Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
(1938)–Lodewijk van Velthem– Auteursrecht onbekendVan der pinen der quadere. .xxvi.Ga naar voetnoot+Alse die arme zielen sijn
1320[regelnummer]
In der vulre hellen termijn,
Selense yet anders hebben daer
Dan dat vier, dat es dus swaer?
Jase! Men mochte gepensen nietGa naar margenoot+Ga naar voetnoot1323
In gere manieren haer verdriet.
1325[regelnummer]
Si selen daer horen so vreselijc
Stemme roepen, ende so eyselijc,
Ende so donker saelt wesen daer,
Sulferechtech ende putten swaer,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1328
| |
[pagina 396]
| |
Hitte ende dorst ende stridinge mede,Ga naar voetnoot1329
1330[regelnummer]
Met hameren slaen, op al haer lede,
Ende een hope es hem in scijn
Dat si altoes in pinen sijn;
Bande van wormen, altehande,Ga naar margenoot+
Ane voete, an arme, bene ende hande;
1335[regelnummer]
Rouwe, vrese, versmedenesseGa naar voetnoot1335
Van Gode (dats die swaerste lesse)Ga naar voetnoot1336
Ende van allen sinen heyligen met.
Ende waer dat ict hebbe gesetGa naar margenoot+Ga naar voetnoot1338
Hier vore in Tondalus, sonder waen,Ga naar voetnoot1339
1340[regelnummer]
Ic soudt u hier doen al verstaen.
Maer die man, diet selve al sach,Ga naar voetnoot1341
Hi mages bat doen gewach
Dan enich ander man, godweet,Ga naar margenoot+
Om dat hi vertelt al dat leet
| |
[pagina 397]
| |
1345[regelnummer]
Vander hellen pinlichede.
So latic hier nu ter stede;
Diet lesen wille, soect daerin,
Hi vindes daer meer, na minen sin,Ga naar margenoot+
Dan ict hier nu doe verstaen.
1350[regelnummer]
Int vierde boec, na minen waen,
Vander vierder pertien met,
So wanic dat oec es geset.
Dus es die pine alte swaer,Ga naar margenoot+
Die emmermere sal geduren daer,
1355[regelnummer]
Ja so groet essi, ende met selken lede,
Soe dat si vergeten alle daer mede
Gods, ende alle goede saken,
In dat torment, daer si na haken.Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1358
|
|