Gemeinlike op enen keretoren.
Ende bernde Lomelle, .i. dorp, ave.
Dat optie Kempine gelegen is.
Sone dede scade haer ne geen
3460[regelnummer]
In desside der Mase over een.
|
-
-
[tekstkritische noot]Opschrift: Hoe sine weder saken te gader swoeren. xxx. 3400 soe hielt die Bisscop een h. 3401 te misene 3403 her walraevene 3404 swoeren 3405 come
Opschrift: Hoe die Bisscop van Colene ende walraven Sijn brueder comen sijn voir wijch.
3399 off
3400 Soe h.d. Bisscop een hoff
3401 v. Colene te missen g.
3403 D. waelraven w.g.
3404 zwoeren d. heeren
3405 tot sinen h.
3406 Dat ic u nu hier s.n.
Opschrift: ‖ .lxij. Hoe de heren voer tricht waren. Ga naar margenoot+
3399 [ l]n d. tijden
3400 S. hielt d. bisscop een h.
3401 Van coelen te nůisen gereet
3402 Daermen hem vertelde dit leet
3403 ‖ D. her walraven Ga naar margenoot+
3404 zwoeren
3406 Dat ic u nu hier
3402 Nuessen hs.: wessen ook reeds verbeterd, op grond van Heelu vs. 1961, door C. van de Water, Tijdschr. voor Nederl. Taal- en Letterk. 9, 249. De lezing van de variant uit hs. D der Brabantsche Yeesten bewijst, dat die van het teksths. niet afkomstig zijn kan van Velthem zelf, maar van een kopiïst. 3403 haren : har- in het hs. voluit. - Wa[ l]raven hs.: waraven ook reeds verbeterd door C. van de Water in het Tijdschr. voor Nederl. Taal- en Letterk. 9, 249. 3406 Die hs.: Diē
-
voetnoot3400-3401
-
die biscop ... van Coelne = Siegfried van Westerburg; zie boven de aanteekening bij vs. 3263.
-
voetnoot3401
-
te Nuessen = te Neuss, aan den Rijn, waar Siegfried, aartsbisschop van Keulen, den 11den Augustus 1283 een verbond sloot met Diederik van Kleef (zie Ernst, Histoire du Limbourg, t. VI, p. 310).
-
-
[tekstkritische noot]3407 lutsenborch 3408 en s.b. her walraeve 3409 en Gelre e.a. heeren 3410 vaste int keeren Ga naar margenoot+ 3411 en quame te v. gesant 3412 en m.e.g. te hant 3413 ‖ = tekst. 3414 en v. toet wijc in h. conroot 3415 of s. te hant 3416 maer
3407 lutsenborch
3408 her waelraven
3409 Gelre e.a. heeren
3410 hen nu v.i. keeren
3412 een gaderinge te hant
3413 Herde stare
3414 Ende voeren tot wijc m. haren conr.
3415 te hant
3416 Maer te t.w. bynnen
3407 lutzenborch
3408 her
3409 Van gelre e.a. heeren
3410 M. nu vast int keeren
3412 een g. te hant
3413 Herde sterc e. herde groot
3414 E.v. te wijc in haer conroot
3415 Of sijt te hans souden winnen
3416 ‖ Maer Ga naar margenoot+
3408 haer in het hs. voluit. 3409 ander : de bovenste helft van de a- ontbreekt; waarschijnlijk is de inkt afgeschilferd, sporen van uitkrassen zijn er niet. 3410 hem in het hs. voluit. - int keren in het hs. aaneen. 3413 harde stare ende harde groet : behalve ende alles in het hs. voluit. 3414 Ende voeren tote Wijc met haer coenroet hs.: Ende voeren oec wt enz. Op zich zelven beschouwd, is de lezing van het hs. niet zinloos, maar het ontbreken van een antecedent van 't object van winnen in 't volgende vers, bewijst, dat er toch iets niet in den haak is. Dit wordt boven allen twijfel verheven door de vergelijking met Heelu, waarmen in vss. 1995-1999 leest: ‘( si) reden... doen tot vore Wijc. | Daer bereidde hem yegelijc | Met targen ende met swerden | Te storme te gane, ende gheberden | Ocht sijt thant souden winnen.’ Het antecedent van het object van winnen bij Velthem evenals bij Heelu is dus: Wijc, en dát woord is, met het bijbehoorend voorzetsel uit onzen tekst verdwenen en door oec wt vervangen. Mocht men nog eenigszins aarzelen, op grond van Heelu vss. 1986-1988: ‘Ende doen si alle vergadert waren | Te Valkenborch, deedse met scaren | Her Walraven al ute riden’ - de lezing van de varianten uit de hss. B, C en D der Brabantsche Yeesten heeft allen twijfel daaromtrent op. - coenroet in het hs. voluit.
-
voetnoot3407
-
van Lusselborch die grave = Hendrik III, graaf van Luxemburg en van La Roche, markgraaf van Aarlen (1275-1288).
-
voetnoot3408
-
sijn broeder haer Walrave = Walram van La Roche, heer van Ligny: verg. beneden vs. 3627.
-
-
[tekstkritische noot]3417 comen 3418 heinric 3419 en v.D.h. aernout 3420 en daer toe a. ridders st. 3421 en 3422 ontbreken. 3423 die te stride w. vlugge 3424 te broken w. doen die brugge 3425 die tusschen Tricht ende wijc gine 3427 en besloot d.n.v.e. hase 3428 sine gingen op plancken
3417 Coene
3418 henric v. gaesbeke
3419 Aernoudt
3420 andere
3421 seryant
3422 W.d. uut Brab.
3423 strijde w. vlugge
3424 Te broken w.d.d. Brugge
3425 Te tusschen tricht e. wijc ghinc
3427 beschoet dair n.v. eenen a.
3428 Sij ghingen op plancken o.d.m.
3417 Coene
3418 Heer heinrijc v. gaesbeke
3420 E. ooc ander r.s.
3421 en 3422 ontbreken.
3423 Die tien strijde w. vlugge
3424 Te broken w. doen d. brugge
3425 Die tusschen tricht e. wijc g.
3426 N. alle dese d.
3427 Ende besloot niet van eenen ase
3428 Sine ginc met plancken o.d.m.
3424 broken hs.: brogen 3425 Die [tusscen] Tricht ende Wije[.] gine: de invoeging van het voorzetsel, in overeenstemming met Heelu vs. 2011 en met de lezing van de varianten uit de hss. B, C en D der Brabantsche Yeesten, is onmisbaar: anders heeft het vers geen zin. - Wijc[.] hs.: wijch 3428 Sine [gingen] op planken: Dit vers moet dezelfde gedachte inhouden als Heelu vss. 2012-2013: ‘Maer nochtan ronnen si toe | Over boeme’ (welke ‘boeme’ Heelu even verder, vs. 2020, ‘planken’ noemt; vandaar de planken bij Velthem); er dient dus een werkwoord van beweging ingevoegd te worden. Eerst leek * voeren mij het vereischte woord, daar * ronnen als bij Heelu, hier zeker niet passen zou; uit de varianten uit de drie hss. B, C en D der Brabantsche Yeesten blijkt nu echter, dat blijkbaar * gingen overgeslagen is, al heeft alleen hs. B het geheele vers nauwkeurig.
-
voetnoot3418
-
Heynrijc van Gasebeke: zie de aanteekening bij I, vs. 2849.
-
voetnoot3419
-
van Diest her Arnout: Arnout, heer van Diest en kastelein van Antwerpen.
-
-
[tekstkritische noot]3429 en op houte 3430 en wederstont 3431 so dapperlike 3432 d.h.w. stoutelike 3433 moeste 3434 en 3433 d.v. hi oec met hov. 3436 en w. tsertogen onweerden 3437 verbernen dland van Dalem d. 3438 verbar hijt daer 3439 Ende ontbreekt. 3440 d. dochte h. hi ware w.g.
3429 houten
3430 E. wederstonden d. vianden vroe
3431 M.s.m. ende vr.
3432 waelraven
3433 Moeste d.m.s. keeren
3434 oic m. sijn h.
3435 D.v. hi daer m. hoeverden
3436 E. wilden tshertogen onweerden
3437 Ende bernen dlandt v. dalem d.
3438 Tote der borch berndijt voirwaer
3440 dochte
3429 Ende op houten weder also
3431 M.s.m. dapperlike
3432 D.h.w. haestelike
3433 Moeste d.m.s. keeren
3434 E. ooc alle sijn hulperen
3435 D.v. hij daer na m.h.
3436 tsertogen
3437 Verbernen dl. v. dalem d.
3438 Al toter borchgraft voer w.
3439 E. quam m.b.
3440 D. dochte hem hij w. wel g.
3429 houte hs.: houde Deze verbetering, die ontleend is aan de varianten uit de hss. B, C en D der Brabantsche Yeesten, heldert alles op: Velthem heeft, evenals Heelu, hetzelfde begrip, nl. de noodbrug, uitgedrukt door twee woorden: het eene, planken, heeft hij behouden; het andere, ‘boeme’, heeft hij vervangen door hout, dat in meer dan één zin met ‘boem’ volkomen synoniem is. 3430 wederstoeden hs.: weder stoeden 3434 hulperen: -per- in het hs. voluit. 3437 Verberren: -ber- in het hs. voluit. 3438 brendijt hs.: breudijt ook reeds verbeterd door C. van de Water in het Tijdschr. voor Nederl. Taal- en Letterk. 9, 250. De emendatie wordt bevestigd door de lezing van de hss. B en C der Brabantsche Yeesten.
-
-
[tekstkritische noot]3441 d. was 3442 dat si onder hem hadden d. 3443 diet al wel souden b. 3444 ‖ E.n. achter Ga naar margenoot+ en liete bliven 3445 hoerde 3446 stucken soe 3447 met crachte 3448 toter Borch op die grachte 3449 ome 3450 Om dat si op Dalem gram waren 3431 d. omme verberde hi te dier stont 3452 herne al dat male in d.g.
3441 D. werdt d. oirloge herde zwaer
3442 D. zij h. onder hen daer
Ga naar margenoot+ 3443 ‖ Diet alsoe houde
3444 liet
3445 D. ware v.s. toe
3446 Om dese stucken soe quamen doe
3449 dair
3450 sij
3451 Dair om bernde
3441 Dus was d.o. hardde zwaer
3442 D. sij h. onder hem d.
3443 Dat my te seggen waer te lanc alsoe
3444 en 3443 ontbreken.
3446 stucken
3447 heercracht
3448 gracht
3449 omme
3450 dat sij te dalem
3451 Doen verbrande hij tier stont
3452 Herve te mael in den gront
3442 [ onder] hem daer : reeds C. van de Water heeft gevoeld dat aan dit vers iets haperde, en voorgesteld te lezen * jeghen een daer Maar de voor de hand liggende uitdrukking voor ‘onderling’ is toch wel ‘onder hem’, wat door de eenstemmige lezing der hss. B, C en D der Brabantsche Yeesten boven allen twijfel verheven wordt en zooals men trouwens ook leest beneden in vs. 3525. - hem en daer beide in het hs. voluit. 3446 sticken : Lelong's verkeerde lezing * stuken is reeds verbeterd door C. van de Water t.a.p. 3447 hereerachte hs.: here crachte 3451 verbernde : -bernde in het hs. voluit.
-
voetnoot3448
-
Herve, aan den straatweg van Luik naar Aken, ten Noord-Oosten van Verviers. In 1276 wordt Herve als vrije stad vermeld: zie Ernst, Hist. du Limbourg, t. VI, p. 293.
-
-
[tekstkritische noot]3453 en 3454 ontbreken. 3455 d. na q. her waelrave 3456 ende berde Lumele een d. 3457 d. op die kempene gelegen es 3458 Noijt m.s.s. des Opschrift: Hoe die Hertoge spise sende taken. xxxi. 3461 wiese 3462 dat die
3453 Ende die v.h.
3454 Gemeynlic op eenen kerctoren
3455 stoutelic h. waelraven
3456 loemelle ende dorp
3457 D. op die kempene
3458 zeker des
3459 S. daden schade haer ne gheen
3460 In dese zijde der mazen
Opschrift: Hoe die van Aken des hertogen lieden bynnen der Stadt op loop daden, dat hen niet wel en verginc
3461 wijse
3462 D.v. Aken brac s.
3453 en 3454 ontbreken.
3455 Daer na quam her walrave
3456 Ende barnde lummel al ave
3457 D. op die kempen g. es
3458 Noit meer s.s. des
3459 S.d. hij scade overeen
3460 In dees sijde d.m. engeen
Opschrift: Hoe de hertoge aken spijsde. lxiij.
3461 wijse
3462 Dat dien van aken g. spijse
3454 kerctoren hs.: kerc koren ook reeds verbeterd door Verdam, Middelnedert. Woordenb. 3, 1363 in overeenstemming met Heelu, vs. 2081. De voor de hand liggende emendatie wordt bevestigd door de lezing van hs. C der Brabantsche Yeesten. 3456 Lomelle hs.: louielle zonder stip op de i; ook reeds verbeterd door C. van de Water, Tijdschr. voor Nederl. Taal- en Letterk. 9, 250, in overeenstemming met Heelu vs. 2094. De voor de hand liggende emendatie wordt bevestigd door de varianten uit de hss. B, C en D der Brabantsche Yeesten.
-
-
[tekstkritische noot]Lomelle ... dat optie Kempine gelegen is = Lommel, aan den weg van Hasselt naar 's-Hertogenbosch, in den noord-westelijken hoek van de provincie Limburg, nabij de Hollandsche grens.
|