Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1
(1906)–Lodewijk van Velthem– Auteursrecht onbekend
[pagina 209]
| |
Ga naar margenoot+ Hoe die grave van Guelke tAken ward verslegen, ende ander dinge. xlvi.3450[regelnummer]
Een jaer eer dese dinc gesciede,
So bleven vele goeder liede
Mette[n] grave van Guelke verslagen
(Datmen wel te rechte mach clagen),
In die vrie stat van Aken;Ga naar margenoot+
3455[regelnummer]
Dattie Limborgeren wraken
Ende ander heren wel geboren,
Die daer hare vrient verloren;
So dattie stat bedervet ward.
So fel warense ende so hard,Ga naar margenoot+
3460[regelnummer]
Dat si den hertoge clageden dat
Ende seide[n]: hi ware vander stat
| |
[pagina 210]
| |
Voget ende here naest den coninc,Ga naar voetnoot3462
Ende hise bescerme om dese dinc;
Want hi ende alle sine vorderen yeGa naar margenoot+
3465[regelnummer]
Hielden tAken die vogedie
Vanden roemscen rike te lene.
Ende daer bi en liet hi en gene
Cracht der stat van Aken doen,
Daer doe menich hoge baroenGa naar margenoot+
3470[regelnummer]
Op stichten vede ende gevechte.
Mar nochtan so hilt te rechte
Die hertoge die stat van Aken
Jegen alle hare wedersaken
So stoutelike, dat hise met crachteGa naar margenoot+
3475[regelnummer]
Eerlijc ter soenen brachte.
Ende om dit haten die Limborgeren
Altoes die Brabantsce heren.
| |
[pagina 211]
| |
Nochtan quite [hise] in allen stonden
Te tornierspele, in tavelronden,Ga naar margenoot+
3480[regelnummer]
Waer si quamen, in Vrancrike
Ende clre oec deser gelike.
Nochtan keerden sijt alsoe,
Dat si tallen spele doe
Jegen hem wilden wesen,Ga naar margenoot+
3485[regelnummer]
Oft sine yegeren mochten in vresen
Bringen ende heymelijc wreken,
Bi haren quaden valscen treken.
Dat sceen dicke an haer gewerke.
Nu was tusseen Halen ende HerkeGa naar margenoot+Ga naar voetnoot3489
3490[regelnummer]
Een tornoy doen genomen.
Te dien tornoy dadense comen
| |
[pagina 212]
| |
Alle diesi vererigen mochten:
Ridderen, enapen, die yet dochtenGa naar voetnoot3493
Dat si wapen mochten dragen,Ga naar margenoot+
3495[regelnummer]
Oft sijt met stride souden wagen.
Dus quamen si al openbaer
Van over Rijn al tote daer,
Ga naar margenoot+ Opt velt daer alsoe gescard,
Datmen wale geware wardGa naar margenoot+
3500[regelnummer]
Dat hare gaderinge was fel.
Ende want die hertoge niet el
En begarde dan tornieren,
Daer bi doe hi haer manieren
Van hare gaderinge horde,Ga naar margenoot+
3505[regelnummer]
Brac hi den tornoy ende scorde.
Dus dedi die gaderinge sceden,
Want daer waren vele veden.
| |
[pagina 213]
| |
Nu ward daer te hans geviseert
Een tornoy ende gecreyeertGa naar margenoot+
3510[regelnummer]
Te Ziberge over den Rijn.Ga naar voetnoot3510
Daer wilde die hertoge mede sijn.
Ende dede daer jegen met gereiden
Die hi daer met hem sal leiden.
Nu hadde des menegen wonder,Ga naar margenoot+
3515[regelnummer]
Dat hi dorste varen onder
Sine viande ende dor haer lant.
Hi reet daer hi den tornoy vant,
Daer hi prijs in wilde halen.
Daer waren doe van WestvalenGa naar margenoot+
3520[regelnummer]
Ende mede die van Overlant,Ga naar voetnoot3520
Die daer hadden groten pant.
Al warense vromech ende stout,
Si waren nochtan met gewout
Alsoe sciere af gesettet;Ga naar margenoot+
3525[regelnummer]
En hadde die hertoge niet belettet
| |
[pagina 214]
| |
Si waren daer gegaen al onder.
Ende dat en was en geen wonder,
Want vanden duutscen rike
Waren daer die sonder gelike,Ga naar margenoot+
3530[regelnummer]
Die beste die Limborgeren,
Ende oec mede al die heren
Tusscen der Mase enten Rijn.
Mar die hertoge, die nu in scijn
Dien Westvalen hulpen wille,Ga naar margenoot+
3535[regelnummer]
Vorderde daer so lude ende stille
Inden tornoy so sijn gevoech,
Dat si boven quamen genoech.
Doen die tornoy was gevallen,
Haddi den prijs van hem allen.Ga naar margenoot+
3540[regelnummer]
Dus anteerdi sine sake.
Hier na seldi horen sprakeGa naar voetnoot3541-3543
| |
[pagina 215]
| |
Van sinen dingen sonderlinge;
Mar hier gaen vore ander dinge.
|
|