Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
(1938)–Lodewijk van Velthem– Auteursrecht onbekendVan der bliscap der heyliger die met Gode sijn. .xxviij.Ga naar voetnoot+Die vader verblijt die gerechte
Met sonderlingen sconen lechte;
| |
[pagina 400]
| |
Want van Gode comt ene rayeGa naar voetnoot1419
1420[regelnummer]
Van ere claerheit, dat daer in sprayeGa naar voetnoot1420
Werd[en] gesien [van] elken in,Ga naar margenoot+
Daer hem af werd also die sin
Verclaert, dat hi altoes es
Daerombe in glorien, sijt seker des.
1425[regelnummer]
Ende om dit, alse dewangelie seit:
Die gerechte sullen inder waerheitGa naar margenoot+
Blicken, gelike der sonnen claer;Ga naar voetnoot1427
Ende in haers vader rike vorwaer
Haer raye blict, daer men in salGa naar voetnoot1429
1430[regelnummer]
Haer claerheit merken overal;
Sine mach corrumperen niet,Ga naar margenoot+
Noch oec minderen, wats gesciet.
Twee dingen sijn der zielen gegeven:
Deen es, dat si altoes geven,
1435[regelnummer]
Ende darven van allen quade daer;
Dander es, dat si daer naerGa naar margenoot+
Altoe[s] in jegenworden sijnGa naar voetnoot1437
Van allen goede, sonder termijn.
Ende in dese twee es vorwaer
1440[regelnummer]
Volmaecte salicheit openbaer.
Der gichten der gerechtere es drie:Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1441
Bekinnesse eest deen, donke mie,Ga naar voetnoot1442
| |
[pagina 401]
| |
Ende minne eest dander, daer ter stede,
Ende gebruken eest terde mede.
1445[regelnummer]
Van kinnessen so comt minne,
Ende van dese tween, alsict kinne,Ga naar margenoot+
So comt gebruken, dat verstaet.Ga naar voetnoot1447
Daer ombe volmaectheit, hoe soet gaet,
Es in bekinne[n] des overstes gods;Ga naar voetnoot1449
1450[regelnummer]
Ende dberoeren der minnen des moets
Te hem selven trect, sijt seker des;Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1451
Dat gebruken dat terde es.
Daerom seget Sent Augustijn:
Hi sal met rechte dinde sijnGa naar voetnoot1454
1455[regelnummer]
Van onser begerte, secgic, vandien,
Diemen sonder inde mach sien.Ga naar margenoot+
Hier in el volmaectheit al,
[.......] dus vrolijc leven sal,
[..........] dinc sal wesen
1460[regelnummer]
[.............] gelesen
[...................]Ga naar margenoot+
Ga naar margenoot+ Dat God daer den sinen doet.
|
|