Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
(1938)–Lodewijk van Velthem– Auteursrecht onbekendWat Huldegard propheteert vander biddender orden. .xix.Ga naar voetnoot+In desen tiden dat Huldegard
Aldus propheterende ward,
So sprac si aldus in haren persone:
1485[regelnummer]
‘Het selen vort comen sconeGa naar voetnoot1485
Erehande volc, als wijt weten,Ga naar margenoot+
Die der liede sonden selen eten,Ga naar voetnoot1487
Ende dit sel biddende orden wesen,
Ende selen wandelen oec na desen
1490[regelnummer]
Sonder scaemte, ende selen mede
Vinden neuwe quaethede,Ga naar margenoot+
Ende vanden vroeden lieden dan,
Ende van den gerechten kersten man
Salse werden vermaledijt.
1500[regelnummer]
Starc ende gesont, des seker sijt,
| |
[pagina 301]
| |
Selen si sijn, ende uutgelesen,Ga naar margenoot+
Maer van pinen ledich wesen,Ga naar voetnoot1502
Ende ten exemple ten bidden ward
Selen si setten haren aerd.
1505[regelnummer]
Ende selen studeren alte sere,
Hoe si mogen uten kereGa naar margenoot+Ga naar voetnoot1506
Gewarege geleerde bringen dan,
Ende metten mogenden riken man
Die onnosele arme mogen doden,
1510[regelnummer]
Ende die mogende, om hare node
Van haren lichaem, treckense an,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1511
Alle delectacien der werelt danGa naar voetnoot1512
Leiden si in sonderlijchede.
Die viant wortelt in hem dan mede
1515[regelnummer]
Vierderhande saken na die dinge:
Dat irste dat es smekinge,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1516
Dander haet ende nidechede,
Terde ypocrisie mede,
Ende dat vierde es mesprake.Ga naar voetnoot1519
1520[regelnummer]
Nu hord van smeken haer sake.
Si smeken, om datmen mildelike salGa naar margenoot+
Hem geven, daer omme overal
| |
[pagina 302]
| |
Si haten weder, alsmen ontseget
Hem, ende enen andren weget.Ga naar voetnoot1524
1525[regelnummer]
Si sijn ypocriten, om dat sy
Ga naar margenoot+ Elken selen behagen daerbi;Ga naar margenoot+
Mesprekers, omdat si hem loven,Ga naar voetnoot1527
Ende setten hem selven altoes boven,
Ende andere lachterense in allen tide,
1530[regelnummer]
Om te verleiden die simpel lide.
Dese sijn sonder devotie twaren,Ga naar margenoot+
Ende sonder exempel der martelaren.
Nochtan selen si spreken starke,
Ende an hem trecken, als ic merke,
1535[regelnummer]
Die prinsen van der kerken saen,
Ende selen aftrecken, sonder waen,Ga naar margenoot+
Den gewarigen herde sine atente,Ga naar voetnoot1537
Ende waer si mogen sijn sacramente.
Si selen an gripen der armer goet,
1540[regelnummer]
Wanen dat oec comen moet,
Der sieker, ende der onsaliger mede.Ga naar margenoot+
Si selen trecken altoes ter stede
Daer vele volx vergadert es,
Ende an hem trecken, sijt seker des.
1545[regelnummer]
Si selen der manne wive leren,
Dat si haren man ontkeren,Ga naar margenoot+
| |
[pagina 303]
| |
Ende bedriegen; al eest gestolen,Ga naar voetnoot1547-1548
Dat sijt hem geven verholen.
Si selen ongenoemde dingen,Ga naar voetnoot1549
1550[regelnummer]
Ende qualike bejaecht, te gader bringen,
Hoet es bejaecht: ‘Gevet ons nu,Ga naar margenoot+
Ende wi selen bidden vor u.’
Wacht die dit aldus nemen,
Ende der onsaliger dinc getemen!Ga naar voetnoot1554
1555[regelnummer]
Eest van morde, eest geroeft,
Eest gestolen, eest onthoeft,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1556
Eest van perseme, eest ontcrecht,Ga naar voetnoot1557
Eest van voercope oec echt,Ga naar voetnoot1558
Eest van goede te dage geset,Ga naar voetnoot1559
1560[regelnummer]
Eest van overspele oec met,
| |
[pagina 304]
| |
Eest keefdoem, of versworen,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1561
Ofte dade een der kerken toren,Ga naar voetnoot1562
Dat waer jegen tsacrament,
Eest ongelove oec omtrent,
1565[regelnummer]
Eest coman, die valsch jaget,Ga naar voetnoot1565
Eest ridder, die niemen verdraget,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1566
Eest here, die loes es ende tyran,
Eest een die es inden ban,
Eest van valscheiden quaet,
1570[regelnummer]
Eest van alder quader daet,
Eest van verraetnesse ende van stride,Ga naar margenoot+
Eest van hate, eest van nide,
Eest van wiven luxurieus,
Ende haren manne niet sijn preus,Ga naar voetnoot1574
1575[regelnummer]
Eest van valscen orconden,Ga naar voetnoot1575
Ga naar margenoot+ Eest van dorperliken sonden,Ga naar margenoot+
Die jegen naturen sijn gedaen,
Die ic niet wil doen verstaen,
Al leefde een oec jegen die wet,
1580[regelnummer]
In wat sonden hi es besmet,
Mach hi geven, so es hi quiteGa naar margenoot+Ga naar voetnoot1582
Gewijst van hem daer met vlite.Ga naar voetnoot1583
Om des duvels verledenesse,
Ende der sonden soetenesse,
1585[regelnummer]
Ende om een blide leven te leiden,
So maken si .i. cort gereidenGa naar margenoot+Ga naar voetnoot1586
| |
[pagina 305]
| |
Der zielen ter verdoemenesse.
Dit sijn ongewarege lessen,Ga naar voetnoot1588
Elken diere met omme gaet,
1590[regelnummer]
Dien dus bedrieget dat aflaet.’Ga naar voetnoot1590
|
|