Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1
(1906)–Lodewijk van Velthem– Auteursrecht onbekendHoe die coninc den casteel wan. xxxv.Doen dit pongijs ward gedaen,
Daer één Sarrasijn niet conste ontgaen
Hine moest becopen opter stat;
2630[regelnummer]
Ende si oec gedeilt hadden na dat
Tgoet, dat si wonnen daer;Ga naar margenoot+
Trocken si alle den casteel naer
Om dien te winne, ofsi connen.
Daer ward een starc assaut begonnen;
2635[regelnummer]
Want die van binnen uut ward scoten
Met quarelen, met gaveloten,Ga naar margenoot+
Ende worpen met stenen swaer,
Dat hem niet bescoet .i. haer.
Want men mineerde daer met allen
2640[regelnummer]
Van onder, ende dede den casteel vallen,
So dat alle, die waren daer in,Ga naar margenoot+
Doet bleven, meer no min.
Daer was gequist goets vele
Ga naar margenoot+ Metten valne vanden castele,
2645[regelnummer]
Van goude, van selver vercoren,
Dat onder die stene bleef verloren.Ga naar margenoot+
Nochtan boven al dat
So vantmen den groten scat;
| |
[pagina 361]
| |
Want Saphadijn ende Halapijn.
2650[regelnummer]
Die beide ter doet nu sijn,
Hadden bracht groet goet daer;Ga naar margenoot+
Ende hadden gemiet over waer
.vm. ute ende in te varen met,
Tote dat sijt dlant hadden ontset
2655[regelnummer]
Daer die coninc in was gelegen
Mar si hadden gemist des segen.Ga naar margenoot+
Daer ombe onse gepense groet
En bescieten ons niet jegen die doet.
Wi pensen vore: dit sele wi doen,
2660[regelnummer]
Ende geven ons daer toe ocsoen
Dat wi dat volbringen selen;Ga naar margenoot+
Dan comt daventure, die niet getelen
En wilt dattie dinc gescie;
Ende die doet met hare pertie
2665[regelnummer]
Comter onder, ende minget haer
Metter aventuren daer naer;Ga naar margenoot+
Ende alse dan comen dese twee
Te gader, ende werden gevee
Den genen die hem heeft vermeten,
2670[regelnummer]
So werd hi thans van hem verbeten.
| |
[pagina 362]
| |
Aldus gevielt mettesen saen,Ga naar margenoot+
Die hier vore hadden gedaen
In dien casteel groet goet,
Dat nu die coninc verteren doet.
|
|