370 te vlotten: weg te drijven; - 4371 lichte Schuyt: de passagiers van deze schuit zijn nl. allen lichtzinnig; - 4372 Reyn-uyt: de patroon van de lediggangers; - 4373 Siende Dringen: drummende toeschouwers; - 4375-6 Van...schuym: m.a.w. over alles wat men bij het lichtzinnige schuim der boeven aantreft; - 4378 wat...slagh: wat voor een slag van boeven; - 4383 Lichtemis: losbol; - 4384 Lossen...is: wellicht wordt hier bedoeld: zijn vracht mag lossen (m.n. in de 'Gast-huys-boot') waar er wordt geladen; - 4387 door-sporen: doorgaan; - 4390 nieuwe lusten: nl. door te luisteren naar de wijze woorden van Roem-boud; - i.m.1: Ondeught Ontheught: ondeugd maakt bedroefd (WNT 10, 1866); - i.m.2: i.m.2 sluit aan bij 'Reyn-uyt' (v.4372); - i.m.3: boyen: boeien; - te min: minder; - i.m.3 sluit wellicht aan bij de voorstelling uit v.4368-72 waar de boefjes met de schuit zullen worden weggevoerd; - i.m.5: i.m.5 sluit aan bij 'Leyders' uit v.4382; - i.m.6: i.m.6 sluit wellicht met 'gaen' aan bij 'door-sporen' uit v.4387. | |
p.158Annotatie - Eenvve: verkeerdelijk voor 'Eeuvve'; - voor...draghen: voor te stellen, voor te houden; - gissers: zij die iets bij gissing, op goed vallen uit proberen (bij Van de Venne met de bijgedachte aan een verkeerde afloop: vgl. b.v. 'Wie gist, Die mist'; Plokker 1984, 86-7); - qualijck-varen: i.t.t. tot welvaren; - in...doen: op die manier; - maeckeu: verkeerdelijk voor 'maecken'; - die: nl. 'yder'; - den...ghedaen: een begin hebben gemaakt. | |
p.159Annotatie - 4412-3 om...hebben: om te heersen en gediend te worden; - 4414 langhe: gedurende een lange tijd; - nestelen: inrijgen (van kledingstukken); - 4416 Lijf-ghewaet: kleding; - 4421 baet: voordeel; - 4422 lichte Sweerders: zij die gemakkelijk een eed zweren; - 4425 slapen ligghen: in bed liggen, gaan slapen; - 4426-7 Alle...winnen: m.a.w. zij die niet weten te sparen; - 4428 geen...slaen: geen aandacht hebben voor; - 4429 meer Staet: een grotere staat; - 4429-30 kan vermogen: vermag, toelaat, dragen kan; - 4432 Tapijtseryen: (wand)tapijten (WNT 16, 945-6); - behangsels: wandversieringen (WNT 2, 1473-4); - 4434 Lijn-waet: linnen; - 4438 accorderen: overeenstemmen, tot een overeenstemming komen; - 4440 by tijdts: op tijd; - i.m.1: i.m.1 sluit wellicht aan bij het begin van de voorstelling van de verschillende types die in de Boot van Reyn-uyt zullen worden opgenomen; - i.m.2: mis-vallen: dwalingen; - met...swier: in de feiten uit de hedendaagse handel en wandel, in wat zich dagelijks voordoet (vgl. WNT 3, 2207); - af-merckt: opmerkt (WNT 1, 1199); - bedwaesde: dwaze; - sleep: stoet; - handel-schappen: handelingen. | |
[pagina 159]
| |
paginanummer: staat I + II: 152; staat III: 160 [perscorrectie in staat III]; - 4449 staat I: 'tniet weten; staat II + III: tniet weten [wellicht geen perscorrectie maar zetselschade in staat II als gevolg van het losmaken van het zetsel om de andere verbeteringen in buitenvorm V aan te brengen].
Annotatie - 4442 selfs: zelf; - 4446 willen...varen: zich willen amuseren; - 4449 tniet weten: alsof ze het niet weten; - 4450-1 Alle...soecken: m.a.w. kunstenaars; - belooners: mensen die hun kunst belonen, kopers; vgl. met Van de Vennes kenspreuk 'Ick soeck en vin'; - 4452 geweet: kennis; - 4453 om...kleyntje: voor een kleinigheid; - groote...openen: belangrijke zaken aan iemand prijsgeven; - 4457 waerdye: waardevolle dingen; - 4460 om...wachten: op een dure markt wachten; m.a.w. wachten tot de marktprijs zeer hoog ligt; - 4462 mangelen: ruilen; - sammelen: bijeenbrengen; - 4462-3 sonder...handelen: zonder dat daarbij geld verhandeld wordt; - 4464 mogen...verdragen: kunnen zien; - 4467 versetten: weggaan; - 4468 uyt...willen: willen lenen; - 4469-70 laten verseylen: laten verloren gaan (WNT 20 2, 2244-7); - 4471-2 die...hebben: m.a.w. die geen krediet meer krijgen; - 4473 Timmeren: bouwen, opzetten; - op...lichten: tegen intrest lenen, verkrijgen (WNT 8, 1979); - 4474 tot een lijf: bovenkledingstuk (WNT 8, 2252); - 4476 Rentelosse: die geen rente opbrengen; - Bagghen: hier worden wellicht bedoeld: kostbare stenen (WNT 2, 862); - 4478-9 Alle...bewaren: m.a.w. wie zich moet laten vernederen om toch nog zijn eer te bewaren; - 4480 Lombaert: lommerd, pandjeshuis; - 4481 'tverloop: het verstrijken van de periode dat men een pand terug mag komen afhalen (vgl. WNT 20 1, 975 en 993); - af-doen: inlossen, teniet doen (WNT 1, 907); - i.m.1: Mits-gaders: samen met, evenals; - Glibber-voeten: uitglijders (vgl. WNT 5, 61); - luchtigh: helder, klaar (WNT 8, 3182); - uyt-schetterende: schitterende; - niet...werden: niet worden verdragen; - sloffe: lakse, slappe (WNT 14, 1855-6); - Werelt slyters: mensen. | |
p.161Annotatie - 4484-5 groote slommer-woel-om: in grote beslommeringen waardoor zij veel moeten doen (vgl. WNT 14, 1867); - 4486 wachten: hoeden; - klad-schulden: kleine schulden (WNT 7, 3317); - 4491-2 ghestelt: aangesteld (WNT 15, 1310-1); - 4493 wegh hebben: erdoor jagen; - 4495 te vooren: op voorhand; - 4496 slabacken: laten verslappen; - 4499 ontweldigen: ontrukken; - 4502 andere: aan anderen; - 4507 verbreken: barsten; - 4510 taback-suyghers: tabakrokers; - verdoen: erdoorjagen; - 4512-3 hnn: verkeerdelijk voor 'hun'; - op...goet: op vele toekomstige erfenissen; - 4514-5 hulp doen: helpen; - 4515 'thaere: hun bezit; - 4518 bedrijf: daad, handeling, bezigheid; - 4519 doende: doende zijn; - 4520 spiegelen: in de spiegel kijken; - i.m.1: naer...vinden: met hun eigen goedvinden; - soete wissen: aangename zekerheden; - stellen...aen: trachten dan; - met...meeninghe: door al hun verkeerde, verwerpelijke opvattingen (WNT 4, 1371); - doet...Derven: laat dit veel dingen die ze anders zouden verkrijgen, voor hen verloren gaan (vgl. WNT 3, 4164); - Dies-halven: daarom; - verdoolen: verloren lopen. | |
[pagina 160]
| |
i.m.1: staat I: micket op de // ruymeBoot vâReyn-uyt: // daer alle de onbedreven // Kaele-maelers voor bal- // last aêneemt, en inboort, // om het loffe-loose volk- // jen het Hoff van ellendê-; staat II: micket op de // ruymeBoot vâReyn-uyt: // die daer alle onbedreven // Kaele-maelers voor bal- // last aêneemt, en inboort, // om het loffe-loose volk- // jen in het Hoff vâ elledê- [perscorrectie in staat II; de foutieve constructie uit staat I wordt weggewerkt door inlassing van 'die' en 'in'].
Annotatie - 4521 te...loopen: naar de markt gaan; - 4524 Tijt-dinghen: tijdingen, nieuwsjes, maar daarnaast wellicht ook: dingen van zijn tijd, modieuze dingen; - 4525 noodt-dinghen: de zaken die ze nodig moeten doen (i.t.t. 'Tijt-dinghen'); - stonden: uren, tijd; - versloffen: verwaarlozen, veronachtzamen (WNT 20 2, 383-4); - 4527 met: door; - 4529 de selve: m.n. 'de Kinders'; - 4536 dorpel-Iong-wijven: wellicht: jonge dienstmeisjes (vgl. WNT 3, 3157); - om...aenhouden: met praatjes bezighouden (terwijl de werkgever moet betalen); - 4537 laveyen: lanterfanten (WNT 8, 1182); - 4539 vaten wassen: keukengerei schoonmaken; - 4540 noch vyer rekenen: en het vuur niet met as bedekken om het te laten uitdoven (WNT 12 3, 1874); - 4542 Neeringh doenende: handel drijven; - 4542-3 de Luyden...waer-nemen: niet ijverig zorgen voor de mensen, klanten (WNT 24, 321); - 4544 ongestadigh: ongedurig, onstandvastig; - dickmael: vaak; - 4552 uyt-schulden: (i.t.t. 'in-komsten') schulden van anderen; - in-manen: manen, terugvorderen; - 4555 wilt-vanck: in het wild gevangen dieren; - 4558-9 de diverse spelen worden telkens voorafgegaan door het prefix 'ver' om het verkwisten en verspillen in dergelijke bezigheden aan te tonen (WNT 19, 11); - 4559 verkeeren: op het verkeerbord spelen (WNT 20 1, 168-70); - vertroeven: kaartspelen; - verklossen: beugelen; - i.m.1: 'teynde: het einde, maar ook het doel (vgl. nl. met 'micket'); - soecke-lingen: sukkeltochten, maar wellicht ook: zoektochten; - onbedreven: onervaren; - Kaele-maelers: berooide gekken; - inboort: aan boord neemt; - loffe-loose: niet Iofwaardige; - in...ellenden-eynde: in het hof waar ellende aan zijn einde komt; m.a.w. waar dit uitschot sterft, m.n. in het gasthuis (vgl. met de grisaille 'Ellenden-eind' (1622), Plokker 1984, 102-5, nr.36). | |
p.163Varianten - De gereproduceerde p.163 geeft staat II van binnenvorm X weer naar het exemplaar 1. 4560 staat I: Daghe; staat II: Daghe [perscorrectie in staat II; het kan hier niet om zetselschade gaan]; - i.m.: staat I: eynde by den Baes; staat II: eynde, by den Baes [kennelijk een perscorrectie in staat II; vgl. b.v. met de onmiskenbare perscorrecties in staat II van de glosse op p.162 van de binnenvorm X]; - staat I: te stervê gerust om rust; staat II; te stervê, gerust, om rust [kennelijk een perscorrectie in staat II; cf. ook het varianten-commentaar bij de andere variant in deze glosse].
Annotatie - 4563 gereet gelt: klinkende munt; - 4565 verdoen: verkwisten, erdoor jagen; - 4566 Conditien: dienstbetrekkingen (WNT 3,: 2109); - ontseggen: afwijzen (WNT 10, 2059); - 4570-1 Alle...dachwercken: m.a.w. alle die de morgenstond laten voorbijgaan zonder aan hun dagwerk te beginnen; - 4572 spijt: het verdriet; - 4574-5 onder-kruypen: ondermijnen; - 4576 ongeneucht nemen: misnoegd zijn; - 4580 toe-sien: opletten; - 4583 haer grooter: hun meerdere; - 4584 windt breken: drukte maken (WNT 3, 1246); - 4587 uyt-tappen: uitschenken; - 4587-8 met...door gaen: verder gaan met verbruiken en brassen; - 4589 Vrou-eerders: vrouwenvereerders, vrouwenversierders; | |
[pagina 161]
| |
- de selve smet: cf. het 'met 't Ghelagh door gaen' uit v.4587-8; - 4592 grage hoetelaars: begerige knoeiers, of ook: begerige kramers (vgl. WNT 6, 827-8); - 4593 Opsnappers: gulzigaards, of ook: verkwisters (WNT 11, 1217); - 4594 Straet-flijpers: verkeerdelijk voor 'Straet-slijpers' (leeggangers); - Honde-Vrienden: straatlopers (ook honden lopen immers voortdurend op straat); - 4595 Scheur-gaffels: voddige kinkels; - Luysen-voeders: m.a.w. uitschot vol luizen; - 4596 af-treckers: bedelaars, afzetters; - 4597 Aes-sack speelders: zij die met de aaszak, de knapzak, bezig zijn (WNT 1, 601); m.a.w. de vreters; - leck-potten: de pot tot het laatste toe uitlikken of uitdrinken (een teken van gulzigheid) (vgl. WNT 8, 2404); - i.m.1: Rijkelijcke: wellicht door de grote hoeveelheid kostgangers; - hier vooren: m.n. op de gravure van p.158; - aerdigh: op een kunstige manier (Miedema 1984b); - beneffens...aen-meldinge: samen met deze mededeling in woorden; - alswevende: bij het lezen, bij de rondgang in de wereld; - wacker: waakzaam. | |
p.164Annotatie - 4600 huys-brekers: inbrekers (WNT 6, 1263); - 4603 losse: hier ook: lichtzinnige; - 4604 lichte: wellicht ook met de bijgedachte aan lichtzinnig (cf. Coigneau 1980); - na: op; - 4605-7 Te...DWAEL-ARM: m.n. (wacht de schuit) op de armen die op de dool zijn; - 4609 Hinder-quaet: het kwade dat je hindert, last bezorgt; - van...weren: uit de weg te gaan, weg te sturen; - 4612 Datmen hier: zoals men dat hier; - 4613 Mit...bewercken: (en) met een leergierige geest in zich kan opnemen (vgl. WNT 2, 2407); - 4619 Om...deught: om (de jeugd) tot een deugdzaam leven te brengen; - 4620 Staet: maatschappelijk aanzien; - 4622 'tEynde gaans: het slot, het einde van die wandeling; - 4623 Alsmen...treen: als men het pad van de deugd verlaat; - 4624 vol eynden: eindigen, komen terecht; - 4627 buyten vloet: hier voor: buiten het gekrioel van de wereld; - i.m.1: i.m.1 sluit aan bij v.4603-4; - i.m.2: Semelen: de bij het malen losgekomen hulzen van de graankorrels; - i.m.4: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 460 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune); - i.m.5: Noot...noot?: de betekenis is niet erg duidelijk: behoeftigheid maakt arm, maakt behoeftigheid arm? | |
p.165Annotatie - 4628 lost: wordt (...) gelost (WNT 8, 3040); - 4629 brodden: het WNT verklaart deze passage bij Van de Venne met: een werk niet goed, slordig, langzaam of ten halve doen (WNT 3, 1410); heeft 'brodden' hier evenwel niet eerder de betekenis van 'lappen, herstellen'; de betekenis van de versregel wordt dan: die niet meer kunnen worden hersteld, terug bruikbaar worden gemaakt (WNT 3, 1409) (het gaat hier immers niet om echte vodden maar om het uitschot); - 4630 ruyme werff: vaak (?), of: de ruime werf (van het Gasthuis); - 4631 Komt...bederff: komt wat reeds bedorven is, helemaal tot zijn bederf; - 4632 heyt...houwe: moet dan velen herbergen; - 4633 kael: berooiden; - kouwen: zij die het koud hebben (i.c. de armen); - 4635 sonder Loff: die men niet kan prijzen, die geen lof waard zijn; - 4638-9 mitsgaders...vergaderinge: en door alle leden; - 4639 straffelijck: ten strengste (WNT 15, 2093); - 4643-4 schou-speelen: schouwburgen; - 4649-50 vreedelijck...samen: die in vrede leven en met elkaar omgaan (WNT 8, 1717); - 4651 die...Huys-houden: die het huis vol- | |
[pagina 162]
| |
gens een goede orde besturen; - 4656 ter Eeren: als een eerbaar iemand; - i.m.1: hebben...aen-haeckens: blijven overal aan hangen; - i.m.1 sluit met 'Gescheurde kleeren' aan bij 'vodden' uit v.4628; - i.m.2: Versmaet, Vergaet: al wat versmaad wordt, gaat ten onder; - i.m.4: Smeer-huys, Deer-kluys: het huis waar men komt om te eten, is een huis vol ellende (WNT 3, 2346); - i.m.5: dienstige: nuttige; - wisse: zekere, betrouwbare; - streken: strekken. | |
p.166Varianten - De gereproduceerde p.166 geeft staat II van binnenvorm X weer naar het exemplaar 1. i.m.: staat I: Denckt een // Gerust Gemoet is eê ge- // mackelijck oor-kussen; staat II: Denckt: een // Gerust Gemoet is eê ge- // mackelijck oor-kussen [kennelijk een perscorrectie in staat II; vgl. b.v. met de onmiskenbare perscorrecties in staat II van de glosse op p.162 van de binnenvorm X].
Annotatie - 4658 haer meerder: hun meerdere; - 4666 met waerheyt: m.a.w. zonder te bedriegen; - 4667 uyt-suypen: leegzuigen, uitbuiten; - 4668 villen: afzetten, uitzuigen (WNT 21, 682-3); - 4673 betrouwen: toevertrouwen (WNT 2, 2256); - 4679 besoekingh: beproeving; - 4683 achten: in acht nemen, oplettend zijn voor; - 4690 van: nl. van het ondanks alles blijven betrachten van de deugd; - 4691 bereyden: klaarmaken; - 4692 Om...scheyden: om een einde te maken aan mijn juiste woorden; - 4694 Duydet...voort: verklaar het bij anderen verder; - i.m.1: om dieswille: om de reden dat, omdat; - benart is: bezwaard gaat, geplaagd wordt (WNT 2, 1780); - met...verander-vallen: door bijzonder veel veranderlijkheid, door een grote onstandvastigheid (WNT 8, 2228); - die...Eeuw-versuyrders: die zich mengt bij de ongestadige handel en wandel van hen die onze tijd veraangenamen of moeilijk om dragen maken; - wijs-gierighe: op wijsheid beluste; - beswaren: zwaar maken, belasten, bevolken; - Lijdt...Baet: m.a.w. verdraag dat je versmaad wordt, wanneer je goed handelt. | |
p.167Varianten - De gereproduceerde p.167 geeft staat II van binnenvorm X weer naar het exemplaar 1. 4699 staat I: Tot een yders soet genoegen; staat II: Tot aen yders soet genoegen [variant aangebracht in staat II; vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrecties in staat II van de glosse op p.162 van de binnenvorm X]; - 4732 staat I: swaere Stroncken; staat II: swacke Stroncken [kennelijk een perscorrectie in staat II (vgl. b.v. met de onmiskenbare perscorrecties in staat II van de glosse op p.162 van de binnenvorm X); de vervanging van 'swaere Stroncken' uit staat I door 'swacke Stroncken' zorgt voor parallellie en contrast met 'stijve Boomen' uit r.4729].
Annotatie - 4695 Acht...seggen: let voorzeker op wat je gehoord hebt, of ook: neem wat je hebt gehoord, voor zekerheid aan; - 4696 met...over-legghen: door er tien keer over na te denken ('achtmael' daarbij ook zinspelend op 'Acht'); - 4697 is gepast: werd toegepast (WNT 12 1-2, 690); - 4699 Tot...genoegen: voor ieders plezier (i.v.m. het voorzetsel 'aen', zie het variantencommentaar); - 4700 tot...voeghen: bij wijze van slot, besluit toevoegen; - 4701 langh...sin: rijk aan vernuft; - 4704 Segh-redenen: spreuken, gezegden; - dienende: van toepassing; - op de ghelegentheydt: op de situatie; - 4705 voor-ghemelte: tevoren vermelde; | |
[pagina 163]
| |
- goede Blijck-rijcke: die overvloedig blijk geven van goedheid; - 4705-6 quade Locke-brocken: slechteriken die lokken en bedriegen; - 4711 Dat...beloopen: dat noemt men zorgen dat men iets in handen krijgt (WNT 2, 1746); - 4712 Root Goudt: eig: goud dat relatief met meer koper dan zilver werd gelegeerd; hier echter wellicht een gewone aanduiding van goud (WNT 5, 459); - 4713 Groot houdt: houdt je groot; - 4720-1 Sachte...nachten: aan zachten (mensen die zich niet willen beijveren, die niet willen werken), staan nachten vol jammerklachten, vol ellende te wachten (?); of moet men 'Sachte' hier als adjectief en 'wachten' als substantief opvatten (?): zachte (onoplettende) (nacht)wachten zijn er de oorzaak van dat de nachten niet zonder hinder, klachten verlopen (m.a.w. onoplettendheid geeft problemen); - 4728 Te veel!: staat i.t.t. 'Te weynigh!' uit r. 4731 en alludeert op de te grote onbuigzaamheid waarvan sprake is in r.4729-30; vgl. nl. ook met de tekst in de marge: 'al te Grootmoedigh'; - 4733 neer...werden: worden neergehaald; - 4735 vervaert: bang, bevreesd; - i.m.1: cf. nl. v.4694; - i.m.2: langhe bedenckingen: cf. v.4701: 'langh van sin'; - tijt-achters: zij die op hun tijd letten; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 36 en dl.2, 211 (met o.m. verwijzing naar Gruterus); - i.m.3: Vlijt Dijt: vlijt maakt voorspoedig; - Wis Is: op zekerheid kan men bouwen; - Eer eert: eer brengt eer aan; - Bot Brot: het domme, botte maakt er een knoeiboel van; - i.m.3 sluit aan bij de spreuken uit v.4708-4726; - i.m.4: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 249 (met verwijzing naar Gruterus); - i.m.4 sluit aan bij de didactische functie van de spreuken; - i.m.5: Recht...wat: wie het juist begrijpt, heeft er wat aan; ook letterlijk: wie het juist beetpakt, heeft wat vast; - i.m.6: Lauwe Flauwe: de zwakmoedigen worden nog zwakker (cf. de 'Sachte' uit v.4720); - i.m.7: al...Grootmoedigh: sluit aan bij r. 4728-30; - i.m.7 sluit aan bij r. 4731-3; - i.m.8: i.m.8 sluit aan bij r. 4734-6. | |
p.168Varianten - De gereproduceerde p.168 geeft staat II van buitenvorm X weer naar het exemplaar 50. i.m.4: staat I: als n iet mê; staat II: als niet mê [wellicht een perscorrectie in staat II; de grotere hoeveelheid wit na 'niet' in staat II (t.o.v. staat I) geeft mogelijk aan dat het hier een latere staat betreft].
Annotatie - 4741-2 'tZijn...sijn: wat van iemand anders is ('tZijn) is niet van mij en wat van mij is, behoort een ander niet toe; - 4747-52 Houdje...Kout: in deze verzen worden stoffen die hinderlijk zijn voor de ogen, opgesomd; - 4753 Houdje...Geyl: hou je ogen af van wat geil en wulps is; - 4754 Houdje...Steyl: hou je weg van wat te hoog is; - 4756 Houdje...quaet Loff: hou je niet met achterklap bezig; - 4759-60 Wat...wat: wat is weinig? weinig is een beetje (en dus beter dan niets); - 4762-70 Snel...wel: de persoonsvormen in deze parallelle constructies vallen telkens terug te voeren op een zelfstandig naamwoord waarmee het onderwerp van de verschillende zinnen nauw samenhangt. De zinnen kunnen dan ook weergegeven worden met: 'snel jagen past goed bij een heer', 'stil denken past goed bij de Leerkunst', 'streng kijken past goed bij een soldaat', enz.; - i.m.1: Elck...elck: ieder voor zich; - i.m.1 sluit aan bij v.4741-2; - i.m.2: Hou...van: wie stand houdt, jaagt wat schade berokkent, weg (WNT 15, 906); - i.m.2 sluit met 'Hou' aan bij 'Houdje' uit v.4747-57; - i.m.3: Het...hoogh: wellicht wordt hier bedoeld: het oog moet je gebruiken om het hogere te bereiken; - cf. Har- | |
[pagina 164]
| |
rebomée 1856-70, dl.2, 142 (met o.m. verwijzing naar Cats); - i.m.4: niet men d'al: helemaal niets, niemendal; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 358 (met o.m. verwijzingen naar Zegerus, Gruterus en De Brune); - i.m.5: Raeck...wel: de betekenis is niet erg duidelijk: wanneer je iets treft, heb je er ook de smaak van, kun je er ook van genieten (?). | |
p.169Varianten - De gereproduceerde p.169 geeft staat II van buitenvorm Y weer naar het exemplaar 50. 4779 staat I: spa. ; staat II: spa [onmiskenbaar een perscorrectie in staat II; vgl. b.v. ook met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.4907 op p.172 van buitenvorm Y]; - 4780 staat I: Spá; ; staat II: Spá. [perscorrectie in staat II (cf. het variantencommentaar bij v.4779), ook al gaat het hier niet om de logisch meest correcte vorm: kennelijk werd bij de perscorrectie van v.4780 over het hoofd gezien dat v.4779-4782 in feite één zin vormen met aan het einde van v.4780 een cesuur die in staat I zinvol met een puntkomma werd aangegeven].
Annotatie - 4771 Toe-giftige: bij wijze van toegift toegevoegde; - 4772 Na-snacken: woorden die hier als lot worden toegevoegd (WNT 9, 1382); - 4777 verkruyen: uitrukken, verwijderen (MW 8, 1955); - 4779 spa: laat; - 4782 bekooren: hier wellicht: van koren voorzien; - 4786 volt: vult; - 4787-92 Door...Snel: in opdracht van de baas neemt men de lasten op (aanvaardt men opdrachten) om later goed te kunnen eten en vlug te drinken uit volle drinkbekers (WNT 14, 2302); - 4797-8 Want...sacken: want zware zakken zakken naar beneden, vallen om (?) (kennelijk hebben ze niet de 'goe maet' gerespecteerd); - 4799-800 In...geback: wellicht nog in aansluiting bij v.4795-6: in een grote ruimte mag men geen al te grote dingen plaatsen (vgl. met de matigheid in eten en drinken die in v.4793-6 wordt bepleit); - 4802 nauw dingen: scherp bieden; - 4804 Een...Ras: een goedkoop wollen kleed (WNT 12 3, 353); - 4807-12 Verscheyden...Swaen: m.a.w. wanneer de dingen duurder worden, dan minachten de mensen elkaar zoals boze dieren; want (en dit is er een voorbeeld van) Besje Swaen blaast net zoals een (boze) zwaan; - 4815-6 Licht...veer: men ziet nl. ver omdat men als een veer hoog in de lucht gaat; - 4817-8 Hoe...Steven: hoeveel kerels kennen het schip en zijn steven; m.a.w. wie kent er alles; - 4819-20 Doch...Mist: maar het gaat verkeerd wanneer de mist opsteekt (wellicht in verband te brengen met het schip uit v.4818); - 4821-24 Maer...net: maar het zijn zelf geen botteriken die botvis in hun listig mooi en grof net vangen; - 4825-6 Het...gaeren: wie winst bijeenbrengt, verliest die niet graag; - 4827-8 Geluck...Deur: m.a.w. het geluk ontsnapt iemand gemakkelijk; - i.m.1: blijckende eyghenschap: in haar eigenheid zoals hier blijkt; - dubbel-woorden: bedoeld worden de homoniemen uit v.4773-828; - te betuyghen: aan te tonen; - Sinne-saecken: begrippen, betekenissen; - uyt-luyden: naar buiten brengen; - lieffelijcke Lanck-klanck: mooi geluid, mooie klank; - uyt-landtsche: buitenlandse; - tael-Snicken: taalklanken; - roem-barende: roem voortbrengende; - duydigh-Duyts-sprekende Verstanden: geesten die een betekenisvol Nederlands spreken; - die...beglanssen: die een glans geven aan deze tijd; - tot verlichtinghe: om meer licht, om meer glans te geven aan; - bereyde: gereed staande (WNT 2, 1852); - Hedenwoordige: tegenwoordige; - Lof-Tongen: lofredenaars, dichters; - i.m.2: Landts...Reden: de gewoonten van het land geven er ook het verstand van aan. | |
[pagina 165]
| |
p.170Annotatie - 4832 Met...blijven: en zwijg ik uiteindelijk; - 4833 Hechte praet: kloeke, forse woorden; - 4835 grijner: zeurpot (WNT 5, 725); - 4836 sinne-pijner: iemand die de hersens pijnigt; - 4837 Al-arm: de armen (cf. Plokker 1984, 22-4); - 4838 warm: ter aanduiding van de rijkdom; - 4840 'tIs...gedraghen: het werd iedereen voorgehouden (MW 9, 977); - 4841 Wat...quaet: wat goed en kwaad uit elkaar weet te halen; - 4842 En...baet: en schade en voordeel weet te onderscheiden; - 4843 linckaerts: bedriegers, schelmen (WNT 8, 2439); - 4844 dijn quellen: uw gekwel; - 4845 krijgh...walgh: walg voor; - 4847 Scheydt: ga weg; - 4848 gecken: jij gek; - 4849 Wijs...verstaen: wijsheid als gekheid begrepen; - 4854 Weeght...ghesegh: overweeg mijn woorden; - i.m.2: Deught...Vreught-rijcke: blijken van deugd zijn rijk aan vreugd; - i.m.2 sluit met 'rijcke' aan bij 'Rijck' uit v.4838; - i.m.3: Schoudt: schuwt; - i.m.4: weet...geloopen: weet wat er in de wereld te koop is (WNT 16, 674); - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 342 (met o.m. verwijzing naar Sartorius). | |
p.171Annotatie - 4858 Zijn...in: de betekenis is niet erg duidelijk: wat hij naar buiten bracht, heeft iedereen gehoord; zijn optreden is gedaan; de woorden die hij gesproken heeft, zijn nu weer weg (?); - 4859 Zijn...onmin: vgl. met fol. [††]3vo, i.m.6: 'Onbekent maeckt onbemint'; het feit dat hij ons eigenlijk niet kent, zorgt ervoor dat wij niet meer geliefd zijn; - 4860 Dat...ander: wat ons aangaat, raakt niemand anders; - 4861 Acht geen: let niet op de woorden van een; - bnyten-lander: verkeerdelijk voor 'buytenlander': vreemdeling; - 4862-3 vreest...kent: geef veeleer acht op wie geen vreemdeling is, op wie men hier in Holland kent; - 4864 Laet...deunen: laten we terug het oude deuntje zingen, laat ons weer grappen zoals vroeger (WNT 3, 2461-2); - 4865 Op...kleunen: opnieuw wat vechten (WNT 7, 3945); - 4867 Laten...ghevecht: het hevige gevecht staken; - 4869 Om...wonden: voor een kleinigheid zou ik je (al) verwonden, te lijf gaan (WNT 5, 1404); - 4870 lonse: afranselen, slaan; - 4871 Giele-brock: dat stuk bedelaar; - 4872 kaaker: babbelaar (WNT 7, 889); - 4873 rechte moeyte maker: echte druktemaker (WNT 9, 959); - 4874 Biggel boer: boer met keien in het hoofd (biggel is nl. kiezel; WNT 2, 2563); - Bis-bouw: jij paardevlieg (WNT 2, 2557); - 4875 wat...jouw: wat hindert jou dat; - 4876 fits op: vertrouwd met (WNT 21, 1267); - troggel-neeringh: bedelaarspraktijken; - 4878 aer-luy schà: tot schade van anderen; - 4879 Hebb'...na: hebben is hebben; doe het maar na; - 4885 roeren: raken, aangaan; - 4887 Mit...verkeert: naar diegenen met wie men omgaat; - i.m.1: Wt-landers: buitenlanders; - i.m.2: i.m.2 sluit aan bij de wijsheid van de Ouden Roem-bout; - i.m.3: moes-koppen: vechten waarbij de hoofden tot moes worden geslagen; - i.m.5: looser: loos kruit is eig. los kruit (zonder projectiel); hoe meer je met los kruit schiet, hoe erger de stank wordt (i.t.t. het schieten met een projectiel); - i.m.5 sluit aan met 'looser' en 'stanck' bij v.4882 ('loos') en v.4883 ('stanck'). | |
[pagina 166]
| |
4907 staat I: deelt. ; staat II: deelt? [perscorrectie in staat II; correctie van foutieve interpunctie].
Annotatie - 4889 mijn: mij; - 4890 raan: aanraden; - 4893 Butter-duymer: jij die met je vingers in de boter zit; - 4899 soo...Turf: zo wit als (zanderige) turf; - 4900 ses-biende Vincken: luizen, vlooien (nl. met zes poten) (WNT 19, 861); - 4901 by de klincken: onder de oksels of in het kruis van de broek (WNT 7, 4090); - 4905 bijter: nl. een luis; - knippen: met de nagel dooddrukken; - 4906-7 Mach...deelt: kan het stelen worden genoemd, wanneer men iets, zonder dat men het weet, met een ander deelt; - 4911 Hebbe-niet: wie niets heeft; - 4912 ghekrevel: gewriemel (nl. van de luizen) (WNT 8, 186); - 4915 'tlevent klimme-kruyt: m.n. de vlooien; - i.m.1: sloffen: om met de voeten te slepen; - i.m.1 sluit wellicht nog aan bij v.4886-7; - i.m.2: Onder...boven: bij het geboefte steelt men van wie boven hen staan (?); kennelijk sluit dit in margine niet meteen bij een of ander vers aan; - i.m.3: aanhangen: volgen; - i.m.3 sluit wellicht aan bij de boze uitval van Jasper in v.4892-4 of mogelijk ook bij v.4895: door zich door zijn gramschap te laten leiden, is Lubbert in moeilijkheden geraakt; - i.m.4: knillen: vangen (WNT 7, 4551-4); - i.m.4 sluit aan bij 'Schape-scheerder' uit v.4894; - i.m.5: Pluysen: stofjes; - i.m.6: Luys-pooken: zij die veel luizen hebben (WNT 8, 3263); - sleep: gevolg; - i.m.8: klappen: uitbrengen; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 445 (met o.m. verwijzing naar Sartorius); - i.m.9: i.m.9 sluit aan bij v.4911; - i.m.10: watten: dingen. | |
p.173Annotatie - 4916 diefte: diefstal; - 4918 Stick: stuk brood; - 4920 Soo...ick: ja, dat hoor ik nu; - Platters: bedoeld worden de (platte) luizen; - 4921 Velle-vatters: ze bijten nl. in het vel; - 4922 Hinder-slaep: wakkerhouders; - 4924 Heeft...ontdregen: heeft Lubbert me er enkele ontstolen; - 4930 eenigh: alleen; - 4931 Schrobbers: nl. door zich voortdurend te wrijven (wassen?) raakt men de luizen kwijt; - 4932 Leege Kijckers: luie gapers; - scheetse: smalende, schampere (WNT 14, 350); de bedelaars richten zich tot de omstaanders (vgl. met v.4934); - 4933 Praccher: pralers, pronkers (WNT 12 1-2, 3810); - 4934 het...endt: het spel is hier gedaan; - 4935 Elck...om-gewendt: elk moet nu maar de rug draaien (en weggaan); - 4936 sijn...gesloffert: al sloffend zijn weg vervolgen; - 4937 gejoffert: gezelschap van juffertjes; - 4939 Blijff...Pret: de betekenis is hier niet duidelijk: blijf nog op de kermis voor ons plezier, of mogelijk ook: hou je goed, denk aan de dingen waarmee we ons bezighouden (het bestelen van kermis-gangers) (?); - 4940 Schurluynen: schelmen (WNT 14, 285); - Hange-basten: galgebrokken, galgenaas (WNT 5, 2056); - 4941 jouw regg': jullie ruggen; - 4942 jou alle-Mans-verdriet: jullie die het verdriet zijn van iedereen; - 4944 los...hoopen: de lichtzinnige kerels zonder eer (WNT 8, 2961 en WNT 6, 1067-8); - 4945 Om...loopen: omwille van wat de Oude Roem-bout heeft gezegd, weglopen; - i.m.2: de selve: m.n. de 'luysen'; - i.m.3: van oudts: sinds lang; - Dat...aersgat: m.a.w. de schatten van de wereld zijn vergankelijk, zijn als apenmest; - i.m.3 sluit aan bij de vorige glosse: 'des Werelts Schat' verwijst naar de luizen die de 'rijkdom' uitmaken van iedereen; deze 'schatten' worden door de apen gegeten ('doch de Apen verslinden eyndelijck de selve') en verdwijnen dan ook 'door 'tApen aersgat'; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 204 (met verwijzing naar Gruterus); - i.m.3 sluit aan bij de 'Apen' uit het vorige in margine; - i.m.4: | |
[pagina 167]
| |
leer-Apen: apen die iets te leren hebben; - i.m.4 sluit wellicht aan bij de wijsheid die Snege Jasper hier verkondigt; - i.m.5: sijns weegs: zijn eigen weg; - hinder-treden: stappen die iemand hinderen; - i.m.5 sluit aan bij v.4936; - i.m.6: Wie...schande: wie niet beschaamd wil zijn, moet de schande verdrijven; - i.m.7: Hange-broecken: wie blijft rondhangen; - nestelaers: blijvers; - i.m.7 sluit aan bij het wegsturen van de boefjes in v.4944-5. | |
p.174Annotatie - 4947 over spijt: grote spijt; - 4949 gaet voor: is belangrijker; - 4953 Heel...achter: zowel vooraan als achteraan, van voor tot achter, helemaal; - as lammer: zoals lammeren (Lubbert zit nl. vol pluisjes als gevolg van het gevecht: cf. v. 4896: 'Veeght hem van het Stof en Pluysen'); - 4954 ontijch: smerig, vuil (WNT 10, 1876); - 4955 Op...neer: van boven en van onder; - 4958 vullens: vuiligheid, afval (MW 9, 1473); - 4961 Wannen: nl. waarmee het koren van het kaf wordt gescheiden; - 4964 slickje: elk spoortje slijk; - 4966 Stuyven: wegvliegen; - 4967 wel versint: goed bedacht; - 4969 nummer: nimmer, nooit; - sijn vermeten: zijn doel (WNT 20 1, 1358-9); - 4972 Pootje an: sla je handen om je heen; - peurdje watte: por jezelf een beetje aan; - 4973 Daar...vatte: daar gaat niets boven het zelf aanpakken, grijpen; - 4974-5 Vreemde...dwang: beide verzen zijn een amplificatie van de gedachte dat er niets boven de eigen aanpak gaat; - 4975 Vry dom...dwang: vrijheid duldt zelden enige dwang; - i.m.1: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 210 en dl.3, 185 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune); - i.m.4: cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 30 en 381-2 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus); vgl. ook met p.55, i.m.2: 'Hadde komt veel-tijds te laet' en met p.186, i.m.5: 'Hadden heeft niet'; - i.m.5: Slinden: verslinden (cf. v.4966); - i.m.6: Bedenckelijck...vastigheyt: overleg na rijp beraad geeft zekerheid; - i.m.6 sluit aan bij v.4967. | |
p.175Varianten - De gereproduceerde p.175 geeft staat II van binnenvorm Y weer naar het exemplaar 50. i.m.3: staat I: Een hastigh hooft; staat II: Een haestigh hooft [perscorrectie in staat II].
Annotatie - 4979 Eer...goet: vgl. met de stokregel in Bredero's 'Van Gijsjen, en Trijn Luls': 'Wangt de Eer is 't waertste goet' (Bredero 1975, 50-2 en Bredero 1983, 197-8); - 4984 Laat...raaken: laat ik weer op mijn plooi komen (WNT 15, 1259); - 4987 mackjes: stilletjes; - 4988 Mackelijcke: gedweëe, zachtzinnige, makke (WNT 9, 127-8 en 108); - vichter: vechtersbaas; - 4989 Bind...of: doe je gevoeg (vgl. WNT 1, 862); - 4991 Twee dubbel: vier (cf. v.4990); - 4993 Ken...steken: deze kan ik niet van me afzetten; dat ik die heb, kan ik niet ontkennen (vgl. WNT 15, 1190); - 4995 Koel: koude; - 4996 'tGruyse: hier spottend voor: dat ik mijn gevoeg doe (vgl. nl.: gruizen = doen brokkelen; WNT 5, 1173-4); - 4997 hincke-pincken: hinkend lopen; - 4998 letsel: hinder, last; - heydt: heeft; - 4999 'e leydt: gelegd; - 5000 By...ronde-bollen: in deze scato-logische context een wel erg toepasselijke basterdvloek; - 5001 druype: iets dat druipt (hier scatologisch); - i.m.1: Eer...Goet: eer is meer dan goed; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 173 (met o.m. verwijzing naar Gruterus); - i.m.2: Eerlijck: fatsoenlijk, net, gepast (WNT 3, 3909-11); - i.m.3: i.m.3 sluit aan bij | |
[pagina 168]
| |
v.4982-3; - i.m.4: Stel-wel...Wel-stel: het goed stellen is goedgesteld zijn; - i.m.4 sluit aan bij v. 4984: 'op mijn stel raaken'; - i.m.6: is...knijp: heeft een sterke greep, is een zware kwelling; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 324 (met o.m. verwijzingen naar Zegerus, Gruterus en De Brune); - i.m.7: i.m.7 sluit aan bij v.4998. | |
p.176Annotatie - 5002 Na: naar; - 5004 Geefje...wonder: doet het je spottend verbaasd staan (waarbij 'schétich' ook verwijst naar scheet, veest) (vgl. WNT 14, 350); - 5005 Dat ick: wanneer ik, indien ik; - verheert: overmeesterd, overweldigd (MW 8, 1827); - 5007 'tGeen...vermoen: waarvan ik je nu verdenk; - 5008 'Tis...minder: het is zo of wat bezijden de waarheid; of het nu waar is of niet; - 5010 kreuck: eig. plooi, rimpel; hier wellicht voor: achterwerk (WNT 8, 169); - 5011 jouw eygen grongt: op je eigen grondgebied; - 5013 Gaauwe: laten we gaan of laten we ons (vlug) haasten; - by me kander: samen; - 5014 Van...Mensen: uit de menigte weg; - 5018-9 waerom...vernam: waarom het verkeerd liep zodat ik daarnet geen Fijtje zag; - 5020 drollighs: vreemds, grappigs; - schuylen: achter schuilgaan, aan de basis liggen; - 5021 toertigh: koddig, grappig (WNT 17 1-2, 649); - 5024-7 Hoop...Meer: ik zou er wat geld (WNT 14, 390-1) voor geven dat hoop, vrees, spijt en kwelling van mij nu zo ver zouden zijn als van hier tot aan het Haarlemmer meer; - 5028 dat...schieten: dat ontvlammend schieten van de schutters; - 5029 Selmen: zal mij; - 5030 nieuws-gierigh...baardt: nieuwsgierige blikken hebben soms als gevolg; - 5031 sommels: soms; - qualijck vaardt: slecht vaart; - i.m.1: Wat...vergaen: wat voorbij is, vergaat; daarnaast echter ook scatologisch op te vatten: het gevoeg dat Lubbert heeft gedaan, zal inderdaad vergaan; - i.m.2: i.m.2 sluit wellicht nog aan bij de betekenis van het vorige in margine: wat voorbij is, moet men laten rusten, wanneer er niets meer te kluiven valt aan de ham, dan moet men het overschot, het afgekloven been, ook maar weggooien; - i.m.4: Drolligh dom!: vgl. Plokker 1984, 89; - i.m.5: In...behagen: schep geen genoegen in het slaan; - i.m.6: i.m.6 sluit aan bij v.5030-1. | |
p.177Annotatie - 5033 ontselven: zichzelf niet meer de baas zijn; - 5034 doffen: suffe; - 5035 Acht...veest: hecht niet meer belang aan een schot dan aan een scheet; - 5036-7 Saghje...Panne-mufte: mogelijk wordt de vergelijking van het schot met een veest (v.5035) in deze verzen verdergezet: 'puffen' uit v.5036 verwijst dan niet alleen naar het ontladen van de musketten maar ook naar winden laten (WNT 12 1-2, 4728); ook 'panne-muffen' kan zo worden begrepen en verwijst niet alleen naar de stank en het gepruttel van het vuurslot van een wapen (WNT 12 1-2, 265: pan is eig. de uitholling in het slot waarin het kruit wordt gedaan) maar tevens naar de bedorven lucht van een veest (WNT 9, 1192); - 5038 en...steyl: nu eens naar beneden, dan weer recht omhoog; - 5039 d'Ander...dweyl: een andere slingerde rond als een slappe vod; - 5040 laan: laden (van het vuurwapen); - lossen: afvuren; - 5045 Gunners: begunstigers, bewonderaars (WNT 5, 1282); - schincken: uitschenken; - 5048 Soo...gedencken: zo ver ik het mij kan herinneren; - 5050 An...Schutters-Gléén: aan de dappere gelederen, manschappen van de schutterij (WNT 4, 1148); - 5051 treen: gaan, optrekken; - | |
[pagina 169]
| |
5056 Rondassen: ronde schilden (cf. Schutters in Holland 1988, 217); - 5057 Hell-baarden: cf. hierover Schutters in Holland 1988, 233-4; - Kortelassen: kort, tweesnijdend zwaard (WNT 7, 5729-30); - 5058 By mekaar: samen (op een rij); - 5059 Poock: korte degen (WNT 12 1-2, 3315); - 5060 kort...Roeren: pistolen en schietgeweren (WNT 13, 769); - 5061 voeren: dragen; - i.m.1: Acht Wacht: let op de schutterswacht; - i.m.1 sluit met 'Acht' aan bij 'Acht' uit v.5035; - i.m.2: Los...van: nu eens vast, dan weer los; - i.m.3: doen...suckelen: wanneer men dronken is, struikelen de benen immers vlug; - i.m.8: In...Loff: in fijn en grof steekt goed en kwaad ('lack': gebrek, WNT 8, 923). | |
p.178Annotatie - 5062 recht...glit: recht in het gelid (WNT 4, 1148); - 5063 hit: hitte (nl. door het ontvlammen van de geweren; WNT 6, 772); - 5064 Proppe-smooken: het roken van de proppen (waarmee de kogel werd vastgezet in de loop; WNT 12 1-2, 4459); - 5068 Kurmis-houwen...verschieten: het houden van de kermis en het schieten zonder meer (in het wilde weg); - 5070 lam: verkeerd (WNT 8, 951); - 5071 Vrolijck...gram: vrolijk zijn (cf. het 'Kurmis-houwen', v.5068) en tegelijk ook boos zijn (cf. het 'verschieten'); - 5072-3 Alle...verquicken: alles waar de mensen hun plezier in vinden, kunnen bijeen worden gebracht, bij elkaar worden geplaatst; - 5074 Gaatet...souw: loopt het anders dan het eigenlijk zou moeten; - 5075 Elck...mouw: iedereen draagt gekheid in zich (het 'Geckje' is eigenlijk de narrenstok die de nar in de mouw verborgen houdt en die hij plots te voorschijn haalt); - 5076 sluyten: volledig beheersen, gevangen houden (zodat niets van de eigen aard van deze 'vrye Mensen' naar buiten komt); - 5078 sonder Gal: zonder dat je boos wordt (de gal werd nl. verantwoordelijk geacht voor iemands opvliegendheid); - 5081 belispen: het WNT vertaalt dit woord bij Van de Venne als berispen (WNT 2, 1734); - 5084 verrekent: vertel eens (MW 8, 2288); - 5087 Lijdtje: liedje; - 5090 dreeght: draagt; - 5091 Schier...weeght: bijna alsof het niets weegt; - i.m.1: vastigheyt: standvastigheid (WNT 18, 792-3); - i.m.2: Vreught...schick: vreugde bij angst geeft geen plezier, vreugde en angst passen niet bij elkaar; - i.m.2 sluit aan bij v.5068 en 5071; - i.m.3: Het...beval: het grappen van het verstand bevalt wel; - i.m.6: Waer...etc.: waar is iemand zonder malligheid (in aansluiting bij de omringende in margines), of ook: waar is iemand zonder enig gebrek (in aansluiting bij v.5083); - i.m.7: seer dede: pijn deed; - Maal-geck: doorslaande gek; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 188 (met o.m. verwijzing naar Gruterus); - i.m.8: kreuckt niet: geeft geen krimp. | |
p.179Annotatie - 5094 Slings-om-keer: met een draai van links; - 5095 mit...vlucht: in volle vaart; - 5097 Dan...safter: nu eens vlug, dan weer wat trager; - 5098 drijven: zwieren (WNT 3, 3351); - 5099 vol ront bedrijff: tijdens het rondtollen; - 5100 lefs: links (WNT 8, 1380); - swack: lenig, buigzaam; - 5102 Maar!...bien: maar het mooiste is wanneer de vlag onder het been door wordt gehaald; - 5106 In...Vaan: wat betreft het vendelzwieren; - 5107 Doch...staan: maar over de rest spreek ik mij niet uit; - 5109 Hebje...vergeten: ben je vergeten te noemen; - 5110 Eelen Borst: jonkers, edele kerels; - 5111 Al genoogh: genoeg van dit alles; - 5113 Dutters: sufferds; - 5114 kalle...Meydt: praten over | |
[pagina 170]
| |
het meisje (WNT 7, 1008); - 5115 wat...scheydt: wat leed en liefde uit elkaar doet gaan; - 5116 beginsel: de aanvang, de oorzaak (van de scheiding; nl. dat Fijtje Lubbert verliet); - 5117 om...haar: voor een kleinigheid (WNT 5, 1404); - 5119 dubbel dol: meer dan buiten zinnen; - 5120 queste: kwetste; Lammert spot hier met Lubbert: hij doet het voorkomen alsof Lubbert door een klap bijna buiten westen is geraakt en hij schreeuwt dan ook om de dader te vinden; in werkelijkheid werd Lubbert echter door niemand getroffen zodat het hier inderdaad gaat om een 'Man, die niemant queste'; - i.m.1: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 18 (met o.m. verwijzing naar De Brune); - i.m.2: Van...ras: op de juiste manier gaat het snel; vgl. met p.112, i.m.5: 'Passelijck is rasselijck'; - i.m.3: bestandigh: kundig, en ook: standvastig (WNT 2, 2113); - i.m.5: Vergeten...Versleten: wat vergeten wordt, schijnt geen waarde te hebben; - i.m.6: Loff-aerdigh blijft: wat goed is, blijft; - i.m.6 sluit aan bij 'Blijven Heeren' (v.5113); - i.m.7: vgl. met p.269, i.m.5: ''tVergaren is soet/ maer 'tscheyden is bitter'. | |
p.180Annotatie - 5122-3 Bindt...sacht: kennelijk ironisch bedoeld: een strohalm is sterk genoeg om Lubbert tegen te houden, of ook: een strohalm moet Lubbert rechthouden (Lammert helpt Lubbert niet: het boertje zal er nauwelijks steun aan hebben; vgl. ook i.m.1); - 5124-7 kennelijk wordt deze claus door Tamme Lubbert, niet door Lammert (zoals ten onrechte werd aangegeven), gesproken; - 5127 Dat...bemin: dat mij kwetst en dat ik bemin (nl. Fijtje); - 5128 Lichje soolen: hef je voeten op, begin maar te stappen; - gaauwe Bienen: laten we benen maken; - 5132 Leeghelijcke: gemakkelijk, zonder enige hinder (WNT 8, 1221); - 5133 daar...klappen: waar het geluid van klappende (cf. de deksels op drinkbekers) drinkkannen heerst; - 5135 fetten: verkeerdelijk voor 'setten'; - 5136 Lende smeeren: drinken; - 5137 Kladdegat: morspot (vgl. WNT 7, 3304); - mit...Kleren: meteen ook je kleren (smeren) (nl. door zo gulzig te drinken dat men ook zijn kleren nat maakt); - 5138 Benje...besweet: heb je het koud of ben je nat van angst; - 5139 Deur...leet: door het verliefd zijn of door het verdriet dat je is aangedaan; - 5140 glomment: glimmend, flakkerend; - 5141 dubbel-Biertje: grote pint; - 5142 Smacken: smakkend drinken (WNT 14, 2042-3); - an een koelen Haart: de warmte wordt gehaald uit de drank (?); - 5145 Vleughje: een flakkerend vuur (WNT 21, 1806); - 5146 Vuns: vunzige; - schromelaar: bangerik; - 5147 door't heele jaar: het hele jaar door; - 5148 Seumers: in de zomer; - 5149 renne-lanssen: met de lans rijden (vgl. Royalton-Kisch 1988, 174-5); - i.m.9: Durff Turff: durf een turf vragen (cf. v.5144). | |
p.181Annotatie - 5151 Sijpt: druipt (WNT 14, 1352); - 5152 stoocken: aanwakkeren van het vuur; - 5153 Maacke...doocken: hun natte kleren droog maken; - 5154 murruw: zachte, weke; - weeligh: welgestelde; - 5157 Slinger-broockjen: broekvent (?) of veeleer: die met brokken (voedsel) zwiert, slingert, m.a.w. veelvraat; - 5158 bloo: bevreesd, beschaamd; - 5159 Steeck...'thooft: steek het hoofd binnen; - 5160 Houw-sick: uitroep om de aandacht te krijgen (WNT 6, 1137); - 5162 swap: zwier, zwaai (?) (vgl. nl. WNT 16, 595 en ook v.545: 'mit een swapje'); - 5164 hoort te roopen: het nodig vindt om te roepen (m.a.w. wanneer iedereen van het nodige is voorzien); - 5165 Stoopen: drinkbe- | |
[pagina 171]
| |
kers, drinkkannen (WNT 15, 1923); - 5167 treeck: gedrag (WNT 17 1-2, 2282-6); - 5170-1 Eer...gespaart: m.a.w. terwijl men zijn eer bewaart (en dus niet drinkt) heeft men ook meteen wat geld uitgespaard; - 5174-5 Nochtér...sluyt: nuchtere mensen verkondigen dat zwelgen niet gepast is (WNT 5, 1265 en 14, 1975); - 5176-7 Vijse...hoorden: knorrige mensen verdraaien woorden alsof het wetten zijn (WNT 21, 448); - i.m.2: Hop-kop...op: verwijst wellicht naar de deurklopper; - i.m.5: i.m.5 sluit aan bij de vorige glosse maar ook bij het 'roopen' uit v.5164; - i.m.6: Wat...blijck: omdat er iets de schijn heeft, is dit nog geen waarheid; - i.m.8: i.m.8 sluit aan bij de betekenis van de vorige glosse; - i.m.9: dreck-goote: riool. | |
p.182Annotatie - 5181 Op 't een eynde: aan het ene uiteinde; - 5185-90 't Waar...sien: mogelijk gaat het hier om een reminiscentie aan een antiek verhaal, m.n. de twist tussen Athena, Poseidon en Hephaestus over wie van hen de beste kunstenaar was. Momus bekritiseerde Hephaestus' schepping van de mens omdat de godheid geen vensters had aangebracht zodat men de verlangens en gedachten van de mens kan achterhalen (vgl. Lucianus, Hermotinus 20). Het verhaal wordt ook vermeld bij Junius (Junius 1565, 5) en in Roemer Visscher (Visscher 1949, 167). Wellicht gaat het bij Van de Venne evenwel om een gemeenplaats (vgl. Hooft 1979, 98, v.1278-82); - 5187 Eelderment: basterdvloek (WNT 3, 4065); - te verdt: te veel (WNT 18, 1887); - 5188 Elebaasjen: vrolijke kerel (WNT 3, 3777); - 5189 luchtigh: helder, doorzichtig (WNT 8, 3182); - 5191 Watter...geschien: wat er later (in de toekomst) zou gebeuren; - 5192 Eunjer-kunsjes: toverkunstjes (vgl. WNT 3, 4263); - 5193 gunsjes: de genegenheid; - 5194 aar: andere; - 5196 flus: daarnet; - 5197 doe: toen; - 5199 soo...deur: dan was ze er zo niet vandoor gegaan; - 5206 het buyen: het woest gebulder van het weer; - i.m.1: soo...besluyten: zoals de opinies het beslissen; - i.m.2: spoedt: brengt voorspoed aan (vgl. WNT 14, 2898); - i.m.2 sluit wellicht met 'goet' aan bij 'goet' uit v.5183; - i.m.3: ongrondelijck: niet te doorgronden; - i.m.4: onbesien onberouwen: m.a.w. wat men niet ziet, kan men ook niet betreuren; - i.m.5: cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 104 (met ook verwijzing naar Gruterus); - i.m.8: Onseker...Quael-eynde: wanneer men onzeker is en iets vreest, dan mag men er zeker van zijn dat men gekweld wordt (nl. door vrees). | |
p.183Annotatie - 5208 schrick'lijck: verschrikkelijk, angstaanjagend; - 5209 wongder onder: op een wonderlijke manier; - 5210 blixem...brandt: slingerende bliksemschicht; - 5214 Ickers: duivels, boze geesten (WNT 6, 1452); - 5215 schouw: schuw, ga uit de weg; - Duycker-praat: praatjes over de duivel; - 5217 Guygel-spel: een schijnvertoning, bedrog (WNT 5, 1219); - 5220 van allen: van alle (raadgevingen); - 5221 Dat...vallen: dat we over iets anders beginnen; - 5223 sonder slot: zonder een slot te gebruiken; m.a.w. zwijg, hou je mond; - 5225 vyertjes hitten: de hitte van het vuur; - 5226 veyle: open (WNT 18, 1368); - 5227 en getreur: en half bedroefd; - 5229 beduyen: aangeven; - 5230 Soo...ongeraan: zo valt het niet helemaal af te raden; - 5231 oppe-staan: opstaan, rechtstaan; - 5232 poyen: drinken, zwelgen (WNT 12 1-2, 3312); - 5233 schoyen: rond te zwerven (WNT 14, 797); - 5235 Noot-druft missen: eten en | |
[pagina 172]
| |
drinken ontberen (WNT 9, 2088); - 5236 Lanssers: kerels; - i.m.1: Schrick...af-sien: m.a.w. schrik doet iemand afzien; - i.m.1 sluit aan bij 'yse' uit v.5212; - i.m.4: i.m.4 sluit aan bij v.5220-1; - i.m.5: en...soet: en sommigen hebben zuur en zoet nodig (bij wijze van verandering); - i.m.6: Spaerigheyt: spaarzaamheid; - i.m.7: diert: kostbaar wordt, duur wordt; - i.m.7 sluit aan bij v.5235. | |
p.184Annotatie - 5244 dy: je; - 5245 bedingh...Panden: vraag ik je om zaken in pand te geven; - 5253 weder recken: teruggeven (WNT 12 3, 1611); - 5254 Stof-verkooper: cf. het 'Kleet' uit v.5251; - 5255 pleyt: breng een rechtszaak op gang (WNT 12 1-2, 2549); - 5256 schicken: in orde komen, passen; - 5257 sticken: stukken (de schuld zou nl. worden gedelgd door de teruggave van de goederen); - 5258 beloonen: betalen; - 5259 dan...geduldt: dan kan men nog op geduld rekenen (bedoeld wordt uitstel van vervolging); - 5260 bijster...beslommert: zwaar in de schulden zit (WNT 2, 2039); - 5261 Oompjen...Lammert: de eigenaar van het pandjeshuis; - 5263 Kalis-baet: voordeel voor schooiers (WNT 7, 965); - ontriefs-gerief: hulp door iemand iets te ontnemen; bedoeld worden uiteraard de praktijken in de lommerd; - 5264 Droef: bedroefden; - 5265 Schamel...warmen: schamele kleren houden hem warm, maken hem rijk; - 5266 licht: gemakkelijk; - 5267 dubbel...houdt: de dubbele waarde van wat hij uitleent in zijn eigen bezit houdt (nl. door de waarde van het in pand gegeven voorwerp); - 5269 scheeren: afzetterij (WNT 14, 473); - 5270-1 By...smelt: indien onze klinkende munt er voor deze braspartij al vlug is doorgedraaid; - i.m.1: Een...Keurs: in toepassing op de situatie uit v.5243: een gevulde beurs doet de waard draven; - i.m.3: gevoyert: gevoerd; - i.m.4: rouw-koop: terugkoop; de vergoeding die men als schadeloosstelling voor de andere partij dient te betalen wanneer men een koop wil ongedaan maken (WNT 13, 1530); - i.m.5: ontrouwelijck: zonder dat ze zelf betrouwbaar zijn; - i.m.7: Armoe krijt: woeker heeft het immers op de armen gemunt; - i.m.8: laet verlegen: en dus niet voldoet; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 72 en dl.3, 293 (met o.m. verwijzing naar Gruterus). | |
p.185Varianten - De gereproduceerde p.185 geeft staat III van buitenvorm Aa weer naar het exemplaar 50. Staat II verschilt voor deze pagina niet van staat III. 5280 staat I: Snege Luy die 'tis verloopen; staat II + III: Snege Luy, die 'tis verloopen [kennelijk een perscorrectie in staat II (vgl. b.v. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.5295)]; - 5282 staat I: Ambachts-volckjen, met Soldaet. ; staat II + III: Ambachts-volckjen, met Soldaet, [onmiskenbaar een perscorrectie in staat II]; - 5288 staat I: ick moet hier binnen, ; staat II + III: ick moet hier binnen. [kennelijk een perscorrectie in staat II; cf. het variantencommentaar bij v.5280]; - 5295 staat I: Dat noch dropt voor 'theete vyer ! ; staat II + III: Dat noch droopt voor 'theete vyer ? [onmiskenbaar een perscorrectie in staat II]; - 5299 staat I: Rechtmen hier voor 'tmiddagh-mael. ; staat II + III: Rechtmen hier voor 'tmiddagh-mael; [kennelijk een perscorrectie in staat II; cf. het variantencommentaar bij v.5280].
Annotatie - 5272 die: m.n. de 'Kleeren' uit v.5268; - 5273 'tschrijven: de genoteerde schulden; - 5279 meest...'tlest: bedoeld wordt: meestal als laatste | |
[pagina 173]
| |
toevlucht; - 5280 Snege: bijdehandse; - verloopen: slecht afgelopen, uitgedraaid; - 5281 ander hoopen: andere groepen; - 5283 Grauwe-rappers: het grauwe uitschot (WNT 5, 609 en WNT 12 3, 314); - 5284 Tijgen: begeven zich (WNT 17 1-2, 80); - 5285 'tLeegh...'tKanne-klapje: de klank van het kleppende deksel op een lege drinkkan; - 5287 het...uyt: dit geluid laat het beursje leegrinkelen; - 5289 vieren: me wijden aan, zorgen voor (WNT 21, 357); - 5291 sit ick an: dat ik mee aan tafel aanzit; - 5292 een reysjen: eens; - 5293 Sprengent-Vleysjen: gezouten vlees; - 5294 Of...dier: of een kostbare gebraden lamsbout; - 5295 droopt: druipt; - 5296 believen: verlangen; - 5297 haest gerieven: vlug behelpen, bedienen; - 5299 Rechtmen hier: maakt men hier klaar (MW 6, 1114); - i.m.1: Wat...wind: wat maakt men al drukte, snoeft men (WNT 3, 1246-7); - om...bewimpelen: om armoede onder de vlag van eer te laten varen (WNT 2, 2423); - datmen...maken: opdat men de armoede niet tot zijn beschamende schande aan het licht zou brengen; - i.m.2: Beminners: liefhebbers (bedoeld worden de waarden); - van...lecker: van het leeggangersleven; - smockel-Tap: het tappen zonder dat men hiervoor accijnzen betaalt (WNT 16, 955); - Neering: handel, beroep; - i.m.3: Harrebomée 1856-70, dl.2, 325 en dl.3, 343 verwijst hiervoor o.m. naar Servilius en Sartorius en geeft als toelichting: 'Dat men dit niet "zegt van een dronkaard, die de kroeg heeft moeten verlaten," zoo als V. EIJK verzekert, maar van een' waard, wiens zaken slecht staan, is reeds opgemerkt bij het spreekwoord: De paal is door den oven gestoken. De vraag, die TUINMAN doet, I, bl. 136: "waarom men van een bedorven waard zegt: 't verken is met den tap doorgeloopen?" heeft hij zelf beantwoord, II, bl. 52, met deze woorden: "Dus word gespeelt op de spoeling in ledige vaten, die voor de verkens is, wanneer de tap word uitgetrokken"'. De spreuk komt ook bij Visscher voor (Visscher 1949, 77); - i.m.6: by dringt: (zich) bij het gezelschap dringt, voegt. | |
p.186Annotatie - 5302 Daermen...vooght: waar men vrijuit, ongehinderd de baas speelt; - 5306 volt...kap: maakt ons wat wijs, neemt ons beet (WNT 7, 1419); - 5307 Looft...tongh-gesnap: hecht geen geloof aan het gebabbel van vleiers; - 5308 Broers-hart: broederlief; - bancken: eten en drinken, fuiven (WNT 2, 986); - 5309 Petiele wancken: borden zwieren (WNT 12 1-2, 1415 en MW 9, 1697); - 5310 Wat...Tongh: wat wil je eten; - 5313 Voor...nochter-beckje: voor mijn hongerige en volkomen lege mond en maag; - 5318 Dies-sack: geldbuidel (WNT 3, 2526); - 5319 kreuckte van: zwaar-aangepakt werd door, het onderspit moest delven voor; - 5320 Algenoogh...Fielte-grillen: genoeg gepraat over de gekkigheden van schooiers; - 5321 Wayens: bedoeld wordt Lubberts tumultueuze gevecht met de bedelboefjes; - i.m.1: Die...Gast: m.a.w. wie geld heeft, speelt de baas over de waard en wordt een vertroetelde gast; - i.m.3: i.m.3 sluit aan bij de betekenis van het vorige in margine; - i.m.4: dracht: slijm (WNT 3, 3219); - i.m.5: vgl. met p.55, i.m.2: 'Hadde komt veel-tijds te laet' en met p.174, i.m.4: 'Hadden komt veeltijts te laet'; vgl. Harrebomée 1856-70, dl.3, 30 en 381-2 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus); - i.m.6: Krakeel...veel: gekrakeel maakt veel stuk; - i.m.7: cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 213 (met o.m. verwijzingen naar Servilius, Zegerus, Gruterus en De Brune). | |
[pagina 174]
| |
p.187Annotatie - 5324 halve Biere: een kan bier van één vaan (WNT 2, 2543); - trecken: schenken, tappen (WNT 17 1-2, 2494); - 5325 Slinger-vuysten: met de vuisten slingeren (nl. bij het heffen en neerzetten van de bierkan); - Lipperecken: de lippen tuiten (om gulzig te drinken); - 5326 Swelge-brocken: de brokken verzwelgen, in hun geheel doorslikken; - 5327 Legen...Buyck: leegmaken in ruil voor een volle buik; - 5329 lichtdom...springen: lichtvoetig rondspringen; - 5330 smaat: nl. omwille van het vele eten en drinken; - 5331 schuyven gaat: wellicht scatologisch bedoeld; - 5332 wat...maken: wat stevigs eten; - 5335 d'Een...na: de dingen moeten m.a.w. in de juiste volgorde worden gedaan; - 5338 te Hoof: aan het hof; - 5342 tam: zwaar, lomp (WNT 12, 2738); - 5343 Eelen-stam: adellijke afkomst; - 5344 Soeters: mijn beste kerels; - vergramme: boos worden; - 5347 Serre-vet: servet; - 5351 past: let; - 5353 van...blasen: nl. om het (keuken)vuur aan te wakkeren; - i.m.1: schocken: naar binnen schrokken (WNT 14, 777); - Setje...Broeken: eet alles; - i.m.1 sluit met 'Broeken' aan bij 'Swelge-brocken' uit v.5326; - i.m.2: Eten verbiet Eten: m.a.w. eten dat reeds in de maag zit, verhindert dat er nog voedsel bij kan, dat er nog gegeten wordt; - de spreuk komt o.m. bij Goedthals en Gruterus voor: 'Par trop grand appetit vient souuent la pance pleine' (WNT 19, 536); - i.m.2 sluit aan bij v.5328-31; - i.m.3: oversetten: eten; nl. van de ene plaats naar de andere brengen (WNT 11, 2244); - i.m.3 sluit aan bij de aansporingen om te eten en te drinken in v.5324-7; - i.m.4: i.m.4 sluit aan bij de betekenis van het vorige in margine; - i.m.5: Sacht: sluit mogelijk nog aan bij 'harts' uit v.5332 of ook bij v.5334-5 (en betekent dan zoveel als: op een geleidelijke, niet overhaaste manier te werk gaan om de macht te grijpen, om je doel te bereiken); - i.m.6: peyst: denkt, overdenkt; - i.m.7: Besproken...wel: beloofde beetjes smaken goed; het is aangenaam om te krijgen wat beloofd werd; - i.m.7 sluit aan bij v.5348; - vgl. met p.114, i.m.6: 'Een ghestoolen broekje smaeckt wel/ maer voedt qualijck' (zie ook Harrebomée 1856-70, dl.1, 93 met o.m. verwijzing naar Gruterus). | |
p.188Varianten - De gereproduceerde p.188 geeft staat III van buitenvorm Aa weer naar het exemplaar 50. 5356 staat I: scheere, ; staat II + III: scheeren, [perscorrectie in staat II; de toevoeging van de eind-n sluit aan bij de spelling van het rijmwoord 'teeren' uit het daaropvolgende vers]; - 5358 staat I: Voor of na den Eeten-tijdt, ; staat II + III: Voor of na den Eeten-tijdt; [kennelijk een perscorrectie in staat II; vgl. b.v. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.5356]; - 5368 staat I: ongebonden ; staat II + III: ongebonden, [onmiskenbare perscorrectie in staat II: de invoering van de komma is conform aan de komma's na de participia in v.5369-70]; - 5371 staat I: Minder as die ongs veul borght, ; staat II + III: Minder as die ongs veul borght. [perscorrectie in staat II]; - 5379 staat I: Dat hy kome sel te laat. ; staat II + III: Dat hy kome sel te laat [onmiskenbare perscorrectie in staat II (de zin is in v.5379 nog niet ten einde; om deze reden lijkt zetselschade hier uitgesloten)]; - i.m.7: staat I + III: Den Houwelijckê Staet ; staat II: Den Houwelijckê Staet [door het losmaken van de vorm bij het aanbrengen van de overige perscorrecties is er wellicht zetselschade opgetreden in staat II die in staat III werd gecorrigeerd (staat I > staat II > staat III); toch blijft het mogelijk (het ligt wellicht minder voor de hand) dat staat III chronologisch meteen na staat I kwam (het aanbrengen van de overige perscorrecties in deze vorm bracht geen zetselschade met zich mee) en dat de | |
[pagina 175]
| |
zetselschade in het woord 'staet' pas later is opgetreden (in staat II) (staat I > staat III > staat II) (bij de interpretatie van de overige varianten in deze drukvorm werd met deze laatste mogelijkheid geen rekening gehouden)].
Annotatie - 5356 Wilje...scheeren: wil je op een zachte, onmerkbare manier (iemand) afzetten; - 5362 Soument...verdoen: zou men het dan door zuurtjes te doen, vergooien; - 5363 bevroen: begrijpen (WNT 2, 2365); - 5365 buy: slechte bui; - 5366-75 deze claus wordt door Tamme Lubbert uitgesproken, niet, zoals verkeerdelijk wordt aangegeven, door Lammert Gijsen; - 5368 bey: allebei; - ongebonden: niet aan een vrouw vast; - 5370 Onbegrepen: niet in een greep gevat; - 5371 Minder...borght: wie voor hen borg staat, heeft immers redenen te over om bezorgd te zijn; - 5373 graaghjes: begerig, hevig verlangend; - 5375 is gestilt: wordt bevredigd (WNT 15, 1704); - 5376 nichtigh: ijverig (WNT 9, 1686); - schielick: overhaast; - 5381 de Bocksen: de broek, de man (WNT 3, 276); - 'tongder-houwen: in de verdrukking houden; - i.m.1: Wilje...sinnen: wil je (geld) winnen, spits dan je verstand; - i.m.3: Daer...aenheffen: daarover zal men nooit beginnen; - i.m.3 sluit met 'beseffen' aan bij 'bevroen' uit v.5363; - i.m.4: vrydom: vrijheid; - i.m.6: Houd...Houwelijken: m.a.w. wie wil trouwen, moet voor altijd zijn vrouw houden; - i.m.7: dwee: meegaand (i.t.t. 'stuyr'; WNT 3, 3731-2). | |
p.189Varianten - De gereproduceerde p.189 geeft staat III van buitenvorm Aa weer naar het exemplaar 50. Staat II verschilt voor deze pagina niet van staat III. 5384 staat I: mercken, ; staat II + III: mercken [wellicht een perscorrectie in staat II (vgl. b.v. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van i.m.5 op deze pagina)]; - 5396 staat I: (Elen-baesjes, ); staat II + III: (Ele-baesjes ) [kennelijk een perscorrectie in staat II (cf. het variantencommentaar bij v.5384)]; - 5399 staat I: Op een Kermis; staat II + III: Op een Kurmis [kennelijk een perscorrectie in staat II (cf. het variantencommentaar bij v.5384); wellicht gaat het hier om een aanpassing aan het dialect]; - 5403 staat I: Varekens hacht. ; staat II + III: Varekens hacht; [wellicht een perscorrectie in staat II (cf. het variantencommentaar bij v.5384)]; - 5405 staat I: verslonden, ; staat II + III: verslonden; [wellicht een perscorrectie in staat II (cf. het variantencommentaar bij v.5384)]; - i.m.5: staat I: 'tIs al goet datmen wel // doet voen; staat II + III: 'tIs al goet dat wel doet // voeden [onmiskenbare perscorrectie in staat II].
Annotatie - 5382 den Doock: de doek, hier voor de vrouw in het algemeen (WNT 3, 2687); - 5387 spijt: hoon, smaad (WNT 14, 2796); - 5388 jouw Boeren: jullie boeren; - 5390 domp: nl. bij het koken; - 5393 Nesje: nest; - 5395 Lafheyt walght: flauwheid, smakeloosheid (WNT 8, 919) doet walgen (vgl. Visscher 1949, 73); - 5397 Vorsse Butter: verse boter; - 5399 slecht: eenvoudig; - 5401 Vlaen Pasteyen: vlaaien of pasteien; - 5402 hartigh: stevig, krachtig; - 5403 Os...hacht: stuk varkens- of ossevlees (WNT 5, 1507); - 5405 Dese Kluyvingh: dit voedsel waaraan je kan kluiven; - 5406-7 Want...an: want ik zorg er altijd voor dat mijn mensen het goed hebben; - 5409 Acht...willen: acht ons voor datgene wat je (van ons) wil hebben (nl. óns geld); - 5410 alsoo seer: even hard; - i.m.2: vast bewaert: onophoudelijk let op (WNT 18, 688-9 en 2, 2380); - i.m.3: i.m.3 sluit aan bij v.5390; - i.m.4: boudtmen: bouwt men; - i.m.4 sluit aan bij v.5393-4; - i.m.6: Bereyen...beyen: m.a.w. een gerecht klaarmaken vraagt tijd (en laat dus wachten); - i.m.7: Scheert...is: scheert volgens dat er wol | |
[pagina 176]
| |
is; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 239 en dl.3, 326-7 (met o.m. verwijzing naar Cats en De Brune); - i.m.7 sluit aan bij v.5406-7. | |
p.190Annotatie - 5412 een gladde wandel: een weinig vaste ruil, manier van handel drijven (WNT 24, 875); - 5413 gins...weerom: geld verandert nl. voortdurend van eigenaar; - 5425 Schoonheydt scheyden: verdrijft wat mooi en goed is; - 5427 As...queelt: de betekenis is niet duidelijk: wanneer men zich voor een rover uitgeeft (?), of: wanneer men door een rover lijdt (?); - 5428 sommencke: sommige; - 5433 droeven Scheyer: een betreurde afscheidsnemer; - 5436 Bienen: benen; - 5438 Veel: vedel; - 5439 Sijter: citer; - Keel: 'spelen op de keel' staat hier dus voor zingen; - 5440 Gelt...wensen: geld is datgene waar de hele wereld naar verlangt; - 5442 of... Verkeert: met het kaartspel of op het verkeerbord verspeelt; - 5443 die...deert: nl. omdat er op die manier (cf. v.5442) geld verspeeld wordt; - 5444 Gelt verkoelt: nl. wanneer men geld kwijt raakt; - 5445 hulpigh voor: dienstig aan; - i.m.1: i.m.1 sluit aan bij v.5412-3; - i.m.2: verroest: nl. omdat men het bij zich houdt, oppot waardoor het roestig wordt; - i.m.2 sluit aan bij 'begeert' uit v.5414; - i.m.3: slijten: verminderen (WNT 14, 1758); - i.m.3 sluit aan bij v.54.16-7; - i.m.4: i.m.4 sluit aan bij v.5416; - i.m.5: Swaer...voort-gaen: cf. v.5420; - i.m.6: 'tGelt...Houdt: het geld beraamt en construeert, brengt huwelijken teweeg en houdt ze ook in stand; - i.m.6 sluit aan bij v.5422; - i.m.7: decken: bedekken; - i.m.7 sluit aan bij v.5424; - i.m.8: i.m.8 sluit aan bij v.5426 en 5429; - i.m.9: stelt: maakt dat iets tot stand komt, gebeurt (?); - melt: vermeldt (?); - schelt: klinkt (WNT 14, 390); - helt: klinkt of schittert (WNT 6, 501); - i.m.10: begeer-sucht: begeerlijkheid. | |
p.191Annotatie - 5447 Slim mis-bruycken: kwaad misbruik; - loos: vals, onbetrouwbaar; - 5451 Buyten...wel: zelf blijft het daar wel buiten (nl. de hel, cf. v.5450); - 5453 doet baaten: brengt baat, voordeel bij; - derven: ontberen; - 5457 bedrijven: uitoefenen; - 5460 uyt-mondigh: uit de mond (vgl. MW 8, 985); - 5461 prits: stug (WNT 12 1-2, 4096); - 5472 Eens...Soopje: drinken we eens, ieder een teug (MW 7, 1578); - 5474 Snijt...vuyst: snijd een stuk vlees af ter grootte van je vuist; - 5475 'tLijckt...pluyst: het is te jufferachtig wanneer men met kleine beetjes peuzelt (WNT 12 1-2, 2855); - i.m.1: maeckt...af-keerigh: maakt alles onaangenaam (zodat men er zich van afkeert); - i.m.2: Schatten...goet: schatten brengen boosheid voort, maar blijven op zich goed; - i.m.3: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 218 (met o.m. verwijzing naar Gruterus en De Brune); - i.m.3 sluit (samen met i.m.4) aan bij v.5452; - i.m.5: sneegh: schrander; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 219 (met o.m. verwijzingen naar Zegerus, Sartorius, Gruterus en Cats); - i.m.5 sluit aan bij v.5457; - i.m.8: Borgen...Sorgen: m.a.w. voor iemand borg staan, brengt gemakkelijk zorgen met zich mee; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 82 en d.1.3, 14 (met o.m. verwijzingen naar Zegerus, Gruterus, Sartorius en De Brune); - i.m.8 sluit aan bij v.5465; - i.m.9: Goudt...Stout: m.a.w. goud houdt de mensen in toom; - i.m.9 sluit aan bij 5466-9; - i.m.11: Leckers: gulzigaards (WNT 8, 1517). | |
[pagina 177]
| |
p.192Varianten - De gereproduceerde p.192 geeft staat III van buitenvorm Aa weer naar het exemplaar 50. Staat II verschilt voor deze pagina niet van staat III. 5486 staat I: Drinckt of guntet mijn te doen; staat II + III: Drinckt, of guntet mijn te doen [wellicht een perscorrectie in staat II; vgl. b.v. met de onmiskenbare perscorrecties in staat II van v.5503 of van i.m.6 en 8 op deze pagina]; - 5488 staat I: rijckt den armen; staat II + III: rijckt den Armen [wellicht een perscorrectie in staat II (cf. het varianten-commentaar bij v.5486); ook in v.5490-3 werden in staat II hoofdletters ingevoerd]; - 5490 staat I: een schermer: staat II + III: een Schermer [wellicht een perscorrectie in staat II (cf. het varianten commentaar bij v.5488)]; - 5491 staat I: Voor-baat neemt gien kolvers macht.; staat II + III: Voorbaat neemt gien Kolvers macht. [kennelijk een perscorrectie in staat II (cf. het variantencommentaar bij v.5488, vooral m.b.t. het invoeren van de kapitaal in 'Kolvers'); met het weglaten van het verbindingsteken wordt een minder voor de hand liggende vorm geïntroduceerd: vgl. nl. met de spelling van 'Voor-baat' in v.5487-93]; - 5492 staat I: de leuye traghers; staat II + III: de Leuye traghers [wellicht bedoeld als een perscorrectie in staat II (cf. het variantencommentaar bij v.5488, vooral m.b.t. het invoeren van de kapitaal); toch lijkt hier een minder voor de hand liggende vorm te worden geïntroduceerd]; - 5493 staat I: snelle jaghers; staat II + III: snelle Iaghers [wellicht een perscorrectie in staat II (cf. het variantencommentaar bij v.5488)]; - 5501 staat I: Mans en droge Vrouwen; staat II + III: Mans, en droge Vrouwen [wellicht een perscorrectie in staat II (cf. het variantencommentaar bij v.5486)]; - 5503 staat I: 'theyt al gelt gekost; staat II + III: 'theyt al gelt 'ekost [perscorrectie in staat II: het participium ''ekost' sluit nu beter aan bij het participium ''e Brouwen' uit v.5500]; - i.m.5: i.m.5 uit staat II en III ontbreekt in staat I [perscorrecties; ook elders werden telkens glossen toegevoegd]; - i.m.6: staat I: Goeden danck drijft qua- // de gedachten.; staat II + III: Goeden dranck verdrijft // quade gedachten. [onmiskenbare perscorrectie in staat II]; - i.m.7: i.m.7 uit staat II en III ontbreekt in staat I [ook elders werden telkens glossen toegevoegd]; - i.m.8: staat I: Te veel inde Mondt of // daer buyten/ is genoegh // saem gulsigh stortê; staat II + III: Te veel inde Mondt/ of // daer buyten/ is genoegh- // saem gulsigh stortê [perscorrectie in staat II].
Annotatie - 5476-7 dubbel-over...begelden: dubbel en dik moet betalen; - 5478 t'huys: thuis; - jouw...kant: je eigen eten (WNT 7, 1337-8); - 5480 Tapper: herbergier, waard; - 5482 an...kleeft: waarmee wordt aangegeven hoe flink er wordt gesmuld (WNT 7, 3997); - 5483 Misselijck...leeft: het is grillig wie het einde van het jaar beleeft, mag meemaken; - 5484 iens: eens; - 5485 swieren: waggelen; - 5486 guntet...doen: sta toe dat ik het doe (nl. drinken); - 5487 Voorbaat...spoen: voordeel, nut leert zichzelf voort te helpen, voorspoedig te gedijen (MW 9, 948); - 5488 rijckt: verrijkt; - 5491 Voorbaat...macht: de betekenis is niet duidelijk: voordeel ontneemt de kolfspeler zijn macht niet (?) (WNT 7, 5124); - 5492 tragers: mensen die traag zijn, lamzakken; - 5493 vordert: helpt verder; - 5494 heydt...uyt: heeft altijd voordeel; - 5495 Gaatme...besluyt: ga me voor, zo besluit ik; - 5496 'tGelje...wachten: het gaat jou aan (het gaat voor jou op; het geldt voor jou), Lammert, wanneer je erop wil letten; - 5498 mittit: met het, met dit; - 5499 Treckt: tapt; - 5500 'e Brouwen: gebrouwen; - 5502 Pijpt...lustigh: wees vrolijk bij het drinken (WNT 12 1-2, 1743); - heft...lost: hef de kan en ledig ze; - 5503 Stort niet: mors niet; - 'ekost: gekost; cf. Plokker 1984, 220-1; - i.m.2: Over-vloet; Over-soet: overvloed is meer dan aangenaam; - i.m.3: i.m.3 sluit wellicht aan bij v.5483; - i.m.4: Goede...achter-quaet: goed voordeel is een bescherming voor het kwaad dat achteraf komt; - i.m.5: Die...spel: wie er het fijne van afweten, achten het weinig waard, geen grote kunst; - i.m.7: bierigh: dronken door het bier; - tierigh: luidruchtig; - i.m.8: | |
[pagina 178]
| |
genoeghsaem: nagenoeg, zoveel als (WNT 4, 1569); - gulsich storten: morsen als gevolg van de gulzigheid. | |
p.193Annotatie - 5504 Heytme niet: heeft men niet (omdat de drinkkan leeg is); - 5505 Leeghe...horten: lege vaten kunnen tegen een stoot (WNT 6, 1125); - 5506 rasen meest: maken het meeste geluid; - 5507 Volle... Geest: zo ook voor...; - 5508 Segghe-wijse: die wijze woorden spreken; - Letter-weters: geletterden, boekenlezers; - 5510 vreck: gierig; - 5511 Elck...Geck: iedereen heeft zijn zotskolf of narrenstok (WNT 12 1-2, 3420) (Harrebomée 1856-70, dl.2, 194 met verwijzing naar De Brune); - 5512 Popjes: liefjes (WNT 12 1-2, 3424); - 5514 heen-op: weggegaan; - 5515 En...schop: en zij hebben ons aan de kant gezet (WNT 14, 879); - 5516 te rallen: onzin uit te kramen (WNT 12 3, 215); - 5518 tijdigh: tijd; - 5519 Spillen...Sack: onze biezen pakken, opkramen; - 5521 En...vermaken: en ons plezier gaan zoeken; - 5524 Hoe...gelden: hoeveel moeten wij betalen; - 5527 Lijckeliens: het is volkomen gelijk (WNT 4, 1184); - 5528 An...schreefjen: in de herberg werd nl. met krijt een boom getekend waarop men het verbruik met streepjes (schreefjes) aanduidde (WNT 3, 410 en 14, 1008); - 5530 op-dockte: betaalde; - Lagh: gelag, verbruik (WNT 8, 920); - i.m.2: Vasten...vergaen: m.a.w. vasten maakt de leden slap; - i.m.2 sluit aan bij v.5509; - i.m.3: spaericheyt: spaarzaamheid (met de bijgedachte aan gierigheid); - i.m.5: stoft: pocht; - i.m.6: Over-tijdt...over: m.a.w. te laat heeft tijd zat; wie te laat komt, beschikt meestal over veel tijd; - i.m.6 sluit aan bij v.5523; - i.m.7: Help: hulp. | |
p.194Annotatie - 5533 Rekeninge...missen: berekeningen kunnen verkeerd uitkomen; - 5534 het...aart: het is toch zelden gepast (WNT 1, 538); - 5536 Klop...eensjes: nl. om de waard te roepen; - 5537 ghesammelt: getreuzeld, getalmd (WNT 14, 89); - 5538 noo: met tegenzin; - 5539 Elck...sijn: ieder het zijne; m.n. voor Lubbert en Lammert het verbruik en voor de waard het geld; - 5546 Doet...vermagh: doe volgens dat de redelijkheid en de rechtvaardigheid het toestaan (WNT 20 1, 1465-6); - 5547 jouw ghewagh: je woorden, je mening (WNT 4, 2004-5); - 5550 Scheert...kam: behandel niet alles op dezelfde wijze (Stoett 1943, dl.1, 416-7, nr.1064), reken niet alles even duur; - 5551 Sluyt...dam: waardoor nl. niemand meer binnen komt; - 5556 heus: correct, zonder bedrog; - 5557 dickwils winnen: vaak kleinere sommen te vergaren; - 5559 Perijckels-noodt: noodlottige risico's (WNT 12 1-2, 1212); - i.m.1: Quaet...wel: verkeerde berekeningen zijn nooit goed; - i.m.2: Raes-koppen...Dwes-moppen: kerels die veel lawaai maken, zijn dwaze sukkelaars; - i.m.2 sluit aan bij v.5536; - i.m.3: vgl. met p.277, i.m.4: 'Elck by 'tsijn/ dan blijfter rust'; - i.m.4: cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 2 (met o.m. verwijzingen naar Servilius, Zegerus, Sartorius en De Brune); - i.m.5: Geen...Duyren: m.a.w. de tijd blijft niet duren; - i.m.5 sluit aan bij het vorige in margine; - i.m.8: swaerlijck: moeilijk; - berecken: bereiken (WNT 2, 1862); - i.m.9: veel hoops: een grote hoop. | |
[pagina 179]
| |
je niets op zeggen; - 5565 ter degen: goed, in orde, naar behoren; - 5566 Fooy: afscheidsdronk (WNT 3, 4622); - 5567 Scheyers: zij die weggaan; - 5568 heen schavélen: weggaan, zich wegpakken (WNT 14, 313); - 5569 quélen: treuren, zeuren (WNT 8, 750); - 5570 Mensen...me-kaar: mensen komen elkaar gemakkelijk tegen (WNT 9, 984); - 5573 Songder...drijven: zonder dat ze zich bewegen of weggaan; - 5575 by wijlen: soms; - 5576 verschieten: voorschieten (MW 9, 634); - 5577 Nieten: dingen zonder waarde; - 5579 ick...dubbel-spijt: ik word verteerd door hevige spijt; - 5580 Schelpen: die uiteraard ook geen waarde hadden; - 5582 Isser...gelooff: m.a.w. gelooft men mij in het geheel niet (Lubbert lijkt hier, het blijkt ook uit de reactie van de waardin, om krediet te vragen); - 5584 paye: paaien, tevreden stellen; - 5585 verstaye: versta je; - 5587 voldoet: betaalt; - i.m.2: Goede...vrientschap: m.a.w. goede rekeningen maken vriendschap; - i.m.3: gunstschap: welwillende gezindheid; - i.m.4: gemoeten: ontmoeten (WNT 4, 1457); - i.m.6: Woorden...noyt: m.a.w. met woorden kan men nooit betalen; - i.m.7: Gelt-Reden...waerdigh: m.a.w. de taal van het geld voldoet; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 219 (met o.m. verwijzingen naar Sartorius, Cats en De Brune). | |
p.196Annotatie - 5588-91 Wie...raackt: wie betaalt, hoeft zijn borgverlener niet te smeken om een maand of enkele weken uitstel van betaling; precies door zich borg te stellen zorgt deze ervoor dat hij overvloedig aan zijn bezit geraakt; - 5592 die sprekent: die het zeggen; - 5593 het staan: het borg staan (WNT 15, 66); - wert...gerekent: duur wordt verrekend; - 5594 Lorssen: lenen (WNT 8, 2943); - 5595 roet: alludeert ook op het bankroet; - 5596 Al...geven: allen die niets te geven hebben (m.a.w. zij die borgverleners nodig hebben); - 5606 tavont: vanavond; - 5609 keere-schijvers: die het geld laten rollen; - 5611 Vat...staart: probeer niet te verkrijgen wat toch niet zal lukken (Stoett 1943, dl.1, 2-3, nr. 7); - 5612 Reysers: reizigers; - 5617 geleyen: geleiden, begeleiden; - i.m.1: Gereet Geit: contant geld; - dingt naeu: maakt de prijs scherp; - ruym...koopen: overvloedig aankopen; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 219 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune); - i.m.2: Ras...betaelt: vlug gekocht, laat betaald; - i.m.5: Voldoeningh...gewilligh: m.a.w. wanneer men zijn rekeningen betaalt, blijft de verkoper gewillig; - i.m.6: cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 114 (met verwijzing naar Cats); - i.m.8: Goet...goet: de betekenis is niet duidelijk: goed dat zich haast, haast dat zich op een goede manier (?); - i.m.9: Geen...voor-deel: m.a.w. er schuilt geen nadeel in voordeel; - vgl. i.m.9 met p.212, i.m.5: 'Achter-deel komt Voor-deel te baet/ als het misval plaets grijpt'. | |
p.197Annotatie - 5621 hompel-pompen: verder sukkelen (WNT 6, 894); - 5624 Macker-raatje: uit 'makker' en 'kameraad'; - 5625 Setje stemmigh: neem een ernstige, statige houding aan (WNT 15, 1415-6); - 5627 Spreeck...geseyt: zeg niet wat vroeger al is gezegd; - 5629 seltsem: wonderlijk, vreemd, ongewoon; - 5631 milt: zachtaardig, welwillend. (WNT 9, 733); - 5632 wat...beklagen: wat zijn wij te beklagen; - 5633 Wy-luy...jaagen: wij doen onszelf jagen; - 5634 Hielen: hielden; - 5635 uyt'e blust: uitgeblust; - 5637 Boekend': bukkend; - 5641 ten besten: tot genoegen, als tractatie (WNT 2, 2098); - 5644 mit der haast: haastig, vlug; - 5645 verschenen: gekomen; - i.m.1: cf. Harrebomée | |
[pagina 180]
| |
1856-70, dl.2, 144 (met o.m. verwijzing naar De Brune); - i.m.2: voordachtig bedachtzaam (WNT 22 1, 1661-2); - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 35 en dl.3-117 (in gewijzigde vorm ook bij Gruterus); - i.m.3: Befoolje: betast je (WNT 2 1354); - cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 176 en dl.3, 315-6 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en Cats); - i.m.3 sluit aan bij v.5630; - i.m.5: Straet-beslobbers...Huys-houders: zij die zich in de straat vuil maken, zijn geen thuisblijvers (WNT 2, 2039); - i.m.5 sluit aan bij v.5639; - i.m.6: Hulpers: behulpzame mensen; - i.m.7: Tijdt... Wijdt: m.a.w. de tijd is vlug voorbij. | |
p.198Annotatie - 5648 In...gescheyen: wanneer zij zou weggegaan zijn; - 5651 after: achter je, achteruit; - 5652 marre: dralen, talmen (WNT 9, 261); - 5653 al...varre: tamelijk ver; - 5654 sit...smult: zit te smullen; - 5656 Waar...belende: waar zouden jullie elkaar treffen (WNT 2, 1667); - 5659 gaat seker: is waar; - 5669 Watme...vooren: wat me onlangs overkwam; - 5670 sat...sliep: zat te slapen; - i.m.1: Gaet...naerkomen: gaat voor op precies dezelfde manier als je zelf zou willen volgen; m.a.w. stel voor een ander als voorbeeld wat je zelf wel zou willen navolgen; - i.m.1 sluit aan bij 'quaemt' in v.5647; - i.m.2: druylen: talmen, besluiteloos blijven hangen (WNT 3, 3477); - i.m.4: vgl. met p.113, i.m.5: 'Daermen 'twel heeft gelaten/ vindtmen het weder niet qualijck' en p.224, i.m.1: 'Daer men't wel heeft gelaten/ behoort men't niet qualijck te vinden'; - i.m.4 sluit aan bij v.5656-9; - i.m.7: Die...weerom: m.a.w. wie luistert, hoort spreken. | |
p.199Annotatie - 5675 Was...gewelt: door geweld onder de voet werd gelopen; - 5677 Staart...vast'e bonden: telkens met de staart aan elkaar gebonden; - 5678 prangh: pijn (WNT 12 1-2, 3886); - 5679 koos...gangh: wou zijn eigen weg vervolgen; - 5680 dorde: derde; - teegh an't: begon te (WNT 17 1-2, 82); - 5681 dwongh...knoopen: hield de knoop onder zijn dwang; - i.m.1: Keffers...hoortmen niet: de tekst in de marge net boven en onder de gravure horen kennelijk (cf. de komma na 'niet') bij elkaar; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 315 en dl.3, 226 (met o.m. verwijzingen naar Servilius, Gruterus, Sartorius en De Brune); - i.m.1 sluit aan bij de betekenis van de laatste glosse op de vorige pagina; - i.m.2: Beknille: omknellen, benauwen (WNT 2, 1609); - i.m.2 sluit aan bij v.5683; - i.m.3: Aenschouwen...wencken: vgl. met p.52, i.m.1 (zie ook commentaaar aldaar): 'Aensien doet gedencken, En kan lust aen-wencken'; - wencken: wenken (om dichterbij te komen). | |
p.200Annotatie - 5686 bedocht: overdacht; - 5687 in-sien: inzicht; - 5688 In...eersten: vooreerst, in de eerste plaats; - ick versinden: bedacht ik; - 5690 linckers: schelmen, deugnieten (WNT 8, 2439); - in't gemeen: gewoonlijk, meestal; - 5691 jagen Been: op een been jagen; - 5692 Lobbens: honden (WNT 8, 2529); - 5694 de Spille-bien: die hond met zijn magere poten (nl. de hazewind) (WNT 14, 2819); - 5695 'tHaghjen: het stuk vlees (WNT 5, 1507); - eer...omme-sien: in een oogwenk; - 5696 Tamme Rekels: cf. de 'twie Lobbens' uit v.5692; - 5697 Krijters: jankers; - 5698 Hoofsen Flinck: gewiekste slimme- | |
[pagina 181]
| |
rik met hoofse manieren (WNT 3, 4556); - 5699 mit...swinck: in een oogwenk (Oudemans 1869-80, dl.6, 712); - 5700 treek: list, streek (WNT 17 1-2, 2422-3); - loeren: schelmen (WNT 8, 2564); - 5701 roeren: in verband brengen, toepassen (WNT 13, 787); - 5703 Schalckheyt...ongerief: boosaardigheid of ook sluwheid brengt veel ongemakken voort, zorgt voor ongemakken; - 5705 Gaeuwert: vluggerd; - inde klampen: in zijn greep, in zijn klauwen (WNT 7, 3365); - 5707 Scheenen blaauw: men heeft nl. een blauwtje gelopen; - 5708 jollen: janken (WNT 7, 335); - Bracken: jachthonden; - 5709 Liet...sacken: liet ik ook mijn gedachten gaan; - 5714 Tijgen...vlucht: op de vlucht slaan; - 5715 Bloo...gerucht: een lafhartig gemoed (i.c. van de hazen) vreest een slecht geluid (nl. het geblaf van de jachthonden); - 5719 in...Kust: in onze contreien; - i.m.1: Over-peynsen...over-sien: nadenken geeft inzicht; - i.m.4: Flincken Lincken: slimmeriken halen streken uit, bedriegen (WNT 8, 2438); - i.m.5: smeer: veeg (WNT 14, 2094); - i.m.7: Een...Schalck: m.a.w. een valk die niet kan zien, weet zelden te verschalken; - i.m.9: Vervaerden: bangeriken. | |
p.201Annotatie - 5721 rijck vermeeren: sterk doen uitbreiden, groeien; in rijkdom doen toenemen (WNT 20 1, 1255-62); - 5722 bracke Twist: de twist van de jachthonden; - 5723 Van...gesplist: zoals de strengen in een gevlochten touw uit elkaar gehaald; - 5724 Snappers: kwaadsprekers (WNT 14, 2259); - die...benyen: die afgunstig zijn op iemand anders; - 5725 lyen: verdragen; - 5726 die...pijnt: wier hart pijn doet; - 5727 As...schijnt: bedoeld wordt: wanneer iemand anders een geluk te beurt valt (Stoett 1943, dl.2, 539-40, nr. 2659); - 5728 in...preken: in het preken; - 5729 Laatset...steken: dat ze het onthouden, op zichzelf toepassen (WNT 15, 1195); - 5730 mit...Quack: met een grap, bij wijze van grap (WNT 8, 672); - 5732-3 Van...'tbeste: over (het gedrag van) de vijfde en zesde (hond) is mijn gevoel nu het beste (m.a.w. daarvoor voel ik het meest); - 5735 Wat...vermagh: wat eensgezindheid weet tot stand te brengen; - 5736 Huysbewaarders: honden bewaken nl. het huis; - kickten: gaven geen geluid; - 5739 weunt: woont, verblijft; - 5741 rechte...manieren: het juiste, goede gedrag; - 5743 de selve keer: dezelfde wending; - 5744 in...ovér-mercken: bij het bekijken hiervan; - 5748 Dit...wesen: cf. v.5732-3; - 5749 e lesen: gelezen; - 5750 Soo...thans: zo mag nu de vreemde betekenis; - 5751-2 An...gedragen: tot in het kleinste detail op de plichten van man en vrouw worden toegepast (WNT 3, 3608); - i.m.1: Lijdt Spijt: duld, verdraag hoon, smaad, kwaad, onrecht (WNT 14, 2796-7); - i.m.1 sluit aan bij 'Twist' (v.5722); - i.m.2: pijnen: pijn doen; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 440 en dl.3, 358-9 (met o.m. verwijzing naar Zegerus) en Stoett 1943, dl.2, 539-40, nr. 2659 (met verwijzing naar zeventiende-eeuwse vindplaatsen); - i.m.5: huys-houd: woont, orde op zaleen stelt; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 241 (in gewijzigde vorm ook bij Gruterus); - i.m.6: stichten: brengen tot stand, zijn stichtelijk (?); - i.m.6 sluit aan bij v.5751; - i.m.7: Beduydigh...luydigh: betekenis komt te voorschijn, laat zich horen (?); - Lm.8: logendompen: dampen van de leugen; - de schijn: het schijnsel (nl. van de waarheid). | |
[pagina 182]
| |
5756 Houw: wacht even, hou even op; - 5757 Stutje Tongh: hou je tong tegen, beheers je tong; - 5758 Lijckje: vergelijk je; - 5759 Falikant...Geest: je verstand heeft het nu helemaal mis (WNT 3, 4365); - 5760 hongdigh: zoals een hond; - 5761 Vier-voet eens: loop eens op vier poten; - roerje gaatje: draai wat met je achterste; - 5766 Schoortmen...dan: draag me dan op je rug (WNT 14, 892); - 5767 Dat: zodat; - scharlingh: schrijlings; - 5770 Huysso: uitroep waarmee dieren worden aangepord (WNT 6, 1327); - 5771 Zaal: zadel; - 5772 op-sitte: rechtop zitten; - Snyer: kleermaker; - 5775 oock...Vaar: vind je dat ook niet, vriend Lubbert; - 5776 Deuntje: grapje (WNT 3, 2459); - 5778 waart: zou zijn; - 5780 Flabbers: flaporen, lange oren (WNT 3, 4502); - 5782 Soo...Tuygh: dan zou je vaalgrijze rug mijn leizeel, teugel, zadel en tuig tegelijk zijn; - 5784 Hoe...malje: hoe sla je nu op een duivels beestachtige manier gekkigheid uit (WNT 2, 2193 en 2; 1341); - 5785 kalje: sta je te raaskallen (WNT 7, 1010); - i.m.1: By beeltenissen: door middel van beelden, afbeeldingen; - onvernuftige: de onverstandiger - i.m.2: Goet...Kats: de betekenis is niet duidelijk: wat goed is voor de hond, hoeft het daarom nog niet te zijn voor de kat (?); - i.m.2 sluit aan bij 'hongdigh' uit v.5760; - i.m.3: lustigh: bereidwillig (WNT 8, 3353); - i.m.4: Veel...wercken: wie te gemakkelijk voldoening geeft in zijn woorden, voldoet zelden met zijn daden; - i.m.4 sluit wellicht aan bij de aanvang van Lammerts claus (v.5756-9): Lubbert wordt daarin een loze 'Prater' genoemd; - i.m.5: Verdraegt...selven: zowel verdraag jezelf, maar ook: draag jezelf naar een andere plaats (in aansluiting dan bij Lammerts voorstel om op Lubbert te rijden); - i.m.6: Verwint...gemoedt: overwin wat in je binnenste omgaat; - i.m.6 sluit wellicht nog aan bij het vorige i.m. | |
p.203Annotatie - 5787 Wt...grondt: vanuit goede beweegredenen; - 5788 Gelijckenissen: vergelijkingen; - 5789 En...missen: en slechts schoten die geen doel hoeven te treffen; - 5791 'twaar...grouw: dat zou een gruwel zijn (WNT 5, 1188 en 1158); - 5792 onverlaten: snood, slecht (WNT 10, 2113); - 5794 Deuse Re'en: deze woorden; - 5795 om 'tverlengh: om het langer te laten duren (WNT 20 1, 815); - 5796 stijff-an: flink, hevig (WNT 15, 1612); - 5797 luydbaer: met veel lawaai; - 5799 Naeje...leetste: (gaan) naar Soetje, de oorzaak van je lief en leed (?); - 5800 Prangen: de beknellende toestand; - 5803 Duyen op: toepassen op; - 5804 Op een Tijdt: eens; - mijn Besje: mijn grootje, mijn oudje (WNT 2, 2093); - 5805 al dit resje: wat nu volgt; - 5808 gepaarde Huys-gesinnen: in gezinnen waar de echtgenoten bij elkaar zijn gebracht; - 5809 vinnen: vinden; - 5811 Naemaels: later; - 5813 Daerom...vermindert: m.a.w. dat doet niets af aan het huwelijk, het huwelijk verandert er niet door; - 5815 d'Echten-Staat: het huwelijk; - i.m.1: Om...allen: om niets, om niemendal; - i.m.6: Oudt...koocken: m.a.w. het is nog best bruikbaar; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 281 (met o.m. verwijzing naar Gruterus); - i.m.6 sluit aan bij 'Besje' en 'Oudt Moer' uit v.5804 en 5810; - i.m.7: Jonckheydt...oogen: jongeren, let op met wijdopen ogen ('open oogen' contrasteert daarbij uiteraard met 'siet toe'). | |
[pagina 183]
| |
winst boeken; - 5823 'twilder spoen: het gaat hen voorspoedig (WNT 14, 290); - 5824 Warelt: wereld; - 5825 foey: te verachten (WNT 3, 4600); - d'aar: de andere; - 5829 veer: ver; - elcke reysjes: elke keer; - 5830 ontallijck quaat: niet te tellen kwaad; - 5831 Inde sleep: in het gevolg; - 5832 sen...leven: ze zouden nooit in hun leven trouwen; - 5833 beschreven: m.n. in Lk. 12, 22-4; - 5835 Decksel: kleding (om zich te beschutten); - 5837 Leuyers: luieriken; - krijgen 'tKosje: krijgen de kost; - 5839 Boeken sy: onderwerpen zij zich; - 5840 AL...schalie: het is al te wijs dat wij zo roepen (WNT 14, 234); - 5841 laetje...vatte: laat je pleidooi achterwege; - 5843 qua gewent': slechte gewoonte; - 5844 korte: besluiten, of ook: (de reis) korter maken (WNT 7, 5735); - 5845 Steeck...sporten: m.a.w. stop de wagen; - i.m.4: Of...Tijdt: m.a.w. lachen en wenen wisselen elkaar af; - i.m.8: Een...meer: een wijze brengt vele (wijzen) voort, een gek nog meer zotten; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 213 (met o.m. verwijzing naar Cats); - i.m.9: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 170 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en Cats). | |
p.205Varianten - De gereproduceerde p.205 geeft staat II van buitenvorm Cc weer naar het exemplaar 50. 5870 staat I: Alsser onweer; staat II: Asser onweer [wellicht gaat het hier om een perscorrectie in staat II (en niet omgekeerd); vgl. nl. met de gelijkaardige correctie in v.2611 (zie het variantencommentaar aldaar); een bijkomend, maar uiteindelijk weinig valabel argument is dat de variant van staat I in een geringer aantal exemplaren werd aangetroffen].
Annotatie - 5848 slacht: lijkt op; - 5849-50 Die...mekaar: waarvan men vaststelde dat ze niet met elkaar kunnen opschieten; - 5858 Wijse-weet-als: wijze allesweters; - 5862 geknocht: geknoopt (WNT 7, 4713); - 5863 gewrocht: gemaakt; - 5866 wel neen: van niet; - 5869 luycken: te sluiten (WNT 8, 3235); - 5870 hardt gerucht: hevig lawaai; - 5871 Buyen-buldert: buldert als een bui; - 5872 warre-geesten: verwarde geesten; - 5874-5 Daarjet...breedt: waar je de uitlegging, de duiding uitvoerig van kent, tot in het kleinste detail, in het lang en het breed uiteengezet hebt; - 5876 Die...sagen: die het graag vol weerbarstigheid (i.p.v. vol eendrachtigheid) zagen (WNT 4, 107 en 6, 1125-6); - i.m.1: wert bestandigh: blijft duren; - i.m.2: Niemant...is: niemand houdt iets voor zeker omdat zijn lot te wisselvallig is; - i.m.2 sluit aan bij de onstandvastigheid waarop het vorige in margine zinspeelt of sluit mogelijk ook aan bij v.5852-3; - i.m.5: Harreboméé 1856-70, dl.2, 24 licht deze spreuk verder toe met: 'Terwijl men den schijn aanneemt, alsof hij, op wien men 't spreekwoord toepast, een groot man is, wijst men eene zaak aan, waartoe slechts een groote man noodig is'; - i.m.6: Vast wast: vastheid groeit (of staat 'wast' hier verkeerdelijk voor 'vast'?); - i.m.7: cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 232 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus, Sartorius en De Brune); - i.m.7 sluit aan bij v.5866-7; - i.m.8: Vet...plet: mogelijk kan dit in margine als volgt worden gelezen: vet zet smet (vet maakt plekken), vet belet dat iets geplet, verbrijzeld of beschadigd wordt (MW 7, 1010, WNT 7, 1632 en 12 1-2, 2622); - i.m.10: Maal-Geesten Quaal-Beesten: geesten die dolen, zijn als kwade dieren. | |
[pagina 184]
| |
1262); - 5880 'Tsel...dienen: dat mag niet als verwijt worden gebruikt; - 5881 lienen: lenen; - 5882 Geld...Handt: geld (m.n. om voor Lubbert te betalen in de herberg) en hand (nl. om Lubbert te bevrijden uit de handen van de twee bedelboefjes; zie ook v.5885-7); - 5884 Liep...stuyven: vluchtte ik toen wel van je weg; - 5885 by...kluyven: door de klauwen van de schelmen (WNT 7, 4411); - 5886 bekrosen: bevuild (WNT 2, 1643); - 5889 gaauw: schrander (WNT 4, 347); - 5892 Stryer: voorvechter; - 5897 af-grijsen: afgrijselijk iets; - 5904 schoflen...regh: op mijn rug sjorren (WNT 14, 766); - i.m.1: Vroom: kracht (mogelijk ook: deugdelijkheid, eerlijkheid); - moet blijcken: moet zich tonen; - Loom: wat traag is, niet flink is; - het is niet. duidelijk waar deze glosse bij aansluit; - i.m.3: i.m.3 sluit aan bij v.5880-7 waarin Lammert een beroep doet op Lubberts dankbaarheid; - i.m.4: dezelfde spreuk ook op p.133, i.m.4 (vgl. ook het commentaar aldaar): 'dubbel grondigh' verwijst dan naar de onoprechtheid (van een dubbele tong); - i.m.6: Danekbaerheydt: verkeerdelijk voor 'Danckbaerheydt'; - i.m.8: i.m.8 sluit aan bij de band van de liefde waarvan in v.5900-1 op boertige wijze sprake is. | |
p.207Annotatie - 5907 gaat...an: m.a.w. raakt je helemaal; - 5909 voor...vuyst: zo meteen; - 5911 Komtet...alder-naest: komt er her dichtste bij (nl. bij de 'Liefdewercken', v.5908); - 5912 voorje staan: voor jou borg staan (WNT 15, 66); - tuygen: betalen of ook getuigen (WNT 17 1-2, 3748-9 en 3758); - 5913 rechten: rechtstaan; - 5918 Soet: het meisje Soetje; - 5921 het vuyltjen: het werkje; - 5924 Packen: lasten; - 5925 Schoften: schouders; - 5927 Schooren...huyt: op je rug vastmaken (WNT 14, 892); - 5929 Tot...Sorgen: boordevol hoop en zorgen; - 5930 Dat: zodat; - 5933 vyeren: sparen, ontzien (WNT 21, 354-6); - i.m.1: i.m.1 sluit aan bij v.5909 en mogelijk ook bij v.5912; - i.m.3: Moedtvaerdigheyt: hier wellicht voor: bereidvaardigheid (vgl. met v.5912: 'Ick wil'); - i.m.4: i.m.4 sluit aan bij v.5918; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 63 (met o.m. verwijzing naar Gruterus); - i.m.5: cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 19 (met o.m. verwijzing naar Gruterus, Cats, en De Brune); - i.m.8: i.m.8 sluit aan bij de betekenis van de vorige glosse; - i.m.10: Beleydt: bestuur, overleg (WNT 2, 1702). | |
p.208Annotatie - 5936 klappens: woorden, praatjes; - 5941 hellip: hulp; - 5943 'tBeurt: het gebeurt; - 5944 Heytet...betreden: is het twintig jaar geworden; - 5945 Nijdt: afgunst; - bestreden: belaagd; - 5946 tels: 'tels' verkeerdelijk voor het rijmwoord 'telt'; - 5947 Soo...Velt: gaat het als man of vrouw (m.a.w. getrouwd) door het leven; - 5949 Inde...Gedachten: in lichaam of in geest; - 5951 Geylheyt: de wellust; - 5953 Leefme: leeft men; - karigh: zuinig; - schromen: angst; - 5955 vijs: knorrig; - maalt: suft (WNT 9, 144); - 5957 Loopmen...stenen: loopt men te kermen, te knorren en te steunen (WNT 7, 297-8 en 3, 1866); - 5958 maff: krachteloos (WNT 9, 87); - 5963 felle: een vast epitheton bij de 'Doodt'; - 5964 hen: hier wellicht voor 'hem'; - 5969 Doodt...Zielen: door de dood worden lichaam en ziel nl. gescheiden; - i.m.1: de karakteriseringen uit deze glosse werden telkens naast de beschrijving van de betrokken levensfasen geplaatst: 'Onbehulpighlijck' sluit aan bij v.5940-1, 'Onderdanighlijck' bij 5942-3, 'Teel-suchtighlijck' bij v.5944-5, 'Neerstighlijck' bij v.5946-7, enz. | |
[pagina 185]
| |
p.209Annotatie - 5972 Tyen: tijden (cf. v.5962-67); - 5973 glyen: gaan; - 5975 verknijst: uitgeteerd, weggekwijnd (WNT 20 1, 363-4); - 5976 'kWeet...vatte: ik weet niet hoe jij het kan begrijpen; - 5977 Sobus Maat: kerel, maat; - 5978 niet...Beet: helemaal niets; - 5979 geslepe: vernuftige; - 5981 beginsel grijpen: laat ons dan beginnen; - 5984 Knoeten: domkoppen, vlegels (WNT 7, 4725); - meten: vatten, begrijpen (?); - 5985 Wat...weten: wat snuggeren dienen te kennen; - 5986 Sloncken: lomperiken (WNT 14, 1870); - 5987 'tvoor-maal: hier wellicht voor: in de toekomst, na wat voorafgaat; - geschien: gebeuren; - 5988 Laat...soecken: laat ons buiten (de stad) het binnen (wat in de stad leeft) zoeken; - 5989 ruym: open veld; - uyt...hoecken: nl. van de stad; - 5992 om...luchje: om wat frisse lucht; - 5993 In...Kluyten: in het veld; - an...Kluchje: bij een duinrug (WNT 7, 4391); - 5996 Schinckels: leden, benen (WNT 14, 431); - 5997 te waggel-wiggel-schoeren: de schouders wat los te maken (WNT 14, 760); - 5999 Steedtje: een plaatsje; - i.m.1: om-stoot: stoot (iemand) omver; - ontgroot: maakt klein; - i.m.2: cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 222 (met o.m. verwijzingen naar Servilius, Zegerus, Gruterus, Cats en De Brune); - i.m.3: Weetje wat: wanneer je wat weet, dan... (vgl. Visscher 1949, 147: 'Wie wat weet/ die komt het te pas');.- i.m.4: beslabben: vuil maken; - i.m.4 sluit aan bij v.5980; - i.m.5: Harrebomée 1856-70, dl.3, 7 licht deze glosse bij Van de Venne minder correct toe met: 'Men past dit toe op slenteraars, die met hunnen ledigen tijd geen' weg weten'; - i.m.6: i.m.6 sluit aan bij het vorige in margine; - vgl. met p.245, i.m.1: 'Waer vol-op is/ daer schaftenen de ruymte'. | |
p.210Varianten - De gereproduceerde p.210 geeft staat II van buítenvorm Dd weer naar het exemplaar 50. i.m.3: staat I: Die wat in't Vyer heeft // verlooren heeft/ moet het // inde Assen weder soeckê; staat II: Die wat int Vyer ver- // loren heeft/ die moet het // inde Assen weder soeckê [perscorrectie in staat II: de foutieve constructie uit staat I wordt gecorrigeerd].
Annotatie - 6000 gaatje wegen: ga je eigen weg; - 6004 Lappe-sleept: loop met je vodden rond; - 6005 Over geuns-zy: aan de andere kant; - 6007 te woelen vry: vrijuit rond te wandelen; - 6008 As...binne-Gasten: wanneer, terwijl de mensen binnen Den Haag; - 6009 over-lasten: overladen (WNT 11, 1824); - 6010 Dat: zodat; - 6011 En...plomp: en m.b.t. alle zaken dom (WNT 12 1-2, 2741); - by gelegentheyt: op deze plaats, op dit moment (WNT 4, 1114-6); - ledighe: verpozende, zonder werk; - 'twettelijck Werck: het slijpende Werck, de arbeid van het wetten, slijpen; - blijekende: zoals uit het vervolg zal blijken; - aerdigh: op een aangename manier; - nae...waerde: volgens hun waarde; - ROND...WT: kennelijk ter aanduiding van het draaien van de slijpsteen; 'Rond Wt' verwijst daarbij ook naar de oprechtheid van de 'scharp-Reden'; - Aen-spraecke: toespraak (WNT 1, 339); - 6012 verletten: verliezen (van tijd of geld) (WNT 20 1, 825-6); - 6014 al de Lien: iedereen; - 6018 Van...Luy: uit het gekrioel van de menigte; - 6019 Hier...gekruy: om hier zo alleen rond te kruien (nl. met zijn slijperswagen); - i.m.1: laff: slap, krachteloos (WNT 8, 913); - i.m.3: Die...soecken: m.a.w. men moet zoeken waar het te vinden is; - i.m.3 sluit aan bij de prozapassage voor zover deze het heeft over de rust buiten Den Haag die door de Botte | |
[pagina 186]
| |
Slijper wordt opgezocht; - i.m.4: Hoor...sien: verneem uit wat je ziet; - i.m.6: vgl. met p.62, i.m.5 ('Hooge dingen lijden veel aen-stoot') en met p.251, i.m.4 ('Die lange Neusen hebben lijden veel aenstoot'). Vgl. ook met Harrebomée 1856-70, dl.1, 361 (met o.m. verwijzingen naar Servilius, Zegerus, Gruterus, David, Sartorius, Cats en De Brune) en Stoett 1943, dl.1, 384, nr. 999. | |
p.211Annotatie - 6021 van binnen: aan de binnenkant; - 6022 gaat...swangh: heersen op dit ogenblik, zijn gebruikelijk; - 6023 drangh: gedrum; - 6024 verdringen: door het zich door de menigte te wringen (cf. nl. 'inden drangh', v.6023); - 6027 Krijgt...hoops: verkrijgt veel; - 6029 wesen s: hier verkeerdelijk voor 'wesen'; - 6030 Tras geloop: het hevig lopen, najagen; - 6032 Mit...komen: omdat ze nl. een opdracht hebben voor de Slijper; - 6033 Rijcke...genomen: m.a.w. men dient te letten op elke gunstige gezindheid waar rijkdom valt uit te puren; - 6035 neer-gedruck: achteruitgang; - 6036 Sticken: die hij nl. slijpt; - 6037 Door...beschicken: omdat ik de dingen krom of recht maak (WNT 2, 1980-1); - 6038 veel...Knecht: de knecht van veel bazen; - 6039 Oock...slecht: zowel ten goede als ten kwade (?); - 6040 Voogdt: cf. nl. v.6036; - lijd' gebieden: en duld dat men mij beveelt; - 6041 rond-om: overal; - 6042 Ick...nat: de betekenis is niet erg duidelijk: ik kan alles (zowel het droge als het natte) aan (MW 8, 2157); of verwijst 'gantsch droogh en nat' naar de slijper zelf die nat wordt van de slijpsteen (die voortdurend met water werd begoten) (?); - 6043 Plompe: botte; - 6044-5 ontset...treden: ik beweeg mijn bovenste ledematen in kadans met het trappen van mijn voeten (om de slijpsteen aan het draaien te houden) (WNT 10, 2062); - 6048 focken: passen, betamen; - i.m.1: smodderingh: vuiligheid (Oudemans 1869-80, dl.6, 369-70); - smeersel: het vet; - i.m.2: Waer...houden: m.a.w. waar het geluk moet komen, zich zal vestigen, daar kan men hef niet uithouden (door het teveel aan volk dat zich ook op die plaats wil ophouden); - i.m.2 sluit aan bij v.6027; - i.m.3: zijn Wint-klievers: m.a.w.: klieven slechts de wind (en bereiken niets anders dan dat); - i.m.4: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 456 (met o.m. verwijzing naar Cats); - i.m.4 sluit aan bij v.6033; - i.m.5: Vat...Wat: grijp naar iets, m.a.w. grijp de kans wanneer deze zich voordoet; - i.m.7: i.m.7 sluit aan bij v.6044-5. | |
p.212Annotatie - 6049 je...jocken: je maakt gekheid, je bent grapjes aan het maken; - 6050 'tspitsen: het scherpen, wetten; - 6051 niet...beet: helemaal niets; - 6052 deur-heen: volledig, door en door (WNT 3, 2977); - 6054 verdraeyt: bedrogen, bedod (WNT 19, 1377); - 6055 Ooren...genaeyt: van ezelsoren voorzien (m.a.w. gefopt en bedrogen) (WNT 11, 38); - 6056 Snegers: verstandigen, slimmerds; - mé...grijpen: bij vastgrijpen; - 6057-8 Om...verslijt: om hem (de persoon met de aangenaaide ezelsoren) voort te slepen, tot aan de slijpsteen waar hij geslepen wordt tot de kei die in zijn hoofd rondtolt, weggesleten is (WNT 7, 2049-50 en 8, 1704); - 6059 'tSchijnt...benijdt: het schijnt dan alsof men het alleen op de kei heeft voorzien; - 6060 lossen...Keyen: alle keien weghalen; - 6061 Koen: hier wellicht voor: flinke kerel; - leyen: brengen, leiden; - 6062 aan...draey: bij het gedraai van de slijpsteen; - 6063 fraey: op een fraaie manier; - 6065 over-wijcken: buigen (WNT 11, 2223); - 6066 Houw: houd; - Regh: | |
[pagina 187]
| |
rug; - 6068 schoor: hijs, schraag (WNT 14, 892); - 6070 Hangtje...swaar: weegt je borst wat te zwaar door; - 6071 naar: dichterbij; - 6073 mooy...weven: mooi te zwieren, te zwaaien (MW 9, 2066-7); - 6074-5 Of...'tgedroel: of om het woest gespartel en gewriemel om los te raken, tegen te houden (WNT 3, 3477); - 6076 Is...meenen: spreek je zoals je denkt; - 6077 Soo...leenen: zo wil ik mezelf ter beschikking stellen; - i.m.2: Hey...Geck: verwijst hier kennelijk naar de kei der dwaasheid; wellicht wordt hier bedoeld: wanneer men, als men door de kei gekweld wordt, hulp ('help-gebreck') inroept, dan geraakt men zijn gekheid, dwaasheid kwijt; - i.m.3: 'groff' alludeert hier op 'Leelijck', 'fijn' op 'sonder pijn'; - i.m.3 sluit wellicht met 'Leelijck' aan bij 'fraey' uit v.6063; - i.m.4: i.m.4 sluit aan bij 'kijcken' uit v.6064; - i.m.5: de betekenis is niet meteen duidelijk; met 'achter-deel' wordt wellicht het 'achterste' bedoeld: je achterste (waarop je bij het vallen terechtkomt) brengt je voordeel bij wanneer je valt; - vgl. ook met de situatie in v.6064-75: Lubbert ligt met zijn buik op de rug van Lammert om geslepen te worden; - i.m.6: vgl. p.99, i.m.3: 'Waer het met segghen te doen!'. | |
p.213Annotatie - 6078 Mop: sukkel (WNT 9, 1122); - 6079 lellen: oren (WNT 8, 1532); - 6080 Huysso: vooruit (WNT 6, 1327); - peur-op: beweeg je wat omhoog, hef je erop (WNT 12 1-2, 1446); - Plugge: lummel (WNT 12 1-2, 2804); - 6083 Botte-kaeck: botterik; - 6084 By aldien: indien; - 6085 Datje...grouwen: zodat je in het vervolg van het duwen en knijpen zou gruwen; - 6086 wonder wijs: bijzonder wijs; - 6087 wacht: verwacht, wacht op; - Slijpers Prijs: beloning voor de slijper; - 6089 het...Bot-ontgroven: het wegwerken van je domme botheid; - 6092 wend...soetjes: draai maar lustig verder; - 6093 Voegdje...Voetjes: vgl. met v.6044-5; - 6094 me: mijn; - 6095 Hooft-scheel: hersenpan; - 6096 men: mij; - 6098 let...Stick: let toch op de zaak; - 6101 Nae begeeren: zoals het moet zijn en zoals je het verlangt; - 6102 van passe: geheel zoals het moet; - 6105 En...Smetten: en je hoeden voor een al te zware toetakeling (vgl. WNT 10, 2066-7 en 14, 2141-3); - 6108 Laetme wijcken: laat men jou niet snel weggaan, laat men jou niet snel los; - 6109 staen...kijcken: staan te kijken; - i.m.2: in toepassing op v.6087-9 wordt hiermee bedoeld: wie geslepen is, hoeft niet bij de slijper te worden gebracht; - i.m.2 sluit met 'schoone' daarnaast ook aan bij 'vuyle' uit v.6090; - i.m.3: lichten swaer werck: maken zwaar werk licht; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 155 en dl.3, 169 (met o.m. verwijzing naar Servilius, Zegerus, Sartorius, Gruterus en De Brune); - i.m.4: i.m.4 sluit aan bij v.6099; - i.m.5: voor...komen: voor zich krijgen (de bocht is eig. de kiel van het schip, WNT 3, 16 en 70); m.a.w. even vaak als men dingen grijpt, zijn er dingen die de grijpers voor zich krijgen; - i.m.5 sluit aan bij v.6104. | |
p.214Annotatie - 6110 Hier...doen: hier rond deze wondere bedoening; - 6112 van...rocken: van het wegslijpen (vgl. met v.6058) weg te halen; - 6113 Moeke: meisje (WNT 9, 1013); - 6114 mooy gepluymt: bedoeld wordt: met een hoed met mooie pluimen (cf. de gravure op p.214); - 6115 'tdrollig-dom: de gekke, domme streken; - beluymt: belacht, grapjes over maakt; - 6116 gins-aen: ginds, daarbij; - 6117 Die...houwen: die zich op een komische manier vreemd gedra- | |
[pagina 188]
| |
gen; - 6118 Naer...pinck-oogh: volgens dat ik het kan bekijken met knipperende ogen; - 6119 Staet...stil: m.a.w. schudden ze met hun hele lichaam; - 6120 laat...blijven: stop er nu maar mee (WNT 2, 2843); - 6121 mijn Dregert: mijn kruier, wie mij draagt, i.c. Lammert; - 6122 Stelt...gelaets: maakt hij wat te veel omhaal (WNT 4, 1027); - 6124 Aan...genoegen: aan het bekijken van dit tafereeltje heb ik genoeg plezier; - 6125 Laat...ontvoegen: laat wat bij elkaar gevoegd was (cf. nl. Lubbert die op Lammert lag), nu eens uit elkaar gaan (WNT 10, 2018); m.a.w. laat mij Lubbert nu laten gaan; - 6126 jou Vocht: nl. het slijpwater; - 6127 onder-vleysje: achterste; - mat: hier wellicht verkeerdelijk voor 'nat'; - 6128 muyle-knillen: gezichten in je greep knellen (nl. om te slijpen); - 6130 Frick: oude sullige man (WNT 3, 4679); - 6131 Leendt...Klick: maak even gebruik van die Leendert (een gebruikelijk boertige eigennaam, hier ook in zinspeling met 'Leendt') met zijn kolfstok (WNT 7, 4038) (vgl. met de man links op de voorgrond van de ets op p.215); - 6132 Vreeser: bangerik; - 6133 Op...bogen: cf. nl. de figuur rechts op de voorgrond van de gravure op p.215; - neer 'e bogen: neergebogen; - 6134 een lange wijl: reeds geruime tijd; - 6135 sen Besjes: van zijn oude Besje, van zijn oudje, grootje; - 6136 snippend': knippend (WNT 14, 2365); - diefse: vinnig (WNT 3, 2524); - 6138 'tHacke-Mesje: het hakmesje; - Moer: moeder; - i.m.1: i.m.1 sluit wellicht aan bij v.6113-5: de 'jonge Moeke' en de 'Ionckheer' behoren immers niet tot de stand van de slijper, de boeren of de overige omstaanders, en zijn dus vreemden in deze context; - i.m.2: Het...pijn: het is slechts een valse schijn van pijn die men heeft wanneer men zich spiegelt aan de pijn van iemand anders; - i.m.2 sluit aan bij v.6113-9; - i.m.3: i.m.3 sluit aan bij v.6124 waarin Lammert genoegen neemt met het bekijken van het slijpen zonder zelf het scherpen te hebben ondervonden; - i.m.4: licht: gemakkelijk; - i.m.4 sluit aan bij v.6124; - i.m.7: Een...naer: een schaar die graag knipt, hapt voortdurend naar alles en nog wat. | |
p.215Annotatie - 6140-1 Om...beschricken: om zijn gezicht vol afkeer te trekken in een plooi van bespotting of angst; - 6142-3 As...Stien: wanneer hij als nieuwigheid, voor het eerst heeft zien scherpen aan de hand van een botte steen; - 6144 verschoonen: verontschuldigen, zonder meer (zonder te betalen) laten gaan (WNT 20 2, 82-4); - 6145 Mooye moeyte: flinke moeite; - loonen: vergoeden, belonen; - 6147 ongesint: ontevreden (WNT 10, 1686); - 6148 verstreken: voorbij; - 6149 Laet...aen-gekeken: kijk toe; - 6150 buyl-om-buygh: oneffenheden wegwerk (WNT 3, 1760); - i.m.1: Goede...werek: m.a.w. met goed gereedschap alleen al is reeds de helft van het werk gedaan; - i.m.3: ledigheyt: niets doen; - i.m.3 sluit aan bij v.6145-6; - i.m.4: cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 225 en dl.3, 324 (met verwijzing naar Cats). | |
p.216Annotatie - 6152 Hebje...stooren: heb je zin, zonder dat je je boos maakt; - 6154 Kisse-ketse: het geluid van het vonkende en scherpende metaal op de steen (WNT 7, 3142; vgl. ook WNT 7, 3179 en 7, 2538); - dat het speet: dat het spat (WNT 14, 2658); - 6157 schijn...springen: nl. bij het trappen om de slijpsteen in beweging te houden; - 6161 by treden: bij het trappen; - 6163 Past...heugt: let erop dat je de slijper in gedachten houdt; - 6168 Arent...Leen: de zangwijze | |
[pagina 189]
| |
verwijst naar Bredero's bekende 'Boeren Geselschap' (Bredero 1975, 47 en 1979b, 46-8); - 6169 Wachtje dan: hoed je er dan voor; - 6171-3 Wilt...Slijper: wil het verkeerd zijn voorkomen aan de hand van (wat) de Botte Slijper (hier zegt); - 6175 Slijpers-Knil: de knelling, de greep van de slijper; - 6176-321 de in fractuur gezette woorden kunnen achter elkaar als één zin worden gelezen: 'Kijckers: hoort hier dat goedt rondt met Reden wijst/ en wett'/ om te weten wat plomp kan aerdigh spits maken tot ciersel voor 'tVerstandt'; m.a.w. toeschouwers, verneem hier wat de volkomen ronde, oprechte steen met verstand aanwijst en inscherpt opdat je zou weten dat iets bots (m.n. de botte, ronde slijpsteen) toch bijzonder spits kan maken ter verrijking van het verstand; - 6178 En...mee: en (niet alleen scharen en messen maar) ook botte rommel en ander gerief; - 6179 bock...tree: vooroverbuig en trap; - 6180 begost: aangevangen, begonnen; - 6181 met...Vree: met een zoete en tevreden vrede; m.a.w. in alle vrede; - i.m.1: Beter...gelopen: m.a.w. het is beter om iets te doen dan te nietsnutten; - i.m.1 sluit aan bij 'vlijtigh' uit v.6155; - i.m.2: Palinghs-vellen: palingsvellen werden nl. gebruikt bij het herbinden van vlegels (WNT 12 1-2, 222); - om-loopen: rondloopt, zwerft; - i.m.3: Deugt...Vreugt: deugdrijke jeugd, gedenk de vreugde; - i.m.4: En meer: in v.6180 heet dit 'meer' de 'Kost'. | |
p.217Annotatie - 6183 opper-leden: bovenste ledematen; - 6184 in roeren: in beweging; - wanneer...drille-been: met de benen beweeg; - 6186 Ick...fraey: ik let bijzonder goed; - 6190 om...zy: opzij; - 6192 speet: spat; - 6195 mijn: mij; - na gerieff: om geholpen te worden; - 6196 Soo...beminnen: bedoeld wordt: en mij dus ook met hun welwillendheid begunstigen; - 6197 'tis...hart-geklieff: het is slechts slijpen dat ik doe (?); - 6202 tobbelt: hobbelend ronddraait (WNT 17 1-2, 259); - kletst: maakt een kletsend geluid; - kirst: knarst (WNT 7, 3138); - 6208 naet-gedraey: draaien van de naad (nl. bij het naaien ervan); - 6209 Spelde-wercksters swaey: het klossen van de kantwerksters; - 6211 'tSchijnt: het schijnt alsof ik enkel roest of aan het werk ben (de slijpsteen die niet gebruikt wordt, krijgt immers vlug een roestige kleur); - 6214 dienstig: behulpzame, nuttige (WNT 3, 2554-5); - naer: dichterbij; - 6215 Maeck...klaer: breng het nog eens in orde; - 6217 Soo...swaer: zo valt het terugkeren mij niet zwaar; - 6220 Lijme-stand: dwaas, gek (WNT 8, 2337; zie hierover: Vandenbroeck 1987c); - 6221 Redens-prangh: de knelling van het verstand; - i.m.2: Baet-winnen...binnen: voordeel en winsten laat men binnen(komen); - i.m.2 sluit aan bij v.6189-90; - i.m.3: Goet...hecht: rechtvaardigheid beklijft op een aangename manier; - i.m.3 sluit met 'Goet Recht' aan bij v.6296; - i.m.4: Wat...wildt: m.a.w. wat temt, maakt het wilde mat; - i.m.4 sluit met 'mildt' aan bij 'mildt' in v.6204 en bij het woeste ronddraaien van de slijpsteen zoals beschreven in v.6201-3; - i.m.5: Staegh...kan: gestaag doorgaan, vermag veel; - i.m.5 sluit aan bij 'staegh' uit v.6210; - i.m.6: Bereck gebreck: overhandig, geef wat gebreken vertoont (WNT 2, 1862); - i.m.6 sluit aan bij 6213-5; - i.m.7: kleden: rusten iemand uit, wapenen iemand, voorzien hem van het nodige (?). | |
[pagina 190]
| |
6255 staat I: geriefd' ick; staat II: gerieff ick [perscorrectie in staat II: v.6255 maakt nl. deel uit van het slijperslied waarvan de persoonsvormen in het presens staan].
Annotatie - 6222 Onweetigh: onwetende, domme; - 6223 in...gangh: door de band, doorgaans (WNT 4, 1370); - 6226 Spitse: scherpzinnige; - 6227 verbluft: overtroefd; - 6229 vermuft: versuft, niet erg snugger (WNT 20 1, 1499-1500); - 6231-2 die...Bry: die dingen uit een apotheek door elkaar mengen tot een brij in de klingelende vijzel; - 6234 my...mist: laat me niet voorbijgaan, zorgt ervoor dat hij mij treft; - 6239 Die...droogh: die laten mijn slijpsteen niet droog worden (cf. nl. het slijpwater); - 6241 Als...poogh: wanneer ik flink mijn best doe, mij inspan (WNT 12 1-2, 3036); - 6243 Redelijcke Setters: verstandige zetters (van drukwerk); - 6246 swacke Leen: lenige leden; - 6247 Die...klaert: die voor mij het lastige werkje opknappen; - 6249 Grage: begerige, gretige; - in...Rijck: bijzonder arm; - 6253 Soo...strijck: zodra ik mijn gereedschap, mijn slijperswagen (WNT 17 1-2, 3727-8) neerzet; of ook: zodra ik het gereedschap scherp (WNT 16, 47); - 6256 ontvlien: ontvluchten, uit de weg gaan; - 6257 Als...gebien: wanneer betalers hun een opdracht geven; - 6261 plotse: lompe, plompe (WNT 12 1-2, 2795); - Pelsers: bontwerkers, pelsbereiders (WNT 12 1-2, 1028); - i.m.2: Wis-leersaem: verstandig en leerzaam (MW 9, 2509); - i.m.3: Kunst-bereckers Gunst-betreckers: wie reikt naar de kunst, trekt de gunstige gezindheid (van de kopers) aan (WNT 2, 2248); - i.m.4: Sinne-Ploegers Reden-voegers: zij die het vernuft doorploegen, zijn lieden die verstandige dingen bijeenbrengen; - i.m.5: Varre Gissers Marre-missers: wie van ver gist, treft niet altijd doel; de betekenis van 'marre' is hier niet duidelijk; - i.m.7: Vette...asen: vette (rijke) bazen hebben het op mageren gemunt. | |
p.219Annotatie - 6264 recht: recht, geslepen (gereedschap); - 6267 Scheeps-kallefateraers: zij die de reten in het hout van een schip dichten (WNT 7, 946); - 6268 Duyge-kuypers: tonnenmakers, die de duigen, planken van een ton bijeenvoegen; - 6270-1 Och...Kaers: ach, met weinig voedsel en met veel sneeuw en ijs, zitten ze lusteloos bij het kaatslicht te suffen; - 6273 Droogscheerders: droogscheren: het gelijk afsnijden van de opstaande draden of haren van een droog laken (WNT 3, 3449); - 6274 snufjes: mode; - selden vol: zelden gevuld, steeds hongerig; - 6275 Tappers krul: boze tappers (WNT 8, 482); - hol: gulzig, onverzadigbaar (WNT 6, 874); - 6277 Dol: dolleman; - 6279 Reyne: eerlijke; - die...gewendt: die zich ook tot mij richten; - 6280 en...endt: en drijven tenslotte een ruilhandeltje (WNT 9, 197); - 6282 lorst: koopt op krediet (WNT 8, 2943); - luypt: loert (WNT 8, 3253); - 6283 Tot...geschent: tot wie anderen kwaad deed, zelf ook kwaad werd aangedaan; - 6285 Veylsters: verkoopsters; - 6286 Maffers: gekken, dwazen; - 6287 Die...gereedt: die zorgen ervoor dat ik klaar sta; - 6288 Rom-krom-slom: wat krom is (vgl. WNT 14, 1866); - een Sneeljen om: de betekenis is niet erg duidelijk: gaat het om een vechtpartij (vgl. nl. met i.m.4)?; - 6289 Dat...leet: dat doet mij veel verdriet; - 6291 op't gevrosen: op het ijs; - 6294 kalt: babbelt; - 6297 wonder klaer: bijzonder helder; - 6298 Beste-vaer: oude man; - 6299 Die...jaer: die zestig jaar oud zijn; - 6301 Stracks: meteen; - Diefse Schaer: de betekenis is niet meteen duidelijk: wordt met 'Schaer' hier schare, bende bedoeld dan heeft de Slijper het hier mogelijk over zijn huidige stelende (diefs, want te weinig betalend?) klantenkring (waarvan hij zich | |
[pagina 191]
| |
als brillenslijper -cf. v.6297-9- vanaf zou willen maken) (?); of moet 'Schaer' hier als het oneerbaar werktuig (de slijper scherpt werkelijk ook scharen) worden beschouwd waarmee men iemand afzet, besteelt, bedriegt (vgl. de zegsw.: 'daar hangt de schaar uit', men wordt daar gesneden, d.i. afgezet; cf. WNT 14, 157) (?); - 6304 Wie...sin: wie deze weetjes dan weten, die kennen nu ook wat ik weet; - 6305 Noyt...in: nooit veins ik; - i.m.1: Goede...soecken: de betekenis is niet meteen duidelijk: goede en kloeke kerels zoeken op een moeizame manier (?); sluit dan wellicht aan bij v.6268-71; - i.m.2: Schralen Dalen: mageren gaan ten onder; - i.m.3: Reuyl-vodders Bedodders: voddeventen die zich met ruilen bezighouden, zijn bedriegers; - i.m.4: Twisters Quisters: twisters zijn ruziemakers (vgl. Plokker 1984, 201) of ook: zijn verspillers; in lichtjes gevarieerde vorm ook te vinden in Harrebomée 1856-70, dl.2, 350 ('Twist Verkwist' met o.m. verwijzing naar Gruterus en Cats); - i.m.6: vgl. p.56, i.m.5: 'Elck by 'tsijn/ groff by groff/ en fijn by fijn'; - i.m.6 sluit aan bij v.6297: het fijne slijpen van de brillemaker, valt niet te vergelijken met het ruwe slijpen van de scharesliep; - i.m.7: Aerdigh...vergeten: goede kennis maakt de onwetendheid geringer (WNT 3, 3741-2). | |
p.220Varianten - De gereproduceerde p.220 geeft staat II van buitenvorm Ee weer naar het exemplaar 50. 6315 staat I: verloff. ; staat II: verloff; [wellicht een perscorrectie in staat II; vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van r.6373 op p.221 van dezelfde buitenvorm Ee].
Annotatie - 6306 Bescharpmen...meest: maakt men het meest de geest en het verstand scherp; - 6307 om goed-lofs-gewin: om goede lof te krijgen; - 6309 laet-dunckig: verwaand; - 6310 Trantelt: slentert, kuiert (WNT 17 1-2, 2048); - 6312-3 Soo...Naem: zo kan je je verstand laten uitbroeden tot meerdere eer van je naam en faam; - 6316 wappert: zwiert; - na'tHoff: naar het hof; - 6317 Sloovers: zij die zich uitsloven; - by het groff: bij het grove werk; - 6321 VAT... VATT': grijp datgene wat verstandig is, dat beklijft; - 6322 bereyden: klaarmaken; - 6324 Dies: daarom; - 6326 Sinne-Koppen: kerels met herssenen; - 6329 om Goet Oordeel: opdat men goed zou oordelen; - 6330 Veel...hoop-werck: veel doen heeft heel wat gepresteerd werk als resultaat; - 6331 plat...geseyt: ronduit gezegd ('plat' hier i.t.t. 'Ronde' uit r. 6332); - 6333-4 die...be-omme-komen: om de wereld al schreiend te doorgaan; - i.m.1: Al-om mal-dom: overal malligheid; - i.m.2: Hofs-Loff, Lofs-Hoff: de precieze betekenis van deze 'Spielerei' is niet duidelijk; kennelijk wordt het hof hier met lof in verband gebracht. | |
p.221Varianten - De gereproduceerde p.221 geeft staat II van buitenvorm Ee weer naar het exemplaar 50. 6373-4 staat I: Driederley Hoovaerdigen schuylter inde // Menschery; staat II: Driederley Hoovaerdighen schuylen inde // Menschery [perscorrectie in staat II].
Annotatie - 6343 nae: nabij; - 6345 keer-weer: cf. het cyclische karakter van de tijd (zie Melissen 1981-2); - 6346 slijten: ten onder brengen, ombrengen (WNT 14, 1757); - 6350 Rond...Boven: het ronde (de ronde wereld en de tijd) heeft een boven- en onderkant (draait voortdurend rond); - 6352 Al-om...Al: kennelijk om de alomtegenwoordige onstandvastigheid aan te duiden; - 6357 | |
[pagina 192]
| |
Blijdigh...Ledigh: kennelijk dienen deze regels ook horizontaal te worden gelezen en betekenen dan ook zoveel als: groot en hoog (m.a.w. de hooggeplaatsten, de machtigen) zijn blij ('Blijdigh') en leven volgens de goede zedelijkheid; wie zich onder hen bevindt ('Midden-Tusschen'), is steeds op zijn hoede en houdt zich van elk gevaar weg ('Mijdigh'; vgl. WNT 9, 704); de laaggeplaatsten evenwel (het uitschot; 'Kleyn-Onder') zijn zij die het erg te verduren krijgen, die lijden ('Lijdigh') maar ook die nietsdoen en dus nietsnutten zijn ('Ledigh'); - 6363 Wanneermer...gaen: wanneer men moet sterven; - 6364-6 Grijp...raeckt: grijp wat je niet kent uit (op de slijpsteen) gedraaide (en dus ook: geslepen; vgl. MW 9, 2144) Wet-spreuken (scherpende spreuken, maar ook spreuken met het statuut van een wet) voor wie het aangaat; - 6367 Wetten wetten: wetten maken scherp; - 6373-4 Driederley...Menschery: drie soorten hovaardigen vindt men in de mensheid; - i.m.1: Al broos Altoos: alles is altijd broos; - de vanitas-gedachte sluit hier kennelijk aan bij het begrip wereld; - i.m.2: Sleet eet: m.a.w. slijtage vreet; - i.m.3: Sonder...Loff: zonder dat er reden voor is, komt er geen lof; - i.m.3 sluit met 'stoff' aan bij r.6348-9; - i.m.4: Is't...weer: kennelijk ter suggestie van het voortdurend draaien: gaat het er niet overal om om rond te draaien, en om dan weer terug te draaien en vervolgens weer om te draaien; - i.m.4 sluit aan bij v.6350-1; - i.m.5: Elcken...voort: m.a.w. elke dag brengt zijn eigen zorgen mee; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 114 (met verwijzing naar Gruterus; vgl. ook Mt.6, 34); - i.m.7: Wis...wis: bedoeld wordt hier wellicht: zekerheid was er wel, was er wel zekerheid?; m.a.w. niets is zeker ook al denkt men dat er zekerheid is; - i.m.7 sluit dan ook aan bij de onzekerheid en onstandvastigheid van de wereld; - i.m.8: i.m.8 sluit aan bij v.6369-70; - i.m.9: By...harten: vanuit zijn eigen gesteltenis kent men de anderen (m.a.w. men moet zichzelf als maatstaf nemen voor de anderen); - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 286 en Stoett 1943, dl.1, 327, nr. 854; - i.m.9 sluit aan bij v.6373-5. | |
p.222Annotatie - 6379 heeft Haet: heeft last van afgunst, nijd; - 6381 heeft smaet: wordt veracht; - 6382 niet...stoet: duurt niet lang; - 6397 Naeuwe: i.t.t. 'Wijde' uit v.6390; - i.m.1: wachje: wees op je hoede; - i.m.2: Heel...Landt: vlug met de handen (in het werk) en graag, snel (WNT 7, 4493) in het eten, krijgt in menig land een plaats (vgl. WNT 5, 1759); vgl. met p.227, i.m.4: 'Knap eten, ras wercken, // Zijn goede op-mercken'; - i.m.3: ghedijdt best: levert het meeste voordeel op; - i.m.4: Gaet...mis: loopt zelden verkeerd; - i.m.5: rechten niet: gaan krom, of ook: staan niet op hun recht. | |
p.223Varianten - De gereproduceerde p.223 geeft staat II van binnenvorm Ee weer naar het exemplaar 50. 6422 staat I: Meer dan al de Handen doen; staat II: Meer dan al veel Handen doen [perscorrectie in staat II; vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in sraat II van v.6255 op p.218 van dezelfde binnenvorm Ee].
Annotatie - 6404 Neep-sprevcken: hekelende spreuken (vgl. Van de Vennes 'Neep-kluytjes' in zijn Sinne-mal; Van de Venne 1623, 101-9); - van OORSAKEN: rond redenen, m.b.t. redenen; - 6405-7 Oorsaeck...Godlijck: reden hebben | |
[pagina 193]
| |
om boos te zijn en men is het niet, is goddelijk, is typisch voor god; - niet...zijnde: zonder dat men gestoord wordt; - 6409 en...vergrammen: en zich dan ook boos maken; - 6411 om...zijn: om wel tevreden te zijn; - 6412 ende...blijvende: en toch blijft men vinnig stuurs; - 6414 Waer...waer: indien de waarheid waar was (m.a.w. men kan de waarheid niet kennen); - 6415 al 'tBeduyen: de gehele verklaring; - 6418 Ergens...Kust: ergens anders; - 6419 door het ronde: terwijl hij ronddraait; - 6420 dan...Monde: dan scherp ik met mijn mond, door mijn woorden; - 6421 spoen: voortbrengen, tot stand brengen (WNT 14, 2900); - 6427 BOT AF: de Botte Slijper gaat weg; mogelijk echter ook te lezen in het licht van v.6426: wacht tot ik nog eens het botte wegslijp; - die...Wett-Streken: die niet voldoende zijn geslepen (getroffen) door het ronde slijpen (het houden tegen de ronde slijpsteen), of ook: die niet genoeg getroffen zijn door de scherpslijpende terechtwijzigingen (WNT 15, 2140-1); - voegen: begeven; - Spoor: op de weg; - Fleemen: vleien; - sal op-scharpen: zal scherpen, slijpen; - mael: keer; - bescheydelijck: duidelijk, onmiskenbaar (WNT 2, 1964); - af-gescheyden: weggegaan; - lijdsame Stee-houwers: verduldige mensen die hier blijven staan; - i.m.1: cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 79 (met o.m. verwijzing naar Gruterus); - i.m.1 sluit aan bij v.6405-13; - i.m.2: Lijdt...Quaedt: verdraag wat kwaad is en ga het uit de weg; - i.m.3: By...winnery: in de menigte kan men winst maken (vgl. met Van de Vennes grisaille 'Bij het volck is de Neering', Plokker 1984, 74-5, nr.22); - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 393 (met o.m. verwijzing naar Servilius, Gruterus, Cats en De Brune); - i.m.4: om...wil: met het oog op verbetering; - i.m.4 sluit aan bij v.6419-20. | |
p.224Varianten - De gereproduceerde p.224 geeft staat II van buitenvorm Ee weer naar het exemplaar 50. 6454 staat I: been-gereck; staat II: bien-gereck [wellicht een perscorrectie in staat II (vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van r.6373 op p.221 van dezelfde buitenvorm Ee); ook in andere drukvormen komt de wijziging van 'ee' tot 'ie' voor: vgl. met het variantencommentaar bij v.7287 op p.254 van binnenvorm Ii en bij v.8017 op p.279 van binnenvorm Mm].
Annotatie - 6431 lincken: wegsluipen, weggaan; - 6432 Smet: oneer (die Lubbert werd aangedaan); - verdrincken: wegdrinken; - 6433 de moedt: het gemoed, of ook: je boosheid (WNT 9, 912-5); - 6434 verspoelt: weggespoeld; - 6436 onbelompe: onbehouwen, lompe, plompe (WNT 10, 996); - Mompe: bedriegerijen (?) (vgl. WNT 9, 1053); - 6438 pijpt: piept, knarst (WNT 12 1-2, 1743); - 6439 gaauwste: snuggerste, schranderste; - 6440 Weest...naauwste: 'ruymste' en 'naauwste' worden hier kennelijk gebezigd om twee uitersten aan te geven; - 6442 goed-rond: oprecht, rechtuit, eerlijk; - van pas: zoals het hoort; - 6444 Daarmen...vresen: waar men bang is, ook zonder dat er reden voor is; - 6445 gejuck: jeuksel; - 6446 Sel...mijn: zal ik van mij afzetten; - 6450 Wijs...van: wijs ik het af en doe het niet; - 6451 Lammen Schoorder: lamme (in toespeling op Lammens naam) kerel die mij op je rug schoof; - 6451-2 laat...treuren: laat ons naar de vreugde begeven en het getreur achterwege laten (WNT 12 1-2, 1446); - 6453 Helper...help-gebreck: jij die mij ter hulp kwam toen ik hulp nodig had (vgl. de grisaille 'Help gebreck!', Plokker 1984, 250-1, nr.107); - 6454 Maack...bien-gereck: strek je voeten en benen (nl. om vlug te lopen); - 6456 verleuren: verspillen, verloren laten gaan (WNT 20 1, 830); - | |
[pagina 194]
| |
verluymen: versuffen, verdoen, verluieren (WNT 20 1, 1047); - 6457 eens...keer: zich eens afwendt, ter neer gaat; - 6458 Noyt...meer: nooit komt het nog pronken (WNT 3, 1015); - 6459 mit...veeghje: snel, vlug; - 6460 'trechte: het juiste; - i.m.1: Daer...vinden: waar men iets in een goede toestand heeft achtergelaten, daar behoort men het niet in slechte omstandigheden terug te vinden; - vgl. met p. 113, i.m.5: 'Daermen 'twel heeft gelaten/ vindtmen het weder niet qualijck'; - i.m.1 sluit wellicht nog aan bij v.6430 van de vorige pagina; - i.m.2: Leet ontreet: leed maakt iemand zonder verstand; - i.m.4: juckt: jeukt; - Dreck: aan drek; - i.m.4 sluit met 'juckt' aan bij 'gejuck' uit v.6445; - i.m.5: Hou...van: m.a.w. hou het nu eens vast, laat het dan weer los; - i.m.5 sluit aan bij v.6448-50; - i.m.6: Leendt...'tGemeen: span je in voor het algemeen welzijn; - i.m.6 sluit aan bij v.6454; - i.m.7: nijpt: knijpt (en dus: toehapt). | |
p.225Annotatie - 6463 Koom...licken: kom er gauw ook van profiteren (WNT 7, 1338); - 6464 een Duympje schicken: een beetje opschuiven, plaats maken; - 6465 Als...win: als ik maar een plaatsje krijg; - 6467 By...kruycke: basterdvloek (WNT 4, 250); - 6468 Of...miendt: indien ruzie daaruit zou voortkomen omwille van wie je bemint (WNT 8, 65 en 9, 380-1); - 6470 harachter: loop heen (?) (vgl. WNT 6, 585); - 6471 om'tjockjes: voor de grap; - 6472 Sacker-Bocksen: vgl. sapperdebroek (vgl. WNT 3, 275-7 en 14, 25 en 101); - by Sock-jes: bij mijn sokken; - 6476 voor...onder-steeckje: dat ik jou je meisje afsnoep (WNT 10, 1475); - 6477 op een nieuw: opnieuw; - 6478 Danckje...gadieuw: je danken en afscheid nemen (WNT 1, 814); - 6479 gaeje stappe: ga je weg; - 6480 niet...snappe: geen gebabbel meer; - 6481 'khim: blijkbaar schraapt Lammert zich de keel; - plug: kerel, schelm (WNT 12 1-2, 2804); - 6483 verschoten: voorgeschoten; - 6484 'e goten: gegoten; - 6485 Asjet hebt: wanneer je het geld hebt; - 6486 burgt...meer: leen niet meer, sta niet meer borg voor een ander; - 6487 'Ksel...halen: ik zal mijn schade, mijn deel nog eens komen ophalen; - i.m.1: Schick...geschickte: maak plaats voor wie dat waard is; - i.m.2: Eer-gunst: eer en welwillende gezindheid; - i.m.5: Goet...gewesenheyt: m.a.w. een afscheid in alle vriendschap geeft aan dat wat voorbij is, goed geweest is; - i.m.6: i.m.6 sluit aan bij 'snappe' uit v.6480; - i.m.7: Laet...stoot: laat de bol rollen voor deze ergens tegen aan stoot (wellicht ontleend aan de gangbare regel in verschillende balspelen); - i.m.7 sluit aan bij v.6481 waarin Lammert Lubbert nog tracht te weerhouden; - i.m.8: Alle...Ghebroers: m.a.w. in geldzaken kent men geen vrienden; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 52 (met o.m. verwijzing naar Gruterus); - i.m.9: onlijdelick: niet te dulden (WNT 10, 1718-9); - i.m.10: i.m.10 sluit aan bij de inhoud van het vorige in margine. | |
p.226Annotatie - 6489 Schuym-Gesel: klaploper, parasiet; - 6490 treet wel: het ga je goed; - 6491 Loop...winden: loop heen (met de wind in de zeilen); - 6492 keumt: komt; - 6495 baten: voordeel bijbrengen; - 6497 veeltijds: meestal; - 6498 Alsmer...gast: wanneer men hen geeft of als gasten uitnodigt; - 6500 Eer...ontwijcken: vooraleer ik geen tijd meer heb; - 6501 staan...woort: houden hun woord; - 6503-4 mijn...Soetje: mijn lieve Soetje waar ik zo hevig naar verlang (WNT 2, 1753); - 6506 Doe...geley: wanneer ik haar plezierig begeleidde | |
[pagina 195]
| |
(tot daar); - 6507 hoe vaarje: hoe gaat het met jullie; - 6508 Mach...tasten: mag ik wel aan je deur kloppen (WNT 16, 1026); - 6509 open Hoff: vrije toegang; - 6510 mit...loff: omdat ik honger heb (eig. met de toelating van de honger, WNT 8, 2580); - 6511 Gieldert: bedelaar; - 6513 Staatet...vry: is het je zo toegestaan; - i.m.1: Die...kan: die een lange tijd op zijn uitgeleend geld wil wachten; - i.m.2: Ander...quaedt: m.a.w. het bezit van iemand anders (m.n. het geld dat geleend of voorgeschoten wordt) vult het tekort aan dat anderen hebben; dit is slecht; - i.m.3: i.m.3 sluit aan bij v.6493-4; - i.m.4: wert...verdriet: m.a.w. blijft niet langer een vriend in moeilijke omstandigheden; - i.m.5: inder daedt: in zijn daden; - i.m.6: Veel...aen-halens: m.a.w. ken je veel mensen, dan word je vaak uitgenodigd (?); - i.m.6 sluit aan bij 'Kennis' uit v.6505; - i.m.7: i.m.7 sluit wellicht aan bij v.6504-5; - i.m.8: Noodt...Broodt: behoeftigheid zoekt naar brood (eig. nodigt brood uit); - vgl. met 'Nood zoekt brood': Harrebomée 1856-70, dl.1, 97 (met o.m. verwijzing naar Servilius en Gruterus); - i.m.8 sluit aan bij v.6510; - i.m.9: Vrye...Bouten: vrijmoedige stoutmoedigen krijgen voedsel; - i.m.10: nood: uitnodigt; - i.m.11: Vrijheid wordt graag met blijheid in verband gebracht: vgl. b.v. met fol.[††]3ro, i.m.3: 'Ly bly by vry' of met p.74, i.m.5: 'Vry by Bly'; - i.m.12: i.m.12 sluit aan bij v.6513-4. | |
p.227Annotatie - 6515 sollen: spotten, of ook vleien (WNT 14, 2495-6); - 6519 Fooy: afscheidsdronk (WNT 3, 4622); - 6520 proncken: pralen (zonder de drank en spijzen aan te raken; vgl. nl. v.6521-2) (vgl. Coigneau 1980-3, dl.2, 298, n.117); - 6521 heus: hoffelijk, maar ook oprecht (WNT 6, 712-4); - hartigh: flink; - 6522 tast: grijpt, toetast; - 6524 wippen: heft en weer neerzet; - Wannen: wan waarmee door het voortdurend schudden het kaf van het koren wordt gescheiden; - 6525 slinger-vuyst: de vuisten slingert (om aan te duiden hoe gretig men eet); - 6526 begruyst: bemorst, bevuild; - 6527 Gruyse-muyl: morspot; - 6528 sonder hortjes: zonder ophouden, aan één stuk door; - 6531 scheyen: weggaan; - 6534 Dwers...krom: m.a.w. langs alle hoeken en kanten; - 6535 belenden: aankomen; - 6537 Lichtje Broock: sta op; - 6541 Heugen: in gedachten houden, herinneren; - noo: uitnodig; - 6542 Soo: zooi; - i.m.1: lijden: ondergaan; - i.m.2: een reys: eens; - of...waer: alsof het de laatste keer is; - i.m.4: op-mercken: eigenschappen; - vgl. de glosse ook met p.222, i.m.2: 'Heel ras in Handt, // En knap in Tandt, // Die krijgt een standt // In menigh Landt'; - i.m.5: 'tHoff...Wijsheyt: het hof van Holland; - i.m.7: doodtachtigh: naar de dood, lijkachtig; - i.m.7 in lichtjes gevarieerde vorm ook te vinden bij Gruterus, Sartorius en De Brune (Harrebomée 1856-70, dl.1, 117). | |
p.228Annotatie - 6543 niet...siertje: helemaal niets; - 6545 Beet...Broekje: een beet (eten) voor een brokje (eten); m.a.w. een dienst voor een wederdienst; - 6547 noon weeromme: op zijn beurt uitnodigen; - 6548 Slecht...komme: ik zou er dan slecht vanaf komen; - 6550 Voorje...meer: voor je welwillende gezindheid nu en in de toekomst; - 6551 Dat...schaffen: indien ik voor jou wat op tafel zou zetten (WNT 14, 211); - 6553-4 As...dé: wanneer ik ook niet precies zou doen zoals jij (nu) voor mij deed; - 6555 as ickke: zoals ik; - 6556 Heugel: verstelbare haak waaraan in de haard de kookpot wordt gehangen boven het vuur; - 6559 Tijdt- | |
[pagina 196]
| |
verlenger: jij die je tijd hier verlengt, die je hier zo lang ophoudt; - vale: onnozele, of ook valse (WNT 18, 19); - 6560 Vlotter: iemand die weggaat; - 6561 vlot: vloeit, stroomt (WNT 21, 2434); - 6563 op...spillen: op je benen; - 6564 heenen drillen: weggaan; - 6565 Danck-heb: heb dank; - 6570 Wiltet...slaan: schrijf het aan de kermis toe; - 6571 Schuymert: gericht tot Lammert: klaploper, parasiet; - i.m.2: mangelen: ruilen, inwisselen; - i.m.5: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 253 (met o.m. verwijzingen naar Zegerus, David, Sartorius en Cats); - i.m.6: beteerde: met teer besmeurde, ingesmeerde; - heuyck: mantel; - de uitdrukking staat hier voor moeilijk en waggelend lopen (WNT 6, 1222, 8, 3257-8 en 16, 1210); - i.m.7: Het...doen: het is goed om voor dankbare lieden iets deugdzaams te doen. | |
p.229Varianten - De gereproduceerde p.229 geeft staat II van buitenvorm Ff weer naar het exemplaar 50. i.m.12: staat I: Wie de Profijten alleen // wil hebbê; staat II: Wie de Winste alleen // wil hebbê [kennelijk een perscorrectie in staat II; vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.6687 op p.232 van dezelfde buitenvorm Ff].
Annotatie - 6572 mijn...spénen: mij van jou verwijderen (WNT 14, 2736); - 6573 tijgh...been: begin maar te stappen, stap maat op; - 6575 al goelick: wees een beetje vriendelijk; - veeghje Monckje: veeg je mond af; - 6576 'tGeltje...Dronckje: het brengt je nog een laatste dronk op (nl. met wat je van je lippen veegt) (WNT 4, 1073); - 6578 leppigh: bits, onvriendelijk (WNT 8, 1601); - 6579 Al genavent: goedenavond allemaal; - 6580 verdienden: nl. om nog eens te komen eten; - 6581 In...tijdt: binnenkort of over enige tijd; - 6584 bey...Schoenen: je beide schoenen; - 6587 Brengh...Soet: draag je Soetje; - 6588 't Schevelingh: te Scheveningen; - 6590 Foolt: knuffel; - 6591 niet...plassen: er wordt hier niet natgemaakt; - 6593 help gebreck: behoefte aan hulp; - 6598 zijn...vlot: zijn al weg; - i.m.1: i.m.1 sluit aan bij v.6571-4: Soetjei toont zich daar 'Al te lustigh'; - i.m.2: spoedigh: vlug, gehaast; - i.m.2 sluit aan bij v.6574; - i.m.3: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 173 en dl.3, 175-6 (met o.m. verwijzingen naar Zegerus en Gruterus); - i.m.4: i.m.4 sluit aan bij v.6576; - i.m.5: gelt: betaalt; - vgl. echter ook met p.255, i.m.4: 'Daermen niet gerekent wert behoeftmen niet te gelden'; - i.m.6: hachten: stukken vlees (WNT 21, 1619); - Harrebomée 1856-70, dl.1, 273 licht dit gezegde verder toe met: 'In de uitspraak van hacht wordt de t wel eens weggelaten, en in het schrift vergeten. Het is daarom geen bewijs dat hacht voor hach zou moeten gelden. Een hacht is een dik stuk, en eene hach eene gevaarlijke waging'; - i.m.7: behoeft...wesen: nl. omdat hij wat hij krijgt dan ook verdient; - i.m.8: i.m.8 sluit aan bij v.6580; - i.m.10: Koel...Behout: koelte en zout bewaart. | |
p.230Varianten - De gereproduceerde p.230 geeft staat II van binnenvorm Ff weer naar het exemplaar 50. 6611 staat I: Laat schamp bezyen ; staat II: Laat schamp bezyen! [staar II bevat onmiskenbaar de meest correcte vorm; het gaat hier ofwel om perscorrectie in staat II (staat I > staat II) ofwel om zetselschade in staat I (staat II > staat 1)]. | |
[pagina 197]
| |
Annotatie - 6601 schier: bijna, nagenoeg; - 6602 Muff: suf; - maff; krachteloos, slap; - mals: krachteloos, weerloos, week; - 6604 Hoe na: hoezo nu; - woudjet...op-koopen: wou je het allemaal opkopen; - 6607 veegh: sneer; - schampe-schootje: schampschootje, steek onder water; - 6608 op...Brootje: voorgeschoteld, onder de neus geduwd; - 6611 mijn Vaar: mijn kerel; - Laat...bezyen: laat het schimpen nu maar achterwege; - 6612 gedyen: naar toe leiden (WNT 4, 606); - 6615 Grasjes knoopen: het knopen van grasstengels was een amoureus tijdverdrijf: sprong de knoop niet los in de warme handpalm dan zouden de partners elkaar trouw blijven (De Roever 1891, 101); - 6616 Biesjes-groente: groen van biezen (WNT 2, 2553); - 6618 Beck'le: zingen (WNT 2, 1584); - Seumer-Taal: geluid van de zomer, zomerlied; - 6623 Met...Tortel-bortel-Duyfjes: samen met de tuimelende tortelduifjes (WNT 3, 629); - 6625 Quackels: van de kwartels (WNT 8, 675); - quickme dit: onomatopeïsch ter aanduiding van het geluid van de kwartel (WNT 8, 806); - i.m.1: Volck...ripje: mensen, glip je weg, dan rep je je weg (WNT 13, 580); - i.m.2: Versit verhit: wanneer men zich verplaatst, krijgt men het warm; - i.m.2 sluit aan bij v.6603; - i.m.3: Dingers: wie op de prijs probeert af te dingen; - i.m.5: Wei-lustige: vrolijk gezinden; - Wt...muyten: uit je gevangenis, uit je kooi; - Om...Spruyten: de betekenis is niet duidelijk: om je te verlustigen in de natuur en bij wat ze voortbrengt (?); - i.m.5 sluit aan bij v.6613; - i.m.6: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 44 (met o.m. verwijzingen naar Zegerus, Sartorius, David, Gruterus, Cats en De Brune); - i.m.7: is Mildt: schenkt nl. veel (hier voor het luide gezang van de vogels in het wild); - i.m.8: Sanck...Wippel: kennelijk wordt in deze glosse de wilde vogelzang aangeduid; het gezang van de voortdurend rondwippende vogels ('Hippel', 'Pippel', enz.) heeft vele en lange klanken ('Sanck lanck klanck') die niet te vatten zijn ('Klanck sonder Vanck'). | |
p.231Annotatie - 6627 hippel-Aackster: rondwippende ekster (WNT 6, 764 en WNT 1, suppl., 5-6); - 6628 Krenge-laackster: die lijken veracht, die bij lijken schreeuwt (?) (WNT 8, 939); - 6631 slechte: eenvoudige, of ook: lelijke; - 6633 Mosjes: musjes; - geyl: men beschouwde mussen nl. als bijzonder geil; - getier: getsjilp; - 6636 quaack-kaack schreeuwen: kwakend geschreeuw; - 6637 schouwe: schuwe; - 6638 slechte wijs: eenvoudige roep, zangwijsje; - 6639 Vleugel-reppen: vlug bewegen van de vleugels, vliegen; - 6640 kleppen: geklepper; - 6641 Sparrewer: sperwer; - 6643 soek-hoeks: onomatopeïsch ter aanduiding van de roep van de koekoek; - Quinken: zingen (WNT 8, 811-2); - 6644 'twilde drille-klincken: trillende gezang van de vogels in het wild, de vrije natuur; - 6645 Die...vreugt: die allemaal samen een vreugde voortbrengen; - 6649 sonder geck: zonder gekkigheid; - 6652 tieren: opdreunen; - 6653 wilde Mal: wilde malligheid; - 6654 Duyen...niemendal: beduiden meer dan helemaal niets; - 6656 Quam...vooren: kwam mij toevallig een paneel onder ogen; - 6657 Tot: bij; - 6659 Daar...dat: het is daaruit dat; - nieu versinnen: nieuw idee; - i.m.1: swicht: wijkt gemakkelijk; - i.m.4: Slecht...Recht: eenvoud schijnt oprecht, goed te zijn; - i.m.6: Koeck-koecke...vangen: lett.: het gluren naar de koekoek is niet hetzelfde als het vangen van een uil, maar ook: suffen, soezen (WNT 7, 4913-4) is niet hetzelfde als een dutje doen (WNT 17 3, 47); - i.m.7: swaren: zwaarmoedige; - i.m.8: onluydbaer: zonder geluid, niet hoorbaar (WNT 8, 3213); - dies: daarom; - gebruycksaem: te gebruiken, geschikt; - i.m.9: doen Oude uyt-mallen: laten de oude invallen naar buiten komen in al hun gekheid. | |
[pagina 198]
| |
p.232Varianten - De gereproduceerde p.232 geeft staat II van buitenvorm Ff weer naar het exemplaar 50. 6687 staat I: met nietigh gaapen; staat II: met nichtigh gaapen [perscorrectie in staat II: 'nietigh' heeft een weinig zinvolle betekenis i.t.t. 'nichtigh' (met de betekenis van 'aandachtig, ijverig'; WNT 9, 1932 en 1686); het woord 'nichtigh' komt in de Belacchende Werelt trouwens nog voor: cf. p.188, v.5376].
Annotatie - 6661 Strijckers... Geest: want het waardevolle verstand van die penseelveger (WNT 16, 38); - 6662 gebootst: uitgebeeld (De Pauw-van Veen 1969, 224-6); - verscheyen Beest: verschillende dieren; - 6663 Grillen: wonderlijke invallen; - 6664 wat...willen: wat gekheid uit halen; - 6668 Esels: schildersezel; - 6669 Iaase: ja, zij doen dat; - 'tleeck...sot: het leek één en al gekkigheid; - 6670 Rot: rat; - 6671 Noch...stond: daarnaast stond er nog; - 6676 'tLinde Goedje: het stuk linnen; - 6677 Burger-achtigh: als bij burgers; - dier: kostbaar; - slecht: eenvoudig, streng (?); - 6678 Meerder...plecht: meer dan het vroeger de gewoonte was; - 6679 Puysje: poesje; - 6680 Hongt: hond; - ritsigh: geil, wellustig (cf. p.233, i.m.2: 'Katten en Honden geyl'); - 6681 Vilt: vilthoed; - Lubben: geplooide halskraag en omslagen (WNT 8, 3107); - 6684 om winst: nl. met het oog op de voortplanting; - vergaren: bij elkaar komen; - 6686 Voort...gelijckery: iets wat op hen gelijkt voort te brengen; - 6687 met...gaapen: door aandachtig toe te kijken (WNT 9, 1686); - 6688 Gaauw: gezwind; - 6689 al...mooye-maal: in hun schoonheid rond te draaien; - 6690 Eel Proncke-fy-kaal: adellijk pronkgewaad ('Proncke-fy-kaal' als verbastering van pontificaal (WNT 12 1-2, 3301-2) verwijst meteen ook naar het pralerige karakter van de kleding en laakt deze tegelijk ook als 'kaal'); - i.m.3: bezielde Lijven: levende mensen; - i.m.4: Dese Af-beeldinghe: cf. de gravure op p.233; - bescheydene: verstandige (WNT 2, 1959); - aen-sienders: toeschouwers, beschouwers; - op-nemen: opvatten; - onsienlijck: zonder dat men het (in werkelijkheid) ziet; - door't aensien: door de voorstelling; - om...krijghen: om een afbeelding te krijgen; - dat...vat: lett.: dat naar de zeven ondeugden helt en grijpt (WNT 18, 935), m.a.w. dat met de zeven ondeugden in verband kan worden gebracht. | |
p.233Annotatie - 6691 Nieuwe Tooydse: op de wijze van de nieuwe tooi, mode; - 6692 verêeren: eer bewijzen; - 6693 rechtschaffen slim: werkelijk erg (?) (WNT 12 3, 614 en 14, 1777); - 6694 Sim: aap; - 6696 bedrijven: uitvoeren; - 6697 Wat...Satijn: wat kunnen fluweel en satijn teweegbrengen; - 6699 Wijder: verder; - 6700 'tbeestigh marre: het rondtalmen, ronddrentelen van de dieren (WNT 9, 262); - 6701 met wongder: met verwondering; - i.m.1: de...feylen: de zeven ondeugden; - af-prijsen: afkeuren, afraden. | |
[pagina 199]
| |
king voor wat bloot is (voor het blote hoofd) of ter bescherming van de schoot (op de gravure houdt de zeug nl. het hoedje voor de schoot); - 6711 Hoetjes-leuyf: brede rand van de hoed (WNT 8, 3227); - 6713 Lange...Muyl: lange oren en smalle snuiten; - 6715 mit knollen: ook op de gravure heeft de zeug enkele knollen boven haar rok gehangen; het andere zwijn heeft enkele rapen in de voorpoot; - 6716 Om...vollen: om de buik en maag te vullen (WNT 13, 1379); - 6717 Grage: begerige; - 6718 knap-op: wat men kan opeten, voedsel; - 6719 in spijt van: ondanks, in weerwil van; - 6720 voeren: brengen, presenteren, ten tonele voeren; - 6722 In...Armesijn: in kleren van damast of oosterse zijde (WNT 2, 689); - 6724 Schilder-malen: schilderen, maar daarbij (door de dubbele betekenis van malen) ook met de bijgedachte aan het schilderen van gekkigheid (WNT 9, 144-5); - 6725 'kWeet...staan: ik weet niet waar men het haalt dat men in de kunst ziet afgebeeld; - 6730 Als...gemeen: zoals dit bij een deuntje vaak het geval is; - 6731 hangde: handen; - 6732 Dat...raacken: dat precies weet aan te geven zonder dat men er persoonlijk door getroffen wordt; - 6733 een seggens-Woordt: een gezegde; - 6734 Aensien...voort: vgl. met p.52, i.m.1: 'Aensien doet gedencken, En kan lust aen-wencken' (Harrebomée 1856-70, dl.1, 310 en dl.3, 2, met o.m. verwijzingen naar Servilius, Gruterus en Sartorius); - i.m.1: siet op: de betekenis is hier niet duidelijk: lijkt op (?), kijkt naar (?); - Sloef: schooier, nietsnut (WNT 14, 1841-2); - i.m.2: 'tWol-Laken: het wollen laken; - in sijde Worm-stoffe: in de stof van de zijdeworm, in zijde; - vgl. ook met p. 152, i.m.1: 'Schaemte heeft decksel noodigh'; - i.m.2 sluit aan bij v.6721-2. | |
p.235Annotatie - 6735 kouten: praten; - 6736 Veugel-bouten: vogels (pars pro toto); - 6738 mijn...Lecker-Muyl: mijn zoetebekje; - 6739 kal: zeg; - 6740 schouwen...dagen: schuwen het heldere daglicht; - 6744 Goedt...besten: goed is het beste voor het kwaad (?) (kwaad zoekt het goede als slachtoffer); - 6745 kloeck: wakker, ijverig, werkzaam; - 6746 past: let, voorzien is; - 6748 gedeckte: verscholen, verborgen (WNT 3, 2376); - Linckers: schurken, schelmen; - 6749 gernien: bekend (gemaakt: cf. de gravure; WNT 4, 1363); - 6751 Slons-Heuyck: voddige huik; - 6752 varend' Backje-packje: scheepsschorremorrie (WNT 12 1-2, 166 en 2, 872); - 6753 Juyst...swiert: kennelijk is het 'swieren' de reden waarom de uil hier voor het scheepsvolk staat; - 6754 versiert: geïnventeerd (nl. op de gravure); - 6755 roere Roeren: staan aan het roer; - 6757 nae...eys: zoals het hoort, moet gaan; - 6759 swieren: wegzweven, afdwalen; - 6760 Nou terstongt: nu meteen; - i.m.1: Sware: stevige; - i.m.1 sluit aan bij v.6735; - i.m.2: Geen...Loeren: m.a.w. echte boeven (d.i. 'Geen slechte') bedriegen andere boeven; - i.m.3: 'tsou warre-garen: het garen zou in de war geraken; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 290 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus); - i.m.3 sluit aan bij v.6745-6; - i.m.4: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 70 (met lichte wijzigingen ook bij Zegerus, Gruterus, Sartorius en De Brune); - i.m.5: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 134 (met o.m. ook verwijzing naar Gruterus); - i.m.6: vgl. Visscher 1949, 147: 'Wie wat weet/ die komt het te pas'; - i.m.7: Slonssen fronssen: voddige dingen rimpelen (WNT 3, 4693); - i.m.8: Die...tieren: wie wat uit de geest te voorschijn weet te halen om te stichten, dat mag wel gedijen (WNT 17 1-2, 14); - i.m.9: Val...All': hou je van de gekheid die overal heerst, of wellicht ook: onthou je van alle gekeheid; - i.m.10: Laeckt: bedek met laken (?) of keur het naakte af (?). | |
[pagina 200]
| |
p.236Varianten - De gereproduceerde p.236 geeft staat II van buitenvorm Gg weer naar het exemplaar 50. 6792 staat I: je Lijff dat heyt een Lijfje; staat II: je Lijff dat heyt een lijfje [het valt hier nog maar moeilijk uit te maken of staat II een perscorrectie is t.o.v. staat I, dan wel omgekeerd; uiteindelijk werd (het gaat hier uiteraard om een vrij arbitraire beslissing) staat II gereproduceerd omwille van het groter aantal exemplaren met de variant van staat II].
Annotatie - 6765 Sloor...Sloef: slonzige vrouwen en mannen; - 6768 louwten: beschutting (WNT 8, 3378); - 6771 beduycksel: beschutting; - 6772 letten: ontsieren (WNT 8, 1635); - 6773 Lapjes-Kunst: voddenkunst, de kunst van het kleden; - 6774 bekrompen: karig, armelijk (WNT 2, 1640); - 6778 Op...wart: van blijdschap op en neer springt (?); - 6779 lyen: brengen; - 6780 Diere praat: praatjes over dieren; - 6782 Voeghje...recht: breng je woorden (dan) van het slechte naar het goede; - 6783 watte: een beetje; - Hulsel: waarin ik mij hul, kleren; - 6784 ploeydjes: plooitjes; - 6787-98 Van...pricke-Tol: deze claus wordt niet door Tamme Lubbert, zoals verkeerdelijk werd aangegeven, maar door Lammert Gijsen uitgesproken; - 6787 Van...scheyen: over de dieren zal ik zwijgen, ophouden; - 6789 Effen: precies; - 6791 mijn...rust-verdrijfje: jij die mijn tijd en rust verdrijft; - 6794 Floorteen: fluweel (WNT 3, 4568); - scheuyns omboort: schuin afgeboord; - 6795 Bragoentjes: opgenaaide boordsels (eig. een smalle, geplooide wrong om de schouder; WNT 3, 993); - lijck de Wielen: mogelijk wordt hiermee gezinspeeld op de 'Bragoentjes' die in de vorm van een wiel afboorden; - i.m.1: naedien: vermits, aangezien; - sy-luyden: bedoeld worden 'de Heerschers'; - decksel: bedekking; - Gediertens over schot: m.a.w. hun huiden; - i.m.2: dat...dieren: dat de dieren duur worden; - Harrebomée 1856-70, dl.2, 82 licht dit in margine bij Van de Venne verder toe met: 'Het is om 't fabrikaat te doen: Om den wille van het smeer Likt de kat den kandeleer'; - i.m.3: Harrebomée 1856-70, dl.1, 101 (met o.m. verwijzing naar Sartorius); - i.m.3 sluit aan bij de moraliserende bedenkingen over de mode uit de vorige in margines; - i.m.4: Woorden...niet: kunnen m.a.w. niet echt kwaad; - i.m.5: Danten: ijdele meisjes (WNT 3, 2293); - doet...kante: doe overal je kanten opsmuk weg; - i.m.8: Sletten: vodden. | |
p.237Annotatie - 6797 Dat...Rol: zodat ik bijna aan het rollen, tollen sloeg; - 6798 Lijck...pricke-Tol: zoals de priktol van iemand die mikt (een priktol is nl. een werptol; WNT 12 1-2, 4187); - 6803 lodder-Oogen: vriendelijke, bekoorlijke oogjes (WNT 8, 2542); - 6805 Tuytjes: haarlokjes (WNT 27, 3958); - glanssigh bruyn: glanzend bruin; - 6806 Lijck...kruyn: zoals bij een moor op zijn kruin; - 6807 Hietje...Dante: noem je mij een zwarte meid; - 6808 je...kante: je moet dan naast mij weg; - 6809 lirrom-dom: het WNT verklaart deze passage aarzelend met 'achterste' (WNT 8, 2493); - 6811 brallen: de betekenis is hier niet duidelijk: hevig te schreeuwen, te pronken, te pralen (?); - 6812 of gevallen: weggevallen; - 6813 Dril ick (...) niet: ga ik niet al trillend; - 6814 Vloon: vlooien; - 6815 veyle Kramen: kramen waar van alles te koop is; - 6816 Foffel-Sloortje: morsige sloortje (WNT 3, 4600); - 6817 dreuyl-biendt: ronddrentelt (WNT 3, 3477); - hompel-pomp: al verder sukkelend; - 6818 By...Sloffer-klomp: sloffende kerel; die met klompen rondsloft; - 6820 fitsen: heftige, vinnige (WNT 3, 4499); - Rotte-pranger: rattenvanger; - 6821 As...gaat: wanneer je wat gaat | |
[pagina 201]
| |
rondhangen (WNT 7, 2743 en 3141); - 6822 Knipjen: val, knipdeurtje; - 6823 lepse: pruilende (vgl. WNT 8, 1600-1); - 6824 fickse: stevige; - 6825 gangh: stap (WNT 4, 208); - 6826 Mijn...vangh: mij vrijwillig gevangen geven, in de gevangenschap storten; - i.m.1: prangen: knellen; - seldsaem: vreemd, uitzonderlijk; - van ghestalte van vorm; - i.m.2: Slaet...Vouw: breng en laat alles zo goed mogelijk in orde (vgl. voor deze uitdrukking WNT 22 2, 1451); - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 134 en dl.3, 161-2 (met o.m. verwijzing naar Gruterus en Sartorius); - i.m.5: als't...bralt: wanneer het naast het lelijke loopt te pronken (WNT 3, 1017); - i.m.6: by dage: overdag; - i.m.6 sluit aan bij 'Muyse-vanger' uit v.6819. | |
p.238Annotatie - 6827 lincken: loeren, kijken (WNT 8, 2439); - 6830 Soo...ick: zo wou ik zijn; - 6831 men: mij; - 6832 verdrijven: weggaan naar een andere plaats; - 6833 te rechter tijdt: op het juiste moment; - 6834 los in spijt: ongebonden en vol spijt; - 6835 Moetjet weten: als je het per sé wil weten; - 6836 strijcken: vleien; - 6837 Die...Deun: die gekheid weet uit te halen (WNT 8, 625-6 en 3, 2459); - 6839 bijster moelijck: bijzonder lastig (WNT 9, 954); - 6840 goelijck: bevallig, mooi, vriendelijk; - 6844 Loofjet: geloof je het; - 6845 vergist: verkeerd (WNT 19, 2176); - 6846 'tBeurt wel: het gebeurt wel; - 6847 gaat...schavélen: maak dat je wegkomt, loop heen (WNT 14, 313); - Sackje: schatje; - 6848 vélen: dulden, verdragen; - 6849 Weitsert: pronker, zwierige kerel (vgl. MW 9, 2055); - 6850 een Vryers sté: de plaats van een vrijer; - 6851 brack: wrangheid, bitterheid (WNT 3, 999); - 6852 'tlijckt...Duycker: het lijkt veeleer op duivelswerk; - 6853 Prooy: schimpnaam voor een vrouw (vgl. met prij, WNT 12 1-2, 4453); - i.m.1: Vallen...vervallen: m.a.w. vallen houdt daarom nog geen ondergang in; - i.m.2: sticken: verstikken; - i.m.3: Wakende...Hakende: wie waakzaam is, weet te pakken te krijgen; - i.m.5: brood-loose: brodeloze, waarmee men zijn brood niet kan verdienen; - i.m.5 sluit aan bij v.6837-8; - i.m.7: Goelijckheyt...Moelijckheyt: schoonheid is moeilijk, lastig (vgl. p.57, i.m.4: 'Moeyelijck Mooy is Mooy moeyelijck' en p.14, i.m.1: 'Mooy is moeyelijck'); - i.m.8: Goet...wert: m.a.w. waardevol goed maakt kwaden nog slechter (die dit goed in hun bezit krijgen) wanneer het goed (door hen) wordt misbruikt; - i.m.8 sluit aan bij v.6843; - i.m.9: Het...dickmael: het gebeurt vaak dat een vlugge mikker zijn doel niet raakt (WNT 9, 863); - i.m.10: lyen: dulden, verdragen; - heel bezyen: geheel opzij; - i.m.10 sluit aan bij v.6847; - i.m.11: Ongelijcke...lust: verschil wekt de begeerte op (men wil nl. wat men zelf niet heeft); - i.m.12: lepperen: likken (WNT 8, 1600); - i.m.12 sluit aan bij v.6848: Lammert mag zich niet zomaar laten wegzenden en zijn kansen laten voorbijgaan; - i.m.14: Slimme: slechte; - i.m.14 sluit aan bij v.6854. | |
p.239Annotatie - 6855 mooyert: mooi meisje; - 6858 Hutje: een hut kan ook een vogelkooi betekenen: kennelijk zet Lammert hier de beeldspraak verder (WNT 6, 1329); - waar...dat: vanuit welke beweegreden doe je dat, waarom doe je dat; - 6862 Inder hart: in haar hart; - leyt: ligt; - 6864 verkouwen: laten uitdoven; - 6866 Liefd'...vreemt: liefde is zowel een vriend als een vreemde, is iemand zowel na als veraf; - 6868 jou... Vryer: de vrijer die je het nauwst aan het hart ligt; - 6870 | |
[pagina 202]
| |
Jel: nietsnut, een waardeloze prul (WNT 7, 247); - Leur: een vod; - 6872 Eer...vergeten: vooraleer ik het vergeet; - 6873 Watme...verklaart: wat mij onlangs werd uitgelegd; - 6875 uyt'e schildert: neergeschilderd; - 6878 den Doock: de vrouw in het algemeen; - 6879 songder schamen: zonder dat men daarvoor beschaamd moet zijn; - 6880 wis: zeker, de waarheid; - 6882 mis-geluck: ongeval, slecht voorval; - i.m.1: Vuyl...Kuycken: m.a.w. van een slechte hen komt een slecht ei voort; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 155 en dl.3, 169-70 (met o.m. verwijzingen naar Servilius, Zegerus, Gruterus, Sartorius, Cats en De Brune); - i.m.1 sluit aan bij 'Broedsel' uit v.6857; - i.m.2: Guyten: schelmen; - i.m.3: Harte-geweet...leet: m.a.w. wat het hart kent, weet, is veel liefde en veel verdriet; - i.m.5: Wie...Roovers: m.a.w. wie de plaats van het nest kent, vreest voor de andere rovers; - deze spreuk ook in lichtjes gewijzigde vorm bij Gruterus en Cats (Harrebomée 1856-70, dl.2, 120 en dl.3, 302-3); - i.m.5 sluit aan bij v. 6868: Lammert moet nl. zijn concurrenten vrezen; - i.m.7: i.m.7 sluit aan bij de klaagzang van Lammert in v. 6867-8; - i.m.8: Goedt...vermellen: m.a.w. wanneer iemand iets goeds vertelt, dan wordt dit verder vermeld, doorgegeven (WNT 20 1, 1279); - i.m.10: Begeerlijck...Deerlijck: begerigheid maakt deerniswekkend; - i.m.10 sluit aan bij v.6876-7; - i.m.12: Ongenaemt Ongeblaemt: m.a.w. wanneer er geen namen worden genoemd, wordt er ook niet geblameerd. | |
p.240Annotatie - 6883 Scheucken: sletten; - 6884 Tegen...beucken: begonnen hevig op elkaar in te slaan; - 6885 Jud: gebruikelijke naam voor een domme, onnozele vrouw (WNT 7, 577); - 6888 ongder voeten: omver; - 6890 Toffel: pantoffel, muiltje (WNT 17 1-2, 897); - 6891 Dreef: sloeg (WNT 3, 3347); - 6892 'tHoopje...mekander: het groepje raakte met elkaar slaags, ze ranselden elkaar af; - 6893 Bely: vaak ook ter aanduiding van een slonzige vrouw (<Mabelia; WNT 2, 1724); - 6894 Klinck: slag (WNT 7, 4095); - 6895 Besje Quijl: de eigennaam suggereert een oud kwijlend vrouwtje; - me te focken: ook te duwen, stoten (WNT 3, 4606); - 6899 Bocksen: broek (WNT 3, 276); - 6903 versierde: opgesmukte, opgemaakte (WNT 20 2, 207-11); - 6904 asen: verkwikken, voldoening geven (WNT 2, 785-6); - 6905 Treckers...onversaet: ik zeg, ze zijn onverzadigbare schilders (zetters van penseelstreken); - 6906 Die nae-doen...laat: die later doen (nl. door het op doek te schilderen) wat anderen laten, die uitbeelden wat anderen niet doen; - 6807 veul reysjes: vaak; - 6911 me...souwen: ook wel zouden; - 6914 Al...niet: ook al wordt het niemand gewaar; - i.m.2: Laet Smaet: laat wat met smaad te maken heeft; - i.m.3: Over...dol: het door elkaar rollen en tuimelen, maakt opgehitst (vurig) en dol; - i.m.4: i.m.4 sluit: wellicht aan bij v.6897-9; - i.m.5: i.m.5 sluit, zoals i.m.4, aan bij v.6897-9; - i.m.6: Langh...sparen: nl. omdat men dan na het vasten, des te meer brood eet (Stoett 1943, dl.2, 386); - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 97 en Stoett 1943, dl.2, 386, nr. 2329 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus); - i.m.6 sluit aan bij v.6897-9; - i.m.7: i.m.7 sluit aan bij v.6897-9; - i.m.8: sticht: vervaardigt, maakt (WNT 15, 1573-6); - i.m.10: Schilderachtigheyt: met de bijgedachte aan onwaarschijnlijkheid, onwerkelijkheid. | |
[pagina 203]
| |
6920 staat I: je leugens stincken,; staat II: je leugens stincken [wellicht een perscorrectie in staat II; vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.7104 op p.245 van dezelfde buitenvorm Hh].
Annotatie - 6915 derven: weg te sturen, eig. te ontberen; - 6916 een...verwerven: iemand anders krijgen; - 6918 kijven: ruzie maken; - 6919 Wat...klincken: wat voor wonderlijke dingen laat je allemaal horen; - 6920 Galmert: druktemaker, lawaaimaker (WNT 4, 193); - 6921 gaal...vijs: bedorven en slecht (vgl. MW 2, 8907-8); - 6922 Lijck...bewijs: zoals de waarheid het aantoont; - i.m.3: versieren: verzinnen, uitdenken, fantaseren (WNT 20 2, 236); - i.m.3 sluit aan bij v.6925. | |
p.242Varianten - De gereproduceerde p.242 geeft staat II van binnenvorm Hh weer naar het exemplaar 50. 6933 staat I: daar me kan; staat II: daar men kan [onmiskenbare perscorrectie in staat II]; - 6945 staat I: dit staat oock wat te vijs.; staat II: dit staat oock wat te vijs! [kennelijk een perscorrectie in staat II; vgl. b.v. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.6933]; - i.m.4: staat I: 'Tis beter alleen; staat II: Noch beter alleen [kennelijk een perscorrectie in staat II; vgl. b.v. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.6933].
Annotatie - 6925 Dat...Hoot: dat verzin je uit je hoofd (WNT 6, 937); - 6927-8 wat...weer-leggens: wat vallen er hier veel woorden en wederwoorden; - 6929 sletsen: hier wellicht verkeerdelijk voor 'fietsen': slappe (WNT 3, 4542); - hollen darm: lege buik; terwijl we een lege maag hebben; - 6930 'kNeem...narm: ik pak me weg (WNT 2, 652); - 6931 sloffer-beenen: sloffend gaan; - 6933 na: naar; - 6933-4 daar...van: waar men voor twee blanken (d.i. anderhalve stuiver of zes duiten; WNT 2, 2780-1) kan in- en uitstappen, m.a.w. een reis kan maken; - 6935 Bey: wacht; - na buyten: naar buiten; - 6936 Hoe...sluyten: hoe zou het betamen, hoe zou het passen; - 6942 Safjes: zachtjes aan; - 6943 vatten: vastgrijpen; - 6947 slincks...Pingen: linker- en rechterpink (WNT 12 1-2, 1883); - 6949 dan...gesoock: dan zou er veel zoekwerk zijn; - i.m.1: i.m.1 sluit aan bij v.6927-8; - i.m.2: Beulingen: met vlees volgestopte darmen, worsten; - i.m.3: 'Tis...raken: m.a.w. het is een goed land waar men ergens naar toe kan reizen en terugkeren; - i.m.4: met...gemeenschappen: in een slecht gezelschap te vertoeven; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 236 (met o.m. verwijzing naar De Brune); - i.m.5: eender Veeren: een zelfde pluimage; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 364 (in lichtjes gewijzigde vorm ook bij Servilius, Gruterus, Zegerus, Cats en De Brune); - i.m.7: Baet...Staet: voordeel helpt je stand; - i.m.9: die...brengen: en die dus niets heeft; - i.m.9 sluit aan bij v.6948. | |
p.243Annotatie - 6950 'Twaar...Neuse-doock: ik zou dan het best je zakdoek grijpen; - 6951 al kacks: kwansuis, zogenaamd (WNT 7, 909-910); hier evenwel ook een fecalisme: heeft de verliefde Lammert graag een zakdoek van zijn meisje, voor Soetje lijkt het alsof Lammert er zijn gevoeg in zou doen; - 6952 vry: gerust; - 6956 safjes schoyen: zachtjes lopen (WNT 14, 797); - 6957 lanssem: langzaam; - 6958 kan...schaan: kan de middenweg schaden; - 6960 kleynte: kleinheid, geringheid, soberheid (WNT 7, 3826); - 6961 mildt: ronduit, veel; - 6962 | |
[pagina 204]
| |
Om...wilt: omdat jij je van mij wil losmaken; - 6963 beye: beide; - 6964 scheye: weggaan; - 6969-70 Hier...gebreck: hier zijn toch, mijn lief zoetebekje, huwelijkmakers tekort; - 6971 Draytme...schielijck: vormt men zo vlug een paartje; - 6974 Al...swoer: al zou je er twee keer op zweren; - i.m.1: Betroudt...houdt: m.a.w. vertrouw iemand (en vertrouw hem dan iets toe) of hou het voor jezelf; - i.m.3: i.m.3 sluit aan bij v.6953; - i.m.5: Langhe...Wegh: grote stappen maken de weg kort; - i.m.7: i.m.7 sluit wellicht aan bij v.6962; - i.m.8: om dat...staen: nl. om geld te ontvangen; - om...Binnen: om de winsten binnen te houden, of mogelijk ook: om binnen winsten te maken; - i.m.9: 'tGemaeckte...wel: m.a.w. het erop aangelegde huwelijk lukt zelden goed; - i.m.9 sluit aan bij v.6970-2; - i.m.10: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 94 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus); - i.m.11: De...Berouw: het door het koppelen tot stand gebrachte huwelijk (WNT 8, 5553) gaat stuk door wroeging. | |
p.244Varianten - De gereproduceerde p.244 geeft staat II van buitenvorm Hh weer naar het exemplaar 50. 7000 staat I: Selje mé-gaan mitje Twietjes?; staat II: Selje mé-gaan metje Twietjes? [kennelijk een perscorrectie in staat II; vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.7104 op p.245 van dezelfde buitenvorm Hh].
Annotatie - 6977 Ginssen vorde: ginds in de verte; - 6979 schicken: plaatsnemen; - 6980 micken: uitkomen, treffen (WNT 9, 730); - 6982 Stelt...gelaats: maak niet te veel omhaal bij mensen (WNT 4, 1027-8); - 6983 Over mijn: tegenover mij; - ist ruym: is er meer plaats; - 6985-6 Dat...bescheydt: dat is bijzonder goed geregeld, uitgedacht door een Soetje vol verstand (WNT 2, 1954 en 1704); - 6987 smacken: werpen (WNT 14, 2039-40); - 6988 Kinne-backen: gezicht; - 6991 luyme: gluren, kijken; - 6993 moncke-frooyt: je mondje in plooitjes trekt, pruilt (WNT 9, 1076); - Schuyt-voerders Toesiender: opzichter van de schippersbazen; - 6995 Delliff: Delft; - loop...Luydjes: kom toegelopen, mensen; - 6996 Iongen: de z.g. 'Treck-boef'; - 6999 metje Twietjes: met jullie tweeën; - 7001 setje ruym: neem ruim plaats in; - 7002 Maar...duym: maar schuif op het laatste een beetje op; - i.m.1: voor...na: als eerste of als laatste; - even dra: even snel; in de schuit vaart nl. iedereen even snel; - i.m.2: Harrebomée 1856-70, dl.2, 252 (met o.m. verwijzing naar Gruterus) licht dit gezegde verder toe met: 'Dat is: voeg u daar, waar 't minste gevaar is. Voor op den wagen houdt men de paarden in toom; achter in het schip rigt men door het roer den koers'; - i.m.2 sluit aan bij v.6979-80; - i.m.4: vgl. met fol. [[†]]vo, i.m.2: 'Menigh Fraey is lieff // Als het brengt gerieff'; - i.m.5: Een...verlicht: m.a.w. een aangenaam gezicht zorgt ervoor dat wat bezwaart, drukt, verlicht wordt (WNT 2, 1261); - i.m.5 sluit aan bij v.6987-8; - i.m.6: i.m.6 sluit wellicht aan bij v.6991: 'luyme'; - i.m.8: slimme: slechte; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 422 (met o.m. verwijzing naar Gruterus en De Brune) en Stoett 1943, dl.2, 131, nr.1757. | |
[pagina 205]
| |
7029 staat I: As die blijven vande Banck; staat II: Als die blijven vande Banck [wellicht een perscorrectie in staat II; vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.7104 op p.245 van dezelfde buitenvorm Hh].
Annotatie - 7003 Daar...wesen: daar zal vlug nog volk bijkomen; - 7005 in't gemeen: zo is het gewoonlijk; - 7007 speult...partje: haal geen gekheid uit, bedrieg niet; - 7009 slaat...Lijn: maak de lijn (aan de trekschuit) vast; - 7011 Bey: wacht; - 7012 dient gesmeten: moet een pak slaag krijgen (WNT 14, 2166); - 7016 Reetschop-make...lye: dat er toebereidselen moeten worden gemaakt, moet je dulden (WNT 12 3, 1029); - 7019 schotigh: snel, met vaart (WNT 14, 932); - 7021 den...rijt: buiten adem rijdt (WNT 2, 1556); - 7022 de wijt: de schuld; - 7025 naeu: nauwkeurig, precies; - 7028 hallif gelden: de helft van het reisgeld betalen; - 7029 Als...Banck: wanneer ze niet op de bank gaan zitten; - 7030 'Tis...lanck: het is altijd zo geweest; - i.m.1: vol-op: overvloed; - schaftmen...ruymte: zorgt men voor plaats; - vgl. met p.209, i.m.6: 'Benaeutheydt soeckt ruymte'; - i.m.2: Nae...scheyden: na het vertoeven, komt het weggaan, wanneer men ergens een tijdje verbleven heeft, moet men weggaan (WNT 19, 403-4); - i.m.2 sluit aan bij v.7005-6; - i.m.3: soo wel: even goed; - i.m.4: Wat...mind'ren: wat kan hinderen, moet men uit de weg ruimen; - i.m.6: cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 12 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus, Cats en De Brune) en Stoett 1943, dl.2, 209, nr. 1930; - i.m.9: in-schicken: plaats te maken (WNT 6, 1889); - i.m.10: Half...gelt: m.a.w. half opgegroeid (kinderen dus) moet maar voor de helft betalen; - i.m.11: Oude...Smetten: m.a.w. oude wetten voorkomen nieuwe fouten. | |
p.246Varianten - De gereproduceerde p.246 geeft staat II van binnenvorm Hh weer naar het exemplaar 50. 7047 staat I: Maats; staat II: Maets [een perscorrectie in staat II?; (vgl. b.v. met de onmiskenbare perscorrecties in staat II van v.6933 op p.242 en en van 7084-5 op p.247 van dezelfde binnenvorm Hh); gelijkaardige perscorrecties vindt men ook elders in de Belacchende Werelt (cf. het variantencommentaar bij v.3969 en 3970 op p.144 uit buitenvorm S en bij v.3400 op p.130 uit binnenvorm R); vgl. daarentegen echter de varianten van staat II in v.74 op p.8 van buitenvorm A en van staat III in v.12 en 24 op p.6, in v.34, 35 39 en 50 op p.7 van binnenvorm A; incidentele variant); - 7050 staat I: Wat mach deuse Man ons lette; staat II: Wat mach deuse Man ongs lette [wellicht een perscorrectie (vgl. b.v. met de onmiskenbare perscorrecties in staat II van v.6933 op p.242 en van 7084-5 op p.247 van dezelfde binnenvorm Hh); ook bij varianten in andere vormen blijkt de genasaleerde 'ng' wel eens de voorkeur weg te dragen boven 'n'; vgl. b.v. de varianten van staat II in v.3407 en 3411 op p.130 uit binnenvorm R en in v.7523 op p.262 uit binnenvorm Kk].
Annotatie - 7035 ter degen: op een behoorlijke wijze; - 7036 onder-wegen: onderweg; - 7037 Loopen uyt: uit de boot stappen; - 7041 'tGaet...wel: het gaat je goed; - 7043 Doet...deegh: help elkaar een beetje (WNT 3, 2325); - 7050 lette: hinderen; - 7052 jou Knoet: jij vlegel, lomperd (WNT 7, 4726); - 7053 licht...storen: vlug geraakt; - 7054 Benje...geschoren: ben je nu niet goed gesteld (WNT 4, 1737); - 7057 Macker: gezel; - 7059 datme: dat men; - i.m.1: vast: zeker, in hoge mate; - i.m.2: Meent...meent: m.a.w. geef rechtuit je mening te kennen, als je het oprecht meent (WNT 9, 380-2); in aansluiting bij v.7036-7: passagiers die van plan zijn uit te stappen, dienen dit nu rechtuit te zeggen, tenminste als ze het werkelijk menen; - i.m.3: Te...gewrongen: m.a.w. aan wat men | |
[pagina 206]
| |
tevoren heeft bedongen, daar mag men niet meer aan wrikken, op terugkomen; - i.m.5: weyen: hoeden, laten grazen; - i.m.7: vgl. met p.3, i.m.4: 'Niemant gaet qualijck om een anders wil'; - i.m.8: altijts niet: niet altijd; - recht uyt: recht vooruit; het hoofd knikt nl. soms ja of neen (vgl. v.7056); - i.m.9: Of...Iae: overal (zowel ver als dichtbij) staat een ja voor een neen en een neen voor een ja. | |
p.247Varianten - De gereproduceerde p.247 geeft staat II van binnenvorm Hh weer naar het exemplaar 50. 7063 staat I: Duyck jou selven; staat II: Duyck je selven [kennelijk een perscorrectie; vgl. b.v. met de onmiskenbare perscorrecties in staat II van v.7084-5]; - 7065 staat I: Als ick dan 'tgetal moet gissen,; staat II: Als ick dan 'tgetal moet gissen [mogelijk een perscorrectie in staat II (vgl. b.v. met de onmiskenbare perscorrecties in staat II; van v.7084-5) (staat I > staat II) of zetselschade in staat I (staat II > staat I)]; - 7084-5 aanduiding van een nieuw sprekend personage ('Joncker Meyndert') tuusen v.7084 en 7085 ontbreekt in staat I [perscorrectie in staat II: v.7085 e.v. worden inderdaad door Joncker Meyndert uitgesproken en niet door Soetje Strijckers].
Annotatie - 7061 Mond-op-ruymer: grote mond; - deckje Tanden: m.a.w. hou je mond dicht; - 7062 Lijck...Handen: zoals je wanten het doen (nl. bedekken) met je handen; - 7065 Als...gissen: als ik dan het aantal passagiers moet schatten; - 7066 bestaen...missen: durven overslaan (niet mee rekenen) (WNT 2, 2102); - 7067 sonder slot: geraakt buiten zinnen; - 7068 wort...vlot: gezwind van wal steekt (WNT 18, 64); - 7069 niet los: (de boot) niet losgooien; - hoopen: nog heel wat mensen; - By geval: op dat ogenblik (WNT 4, 1898); - 7075 daer by: in de buurt daarvan; - 7076 gemeynlijck: gewoonlijk; - 7077 soo doetet: zo is het; - Loncker: steelse kijker; - 7079 Snee: mode, snit; - 7080 Heerschop: heerschap; - 7083 Moskeljaat: muskeljaat, reukwerk op basis van muscus (WNT 9, 1272); - 7085-6 u Tonge...gewronge: uw tong heeft zich om mijn hart gewrongen, uw woorden hebben me verliefd gemaakt; - i.m.1: i.m.1 sluit aan bij v.7064-5; - i.m.2: houdt...klem: houdt niets vast (WNT 7, 3843); - i.m.3: beloopen: door veel lopen en zoeken trachten te bereiken; - i.m.4: volder: het meest vol; - daer...mach: waar niets meer bij kan; - i.m.4 sluit aan bij v.7071; - i.m.5: i.m.5 sluit aan bij v.7079: 'de Haagse nieuwe Snee'; - i.m.6: gaels: slecht, bedorven. | |
p.248Varianten - De gereproduceerde p.248 geeft staat II van buitenvorm Hh weer naar het exemplaar 50. 7099 staat I: Tusschen wijs, en tusschen 'tmallen,: staat II: Tusschen wijs, en tusschen 'tmallen; [wellicht een perscorrectie in staat II; vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.7104]; - 7104 staat I: Wat roert yder mijn begin,; staat II: Wat roert yder mijn begin? [perscorrectie in staat II]; - 7108 staat I: Dattet Mongtje woelen doet.; staat II: Dattet Mongtje woelen doet; [wellicht een perscorrectie in staat II; vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.7104].
Annotatie - 7087 Nademael: aangezien; - sien: zie; - 7090 hietje: heet je; - Koentje: Koen, om hiermee Meynderts vrijpostigheid (v.7089) aan te duiden; - 7093 soo...ick: dat hoor ik (in reactie op v.7092); - 7095 ruym...wat: al heel wat; | |
[pagina 207]
| |
- 7096 Nymphke: nimfje; - 7097 'tSal...vallen: het zal tussen ons wel klikken, goed uitkomen (WNT 18, 330-1); - 7099 Lambert: Lammert; - Boere-Slet: de boerenvent; - 7100 een Lief belet: hindert hier de liefde; - 7101 allien: alleen; - 7103 Kropje...in: smoor je stem een beetje en onderdruk je verlangens; - 7104 Wat...begin: wat gaat iemand mijn toenaderingspogingen aan (WNT 13, 787); - 7108 woelen doet: aan het werk zet; - 7110 Wil...lusten: zou het hart zin krijgen in een dutje; - 7112 ongans: ongesteld (WNT 10, 1573); - 7113 Bluffaert: pocher, snoever; - 7114 proncken: te kijk staan (WNT 12 1-2, 4427); - i.m.1: een...aensien: een lelijk aangezicht; - i.m.1 sluit aan bij v.7087-8; - i.m.3: De...uyt: m.a.w. de mond moet gevuld zijn (met eten); anders babbelt hij te veel; - i.m.3 sluit aan bij v.7094; - i.m.4: Aerdigh...Waerdigh: aardig wordt graag met waardig in verband gebracht: vgl. met p.116, i.m.7, p. 135, i.m.3, p.206, i.m.5 en p.278, i.m.8; - i.m.6: Kleyne...Groote: m.a.w. iedereen luistert toe; - i.m.6 sluit aan bij v.7101-2; - i.m.7: Harrebomée 1856-70, dl.3, 56 licht dit in margine bij Van de Venne verder toe met: 'Wiens hart in gedurige beweging gebragt wordt, die wordt wel eens tot medelijden bewogen. Men zegt het van iemand, die zich eindelijk laat verbidden'; - i.m.8: op te houden: open te houden, te blijven voeden. | |
p.249Annotatie - 7117 'eseyt: gesproken; - 7121 Datse...peure: dat ze flink moeten aanporren; - 7122 heel...treure: naar hartelust, onophoudelijk (WNT 17 1-2, 2669); - 7123 swieren: voortbewegen; - 7124 als...mijn: als aan mij; - 7125 Schuyt-Sack: schippersvent; - 7127 onbedachten: onbezonnen; - 7129 Voer-Mop: sukkel van een voerman (WNT 9, 1122); - 7130 hoe...bange: waarom schreeuw je nu zo bang (WNT 2, 1018); - 7131 Hats: uitroep (afkeurend) (WNT 6, 124); - Singjoor: sinjoor, heerschap; - 7133 Ke: he zeg; - wat...bayen: wat zou men hier zo (blijven) wachten; - 7134 'Ksegge...schayen: ik zeg dat je aanstalten moet maken om weg te gaan; - 7135-6 Mayn...alle-goor: ik heb zeer zeker meer bezigheden waar ik voor moet zorgen, dan jullie allemaal bij elkaar hebben; - 7137 Mesjeurs: mijne heren; - goey Uffrauwen: waarde juffrouwen; - 7138 mayn...achter-hauwen: mijn reis niet laten ophouden (WNT 1, 672); - i.m.3: eenparigh: samen, eendrachtig (WNT 3, 3846); - cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 32 (met o.m. verwijzing naar Sartorius); - i.m.4: laten...vlieghen: hijsen hun vlag, tonen hun vlag (en laten dus weten wie ze zijn) (WNT 21, 1339); - i.m.4 sluit aan bij v.7125 of 1728; - i.m.7: cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 24 en dl.3, 280 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus); - i.m.8: verletten: verspillen, verzuimen (WNT 20 1, 824-5). | |
p.250Varianten - De gereproduceerde p.250 geeft staat II van binnenvorm Ii weer naar het exemplaar 50. 7155 staat I: gevieert; staat II: geveeirt [perscorrectie in staat II: 'gevieert' wordt gewijzigd tot 'geveeirt' en sluit daarmee aan bij het rijmwoord 'eeirt' uit v.7156].
Annotatie - 7139 Die...muet: wie handel moet drijven; - 7140 up...Guet: op zijn zaak, goed, bezit; - 7141 het...monieren: het lijken slechte praktijken te zijn; - 7142 Day...goon: (van hen) die de zaken van partijen die ze in het groot verko- | |
[pagina 208]
| |
pen, in handen geven van kassiers (die hen de poespas van ontvangsten en betalingen uit handen nemen) en die hun zaken laten draaien zoals die willen (WNT 5, 1153 en 7, 1732); - 7145 Kredit...blaycken: het krediet moet in verhouding staan tot het debet; - 7146 saumen...kaycken: zou men op zijn neus staan kijken; - 7147-8 men...Balans: men zou er bijna nooit de sommen in evenwicht krijgen; - 7149 Schoyt-man: schuitvoerder; - hoost auw: haast je; - met een spoeyen: met haast; - 7150 Of...moeyen: of ik zal er mij verder mee bemoeien; - 7151 Soo...goot: indien jij niet begint te varen; - 7152 Da...roodt: indien je dat meent, van plan bent (nl. om niet te varen), dan weet ik daarop raad; - 7153 Woor-om...marren: waarom wil je langer treuzelen, wachten; - 7154 Hoe...warren: hoezo nu, wacht je tot er twist van komt (WNT 24, 1320-1); - Ba tjan: bij St.-Jan (vgl. Bredero 1974, 124, v. 1384); - 7155 dit...geveeirt: dit is vuil gevaren (cf. nl. de glosse: 'varen'), dit zijn vuile praktijken; - 7156 Da' men...eeirt: waar men vreemden niet met eerbied behandelt; - 7157-8 wa'...roese-moesen: wat vindt men hier in Holland voor botteriken die veel lawaai maken (WNT 3, 735 en 13, 844); - 7159-60 Rap...Ploogh: vlug met woorden, maar traag met de handen, blijkt nu een algemene plaag te zijn; - 7161 Mach...fackseren: mag een lomperik voortreffelijke mensen kwaad maken (WNT 14, 1841-2); - 7163 Waerom...Mont: waarom praat je zo veel; - 7164 Kalen...terstont: berooide kerel (die zich de tanden likt, hongerig is), vaar meteen verder; - 7165 Stoody...Hooye: sta je met een bedekt hoofd (heb je je hoed nog op); - 7168 Boom: de maststok van een trekschuit waaraan de lijn wordt vastgemaakt (WNT 3, 410); - i.m.1: niet: niets; - dan...heeft: hij bezit nl. niets; - i.m.1 sluit aan bij v.7139-40; - i.m.2: i.m.2 sluit aan bij v.7143; - i.m.4: i.m.4 sluit aan bij 'roodt' uit v.7152; - i.m.5: Harrebomée 1856-70, dl.2, 395 geeft hierbij als verdere toelichting: 'Vroeger voer men, en in de oostelijke provinciën van ons land vaart men nog, zoowel met wagens als met schuiten'; - i.m.5 sluit aan met 'wel varen' bij 'vooyl geveeirt' uit v.7155; - i.m.7: Wat...meest: welk lid verslijt er het meest; - Harrebomée 1856-70, dl.2, 22 licht dit toe met: 'eene schertsende vraag aan den veelprater'. | |
p.251Varianten - De gereproduceerde p.251 geeft staat II van binnenvorm Ii weer naar het exemplaar 50. 7169 staat I: Peyrt-Stjeert; staat II: Peyrt-Steeyrt [kennelijk een perscorrectie jn staar II: vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.7155 op p.250 van dezelfde binnenvorm Ii]; - 7171 staat I: facieus; staat II: focieus [kennelijk een perscorrectie in staat II: vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.7155 op p.250 van dezelfde binnenvorm Ii]; - 7177 staat I: Moor kets; staat II: Moor! kets [wellicht een perscorrectie in staat II: vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.7155 op p.250 van dezelfde binnenvorm Ii].
Annotatie - 7169 een...binden: men zou je aan een paardestaart moeten vastmaken (nl. met de voeten en je zo bij wijze van straf over de grond verder slepen) (vgl. WNT 12 1-2, 93); - 7170 Filmardayn: krachtwoord; - 7171 Puff: tussenwerpsel (om minachting uit te drukken) (WNT 12 1-2, 4723); - dit...focieus: dit schijnt wel ergerlijk te zijn; - 7172 slets: voddig (vgl. WNT 14, 1690); - odieus: hatelijk; - 7173 semers: zeker, waarachtig (vgl. Bredero 1974, 91, v.840); - auw: jou; - sonder loocken: ongezouten, zonder er doekjes om te doen; - 7174 Travers: slag; - veur...Koocken: op je beide wangen; - 7175 wa'...zy: wat | |
[pagina 209]
| |
(wie) denk je dat ik ben; - 7176 Pry: verachtelijke vent (WNT 12 1-2, 4133); - 7177 Moor: maar; - kets: vooruit (WNT 7, 2535); - 7177-8 mayndy...Snacker: meen je dat jij, rakker, als een snauwer uit de band mag springen (WNT 14, 2248; 'oyt-mooyten' staat wellicht voor 'uitmuiten', uit de band springen: vgl. WNT 17 3, 1142; vgl. voor 'oy' voor 'ui' ook in v.7230: 'Roymers' voor 'Ruimers'); - 7179 gay...veur: je hebt geen domoor voor jou staan (WNT 14, 1630); - 7180 Kodrus: een domme kerel (?); - leur: voddevent; - 7181 ayder: iedereen; - 7183 Die...Hooff: die zijn hoogheid, aan het hof dient; - 7184 Stoffers: pochers worden niet geloofd; - 7185 Die...rasen: die te hard lawaai maken; - 7186 En...blasen: en die hoog van de toren blazen; - 7187 d'Aere Luy: de andere mensen; - 7188 Snarre-becken...uyt: laten niet zulke schimpende woorden uit hun mond horen (WNT 14, 2263); - 7189 loddigh: lustig, dartel (WNT 8, 2547); - 7190 een reysje: een keertje; - 7191 Wel...selter: wel, hoe zal het zijn; - scheetje mijn: bespot je mij, hou je me voor de gek (WNT 14, 481); - 7192 Drijf...Lijn: ga weg van hier en breng de treklijn in gereedheid (WNT 12 3, 1010); - 7193 leuren: treuzelen, talmen. (WNT 8, 1697); - 7194 verscheuren: uiteenvallen; - 7195 Loopter...wegh: lopen er zes of zeven passagiers weg; - 7196 deur elcke Bregh: onder elke brug door; - i.m.1: Tast toe: sla (WNT 17 1-2, 752); - i.m.2: Goe...is: goede kennis is een goede praktijk, gewoonte (vgl. p.82, i.m.7 en p.253, i.m.6); - i.m.2 sluit aan bij v.7175-6; - i.m.6: vgl. p.62, i.m.5 ('Hooge dingen lijden veel aen-stoot') en p.210, i.m.6 ('Die gheen Aen-stoot wil lijden/moet uyt de woel blijven'); vgl. ook met Harrebomée 1856-70, dl. 1, 361 (met o.m. verwijzingen naar Servilius, Zegerus, Gruterus, David, Sartorius, Cats en De Brune) en Stoett 1943, dl.1, 384, nr. 999. | |
p.252Varianten - De gereproduceerde p.252 geeft staat II van buitenvorm Ii weer naar het exemplaar 50. 7224 staat I: Vul Riolen layd en rust; staat II: Vul Raiolen layd en rust [kennelijk een perscorrectie in staat II (vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.7237 op p.253 van dezelfde buitenvorm Ii); de woorden uit v.7224 worden uirgesproken door Hans van der Haest zodat de variant uit staat II als een verdere poging om het Brabantse dialect te suggereren, moet worden opgevat].
Annotatie - 7197 Tes...Maske: dat is zo, meisje; -joo veursekers: ja waarachtig; - 7198 Scheuyt-lien...Winde-brekers: schuitmensen zijn slechts praatjesmakers; - 7199 Die...schay: die een koopman veel schade berokkenen; - 7200 Als...dray: als zij zich niet vlug haasten; - 7201 Moor...getrantel: maar ik zal nu, met veel over en weer geloop (WNT 4, 1850); - 7202 Bousjet: naar welk kledingsstuk of naar welk attribuut hier wordt gewezen, is niet duidelijk; - Rapier: lange, puntige degen; - 7203 Ooick...Bonet: ook mijn smalle fraaie muts; - 7204 Met...upgeset: met een knoopje erop vastgehecht; - 7205 Oordigh...Mode: mooi volgens de Spaanse mode; - 7206 Of...Metode: of op de wijze van de Brusselaars; - 7207-9 Setten...Kuets: schikken zoals men van ver in een koets komt aandraven te Antwerpen op de Meir; - 7209-14 door...Kleeren: veel sinjoren dulden op een statige manier dat de tijd van de beurs wordt voorzien van telgangers (WNT 5, 1562), als bewijs voor iedereen dat men niet failliet gaat (WNT 3, 4356), aangezien men komt in mooie kleren (WNT 7, 260-1); de sinjoren vertonen zich m.a.w. met hun mooiste kleren en in koetsen opdat niemand zou denken dat ze bankroet zijn gegaan; - 7215 parforts: per sé, voorzeker; - 7217 En...betrecken: | |
[pagina 210]
| |
en veel wissels laat betrekken (WNT 2, 2249); - 7218 Door...plecken: uit verre plaatsen in de wereld; - 7219 Varr'...nae: ver of dichtbij, het is allemaal gelijk; - 7221 Sivily: Sevilla; - Lissebonen: Lissabon; - 7222 By...Hof: samen met het hof van Madrid; - om thoonen: om aan te tonen; - 7223-4 Dat...rust: dat de gouden kust van Spanje, vol realen (gouden muntstukken) ligt te rusten (WNT 12 3, 437); - 7225 Norenburgh: Neurenberg; - Pragen: Praag; - 7226 noor behagen: zoveel men maar wil, naar believen; - 7227 oon: aan; - 7228 Vindenen...fayn: vindt men grove en fijne geldstukken; - i.m.1: wonder: wonderlijke dingen; - i.m.1 sluit aan bij v.7199: 'Koop-man'; - i.m.2: Geen...Suffen: wellicht: wanneer er geen nieuwe (mode)snufjes komen, verliezen de oude hun glans (nl. omdat ze steeds in gebruik blijven en dus versleten zijn); - i.m.3: Groot Eer, Groot Zeer: m.a.w. wie een hoge plaats bekleedt, en aan wie dus ook veel eer verschuldigd is, heeft veel te lijden; - i.m.3 sluit o.m. aan bij 'stootigh layen' uit v.7210; - i.m.4: Een...vermeldt: m.a.w. over iemand zonder geld, wordt zelden in ruime kring gesproken; - i.m.5: Heeft...Rijck: m.a.w. laat men zijn rijkdom niet zien, dan heeft men niet de naam van rijk te zijn; - i.m.6: Landt-rijcke...Standt-blijcken: de rijken van het land laten hun stand zien; - i.m.7: Goet...wis-wel: een goede wissel doet zeker goed; - i.m.8: Harrebomée 1856-70, dl. 1,286 verwijst hierbij naar Mt. 6, 21 en Lk. 12, 34. | |
p.253Varianten - De gereproduceerde p.253 geeft staat II van buitenvorm Ii weer naar het exemplaar 50. 7237 staat I: Dan soo is te Koppenhagð,; staat II: Oock soo is te Koppenhage, [pers-correctie in staat II]; - 7252 staat I: vrienlijck; staat II: vriendlijck [wellicht een perscorrectie in staat II; vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.7237].
Annotatie - 7229 Bordeus: Bordeaux; - Rawonen: Rouen; - 7230 Door...wonen: waar ook flinke rijken, geldbezitters (die het 'ruim' hebben) wonen; - 7232 Wis up: zeker (ook wissels laten betrekken) op; - 7234 Tot...vertroosten: ter zoete vertroosting van de kooplieden; - 7235-6 Dantswayck...Rayck: Danzig zal dan op een machtige manier blijk geven van hef Poolse rijk, tonen wat het Poolse rijk is; - 7237-8 Oock...dage: ook is er elke dag klinkende munt in Kopenhagen (WNT 14, 2631); - 7239-40 Stockholm...kracht: Stokholm heeft (als blijk van de rijkdommen van Zweden) vele mooie harde metalen (muntstukken); - 7241 Suycktmen...Ponden: zoekt men honderdduizend ponden; - 7242 Roymte...gevonden: overal is er overvloed te vinden; - 7243 Ba, tjan: bij St.-Jan; - 7244 Is...Schat: is van alle schatten voorzien; - 7245-6 Neer-landt...Lieden: Nederland heeft ook rijke gebieden en overvloed bij galante lieden; - 7249 Kallers: babbelaars; - 7250 Wijsers: wijze mensen; - 7251 Poffers: snoevers; - Bloen: kerels, lieden; - 7252 Die...voen: die zich in den vreemde verrijken; - 7253 stieren: sturen; - 7254 dickels: dikwijls; - vreemde tieren: vreemden lawaai maken, razen (m.a.w. de schuitvoerders hebben vaak vreemdelingen aan boord); - 7255-7 Ick... Vrienden: ik en de anderen prijzen al deze vreemdelingen meer dan onze dichtste verwanten (nl. omdat ze geld hebben en dus betalen; vgl. met i.m.7); - 7258 'k Wau...verdienden: ik wenste dat jij je vracht verdiende; - 7259 Soo...kant: indien je niet wil wegvaren; - 7261 dan...Landt: dan ga ik terug aan land; - i.m.1: Wis...is: m.a.w. in de steden vindt men zowel zekerheid als onzekerheid; - i.m.1 sluit aan bij v.7232; - i.m.2: Daer... Voeten: waar geld rinkelt, daar luistert | |
[pagina 211]
| |
men toe en wil men met handen en voeten helpen; - i.m.3: Slijtmen 't Velleken: m.a.w. zet men zich in; - de spreuk is een variant op het bekende gezegde waarmee het trouwen om geld wordt gelaakt: 'Niet om haar velleken, maar om haar gelleken' (Harrebomée 1856-70, dl.1, 222 met o.m. verwijzingen naar Servilius, Gruterus, Sartorius, Cats en De Brune); - i.m.4: met Windt: nl. door de zeehandel; - i.m.5: kennelijk in aansluiting bij 'hooger' en 'Neerlandt' (v.7247-8); - i.m.6: Wt...ken: wanneer het niet tot de gewoonten behoort, gaat de kennis ervan teloor; - i.m.6 sluit met 'ken' aan bij 'vreemde' uit v.7249-52; - i.m.7: vgl. met 'Om den wille van het smeer Likt de kat den kandeleer' (Harrebomée 1856-70, dl.1, 379 met o.m. verwijzingen naar David, Gruterus en Cats); - i.m.8: Het...zijn: m.a.w. men moet als loon krijgen wat gerechtvaardigd is; - Harrebomée 1856-70, dl.3, 7 licht dit gezegde bij Van de Venne, wellicht niet meer van toepassing op deze plaats in de Belacchende Werelt, verder nog toe met: 'Men zegt dit van luiaards en ledigloopers, die den schijn aannemen, alsof zij wonder wat uitvoeren'. | |
p.254Varianten - De gereproduceerde p.254 geeft staat II van binnenvorm Ii weer naar het exemplaar 50. 7284 staat I: Slappe Tas je Hooft dat treurt; staat II: Slapt jou Tas je Hooft dat treurt [kennelijk een perscorrectie in staat II: vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.7155 op p.250 van dezelfde binnenvorm Ii]; - 7287 staat I: Wie op geen beroep en past; staat II: Wie op gien beroop en past [wellicht een perscorrectie in staat II (vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.7155 op p.250 van dezelfde binnenvorm Ii); ook elders in de Belacchende Werelt bleek 'ee' door 'ie' te worden vervangen: cf. het variantencommentaar bij v.6454 op p.224 van buitenvorm Ee en v.8017 op p.279 van binnenvorm Mm].
Annotatie - 7262 lichtje Vachten: pak je weg (vgl. nl. WNT 18, 139); - 7265 Goyt-sack: schelm, schavuit (WNT 5, 1232); - 7265-6 mochte...geschieden: indien ik het voor het zeggen had, dan zou je worden gestraft; - 7267 Da'...maynt: wat je denkt; - 7267-8 Om...Koock: voor zo iets zou je aan de schandpaal te kijk worden gezet (WNT 7, 620); - 7269-72 Doch...lanck: maar van deze snode brutaliteit zal ik nu, vol sierlijkheid, weggaan met een kloeke stap, kortweg, ook al is de weg lang; - 7273-4 Vlaytigh...maylen: ijverig zal ik dan van tijd tot tijd vrolijk de mijlen kort maken; - 7275-6 Kraygt...wat: krijgt mijn broek door het verslijten een gat (kennelijk wil Hans te paard rijden), dan wordt dit gecompenseerd door wat mijn zool bespaard blijft; - 7277 Schoffel-lackje: treuzelaar (WNT 14, 766); - 7278 mit...Packje: met zijn vracht; - 7279 'tHeerschop...Boort: het heerschap uitstappen; - 7281 Meenje...vissen: denk je nog aan vracht te geraken; - 7283 Vaart...beurt: vaar dan leeg en op je tijd (WNT 2, 2291); - 7284 Slapt...treurt: wordt je tas leeg, dan treurt je hoofd; - 7286 Asje... st́ellen: als je de bewusteloze wil uithangen; - 7287-8 Wie...vast: wie er geen acht op geeft wanneer er een beroep op hem wordt gedaan, krijgt weinig met zekerheid vast; - 7289-90 As...ombeeren: op het moment dat men dan naar het geluk verlangt, ach, dan moet men het juist missen; - 7291-2 Wie...stil: wie voortdurend wil zijn bezit vermeerderen, moet niet altijd stil blijven wachten; - i.m.1: Macht...kracht: macht die wacht (zich niet sterk doorzet), is een zachte kracht; - i.m.3: spijt: onrecht, of ook: smaad, hoon (WNT 14, 2796-7); - i.m.6: Vlijdt...Tijdt: door vlijt wint men tijd, maakt men tijd vrij; door vlijt | |
[pagina 212]
| |
bekomt men tijdswinst (?); - i.m.8: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 321 en dl.3, 228 (met o.m. verwijzingen naar Servilius, Zegerus, Gruterus en De Brune); - i.m.8 sluit aan bij v.7281-2. | |
p.255Varianten - De gereproduceerde p.255 geeft staat II van binnenvorm Ii weer naar het exemplaar 50. 7317 staat I: Dat hy vaert mit nege mensen; staat II: Dat hy drijft mit nege mensen [kennelijk een perscorrectie in staat II: vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.7155 op p.250 van dezelfde binnenvorm Ii].
Annotatie - 7293 ouwen Schudde: ouwe schurk (WNT 14, 1124); - 7294 Hoe na: wat nu? Heb je nog zin om te dutten (WNT 3, 3551); - 7295 'tSchijnt...jou: begeerte schijnt in jou te wonen; - 7296 Beckje: liefje; - 7301 Maeckje...drijven: zorg maar vlug dat je aan het varen bent; - 7303 reken...niet: reken ik niet aan; - 7305 Goelijck Ionge: zachtjes, jongen (bedoeld wordt de 'jonghen Treck-Boef') (WNT 5, 383); - 7308 Hoorje...segh: hoor je, kereltje, wat ik zeg; - 7309 Over...binnen: kennelijk gaat het hier om instructies m.b.t. de afvaart; - 7311 aersel...uyt: achterom (WNT 1, 593-4); - 7312 Ginsen voorwort: ginds voor je; - 7313 Quieringh Iooren: trage Joris (WNT 8, 497); - 7315 Heyt...Vracht: heeft de man geen grotere vracht; - 7320 twie stuyvers: twee stuivers; ze betalen m.a.w. meer dan twee blanken en half (WNT 2, 2780-1); - i.m.1: cf. Van de Vennes grisailles: 'Elck is om raepen uyt' (Plokker 1984, 94-5, nr.32); - i.m.2: besteden...verslijten: uitgeven (spenderen) of verkopen (WNT 2, 2118 en 20 2, 344-5); - i.m.2 sluit aan bij v.7295; - i.m.3: Kaets: het kaatsspel (WNT 8, 765); - i.m.3 sluit aan bij v.7300; - i.m.4: gelden: betalen; - i.m.6: Men...geacht: m.a.w. men hoort meer dan genoeg; werd er maar acht op gegeven, werd er maar naar geluisterd; - i.m.6 sluit aan bij v.7308; - i.m.7: vgl. met p.13, i.m.1: 'Omsien hindert voortganck'; - i.m.9: Schier...macht: m.a.w. wat iemands krachten bijna te boven gaat, lijkt buiten zijn macht te liggen; - i.m.12: i.m.12 sluit aan bij v.7322. | |
p.256Annotatie - 7325 'tSchuyte-Veer...om-deelen: het schuitenveer moet (elke schipper) op een correcte manier bedelen (WNT 10, 188); - 7326 Of...krakelen: of er komt ruzie van; - 7327 graeuw: onvriendelijk, donker (WNT 5, 603); - 7328 Bijte-baeuw: boeman; - 7330 stijf verklaren: flink uitleggen; - 7331 Hoe...gingh: hoe het er onlangs hevig aan toeging (WNT 2, 2646); - 7333 begon te naken: was op handen; - 7336 Schoer: schouder; - 7338 bulde: bulderde (WNT 3, 1882); - 7339 Wachje...Baen: pas op of maak plaats; - 7340 Of...gaen: het zal er hier vreemd aan toegaan; - 7341 baren: schreeuwen (WNT 2, 1018); - 7342 Deur...Butter-Karen: gekleed in een holle boterkarnton; - 7344 verbrot: verprutst; - 7345 roeren: bewegen; - 7346 Knodse: knots; - voeren: dragen, vasthouden; - 7349 die...Proppe-darmen: die onnozele vreetzakken (WNT 3, 3297 en 12 1-2, 4494); - 7350 Drongen los: raakten met elkaar slaags (WNT 8, 2967 en 2972); - liepe karmen: liepen te kermen; - 7351 Tast...kan: sla op wie je kan treffen; - 7352 Of...an: of hier worden klappen uitgedeeld (WNT 12 1-2, 1282-5); - 7353 Dubbel-Moort: meer dan moord; - het... | |
[pagina 213]
| |
honden: het zal er warm aan toegaan (WNT 6, 905); - 7354 Gat-Vinck: schimpwoord (WNT 4, 346); - 7355 Meerder...over-noodt: het is nog erger dan een uiterste noodtoestand; - 7357 Neurckje: een knorrige vent (WNT 9, 2216); - 7358 Veurckje: hooivork; - i.m.1: Elck...niet: ieder het zijne, dan heeft de slechte niet (wat een ander toebehoort); - i.m.2: Van...wat: m.a.w. over gebeurtenissen vertelt men; - i.m.2 sluit aan bij v.7329-31; - i.m.3: Spijt...Strijt: smaad brengt strijd voort (WNT 14, 2796); - i.m.4: i.m.4 sluit aan bij v.7334; - i.m.5: Grimmende: grommende (WNT 5, 780); - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 322 en dl.3, 228-9 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus, Zegerus, Sartorius, Cats en De Brune); - i.m.6: ruymt plaets: maakt plaats; - i.m.7: krul-spaenders: houtkrullen; - i.m.8: Haetje...Handen: m.a.w. wanneer je niet in schande wil komen, moet je je handen gebruiken; - i.m.8 sluit aan bij v.7345; - i.m.10: Over-macht Over-kracht: m.a.w. overmacht gaat iemands krachten te boven; - i.m.11: Doodt...Doodt: dood brengt dood mee, nodigt dood uit, leidt tot dood. | |
p.257Annotatie - 7359 sonder slaen: zonder dat hij uiteindelijk doel trof; - 7360 sonder staen: zonder te blijven stilstaan; - 7361 By...sprongh: samen met het springen; - 7362 Dubbel-beenend'...houtje: dubbel benen makend met zijn stok; - 7363 'tis...leer: het is een slag voor een klap, leer om leer, men betaalt er met gelijke munt (Stoett 1943, dl.1, 541, nr.1350); - 7365 lijdigh: jammerlijk, of ook zware, erge, hevige (WNT 8, 2228-9); - 7367 Honds-klinck: klootzak (WNT 6, 917); - Kriel: gekrioel (WNT 5, 694); - 7368 Griel: gewemel (WNT 5, 694); - 7369 Drie-voet-Stoelen: drievoeten; - 7370 swierden: slingerden; - kroele-woelen: door elkaar gewriemel; - i.m.1: Mickers...Schickers: m.a.w. wie mikt, neemt zich ook voor om te raken (WNT 14, 646); - cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 47 (met o.m. verwijzing naar Gruterus); - i.m.2: Galpers: schreeuwers (WNT 4, 201). | |
p.258Annotatie - 7371 Heugel: het haardijzer (WNT 6, 696); - 7372 Sloeger...langh: sloegen er wat dichtbij stond, en reikten ook ver; - 7373 Kuyckens-Kevy: de kuikenmand (WNT 7, 2731); - 7374-5 deed'...verpletten: verhinderde dat daar iemands hoofd zou verpletterd worden (eig. gaf hinder zodat daar niemands hoofd verpletterd werd) (WNT 20 1, 1889-90); - 7376 Een...Helm: een lantaren als helm gebruikt; - 7377-8 Met...Sporten: en (hij droeg ook) een ladder om negen man te pakken te krijgen tussen de elf sporten (WNT 14, 910); - 7379 hy...verrast: hij zou op dat moment verrast zijn geworden; - 7380 varend': rondreizend; - 7381-5 Hadd'...tieren: indien daar niet een sukkel van een Joris, samen met de stramme en bultige Floris en met domme Fobis Nietsnut (harde kerels van zachte kaas gemaakt) komen tieren (WNT 8, 1695); Harrebomée 1856-70, dl.1, 371 licht de uitdrukking 'Harde Maets op safte Kaes' (o.m. bij Sartorius en De Brune) verder toe met: 'Men zegt dit van mannen, die den schijn van sterkte aannemen, ofschoon ze innerlijk zwak zijn; maar vooral van de lafaards, die hunnen moed toonen, als 't gevaar geweken is'; - 7385 Verwinders: vechtersbazen, overwinnaars (WNT 20 2, 2048); - 7387-8 Stort...bloet: vergiet en verkwist hier niet te veel verhit bloed van hen die hier het onderspit moeten delven (WNT 8, 820); - 7389 ongeboomde Mande: mand zonder bodem (waar alles dus gewoon | |
[pagina 214]
| |
doorvalt); - 7390 Leent...Handen: geef hier de voeten, breng hier de handen (om ze in de mand te verzamelen); - 7392 schalt: schreeuwt (WNT 14, 234); - 7393 Vatmen: grijptmen; - 7397 rocktmen: rukt men (WNT 13, 1812); - 7398 focktmen: duwt men (WNT 3, 4606); - 7402 schortmen: houdt men vast, houdt men tegen (WNT 14, 913); - 7403 Vinnigh...vinnigs-loon: vinnig krijgt een loon voor de vinnigheid; - 7404 Alsmen...Koon: wanneer men een jaap in zijn wang heeft; - i.m.2: Schort...schort: hou tegen wat verkeerd is; - vgl. met p.260, i.m.5: 'Al waer men veel op-schort/ daer sal noch altijdt wat aen-schorten'; - i.m.3: Scheyers: zij die uit elkaar halen, tussenbeide komen, de vechtenden scheiden; - Vleyers: zij proberen nl. de vechtenden met vleierij tot bedaren te brengen; - i.m.3 sluit aan bij v.7381 e.v.; - i.m.4: cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 200 licht deze spreuk bij Van de Venne verder toe met: 'Dat is: prijs, wat uwen prijs verdient'; - i.m.4 sluit wellicht aan bij 'Verwinders' uit v.7385; - i.m.5: schouwen: schuwen; - i.m.7: cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 282 en dl.3, 325 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune). | |
p.259Varianten - De gereproduceerde p.259 geeft staat II van binnenvorm Kk weer naar het exemplaar 50. 7426 staat I: handen,; staat II: hande, [perscorrectie in staat II: de vervanging van 'handen' door 'hande' maakt de spelling conform aan deze van het rijmwoord uit v.7425: 'Lande'].
Annotatie - 7405 Onheus: ruw, onfatsoenlijk; - 7406 drijven: daden, handelen (WNT 3, 3345); - 7407-8 Onheus...Kroes: de duivel brouwt ruwheid uit vele kannen en kroezen van drinkers (WNT 7, 3171); - 7410 verschorren: schor worden; - 7411 Lijntje: nl. van de trekschuit; - 7412 Trecker: nl. Holle Kees, de 'jonghen Treck-Boef'; - 7416 aafse lap: klap van opzij (WNT 1, 12); - 7417 verstaet...Seggens: begrijp je woorden, bevelen; - 7418 Sleep...Breggens: wellicht gaat het hier om het los- en vastmaken van de treklijn bij het voorbijvaren van een brug; - 7419 Stap...heen: verder; - 7421 Lijn-leyders: zie over deze helpers van de trekschuit dl.III, B, hoofdstuk 5, §1; - 7425 Bosje: (bedel)bus (WNT 3, 1925); - 7427 'tSchaedt...heeft: het doet geen nadeel (aan de schenker) dat men een kleinigheid geeft, wanneer men tamelijk veel bezit; - 7431 Lost, hou an: aanhouden is als scheepsterm bekend: het gaat nl. om het tegenhouden van het ankertouw bij het aanmeren; de betekenis luidt hier dan: gooi de touwen uit (om aan te meren) en hou ze tegen (zodat de boot niet afdrijft) (WNT 1, 178); - 7434 Hebje...Goetje: heb je geen apart geld (WNT 20 1, 2221; cf. nl. v.7433: Lammert betaalt zowel voor zichzelf als voor Soetje); - i.m.1: heus: op een goede, fatsoenlijke wijze (WNT 6, 714-5); - i.m.2: i.m.2 sluit wellicht aan bij v.7411-2; - i.m.3: stijve: weerbarstige, onbuigzame (WNT 15, 1608-9); - i.m.3 sluit aan bij v.7413-6; - i.m.5: degelijck: op een rechtschapen, goede wijze (WNT 3, 2360); - ongheschickt: onbetamelijk, ongebonden (WNT 10, 1656); - i.m.6: Smeeckende...Gelders: raadslieden die smeken, zijn geen betalers (WNT 4, 1081); - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 222 (met o.m. verwijzingen naar Gruterus en De Brune); - i.m.7: uyt-gheeft: aan iemand leent; - in-wachten: ontvangen; - vgl. p.130, i.m.3: 'Wt-leenen doet inwachten'; - i.m.8: Gemeen...Quaet: goed dat gemeenschappelijk is, is meestal slecht; - vgl. met 'Gemeen goed, Geen goed' (Harrebomée 1856-70, dl.1, 247 met o.m. verwijzingen naar Gruterus, Cats en De Brune). | |
[pagina 215]
| |
p.260Annotatie - 7435 'kDenck...neen: ik denk van niet; - 7436 Eerse...Deur: vooraleer ze verdergaat; - 7437 Eerst...wijcken: eerst zal ik aan land gaan; - 7438 Dan...strijcken: dan mijn Soetje na mij laten zakken, van de boot helpen; - 7441 ruymen: bieden meer plaats, krijgen meer ruimte; - 7443 dubbel stee: een dubbele plaats; - 7444 Wilt...mee: indien iemand onderweg mee wil (met de schuit); - 7445 Voer-luy...winnen: voerlieden trachten winsten binnen te halen; - 7448 meert: vermeerdert; - 7449 Moetjet...weten: wil je mijn gedacht vernemen; - 7450 ick...geseten: ik zit hier goed; - 7451 Niement...gemack: niemand haalt me uit mijn gemakkelijke positie; - 7452 Geckjer mé: steek je er de draak mee; - 7454 hoe...ditte: hoe moet ik dit begrijpen, opvatten; - 7458 Mangde: mand; - 7459 pagg'len: vastmaken (WNT 12 1-2, 150); - 7460 omwinden: vastbinden; - 7461 Ken...sluyten: past het, betaamt het; - 7462 binnen: (nl. aan boord van de schuit); - 7464 raadt eens: zeg eens, laat me weten (WNT 12 3, 150); - i.m.1: Losse...Saken: lichtzinnige kerels, hoor (zonder dat je berispt wordt) laat je waakzaamheid niet verslappen voordat je vastgrijpt wat winst oplevert; op die manier zal je zaken bereiken die je zekerheid geven; - i.m.1 sluit wellicht nog aan bij v.7445; - i.m.2: en stouwden: verborg men (WNT 15, 2034); - i.m.3: dyen: voorspoedig groeien; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 425 (met o.m. verwijzingen naar Cats en De Brune); - i.m.3 sluit aan bij v.7450-1; - i.m.5: Al...aenschorten: waar men veel opheft, daar zal nog altijd iets aan schorten (WNT 11, 1168-71 en 1, 132); wat er precies schort, blijkt uit de gelijkaardige glosse van p.129, i.m.3: 'Die last moet op-schorten // sal bucken en lijden'. | |
p.261Annotatie - 7467 beloopen knap: vlug inhalen (WNT 2, 1745); - 7470 Gaat...Koeyen: loop heen en ga de koeien hoeden; - 7471 Murgen: morgen; - 7472 Strijck-uyt: verwijst uiteraard naar de naam van het meisje Strijckers maar ook naar het feit dat het meisje zo naar hem sneert (WNT 16, 41); - 7473 Mit die Mongt: met die mond (van jou); - 7474 vaale: vaalgrijze, grauwe; - Rotte: ratten (WNT 13, 1413); - 7477 Pekel: het zoute water; - 7478 Hekel: dit plankje was nl. voorzien van scherpe omhoogstekende ijzeren tanden (WNT 6, 491-2); - 7481 Daver-draver: snelle loper (WNT 3, 2473); - stilje toren: laat je woede wat bekoelen; - 7483 By aldien: vermits, aangezien (WNT 2, 2584); - deusen: deze; - 7489-90 Over...Vromen: m.a.w. over de weg kan men wel gaan door te stappen met goede gezellen; - 7492 slim...treen: m.a.w. die verkeerde wegen bewandelen; - 7493 Stuyft...uyt: loop vlug vooruit; - wilme beyen: wil op mij staan wachten; - 7496 Benne: zijn; - i.m.1: Te...nae-loopen: nl. omdat de andere er reeds van door is; - i.m.2: Wil...wacker: wie iets wil, wordt daardoor wakker, waakzaam; - i.m.2 sluit aan bij v.7469; - i.m.3: Eygen-blijck: aard; - i.m.3 sluit aan bij 'Murgen' uit v.7471; - i.m.4: i.m.4 sluit aan bij v.7475; - i.m.5: Vijs...daedt: m.a.w. een vreemd, vertrokken gezicht past niet; - i.m.5 sluit aan bij de verwensingen uit v.7473-8; - i.m.6: Mis-leeren...deeren: verkeerd leren brengt nadeel aan; - i.m.7: trecken: tegen te houden, erbij te halen; - i.m.7 sluit aan bij v.7483-4; - i.m.8: Gelijcke...heen: gelijke tred geraakt voort; - i.m.9: Wacht...niet: m.a.w. sta iemand die welkom is, op te wachten (wanneer hij aankomt), want wie aankomt, zal niet op jou blijven wachten; - i.m.9 sluit aan bij v.7493-4: Lammert moet Soetje staan opwachten wanneer ze zal aankomen; - | |
[pagina 216]
| |
i.m.10: Wel...wel: 'Wel aen' sluit aan bij 'wel an' uit v.7495; de precieze betekenis van de glosse is niet duidelijk: een kordate aanpak leidt tot succes, brengt je waar je wil zijn (?). | |
p.262Varianten - De gereproduceerde p.262 geeft staat II van binnenvorm Kk weer naar het exemplaar 50. 7523 staat I: uyt ons oogh; staat II: uyt ongs oogh [wellicht perscorrectie in staat II (vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrecties in staat II van v.7426 op p.259 van dezelfde binnenvorm Kk); ook bij varianten in andere vormen blijkt de genasaleerde 'ng' wel eens de voorkeur weg te dragen boven 'n'; vgl. b.v. de varianten van staat II in v.3407 en 3411 op p.130 uit binnenvorm R en in v.7050 op p.246 uit binnenvorm Hh]; - i.m.3: staat I: Honigh in de Mondt; staat II: Honigh om de Mondt [perscorrectie in staat II (vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrecties in staat II van v.7426 op p.259 van dezelfde binnenvorm Kk)].
Annotatie - 7497 Iaa Kint: ja maatje; - tijgh...swieren: begin je al maar gerust te bewegen (WNT 18, 82); - 7498 Maackt...Kiere-mieren: blijf niet langer staan ronddraaien (WNT 7, 2794); - 7499 vergist: verspilt (WNT 19, 2177); - 7501 Wat...spreken: wat aardige, wondere woorden; - 7502 Komt...breken: klinken mij in de oren; - 7506 drijvend' Hoedje: (met veren) wapperend hoedje (WNT 3, 3351); zwierige hoed; - 7507 lichten: opheffen; - meer...flus: nog sneller dan terstond (WNT 3, 4592); - 7509 aen het landen: bij het aan wal gaan; - 7512 Dat...an: dat ik het lichtvaardig nu eens aan en dan weer uit maakte (WNT 14, 2703); - 7516 Die...verliest: wie veel keuze heeft, ontglipt vaak alles; - 7517 Keur...Angst: Visscher 1949, 11 licht de spreuk 'Keur baart angst' verder toe met: 'Daermen kiesen mach voor beste uyt twee ofte meer dinghen, daer valt terstondt bekommeringh in't oordeel, soo dat men altemet bedroghen is door valsche voorbeeldinghe en ghebreck van kennisse, kiesende het quaedste voor't beste'; - verklare: verzekeren, vermelden (WNT 20 1, 260-2); - 7519 Let...Reden: let op deze verstandige woorden; - 7521 Wel 'e raan: goede raad gegeven; - al van het kiesen: m.b.t. het kiezen; - 7524 'tLijckent: het lijkt; - i.m.5: Verkiesers, Verliesers: wanneer men iets verkiest, dan verliest men ook meteen iets (nl. wat men niet verkiest); - vgl. met 'Die niet verkiesen, Mogen niet verliesen' en 'Verkiezen Doet verliezen' (Gruterus) (Harrebomée 1856-70, dl.3, 74); - i.m.6: 'Tis...verkiesen: het is een wijs man die het goede uit het slechte weet te selecteren, die onderscheid weet te maken tussen goed en slecht (WNT 20 1, 208-9; - i.m.7: i.m.7 sluit aan bij v.7524: de trekjongen blijkt zich immers erg te haasten. | |
p.263Varianten - De gereproduceerde p.263 geeft staat II van binnenvorm Kk weer naar het exemplaar 50. i.m.1: staat I: Wie staegh de Vuysten // inde Lijf-Sacken blij- // ven/ houdt die sijn Han- // den oock recht?; staat II: Wie staegh de Vuysten // inde Lijf-Sacken laet // blijven/ houdt die sijn // Handen oock recht? [perscorrectie in staat II; vgl. nl. met de onmiskenbare perscorrectie in staat II van v.7426 op p.259 van dezelfde binnenvorm Kk].
Annotatie - 7530 gelden: betalen; - 7532 Volger: nl. Lammert (cf. v.7433); - 7533 pas Gelt: geef het juiste bedrag (WNT 12 1-2, 689); - 7534 d'Oly-Molen: de windmolen die olie uit lijn- of raapzaad perst (WNT 10, 117); - 7535 Benne: | |
[pagina 217]
| |
zijn; - al-ree: reeds; - 7536 over-zy: omkantelen; - 7541 effen: volkomen gelijk; - 7544 toertigh: grappig (WNT 17 1-2, 649); - 7545 dullen: gek, mal, vrolijk (WNT 3, 2758-9); - 7546 oolijck: dwaas, onnozel, mogelijk ook: doortrapt, sluw (WNT 11, 11); - 7548 kalligh: babbelachtig, babbelziek; - 7554 Sloef: lummel, lomperd (WNT 14, 1841); - Scheuck: hoer, snol (WNT 14, 529); - Funne: schelm, schavuit (WNT 3, 4707); - 7555 Fiel: schooier, bedrieger, schurk; - 7556 men...lief: men ziet je graag; - i.m.2: vgl. met fol. [††] 3ro, i.m.5: 'Is men wijs ghenoegh voor sijn selven om te doen of laten'; - vgl. ook met 'Niemand is wijs in zijne eigene zaken' (o.m. bij David, Gruterus en De Brune; zie Harrebomée 1856-70, dl.2, 465 en dl.3, 361); - i.m.3: i.m.3 sluit aan bij v.7527-8; - i.m.4: Die...blijft: wie borg staat (WNT 3, 550); - i.m.6: vgl. met p.56, i.m.5: 'Elck by 'tsijn/ groff by groff/ en fijn by fijn'; - i.m.7: Laet...zijn: laat het aan eenieder over wat ze zijn; - i.m.7 sluit aan bij v.7540-55; - i.m.8: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 373 (met o.m. verwijzingen naar Zegerus, David, Gruterus, Cats en De Brune) en Stoett 1943, dl.1, 411, nr.1053; - i.m.9: Soo...gepresen: m.a.w. spreek dan van niemand kwaad. | |
p.264Annotatie - 7558 Wilt...gerieve: wil elkaar toch wat helpen; - Heb-lustige: hebzuchtige; - lasery-Knecht: jongen uit het leprozenhuis (WNT 8, 1198); - vley-karmt: kermt en vleit; - 7561 de...geven: de Heer zal het je vergoeden; - 7563 de Bos: de bedelzak (met geld) (cf. v.7425); - 7564 wilje meer: wil je nog meer dan dank alleen; - 7565 Iongen: Holle Kees; - Krenge: nl. het trekpaard; - 7566 verlenge: langer maken; - 7568 al...gat: alsof je vuur in je achterste had; - 7570 slaet of: maak het paard los, span het paard uit (WNT 1, 1417); - sit...Bille: sta op, blijf niet op het paard zitten (de trekjongen reed nl. te paard: vgl. Royalton-Kisch 1988, 271); - 7576 Goelijck...dra: zachtjes gaan, is beter dan zich te haasten; - 7585 Hier...scheye: m.a.w. het gaat hier anders aan toe bij het verlaten van de boot; - 7586 beye: wachten; - 7587 As...over leydt: wanneer men het goed heeft overdacht, wanneer men het goed aan boord heeft gelegd; - 7588 Wachten...wel: wachten past wel voor een heer; - i.m.1: datme...rekent: dat men voor winst houdt; - i.m.2: Die...medogen: m.a.w. rijken, heb medelijden; - i.m.3: ongans: slecht, verkeerd (vgl. WNT 10, 1573); - i.m.5: Beginje...minnen: begin je met verstand, eindig dan ook in liefde, ga dan ook weg in liefde; - i.m.6: Van...al: te pas komen, is het voornaamste; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.2, 126 (met o.m. verwijzing naar De Brune); - i.m.6 sluit homonymisch met 'passe' aan bij 'stappe' uit v.7576; - i.m.8: verhefje niet: til dan niet boven je krachten; - cf. Harrebomée 1856-70, dl.3, 73 licht dit verder toe met: 'Verheffen is hier vertillen, niet verhoogen. De spreekwijze geeft te kennen, dat men zich niet moet verheffen (verhoogen) in zaken, waaraan men zich verheffen (vertillen) zou'; - i.m.9: Onnoodigh...versuymen: plaatsmaken zonder dat dit echt hoeft, zorgt ervoor dat men zijn kans verliest, verspeelt (?); het i.m. sluit aan bij v.7585-6. | |
[pagina 218]
| |
Annotatie - 7589 ick...wachten: ik ben bereid te wachten; - 7591 Als...gedaen: wanneer het nodig is dat ik dat doe; - 7593 haal op: trek mij omhoog; - 7595 Huy-soo: tussenwerpsel: het zo, vooruit (WNT 6, 1209); - 'tVrachje licht: hef het vrachtje uit de boot; - 7598 bienen: stappen; - 7604 Regh: rug; - 7607 Datje...baa: omdat je een blatend schaapje droeg ('baa': onomatopeïsch ter aanduiding van het geblaat van een schaap); - 7610 Bloocken: klompen (WNT 2, 2906); - 7611 raackt hy hier: wanneer hij tot hier geraakt; - 7612 Wis...getier: dat dan zeker een fel tieren losbreekt; - 7613 kzy: ik ben; - i.m.1: Heert wel: past wel bij een heer; - Knecht wel: past wel bij een knecht; - i.m.1 sluit aan bij v.7588; - i.m.3: i.m.3 sluit homonymisch met 'Handige' aan bij 'Hangden' uit v.7597; - i.m.4: puffe-blaken: hijgen en blazen bij het gloeiende vuur (WNT 12 1-2, 4728 en 2, 2776); - Smeder: smid; - i.m.4 sluit aan bij v.7601-2; - i.m.6: Vrock: vrek; - i.m.6 sluit aan bij 'ouwe Lomper' uit v.7609 en verder ook bij v.7609-11; - i.m.7: Recht: oordeel (WNT 12 3, 572-3); - i.m.8: als variant op 'Twee kwade honden bijten elkander niet' (Harrebomée 1856-70, dl.1, 322 en dl.3, 228-9 met o.m. verwijzingen naar Zegerus, Gruterus, Sartorius, Cats en De Brune); vgl. ook met p.256, i.m.5: 'Grimmende Honden vreesen malkander'. | |
p.266Varianten - De gereproduceerde p.266 geeft staat V van binnenvorm Ll weer naar het exemplaar 50. De staten II, III en IV verschillen voor deze pagina niet van staat V. i.m.8: staat I: Gaeuw en Naeuw; staat II + III + IV + V: Gaeuw Siet Naeuw [kennelijk perscorrectie van de variant uit staat I; cf. het variantencommentaar bij de varianten van de custode op p.270 en bij v.7774 op p.271 van dezelfde binnenvorm Ll].
Annotatie - 7619-20 Twee...een: twee die willen kluiven aan een been, kunnen het zelden met elkaar eens worden; - 7621 Is...praten: valt er anders niet met je te praten; - 7622 alree: reeds; - 7623 part: streek (WNT 12 1-2, 525); - 7624 Hangde...Hart: 'dit is een vreemde part' nl. wanneer men handen geeft, zonder dat het hart daar bij is; - 7625 pijnen: pijn doen; - 7627 vergaringh: bijeenkomst, samenzijn; - 7628 slijt: vergaat, gaat te niet (WNT 14, 1761); - 7629 Stoffer: pronker; - 7630 Ick...Ioffer: ik hang niet genoeg het juffertje uit; - 7631 geck: gekheid; - 7633 Ingeval...vryen: indien jij nog een ongebonden, vrij meisje blijft; - 7634 myen: uit de weg gaan; - 7636 Of...bien: of jij mij je welwillende gezindheid wil schenken; - 7637 of...vallen: of het dan zal lukken (WNT 18, 331); - 7638 Prettert: pretmaker (WNT 12 1-2, 4074); bedoeld wordt Vrome Koen; - 7639-40 Die...gelijck: die pocht evenzeer op zijn rijk zijn, meer dan eender welke gelijke (WNT 14, 2445); - 7646 beyen: beiden; - dreegt mis-noegen: is misnoegd; - i.m.1: Over-vloedt...broedt: overvloed brengt kwalen voort; - i.m.1 sluit aan bij v.7619-20; - i.m.2: Lijden...Leet: dulden, verdragen doet het leed teniet (wanneer men iets verdraagt of duldt, dan heeft men er minder last van dan wanneer men er zich tegen verzet); - i.m.2 sluit wellicht aan bij Soetjes uitval in v.7623; - i.m.3: gaen...vast: gaan niet met een vaste tred; - i.m.3 sluit aan bij v.7625-6; - Harrebomée 1856-70, dl.2, 434 licht dit verder toe met: 'Men zegt dit van bezoekers, die den schijn aannemen, alsof zij al vroeg willen vertrekken; maar die nog eerst dit of dat moeten vertellen, en zoodoende doorgaans het allerlangst blijven'; - i.m.4: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 43 (met o.m. verwijzing naar De Brune); - i.m.5: Hoe...drijft: wat men er ook tracht aan te doen; - i.m.6: Soet...kunnen: op een aangename manier iets toela- | |
[pagina 219]
| |
ten, maakt iets mogelijk; - i.m.7: Rijck...daedt: m.a.w. vele woorden worden zelden in daden omgezet of ook: rijk naar eigen zeggen is vaak niet op feiten gesteund; - i.m.7 sluit aan bij v.7639; - i.m.8: Gaeuw...Naeuw: met vlugge ogen ziet men scherp (WNT 4, 349 en 9, 1638); - i.m.8 sluit wellicht aan bij v.7643-4; - i.m.9: Ongelijckheyt...effen: ongelijkheid wordt zelden gelijk. | |
p.267Varianten - De gereproduceerde p.267 geeft staat V van binnenvorm Ll weer naar het exemplaar 50. De staten II, III en IV verschillen voor deze pagina niet van staat V. 7650 staat I: Staan, al was hy van het Haagje; staat II + III + IV + V: Staan al was hy van het Haagje [kennelijk perscorrectie van de variant uit staat I (cf. het variantencommentaar bij de varianten van de custode op p.270 en bij v.7774 op p.271 van dezelfde binnenvorm Ll); de interpunctie in staat II, III, IV en V lijkt correcter dan in staat I].
Annotatie - 7647 om...deun: voor de lol, voor het plezier; - 7651 sesderhande: zes verschillende (WNT 5, 1878-9); - 7652 Houdt...leegh: gebruikt hij niet, heeft hij als reserve; - om...gemack: louter vanwege de gemakkelijkheid; - 7654 vermeeren: vermeerderen; - 7655 veel...gelijck: velen die van mijn stand zijn; - 7656 thoonen rijck: doen zich rijk voor; - 7658 glans: weelde, praal; - vermelden: verkondigen; - 7659 Wy...Darm: m.a.w. bezuinigen op onze voeding; - 7660 Om...Narm: m.a.w. om wat versieringen voor onze kleren te kunnen kopen; - 7661 reden: de stelregel; - 7665 Langst: kerel; - over-leggen: bedenken (WNT 11, 1838); - 7666 niet meer: niets meer; - 7667 As...moet: als men er zich echt moet over uitlaten (WNT 2, 1563); - 7670 hullen: in kleding, in het zich kleden; - 7672 Over-vloedigh...Velt: bedoeld wordt wellicht: rijk aan grondbezittingen; - 7677 Borsje: kerel, maat; - 7679 je...profijt: je hindert me om mijn voordeel te doen; - 7680 schelme quijt: laat me zonder meer gaan, ontsla me van alles, leg me geen verplichtingen op; - i.m.1: Over-veel, Over-deel: m.a.w. meer dan veel is meer dan het deel dat iemand toekomt; - i.m.1 sluit aan bij v.7647-8 (als reactie op Soetje die meer dan één lief heeft) of ook bij v.7650-1 (als reactie op de overvloed aan kleren die de 'Brouwers Seun' bezit); - i.m.2: beter koop: goedkoper; - i.m.5: Dracht-Pracht...Macht: prachtige kleding verstikt, doet stikken, maakt je krachteloos (WNT 14, 2016) (?); - i.m.9: verlegen: zwak, krachteloos (WNT 20 1, 765). | |
p.268Annotatie - 7681-2 Wilje...over-morgen: wil je dit niet, dan moet je me met rust laten, zeker tot na overmorgen (WNT 3, 558 en 2, 2194); - 7684 Wurvel: grendel (MW 9, 2327); - 7685 nae mijn: naar mij; - 7689 Boere-Bot-in: botte, domme boerin; - met wonder: met verwondering; - 7691 Scheert...Geck: spot zo lang met menige gek (WNT 4, 938); - 7693 benarren: voor de gek houden; - 7694 verwarren: misleiden (WNT 20 2, 1774); - 7695 Die...set: wie voor een andere strikken uitzet; - 7697 Neemt...bedencken: overdenk dit eens; - 7699 over-leydt: bedacht; - 7702 verdrijven: naar ergens anders gaan, weggaan; - 7705 sleetigh: minder vurig; - 7706 Datje...neetigh: dat je van mij zo nijdig (?) weggaat; - 7708 Loop...praat: ga dan van mij weg en praat niet meer; - 7709-10 Dat...bereyden: dat ik van u wil weggaan, gebeurt om plaats te maken; - 7712 Die...over-hant: die je om beurten liefhebben (WNT 11, 1737); - i.m.2: i.m.2 | |
[pagina 220]
| |
sluit aan bij v.7687; - i.m.3: Beter...Bot-in: beter iemand die bot spreekt, dan iemand die bot is van binnen; - i.m.4: Loerje...dijn: bedrieg je mij, dan pak ik jou in (WNT 14, 2391); - i.m.4 sluit aan bij v.7694; - i.m.5: vgl. met 'Beter is het, stil te zwijgen, Dan van 't spreken hinder krijgen' (Harrebomée 1856-70, dl.1, 308 met o.m. verwijzingen naar Gruterus en Cats); - i.m.6: Dat...dingt: waar iemand anders aanspraak op maakt, op biedt (WNT 3, 2637); - i.m.7: i.m.7 sluit aan bij 'mijdt de praat' uit v.7708; - i.m.8: i.m.8 sluit wellicht aan bij v.7708. | |
p.269Annotatie - 7716 veel...baert: brengt veel gunsten voort; - 7720 gemeyn: gemeenschappelijk; - 7724 d'Een...blijck: de ene heeft wat, de andere heeft er slechts de schijn van; - 7725 watje...breken: waarover je tobt (WNT 3, 1235-6); - 7726 wy...steken: wij laten het hierbij; - 7727 ginder...aen: ginds voor ons uit; - 7728 Sie...gaen: zie ik twee kennissen gaan; - 7729 mijn: mij; - noodigh: dringend; - 7731 sou't...zijn: zou het mij nadeel berokkenen; - 7732 strijck: ga weg; - dwijn: verdwijn; - 7734 verglyen: wegglijden; - 7736 ontfaen: ontvangen; - 7738 en...baten: steekt geen voordeel; - 7740 heytme: heeft mij; - besuyrlijck: zuurtjes; - 7741 doeje: is dat zo; - i.m.4: Laet...is: m.a.w. laat zitten wat te vast zit; - i.m.6: Kack-Hielen: pijnlijke hielen; - sloff-koussen: op kousen rond te sloffen (vgl. WNT 14, 1858); - i.m.6 sluit aan bij v.7733-4; - i.m.7: Die...heeft: wie smaadt, ontvangt haat; - i.m.9: Recht...hecht: m.a.w. wat juist is, blijft duren; - i.m.10: i.m.10 sluit aan bij Lammerts pogingen in v.7741 e.v. om Soetje terug voor zich te winnen. | |
p.270Varianten - De gereproduceerde p.270 geeft staat V van binnenvorm Ll weer naar het exemplaar 50. 7752 staat I: derven moet een deel,; staat II + III + IV + V: derven moet een deel [perscorrectie t.o.v. staat I of zetselschade in staat I (cf. het variantencommentaar bij de varianten van de custode op p.270 en bij v.7774 op p.271 van dezelfde binnenvorm Ll); de interpunctie in staat II, III, IV en V lijkt correcter dan in staat I]; - custode: staat I: de custode heeft de vorm 'Soetje' en staat in de rechterbenedenhoek van het vak met de glossen; staat II: de custode heeft de vorm 'o et je' en staat in de rechterbenedenhoek van het vak met de glossen; staat III: de custode heeft de vorm 'tje' en staat in de rechterbenedenhoek van het vak met de glossen; staat IV: de custode ontbreekt; staat V: de custode heeft de vorm 'Soetje' en staat in de rechterbenedenhoek van het vak met de verzen.[in de varianten waarbij de custode zich nu eens aandient als 'Soetje', dan weer als 'o et je', als 'tje' of zelfs totaal afwezig is, kan men verschillende vormen van zetselschade ontdekken; het vaststellen van de chronologische volgorde van de staten is precies door deze verschillende vormen van zetselschade niet gemakkelijk; vast staat alleen dat staat I inderdaad ook de oudste staat weergeeft (cf. het variantencommentaar bij de varianten van v.7774 op p.271 van dezelfde binnenvorm Ll) en dat men in staat V de meest correcte staat vindt; men kan daarbij nog maar moeilijk uitmaken hoe de staten elkaar daarbij verder hebben opgevolgd: theoretisch dienen zich immers niet minder dan vierentwintig verschillende mogelijkheden aan].
Annotatie - 7743 voort: naar toe; - 7744 Daarje...boort: waarmee je aan boord zat; - 7746 Mit...ruymen: met een zuchtje wegvliegen; - 7747 kreegh...grou: een afkeer kreeg; - 7749 mijn Gunner: jij die mij gunstig gezind bent, mijn beschermer (het WNT 5, 1282 verklaart deze passage uit de Belacchende Werelt minder overtuigend met 'vriend, baas, maat'); - 7750 | |
[pagina 221]
| |
Wat...t'eeten: wat er zoal te eten valt bij edellieden; - 7752 derven: ontberen; - 7753 Om...decke: om zich te kleden; - 7755 de Noodt en Spijt: het onheil en de (aangedane) smaad; - 7756 Tseffens...wijt: ver uit mijn hoofd; - 7757 begeven: verlaten (WNT 2, 1380); - 7760 Goet-hals: goeizak; - 7761 praselt: babbelt, kout (WNT 12 1-2, 3923); - mit horten: bij pozen (WNT 6, 1124); - 7763 sinlijck: zinnelijk (MW 7, 1155); - 7765-6 wat...halen: waarom hoef je zo te pralen? bij mij valt geen eer te halen; - 7767 Komter...Schangdt: komt er schande voort uit het aanhouden met jou; - 7769 Wilt...verstaken: hou nu op met je bedelen (WNT 4, 2340); - 7770-1 'kVrees...Stee: ik vrees dat je iets anders van een rijkeling uit de stad zal overkomen (WNT 9, 1517); 7772 Wéé: verdriet; - i.m.1: Verlaten...gront: m.a.w. bezit dat men (onbeheerd) achterlaat, blijft niet (wordt gestolen); - i.m.2: vgl. met 'Die ligtelijk lagchen, schreijen ligtelijk' (o.m. bij Zegerus, David, Gruterus en De Brune; zie Harrebomée 1856-70, dl.3, 42); - i.m.2 sluit wellicht aan bij 'lichte' uit v.7745; - i.m.4: vgl. met 'Liever aan den arm Dan in den darm' (o.m. bij Sartorius; zie Harrebomée 1856-70, dl.1, 19); - i.m.6: i.m.6 sluit met 'Schortje' homonymisch aan bij 'op-schorten' uit v.7762 maar verwijst daarnaast ook naar v.7763 waarin Soetje zich over haar zinnelijke neigingen uitlaat; - i.m.7: 'Eer' en 'Heer' wordt graag met elkaar in verband gebracht; vgl. ook met 'De heet uit, De eer uit' of 'Zonder heer, Zonder eer' (o.m. bij Gruterus, Sartorius, Cats en De Brune; zie Harrebomée 1856-70, dl.1, 172). | |
p.271Varianten - De gereproduceerde p.271 geeft staat V van binnenvorm Ll weer naar het exemplaar 50. De staten II, III en IV verschillen voor deze pagina niet van staat V. 7774 staat I: gans-Pruymen; staat II, III, IV en V: gans-Vijgen [het valt bijzonder moeilijk om de wijzigingen in de verschillende staten van deze binnenvorm te interpreteren; wel lijkt het erop dat staat I de chronologisch oudste staat weergeeft die dan later werd gecorrigeerd; de krachtterm 'gans-Pruymen' (een woord dat elders in de Belacchende Werelt niet voorkomt) wordt vervangen door 'gans-Vijgen' dat in de Belacchende Werelt wel meer wordt gebruikt (vgl. b.v. v.380 op p.20); uiteraard is het ook mogelijk om een omgekeerde redenering op te zetten; zie verder het variantencommentaar bij de varianten van de custode op p.270].
Annotatie - 7776 Blijft...vergist: als mijn oog me niet bedriegt (WNT 19, 2176); - 7778 Datje...wijsen: dat je mij aan de kant zet, afwijst; - 7779 Is...werck: is dit de handelswijze van een keurig meisje; - 7781 Belever: aanhanger (WNT 2, 1718); - 7782 schranckelt: zet zijn benen kruiselings (WNT 14, 988); - 7784 méé: ook; - i.m.3: cf. Harrebomée 1856-70, dl.1, 14 (met o.m. verwijzing naar Zegerus). | |
p.272Varianten - De gereproduceerde p.272 geeft staat II van buitenvorm Ll weer naar het exemplaar 1. 7813 staat I: belauwen; staat II: beflaauwen [perscorrectie in staat II: 'belauwen' past mindet goed (gezien de context van het bezwijmende boertje) dan 'beflaauwen']; - 7814 staat I: Steedse Mauwen; staat II: Steedse Maauwen [perscorrectie in staat II: de spelling wordt conform gemaakt aan deze van staat II van het rijmwoord in v.7813].
Annotatie - 7786 En...Gedachten: en stort ik mijn gedachten uit; - 7787 verwesen: wanhopige (MW 9, 343); - 7788 ick...Heck: ik zet me bij dat hek; - | |
[pagina 222]
| |
7789 Neuse-druypen: snotteren; - 7790 Bocke: bokken, knorrig zijn; - leenen: leunen (nl. tegen het hekken) (WNT 8, 1556); - lispe: mummelen; - luypen: glurend toekijken (WNT 8, 3253); - 7791 Muffen: suffen of ook pruttelen (WNT 9, 1192); - dweepe Mop: een suffe sukkel (WNT: 3, 2733 en 9, 1122); - 7793 stutten: ondersteunen; - 7794 Om...schutten: om mijn nederlaag hier tegen te gaan; - 7796 Parssingh...Smart: door alle smarten gedrukt wordt (WNT 7, 1298); - 7797 Moolijck: moeilijke kerel; - 7798 knappen: eten; - 7799 bits: scherp, hevig (WNT 2, 2745); - 7800 Dat ick meen: dat ik het ernstig voorheb; - 7802 men: mijn; - 7803 verset ick: zet ik uit mijn gedachten; - Scheuck: hoer, snol (WNT 14, 529); - 7804 Daar...kreuck: waarom ik zo flauw knak, kraak (WNT 18, 199 en 8, 174); - 7806 Malsers: die malser zouden zijn; - 7808 men: mijn; - 7810 saft te maacken: te verzachten; - 7811 het Bijster: het erge, buitensporige (WNT 2, 2647); - 7812 krenck: pijn lijd; - 7813 Deur...beflaauwen: door het zien en het daarbij bijna bezwijmen; - 7814 Maauwen: kerels; - 7815 hoetelt: stoeit (WNT 6, 829); - i.m.1: Ghy...krijgt: jij, duld en zwijg over wat je overkomt; - i.m.1 sluit aan bij v.7785-6; - i.m.2: dwars: knorrig, onhandelbaar (WNT 3, 3715); - i.m.4: Die...baet: m.a.w. wie zich het hoofd met één hand krabt (en niet met beide handen), weet er nog wel wat op om zijn voordeel te doen; - i.m.5: m.a.w. klagers vinden geen gehoor; - i.m.6: Kreuck: zwicht niet, buig niet (WNT 8, 175-6); - Harrebomée 1856-70, dl.3, 40 licht dit verder toe met; 'Men moet zich in verdriet niet aan jammerklagten overgeven, maar het hoofd trachten boven te houden'; - i.m.7: Hadd'...Yet: indien 'hadden' (in de betekenis van: 'indien ik zou hebben...') inderdaad zou hebben, dan zou 'hadden' iets hebben. | |
p.273Annotatie - 7816 Doch...Leckers: maar ik bekommer mij niet om schelmen (WNT 8, 178); - 7818 ruyge: losbandige (WNT 13, 1645); - Lockers: versierders (WNT 8, 2644); - Slodder-Geckers: die met vodden rondlopen; - 7819 Die...Kraagh: met een kraag waarbij het lijkt dat men een krop heeft (WNT 8, 378); - 7820 Of...saagh: alsof men het hoofd op stelten zag (en niet op een nek); - 7822 Dat...Motten: dat men voor maden en motten verspilt, geld uitgeeft (nl. aan dure kleden die door de motten worden gegeten); - 7824 gants ongans: groot gebrek (WNT 10, 1573); - 7825 om-vangen: gegrepen, gevat (WNT 10, 674); - 7826 Wurge: stikken; - 7828 Onder-schoort: ondersteund, gestut (WNT 10, 1459); - af-geschaften: opzij gezette; - Aensprake: woorden, aanspreking, toespraak (WNT 1, 339); - 7830 sittingh: plaats om te zitten; - 7831 Neven: naast; - eer-waerde: eerbiedwaardige; - Vleys: lichaam (MW 9, 591); - 7832 Vromer: flinke kerel; - 7833 wil: gunst (MW 10, 2574); - 7834 Ick...hoorden: heb ik in mijn leven nog nooit gehoord; - 7838 soet te vegen: zoetheid samen te vegen (?); - i.m.2: Mal-Last...Bal-Last: gekke last is overbodige last; - i.m.2 sluit aan bij de modesnufjes die in v.7819 e.v. worden beschreven; - i.m.3: Eerlijcke...weeren: m.a.w. eerlijke kleren verdoezelen geen gebrek, ondeugd; - i.m.4: Hout...houdt: hout brandt nl. op waarna het vuur dooft; - i.m.4 sluit wellicht met 'Hout' aan bij 'Block' uit v.7827; - i.m.6: i.m.6 sluit aan bij v.7833; - i.m.7: Onsoet...was: op een onaangename manier vlug zijn, was nooit goed; - i.m.7 sluit aan bij v.7838-9. | |
[pagina 223]
| |
p.274Varianten - De gereproduceerde p.274 geeft staat II van binnenvorm Mm weer naar het exemplaar 50. 7857 staat I: Dan wil ick u late maken; staat II: Wil ick u dan late maken [perscorrectie in staat II: de zinsconstructie wordt verbeterd t.o.v. staat I]; - 7863 staat I: Dat ghy scheert van enckel Zy; staat II: Dat ghy schijnt van enckel Zy [perscorrectie in staat II: de variant met 'schijnt' biedt, gezien de context, een betere lezing dan de variant met het minder duidelijke 'scheert']; - i.m.8: staat I: Het schoon Aensicht; staat II: Een schoon Aensicht [kennelijk een perscorrectie in staat II: vgl. b.v. met de onmiskenbare perscorrectie in v.7857].
Annotatie - 7845 begaen: verwerven (WNT 2, 1359); - loopen: verkrijgen (WNT 8, 2837); - 7846 u te wille: ter ere van jou, voor jou, om je te behagen (MW 9, 2566-70); - 7847 Even...vermagh: precies zoals mijn beurs het aankan; - 7848 Schoonheyt: mooie dingen; - 7849 Brasaletten: armbanden; - Glinster-Ringen: glinsterende ringen; - 7851 lockend': golvend (vgl. WNT 8, 2631); - 7855 al...Mooy: geheel het beste van het mooie; - 7856 past: aansluit bij; - nieuwen Tooy: op de nieuwe mode, kleding; - 7858 Voor-geborst: borststuk; - 7861 Boorde-lijcken: sierboordjes; - 7862 Vlieger: een lang bovenkleed, open aan de voorzijde, met opstaande kraag en wijde mouwen (WNT 21, 2000); - Kaffa Blijcken: schijnsels van zijde (WNT 7, 860); - 7863 enckel Zy: louter zijde; - 7864 Iuyst...by: precies zo zowel van op een afstand als van dichtbij; - 7865 Klickers: muiltjes (WNT 7, 4042); - Hosen: kousen (WNT 6, 1102); - 7866 Taffe Rosen: rozen vervaardigd uit lichte zijden stoffen (WNT 16, 728); - 7868 schickt: past, gelegen komt; - 7870 mooyen: mooi maken (WNT 9, 1098); - 7871 wacker: flink; - Beelt: figuur (WNT 2, 1279); - 7872 Daer...speelt: waar geen plompheid en boersheid in te bespeuren valt; - 7874 loerdigh: het valse (WNT 8, 2563); - glippen: weggaan; - 7875 meen: bemin (WNT 9, 380-1); - 7876 Neygt...alleen: wend je alleen maar naar mij, laat je je alleen maar in met mij, wees alleen mij nog genegen; - 7877 Kiest...leven: verkies een gemakkelijk boven een moeilijk leven; - i.m.1: i.m.1 sluit aan bij v.7845-6; - i.m.2: Locke: haarlokken; - i.m.2 sluit aan bij v.7851: 'lockend' Hayr'; - i.m.7: Gheschickte: wie geschikt is, mooi gebouwd is; - i.m.7 sluit aan bij v.7869-72; - i.m.8: Een...Leden: m.a.w. een mooi gelaat zorgt ervoor dat ook de overige lelijke leden erbij genomen worden, 'verkocht' raken. | |
p.275Varianten - De gereproduceerde p.275 geeft staat II van binnenvorm Mm weer naar het exemplaar 50. 7897 staat I: geneughlijck; staat II: genughlijck [wellicht een perscorrectie in staat II; vgl. b.v. met de onmiskenbare perscorrecties in staat II van v.7857 en 7863 op p.274 en van i.m.5 op p.278 van dezelfde binnenvorm Mm].
Annotatie - 7878 Menigh...beven: veel keuze maakt dat iemand voor de keuze schrikt; - 7879 Keur...'tgesicht: keuze is overvloed voor je ogen; - 7880 Steden-plicht: de wetten van de stad; - 7881 weuntme Buyten: woont men op de buiten; - 7882 Daarme...sluyten: waar men geen druk uitoefent met sluitingsuren (nl. van de stadspoorten); - 7883-4 Daar...stijff: waar men zichzelf en om zich heen grote overvloed ziet kauwen; - 7885 schraal': magere; - 7886 Hacht: stuk vlees; | |
[pagina 224]
| |
- om...souten: om te pekelen; - 7887 keelen: slachten; - 7888 niet-men-dal: helemaal niets; - 7890 met lorren-draeyen: tersluiks (WNT 8, 2939); - 7896 Of...laat: of men nu vilt, of vist of dat niet doet; - 7897 Hoe...Binnen: hoe aangenaam leeft men in de stad; - 7898 in Gemack: zonder moeite; - 7900 Sonder...heet: zonder dat men het koud of warm krijgt (nl. bij het 'winnen'); - 7901 u Boertigh prijsen: uw lof op het boerenleven; - 7902 bewijsen: uitleggen, aantonen (WNT 2, 2418); - 7903 gemeyn: gemeenschappelijk, beschikbaar; - 7905 hooge Staten: de hoge standen; - 7906 met Reden: met verstand; - i.m.1: de betekenis van deze glosse is niet duidelijk; - i.m.3: i.m.3 sluit aan bij de praktijk van het sluikslachten zoals beschreven in v.7885-8; - i.m.4: i.m.4 sluit aan bij v.7889 e.v. | |
p.276Varianten - De gereproduceerde p.276 geeft staat I van buitenvorm Mm weer naar het exemplaar 50. i.m.5: staat I: Goet Bier maeckt oock // quade Luyden; staat II: Goet Bier maeckt oock // u a de Luyden [wellicht zetselschade in staat II: de letter 'q' is uit het zetsel losgeraakt met als resultaat de variant van staat II (staat I > staat II); het lijkt minder waarschijnlijk dat staat I een perscorrectie van staat II zou zijn (staat II > staat I); in principe dient zich nog de mogelijkheid van drie staten aan: staat I > staat II (zetselschade) > staat III (perscorrectie waardoor 'u a de' wordt gecorrigeerd tot 'quade'].
Annotatie - 7910 Werk-beschouwers: opzichters, of arbeiders; - 7911-2 Lutjes...Kop: weinig mout en veel hop, maakt je wel dronken (WNT 9, 143); - 7913 mongdigh: mondeling (WNT 9, 1071); - 7916 ghy...gehoort: jij hebt te slecht gehoord, geluisterd (WNT 15, 1610); - 7918 Girst: gerst; - 7919 met gepruys: schuimend (WNT 12 1-2, 4632); - 7924 Koopme...Vroom: koopt men niet, is het niet zo, flink Koentje; - 7926 te borgen: op krediet te geven; - 7927 dit...an: dit hoort er ook weer bij; - 7928 Selden...van: men dingt er zelden een stuiver op af; - 7929 Slijtmen...Borstel-spoelingh: verkoopt men op die manier wat de borst spoelt (WNT 14, 1760) (vgl. voor 'Borstel-spoelingh' met v.7931); - 7930 verhet: verwarmt; - 7933 Wey: wei (de vloeistof die overblijft wanneer de kaasstof uit de melk is gehaald); - 7934 Hette...verliesen: m.a.w. wei brengt verkoeling; - i.m.2: Vleys-slachten: slachtingen; - Bachten: baksels (hoeveelheid die in één keer gebakken wordt); - Brouwten: brouwsel; - vallen...eens: zijn niet allemaal hetzelfde; m.a.w. er zijn verschillen tussen de verschillende slachtingen, baksels of brouwsels, elke arbeid is niet steeds even volmaakt (vgl. WNT 2, 898); - i.m.2 sluif met 'Brouwten' aan bij v.7911; - i.m.3: vgl. met 'Kookt men 't wel, zoo smaakt het wel' (bij Gruterus; zie Harrebomée 1856-70, dl.3, 38); - i.m.4: quade: slechte; - i.m.6: dick Bier: zwaar, sterk bier (WNT 2, 2542); - Harrebomée 1856-70, dl.1, 55 licht deze spreuk verder toe met: 'Eene woordspeling van zwaar, krachtig, met zwaar, van veel gewigt'; - i.m.7: onkostelijck: zonder kosten; - kostelijcke: kostbare. | |
[pagina 225]
| |
leb smakende kazen (WNT 8, 1202; een aftreksel van de lebmaag werd bij het kaasmaken gebruikt); - 7938 Daar...rasen: daarvan zal geen hoofd dol worden; - 7939 deur-bout: gekneed (WNT 3, 776); - 7941 Karen: karnton; - 7942 klaren: het klaarspelen; - 7943 Bouw-Luy: boeren; - 7944 Voor...scha: voor ons zou het schade en schande zijn (als wij deden zoals de boeren); - 7945 dat...Reden: dat geeft het verstand aan; - 7947 Ick...soet: ik, en naast mij nog vele anderen, zeggen zoetjes; - 7948 Boers...goet: boerse woorden en gewroet is goed; - 7950 verêeren: aanzien geven (WNT 19, 1729); - 7951 meendt: bemint (WNT 9, 380); - 7952 çiert: siert (WNT 14, 1337); - 7953 quincken: een mooi liedje zingen (WNT 8, 1152); - 7954 Maar...Sincken: maar wat laat je vreemde geluiden horen (een 'Sincke' is eig. een schalmei, MW 7, 1152); - 7956 Re'en: woorden; - fix; flink (WNT 3, 4481-2); - 7957 Haertje: meisje (WNT 5, 1423); - 7958 Zijt...beste: wil je niets van mij weten, ben je mij niet dienstbaar (WNT 2, 2097); - 7961 Waarom...gielen: waarom stop je niet met bedelen, hengelen; - 7962 swaar: somber (MW 7, 2467); - lichje hielen: ga weg; - 7963 getuyt: gelui, getingel (WNT 4, 1871); - 7964 linge-langt: klingelt (WNT 8, 2425-6); - i.m.2: Vulte: overvloed; - i.m.3: schrale Eet-waerde: dingen die het nauwelijks waard zijn om gegeten te worden; - i.m.4: vgl. met p.194, i.m.3: 'Als yder 'tsijn heeft salder rust inde Werelt konnen wesen'; - i.m.5: 'Tis...houden: m.a.w. eerlijk en ongeveinsd te zijn; - als...dragen: m.a.w. dan een flapuit te zijn; - i.m.5 sluit aan bij 'segh nu soet' uit v.7947; - i.m.6: Eert...Meert: eert datgene wat vergroot; - i.m.8: Heeft...aert: de betekenis is niet duidelijk; - i.m.9: Smet: schande; m.a.w. de regeling om de poort te sluiten zorgt ervoor dat er geen schandelijke dingen gebeuren, zorgt voor de veiligheid. | |
p.278Varianten - De gereproduceerde p.278 geeft staat II van binnenvorm Mm weer naar het exemplaar 50. i.m.5: staat I: Wie niet handigh is // Gaet veel-tijds mis; staat II: Wie niet handigh is // Die gaet veel-tijds mis [perscorrectie in staat II; het metrum van het tweede deel van de glosse wordt aan het metrum van het eerste deel gelijk gemaakt].
Annotatie - 7965 den Bengel: de grote klok (WNT 2, 1798); - wenden: terugkeren; - 7968 verlegje: versmaad je, verstoot je (MW 8, 2004); - 7970 Of...gebreken: of ben ik maar een liefje bij gebrek aan beters; - 7973 meepse: zwakke, tengere (WNT 9, 387); - 7974 vlack...Kanten: met platte kanten versieringen; - 7977 Sochtens: 's morgens; - ongeregen: met de linten los; - 7980 Nacht-hals-doock: de halsdoek die men 's nachts draagt; - 7981 hullen: zich kleden; - 7985 laatme blijcken: laat men zien, toont men; - 7986 Decksel: bedekking, kleren; - 7990 lichtvaardigh: lichtzinnig; - 7992 'tWappert...bykans: alles zwiert bijna op de wijze van het hof; - 7994 Sware...Rijsters: die graag bij het voetstoofje zitten en vlug rechtwippen; - 7995 Snibbe-snabbigh...Beck: vinnig babbelend met hun mond; - i.m.2: krom-slom: volledig krom (WNT 14, 1866); - i.m.3: vgl. met 'Het is eene arme muis, die maar één hol heeft' (o.m. bij Servilius, Zegerus, David, Gruterus, Sartorius en De Brune; zie Harrebomée 1856-70, dl.1, 314 en dl.3, 225-6); - i.m.3 sluit aan bij de opsomming in v.7972; - i.m.4: Meeps: flauw, zwak, tenger, ziekelijk (WNT 9, 387-8); - misselijck: slecht, verkeerd, onzeker (WNT 9, 857-9); - i.m.5: i.m.5 sluit met 'handigh' homonymisch aan bij 'hangdt' uit v.7976; - i.m.7: Schamigh: beschaamd, schuchter; - | |
[pagina 226]
| |
i.m.8: Niet soo: er is niets zo; - i.m.9: Laet...blijven: en tracht het dus niet te veranderen; - i.m.9 sluit aan bij v.7993. | |
p.279Varianten - De gereproduceerde p.279 geeft staat II van binnenvorm Mm weer naar het exemplaar 50. 8002 staat I: Keerje Koen na binne-Vesten; staat II: Keerje, Koen, na binne-Vesten [wellicht een perscorrectie in staat II (vgl. b.v. met de onmiskenbare perscorrecties in staat II van. v.7857 en 7863 op p.274 en van i.m.5 op p.278 van dezelfde binnenvorm Mm); voor een gelijkaardige correctie, zie staat II van v.3422 op p.131 van binnenvorm R]; - 8017 staat I: geen soete Grillen; staat II: gien soete Grillen [wellicht perscorrectie in staat II (vgl. met het variantencommentaar bij v.8002); in latere staten van andere vormen werd herhaaldelijk 'ee' verandert in 'ie': cf. het variantencommentaar bij v.7287 op p.254 en bij v.6454 op p.224].
Annotatie - 7998 den Doncker: de duisternis; - 7999 Heersse Brouwer: brouwersheertje, trotse brouwer (WNT 6, 378); - tijgh haas-op: ga ervan door (WNT 5, 1472); - 8000 Of...schop: of je moet afscheid nemen en afgedankt worden (WNT 8, 230 en 14, 879); - 8001 gebien: bevel; - 8002 na binne-Vesten: naar de stad, naar binnen; - 8003 Delfse slagh: Delftse soort; - 8005 Steedse: meisjes uit de stad; - 8006-7 Ick...Binnen: dan had ik niet de stad verlaten om u te trouwen; - 8007 by Loo: bij god (WNT 2, 2626); - 8008 'tWil...soo: gaat het er bij jou op die manier aan toe; - 8009 wel beraden: weloverwogen; - 8011 Doolt...keert: verdwaalt hij die halverwege terug (naar het rechte pad) keert; - 8012 vermeert: rijker geworden; - 8013 stapje korsel: ga je nukkig, lichtgeraakt weg; - 8013 Wie...willen: wie zou iets verlangen dat zelf niet wil; - 8019 wil in als: overal zin in (MW 9, 2566-8); - 8020 het soete vals: wat een aangenaam kwaad is (WNT 8, 1212-3); - 8021 ongeurigh: kwalijk; - i.m.1: i.m.1 sluit aan bij v.7996; - i.m.2: Keerje...Verkeerde: wend je af van de verkeerde; - i.m.3: Elck siet toe: iedereen let erop; - i.m.4: u even-Beelt: je gelijke; - i.m.5: Harrebomée 1856-70, dl.2, 93 licht dit verder toe met: 'Dat wil zeggen: als gij vooruit weet, dat uwe moeite u niet baten kan, houd u dan stil. Zegt men daarentegen: Die moeite spaart, woelt al om niet, dan geeft men erdoor te kennen, dat men, om iets te verkrijgen, geene moeite moet schromen'; - i.m.8: Wil...Wildt: de wil wil slechts wat zelf ook wil; - i.m.8 sluit aan bij v.8018. | |
p.280Annotatie - 8022 Gaept...wijt: indien jij je mond wijdopen spert; - het...geeuwen: dan lijkt het maar alsof je geeuwt (m.a.w. je schreeuwen stelt niets voor); - 8024 niet en sluyt: past niet; - 8025 Ongebonden...glyen: wat niet gebonden is, wat los is, laat men wegglippen, weggaan; - 8026 bezyen: naar de kant, opzij; - 8030 Waarom...Blyen: waarom loop je van de vreugde weg; - 8031 verlies: de weg kwijtraak; - 8032 Beter...kies: beter is het dat ik de eenzaamheid kies, dat ik me in de eenzaamheid terugtrek; - 8033 vegen: me uit de voeten maken (WNT 18, 1333); - 8035 Ick...gedaen: ik heb ook met u gebabbeld; - 8037 Loop...Liefde-Brouwer: ga weg in alle vrijheid, jij die leed en liefde weet te brouwen; - 8036 Schoyt...los: Koen, maak dat je wegkomt (WNT 14, 797); - Geluck-om-vouwer: jij die het geluk keert; - i.m.1: Praet...Baet: m.a.w. woorden brengen geen voordeel aan; - i.m.2: i.m.2 sluit aan bij v.8024; - i.m.3: | |
[pagina 227]
| |
Vreese...doodt: vrezen zonder dat daarvoor een reden bestaat, maakt dat men levend dood is; - mogelijk sluit deze glosse aan bij v.8031; - i.m.4: eens uyt-spoegt: eens, nu eenmaal heeft uitgespuwd; - i.m.4 sluit aan bij v.8034; - i.m.5: i.m.5 sluit wellicht aan bij v.8037-7: Soetje schenkt daar op een overbodige manier aan Koen de vrijheid: hij zou haar toch hebben verlaten; - i.m.6: Na: later; - i.m.7: i.m.7 sluit aan bij de situatie dat Soetje alleen achterblijft. |
|