Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
(1938)–Lodewijk van Velthem– Auteursrecht onbekendVan ere crusingen die opquam men wiste hoe .xv.945[regelnummer]
In desen tiden dat dit gesciede
So vergaderden erehande liede
In Aelmaengen ende in Brabant,
In Vlaendren, in Zelant, in Hollant,
Van Ludeke ende uut Henegouwen,Ga naar margenoot+
950[regelnummer]
Ut allen steden mochtmen scouwen
Ende ute dorpen volc comen,
Die dat cruce hebben genomen.
Men weet hoe, alsict vernam,
Dat dit cruce irst opquam.Ga naar margenoot+
955[regelnummer]
Selc en haddes nu genen wille,
Die sanderdages, lude no stille,
Niemen en conde daer af bringen.
En horde noyt man lesen no singen
| |
[pagina 38]
| |
So selsen crusinge als dit es.Ga naar margenoot+
960[regelnummer]
Si vergaderden, des sijt gewes,
Met groten cudden in selke stat.
Si waren oec den Joden gehad,Ga naar voetnoot962
Waer dat sise mochten belopen,
Dus dadent sijt hem swaer becopen.Ga naar margenoot+
965[regelnummer]
Te Coelne wasser vele verslagen,
Bi Loven, daer si quamen op wagen
Ende voren wech met haren goede,
Daer si dus reden in smeyers hoede,
Quamen dese crucenarenGa naar margenoot+
970[regelnummer]
Ende vrageden of si kerstendoem begaren?
Ende wie die des en wilde niet,
Dien dadensi pine ende verdriet,
Ende slogense sere ende somme doet.
Dus gincsi met haren coenroetGa naar margenoot+
975[regelnummer]
Elre oec in ander lande,
Ende daden den groten Joden scande.
En wiste niemen hoe dit opquam,
Sone doet oec hoet inde nam.
Het quam op wonderlikeGa naar margenoot+
980[regelnummer]
Ende alsoe verginct sekerlike.
Ga naar margenoot+ Dit volckijn, dat dus tcruce ontfinc,
Vergaderde al na dese dinc
tAvenioen, dat nu verstaet,Ga naar voetnoot983
Om te hebben des paus raet.Ga naar margenoot+
985[regelnummer]
Daer quamen so vele in die stede,
Datmen dochte dat onvrede.
Si eesten den paus sonderlinge,Ga naar voetnoot987
Dat hi dade hebben scepinge.
| |
[pagina 39]
| |
Doe die paus sach dit discordGa naar margenoot+
990[regelnummer]
[T]raec hise daer altenen vord,Ga naar voetnoot990
So lange leidise twaren,
Dat si alle meest quite waren
Van haren gelde, dat verstaet.
Doen baden si hem om oflaet,Ga naar margenoot+
995[regelnummer]
Ende datmen hem doe letteren gave,
Datsi gerne ten heyligen grave
Waren gevaren nu terstont.
Doen den paus dit werd cont,
Verliet hi hem der manselinge,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot999
1000[regelnummer]
Ende absolveerdse om die dinge
Ende hietse alle henevaren.
Ende hietse alle henevaren.
Som quamense weder twaren
Ende som blevense an die hagen
Licgende, ende som verslagen.Ga naar margenoot+
1005[regelnummer]
So dat aldaer inde nam
No min no meer alst opquam.
Men wiste hoe[t] began gereet,
Sone deet oec hoet bequam, Godweet.Ga naar voetnoot1008
|
|