Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1 (1906)

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1

(1906)–Lodewijk van Velthem– rechtenstatus

Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende



[pagina 162]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten
Hoe die hertoge Heinric vor in Hollant, om Florense te vermonborne. xxxix. Doen coninc Willem doet was bleven, Daer sine vriende om rouwe dreven, 2760[regelnummer] Ga naar margenoot+ So voer die hertoge HeinrijcGa naar voetnoot2760 Te Hollant ward, ende dies gelijc[.] Om dat, dat hi tkint wilde besettenGa naar margenoot+ Recht na sede ende na wetten Ende vermonboren oec na desen. 2765[regelnummer] Want hi die naeste wilde wesen Vans vader halven doe ter tijt. Dit dedi oec, des seker sijt,Ga naar margenoot+ Daer in scine, eer hi sciet, Want hi onberecht niet liet 2770[regelnummer] Dat kint noch mede dlant: Dit setti in gewaerder hant. Dus nam hi des kints ware.Ga naar margenoot+ Doen dit was, gesciet aldare Enen Brabanter ene sothede, 2775[regelnummer] Aldaer hi dobbelde tere stede.
[pagina 163]
Jan hordic den genen noemen Van den Eyken, ende was comenGa naar margenoot+ Metten hertoge tot in Hollant. Te doblen setti daer sine hant 2780[regelnummer] Jegen jonchers vander stede. Ende doent Janne wel ginc mede, Streect hi tgelt van dien gesellenGa naar margenoot+ Ende ginct in sine hant daer tellen. Om dit besccernden daer een doe; 2785[regelnummer] Ende Jan sprac hem wider toe. Hi hadde caes, sprae dander. ‘swijch stille! Ic moet hier secgen minen wille!’Ga naar margenoot+ Mettien Jan die vuest verdroech Enten genen vorden mont sloech, 2790[regelnummer] Dat hi averecht viel ter neder. Doen die gene bequam weder, Spran hi op ende te Janne ward,Ga naar margenoot+ Ende vele Hollanders mede ter vard Ende Brabanters in dander side 2795[regelnummer] Gereiden hem daer als oec te stride. Doen quam dit te weten saen Den hertoge, die[.]t heeft ondergaenGa naar margenoot+ Ende doen sceden ende op genomen: En waer hi daer niet so sciere comen, 2800[regelnummer] Daer soude een strijt hebben gewesen. Die hertoge vraechde Janne na desen,
[pagina 164]
Wat hem die gene had gedaen,Ga naar margenoot+ Dat hine daer alsoe ginc slaen? - ‘Hi riep: “Hi hadde caes!”’ 2805[regelnummer] Die hertoge sprac: ‘Quade dwaes, Dat was mine scande meer!’ - ‘Here! om dat sloegicken teer!’Ga naar margenoot+ Doen hads die hertoge goede locht Dattie gene had becocht. 2810[regelnummer] Ga naar margenoot+ Ende doen hi beset had die dinc Van Florense den jongelinc,Ga naar voetnoot2811 Ende wel bestemt ende beward,Ga naar margenoot+ Keerdi weder te Brabant ward, Ende berechte dat oec harde wel. 2815[regelnummer] Mar niet lange hem dat gevel; Want hi doet bleef daer na saen, Alsict u hier sal doen verstaen.Ga naar margenoot+	[tekstkritische noot]Ga naar margenoot+ Opschrift: ‖ Hoe hertoge heinric in hollant trac ende floreys sinen neve vermomboerde xxxvij. 2758 [D]oen c.w. doot w.b. 2759 D. sijn v. rouwe om d. 2760 Doen voer 2761 Te h. waert om dier gelijc 2762 Om dat hij dat wilde b. 2763 Beide na recht ende na wette 2764 E. vermonboorde tkijnt na d. 2765 W. hijs 2766 Van svaders wegen doen t.t. 2767 D. dede hij des s.s. 2768 en 2769 ontbreken. 2770 Ende sette kijnt ende lant 2771 Beide in gewareger hant 2772 tot 2809 ontbreken. C. 39, opschrift vermonborne: -monborne in het hs. voluit. 2761 ward in het hs. voluit. - dies gelijc[.] hs.: dies gelijcs het rijm eischt de emendatie, die bevestigd wordt door de variant uit hs. D der Brabantsche Yeesten. 2764 vermonboren: -monbor- in het hs. voluit. 2769 onberecht in het hs. voluit. 2775 tere stede in het hs. op ratuur. margenoot+ bl. 32 c. margenoot+ bl. 10 e. voetnoot2760 die Hertoge Heinrijc = Hendrik III, van Brabant, broeder van Elizabeth van Brunswijk, die de vrouw was van Willem II. margenoot+ (5) margenoot+ (10) margenoot+ (15) [tekstkritische noot]2778 hertoge in het hs. voluit. 2786 stille staat vanwege de lengte van het vers boven swijch op de hoogte van den voorgaanden regel, maar met een verwijzingteeken dat het woord bij vs. 2786 behoort. 2788 vuest hs.: west met w = vu De tekst van Lelong, die west drukte, is reeds verbeterd door M. De Vries, Middelnederl. Taalzuivering, blz. 186; verg. Verdam, Middelnederl. Woordenb. 1, 498; C. van de Water in het Tijdschr. voor Nederl. Taal- en Letterk. 9, 31 en de noot hierboven bij vs. 1600. 2797 die[.]t hs.: dient voluit. De fout is reeds verbeterd door Verdam, Middelnederl. Woordenb. 5, 349 en 1806. margenoot+ (20) margenoot+ (25) margenoot+ (30) margenoot+ (35) margenoot+ (40) [tekstkritische noot]Ga naar margenoot+ 2810 Doen hij beset h.d.d. 2811 ‖ = tekst. 2812 ontbreekt. 2813 Keerde hij w. te b. waert 2814 Metten sinen ongespaert 2815 tot 2817 ontbreken. Varianten uit hs. C der Brabantsche Yeesten. Ga naar margenoot+ Opschrift: ‖ Hoe hertoge henrie achter liet vier weesen Daer momboir af geset wert heer wouter berthout 2818 Dese d. henric v. Brab. 2821 oic zeere 2822 aff 2823 vromicheden 2805 en 2808 hertoge in het hs. voluit. 2818 derde in het hs. voluit. margenoot+ bl. 33 a. margenoot+ bl. 64 b. margenoot+ (45) margenoot+ (50) margenoot+ bl. 10 f. voetnoot2811 Florense den jongelinc: zie boven bij vs. 2750. margenoot+ (55) margenoot+ (60)

Vorige Volgende