3390[regelnummer]
Daer si sere op streden nu,
Dat hem lettel goet bescoet.
Daer vore ward gescoten doet
3395[regelnummer]
Was hi die beste diemen weet
In enich lant verre of breet:
Hi was Brabant scadelijc ter dode.
Hier om keerdemen doe van Rode.
|
-
voetnoot3345
-
Coene Swabble = Conon of Conrad van Lontzen. Hij behoorde tot de familie Scavedriesch en bekleedde het ambt van seneschalk van Limburg, waartoe hij door Reinalt van Gelre verheven werd (zie het stuk van 1287 bij Ernst, Histoire du Limbourg, t. VI, p. 454). Verg., wat den bijnaam Snabbe, Swabbe, Swabble betreft, de noot hierboven.
-
voetnoot3348
-
Daelhem = het land van Daalhem (tusschen de Maas, het hertogdom Limburg en de heerlijkheden Valkenburg en Rolduc), waarvan het gelijknamige stadje de hoofdplaats was.
-
-
[tekstkritische noot]3349 op Dalem stichten roef ende brant 3350 wert ghevare doen te hant 3351 v. wegesaten h. reijnier 3352 een ridder 3353 van der borch Dalem 3354 ende reet stoutelike an hem Ga naar margenoot+ 3355 ghevaen 3356 e. vele sine mage seggic u 3357 en waren in L. ghene int lant 3358 ‖ D. en w.
3349 Reet hi ende st. b.
3350 Des werdt g. te hant
3351 V. wesgeseten h. Reynier
3352 casteleyn een r.
3354 Hi reet stoutelike daer aen hem
3355 dair
3356 maghe d. seggic
3357 lymborch g.i. landt
3358 D. aen dat w. so goeden p.
3349 ‖ In dalem stichten roof ende brant Ga naar margenoot+
3350 Dies wart geware altehant
3351 V. wegeseten her renier
3352 een ridder
3353 dalem
3354 Ende reet stoutelijc aen hem
3355 gevangen
3356 E. veel sijnre magen seggic u
3357 te limborch
3358 D. aen w. so goeden p.
3349 stoutelike : reeds onder het schrijven is het oog der -o- vol inkt geloopen; om dat te herstellen, heeft de kopiïst de inkt weggekrast. 3351 We[.]geseten hs.: wesgeseten blijkbaar een fout die niet van Velthem, maar van den kopiïst afkomstig is; in het derde boek, vs. 1240, staat de juiste vorm, evenals in de hss. B en D der Brabantsche Yeesten en bij Heelu vs. 1827. Ook reeds verbeterd door C. van de Water, Tijdschr. voor Nederl. Taal- en Letterk. 9, 249. 3354 Dit vers, dat, blijkens de rijmen, in het teksths. ontbreekt, is ontleend aan de varianten uit de hss. B, C en D der Brabantsche Yeesten.
-
voetnoot3351
-
Van Wegeseten her Reinier = Reinier van Visé, die door den bisschop van Luik, in een brief uit het jaar 1280, ‘son maréchal’ genoemd wordt (zie Saint-Genois, Monuments anciens, t. I, p. 678).
-
voetnoot3353
-
Vander borch te Daelhem. Daalhem was niet alleen versterkt, maar had daarenboven nog een kasteel.
-
-
[tekstkritische noot]3359 w. an h. tonen scout 3360 Jonsies, Heme lijboes, Spremont 3361 iiij v. casteele 3362 deele 3363 sendem. d. gher. 3364 gheleit
3359 W. aen haer conde st.
3360 Lousy herue lyboys s.
3361 viere v. Casteele
3362 deele
3363 seynde m.d. ghereyt
3364 D. te Genepien h. geleyt
3359 W. aen desen here st.
3360 Lonsies herne libois ende s.
3361 iiij v. casteele
3362 ‖ D. hielt hij tsinen deele Ga naar margenoot+
3363 D.h. seindemen desen g.
3364 Dien hij te genepien h.g.
3360 Lo nsi hs.: Lousi veranderd, ook reeds door C. van de Water, Tijdschr. voor Nederl. Taalen Letterk. 9, 249 op grond van Heelu vs. 1840 en elders, en in overeenstemming met de varianten uit de hss. B en D der Brabantsche Yeesten, met Longijs beneden in vs. 3739 en met Lonchijs in var. M van vs. 3794. Verg. verder de aanteekening hieronder. - Herne, hs.: herne. dus ook met een leesteeken. C. van de Water ( Tijdschr. voor Nederl. Taal- en Letterk. 9, 249) wil lezen * Herle in overeenstemming met Heelu vs. 1840 en zooals trouwens geschiedkundig juist zijn zou: zie de aanteekening hieronder. Maar we hebben hier wellicht met iets meer te doen dan met een schrijffout van den kopiïst: een n en een t liggen niet zoo dicht bij elkaar; met andere woorden: de verwarring kan afkomstig zijn van Velthem, daar er werkelijk een plaatsje ‘Herne’ bestond en bestaat, nl. nabij Tongeren. Wie weet, of Velthem niet geschreven heeft * Herve, zooals de variant uit hs. C der Brabantsche Yeesten leest, en is daarvan afkomstig de lezing Herne van ons teksths. en van de varianten uit de hss. B en D der Brab. Yeesten. In 't 47ste hoofdstuk wordt Herve immers herhaaldelijk genoemd, en A. van Slichtenhorst, Geldersse Geschiedenissen 2, 102 b heeft ‘Hervy’. 3363 hertoge in het hs. voluit. 3364 te : de t- is verbeterd uit een andere letter, blijkbaar uit een te vroeg geschreven g, eerste letter van 't volgende woord.
-
voetnoot3360
-
Lonsi, bij Heelu, vs. 1840: Longi = Lontzen, thans: Loncin, op een zestal kilometer ten Noord-Westen van Luik, waarvan Coene Swabb(l)e heer was (verg. A. van Slichtenhorst, Geldersse Geschiedenissen (1654), dl. 2, blz. 102). - Herne: Heelu vs. 1840 heeft hier Herte, d.i. Heerlen, in Nederlandsch-Limburg, ten Zuid-Oosten van Sittard, dicht bij de Duitsche grens. Verg. de noot hierboven. - Liboes = Libois, thans een gehucht behoorende tot de gemeente Evelette, 12 kilometer ten Zuid-Zuid-Oosten van Andenne. - Spremont = Sprimont, 18 kilometer ten Zuid-Zuid-Oosten van Luik, even ten Noorden van Aywaille.
-
voetnoot3364
-
Genepie = Genappe, in Brabant, aan de Dijle, aan het kruispunt der straatwegen van Brussel naar Charleroi en van Nijvel naar Waver.
-
-
[tekstkritische noot]3365 an h. onw. 3366 swigen 3367 en willem van h. waelravene t. 3368 ghesellen 3369 toet voer T. 3370 diet wilde w. 3372 Die uut t.m.i. groten ghediede 3373 ende van wilre tsbisscops stouthede 3374 serjante volgeden mede 3375 der ghemeinten opt v. 3376 groter ontbreekt.
3365 sij
3366 zwigen
3367 heeren waelraven
3369 Voir
3370 huys d. wilde
3371 gemeyne lieden
3372 dair u.t.m. groten gedieden
3373 Ende die v. mille tsbisscops scoenhede
3374 seryanten oic
3375 Volghden d. gemeynten
3365 sij
3366 Nu zwigen wij v.d.s.
Opschrift: lxi. Hoe die van trycht gescoffiert worden
3367 [ V]oort willen wij van her w.t.
3369 ‖ Tot voor tr. Ga naar margenoot+
3370 huis
3372 Ende togen uyt m. groten g.
3373 Ende van wilre sbisscops scoutede
3374 E.a. serganten volgden mede
3375 Der gemeinten op dat v.
3376 Daermen
3365 tharen onwille : thar- en on- in het hs. voluit. 3370 huus in het hs. voluit.
-
voetnoot3367
-
van heren Walraven, d.i. Walram, heer van Valkenburg en Montjoye: zie Heelu vs. 1863 en beneden vs. 3910 en III, vs. 159.
-
voetnoot3373
-
Mille = bij Heelu vs. 1884: Jan van Mille. - Millen, in de provincie Limburg, op 7½ kilometer ten Oosten van Tongeren, aan den straatweg van Tongeren naar Maastricht. De varianten uit de hss. B en D der Brabantsche Yeesten hebben Wilre, dat aan denzelfden weg gelegen is, maar vlak bij Maastricht, thans op Hollandsch grondgebied.
-
-
[tekstkritische noot]3377 Maer int I. bl. si ghevaen 3378 doe moesten dander in hant gaen 3381 D. dedemen d. hertoghe dit v. 3382 Die hem hem sende hulpe s. 3383 dat si worden soe v. 3384 ‖ Dat si Ga naar margenoot+ 3385 en roefden 3386 en d. scaden vij vout m. 3387 hen 3388 toet
3377 Maer int leste b. zij g.
3378 anderen
3379 leedsman w. opgen.
3380 sij t. handt
3381 Doen dedemen d.h. dit v.
3382 seynde hulpe
3383 D. hy zij w. soe v.
3384 Dat zij i. landt
3385 roefden zeere
3386 seven vout meere
3377 ‖ Maer int leste h. sij g. Ga naar margenoot+
3378 Doen moesten dander in hant gaen
3379 en 3380 ontbreken.
3381 D. deedment
3382 D.h. seinde hulpe s.
3383 Dat sij worden
3384 Dat sij int l.v. valken borch t.
3385 E.b.e. roofden seere
3386 E. deden s. vij vout meere
3387 D. men hem had g.
3388 Sij t. te rode
3377 bleven [ si] gevaen : het pronomen is hier onmisbaar en ook reeds ingevoegd door C. van de Water, Tijdschr. voor Nederl. Taal- en Letterk. 9, 249, steunende op Heelu vs. 1901. Ook de varianten uit de hss. B, C en D der Brabantsche Yeesten hebben bleven sij 3378 gedaen : de -d- op een onhandige wijze verbeterd uit een ineengeloopen -o-, of uit een te vroeg geschreven -a-, waarvan het middenstuk weggekrast is. 3381 dede men[ t] den hertoge verstaen : een object is onmisbaar en dan ook reeds ingevoegd door C. van de Water, Tijdschr. voor Nederl. Taal- en Letterk. 9, 249. De invoeging wordt gesteund door de varianten uit de hss. B en D der Brabantsche Yeesten. 3382 hem in het hs. voluit. 3384 valkenborch : de lezing * volkenborch door C. van de Water t.a.p. verbeterd was een fout van Lelong. 3385 sere in het hs. voluit.
-
voetnoot3377
-
si = Jan van Mille en de ‘ander serjante’. Jan van Heelu, vs. 1892-1901, is hieromtrent duidelijker.
-
voetnoot3384
-
int lant van Valkenborch. Bij Heelu vs. 1921-1922 duidelijker: in sheeren Walravens lant van Valkenborch.
-
voetnoot3388
-
Rode = Rolduc (Rode-le-duc) of 's-Hertogenrade, thans in Nederlandsch-Limburg, aan de Worm, vlak bij de Duitsche grens.
-
-
[tekstkritische noot]3389 voer den casteel seggic u 3391 luttel 3392 d. wert die ghescooten doot 3393 h. wevemaer van Gemeiningen 3394 d.w. scade sonderlinge 3395 want hi was die b. 3396 ofte 3397 scadelic 3398 H. omme keerdemen van Rode
3389 Voir den C.d. seggic u
3390 sij zeere
3391 luttel goed
3392 wert g. doot
3393 Her wememaer v. germeningen
3394 Dat was wanic s.
Ga naar margenoot+ 3393 ‖ Dalder beste diemen weet
3396 In eenich landt v. ofte b.
3397 Brab. scadelic t. doode
3398 omme keerdemen
3389 Voer den c.d. seggic u
3390 sij
3391 D.h. luttel bescoot
3392 Daer wert voor gescoten doot
3393 Her weemaer v. gemeningen
3394 D. scade was sonderlingen
3395 Want hij die beste was diemen w.
3396 varre ende breet
3397 Hij w.b. scade ter doode
3398 H.o. keerdemen van r.
3393 wenemaer in het hs. voluit. 3397 ter in het hs. op ratuur. 3398 keerdemen : keer- in het hs. afgekort tot: k'-
-
voetnoot3393
-
Wenemaer van Gimmeningen, bij Heelu vs. 1944-1945: Wenemaer van Gemelingen, door zijn huwelijk heer van Hoogstraten, was de broeder van Beatrix van Gimmeningen, weduwe van den heer van Kerpen, welk goed zij verkocht aan haar broeder Wenemaer, die het op zijn beurt overdeed aan hertog Jan I van Brabant (zie beneden bij vs. 3517; Butkens, Trophées du Brabant, t. I, p. 302 en Preuves, pp. 118, 119; Miraeus, Opera Dipl. t. I, p. 591; Stallaert, Geschiedenis van Jan den Eersten van Brabant, dl. I, blz. 315 vlg.). - Gimmeningen, thans: Gemmenich, in den noordoostelijken hoek der provincie Luik, vlak bij de Hollandsche en Duitsche grens.
|