Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
(1938)–Lodewijk van Velthem– Auteursrecht onbekend
[pagina 381]
| |
Also alsi vor PylatusGa naar voetnoot961
Was gejudiceert aldus;
Want hi doe gedaent ne gene,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot963
No clerheit [hadde], no groet, no clene,Ga naar voetnoot964
965[regelnummer]
Maer was .i. spiegel, een anscouwen
Vol van menigerhande rouwen;Ga naar voetnoot966
Ende dan sal hi in die glorie,
Van al siere scoenre memorie,Ga naar margenoot+
Allen minscen hem vertonen,
970[regelnummer]
Om dansien van sinen lone[.].Ga naar voetnoot970
Maer Augustinus seget [..] van dien:
In die vorme salmenne sien
Van ene[n] cnecht; verblidende daerGa naar margenoot+
Seelne sien die gode daer naer;Ga naar voetnoot974
975[regelnummer]
Maer den quaden werdet verborgen saen,
Datsi die bliscap niene begaen,Ga naar voetnoot976
Noch die claerheit en sien mede,
Diede gene sien ter stedeGa naar margenoot+
Die suver sijn van herten daer,
980[regelnummer]
Ende oec dat rike hebben daernaer.Ga naar voetnoot980
Die vader en judiceert genen man,
Maer al sijn rechten geeft hi dan
Sinen sone, om dat hi esGa naar margenoot+
Die sone des minscen, sijt gewes.
985[regelnummer]
Niet alse, dat hi sone es geseit,
Alse van der cracht der minscelijcheit,
| |
[pagina 382]
| |
Oft sonder den vader daer ter stede,
Oft sonder den heyligen geest medeGa naar margenoot+
Daer te judiceerne yet sit,Ga naar voetnoot989
990[regelnummer]
Maer hi judiceert na dit
In die vorme van enen man,
Den quaden verveerlijc tsine dan,
Ende den gerechten genadich daer;Ga naar margenoot+
Ende verliechtse oec daernaer;
995[regelnummer]
Hi judiceertse metter godleecheit,
Niet metter minscelijcheit.
Oec niet allene Christus ne sal
Niet judiceren daer allene al,Ga naar margenoot+
Maer die heyligen selen daer
1000[regelnummer]
Met hem judiceren, vorwaer,
Nadat God selve heeft geseit,
Daer hi seget na der waerheit:Ga naar voetnoot1002
Gi selt sitten op .xii. stole wel,Ga naar margenoot+
Ga naar margenoot+ Ende jugeren opt geslechte van Israel!
1005[regelnummer]
Niet allene die .xii. apostelen,
Maer die hem volgeden alle, selen
Gemeinlijc judiceren gerede.
Biden .xii. sitten, verstawi mede,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1008
Alle die heyligen sonder getal,
1010[regelnummer]
Ende bi den .xii. geslechten, men sal
Alle die gene verstaen aldaer,
Die te judiceren sijn vorwaer.
|
|