Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
(1938)–Lodewijk van Velthem– Auteursrecht onbekendWat God den gerechten toe sprect. .xxij.Ga naar voetnoot+Daerna, gelijc heeft hi der quadenGa naar voetnoot1117
Berespt van haren mesdaden,
Also sal hi ten goeden spreken
1120[regelnummer]
Met soeten worden sonderleken:Ga naar margenoot+
‘Ic was hongerech, du voedes mi;
Ic was dorstich, ende daerbi
Gavestu mi drinken, ende also vort
Alster ewangelien toe behort.’
1125[regelnummer]
Sal hi ten gerechten spreken daer,Ga naar margenoot+
Met groter sueticheit openbaer.
Dus es te verstane, dat God dese dinc
Meer daer te secgene bevincGa naar voetnoot1128
Om die gewerke der ontfermichede,
1130[regelnummer]
Dan die gewerke der gerechtichede,Ga naar margenoot+
| |
[pagina 388]
| |
Oft der penitensien, dat verstaet.
Oec es te verstane, na den raet
Dat hi ons toent oec in desen,
Dat so wie behouden sal wesen,
1135[regelnummer]
Dat meer sal sijn, in die waerhede,Ga naar margenoot+
Om ons heren ontfermichede,
Dan om haer verdiente met;Ga naar voetnoot1137
Ende die hem daer in heeft geset
Alse ter ontfermicheiden ward,
1140[regelnummer]
Hi werd daer met geloent ter vard.Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1140
Alse oft hi woude secgen daer:
Uwe verdiente en sijn vorwaer
Niet al solke loen werd nu,
Alsic hier sal doen dor u.
1145[regelnummer]
Maer gi, die anderen hebt gedaenGa naar margenoot+
Ontfermicheit, ende hebt ontfaen
Dor minen wille, alsict wel weet,
So waerd onrecht, in loende gereetGa naar voetnoot1148
U met ontfermicheiden weder.
1150[regelnummer]
Een vonnes werd gesint daer neder:Ga naar margenoot+
‘Daer gene ontfermicheit uut en comt,
Hi werd sonder ontfermicheit gedoemt!’
Selke secgen, dat si antwerden dan:
Here! waer sagen wi di hongeric dan
1155[regelnummer]
Gelijc diewangelie ons doet weten.Ga naar margenoot+
Selke heyligen oec vermeten,Ga naar voetnoot1156
Ga naar margenoot+ Dat daer gene antwerde sal wesen:Ga naar voetnoot1157
Want alle die tongen die selen van desen
Stom sijn, in den dagen
1160[regelnummer]
Daer mens ordeels sal gewagen.Ga naar margenoot+
| |
[pagina 389]
| |
Daeromme seget Comestor mede:
Dat goede ende quade, beide gerede
Niet anders es te secgen daer,
Dan elc sine verdiente, vorwaer,
1165[regelnummer]
Gelijc, oft hi behouden sal wesen.Ga naar margenoot+
Oft verdoemt oec na desen.
Daer nes geen onscout, godweet,Ga naar voetnoot1167Ga naar voetnoot1167-1168
Daer elc sine verdiente weet.Ga naar voetnoot1168
|
|