Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1
(1906)–Lodewijk van Velthem– Auteursrecht onbekendWat in Vrancrike gesciede. xxxvi.Philips van Vrancrijc, Lodewijc sone,Ga naar voetnoot2604
2605[regelnummer]
Hoeden sere om dat gone
Dat hem sijn vader dede verstaen.
Doent siere doet ward soude gaen,
Ontboet hine vor hem, ende seide:Ga naar margenoot+
‘Nu besich, sone, na die waerheide!
2610[regelnummer]
Aldus eest comen in mijn gedachte,
Dat een Philips van mijn geslachte
Ward geboren, die hem sal
Setten jegen die kerken al;Ga naar margenoot+
Ga naar margenoot+ Ende oec nemen die renten met
2615[regelnummer]
Die der kerken sijn geset;
Om haer gerechten, om haer goet,
Hier op sal hem staen die moet.
Ende namaels ward hi selve gescent,Ga naar margenoot+
Ent conincrike in hem gehent.
2620[regelnummer]
Hier af hoet u, sone mijn!
Ende blivet altoes goet kerstijn,
Dat radic u; enter kerken dient,
So sal God bliven u vrient.’Ga naar margenoot+
Om dese sake vort, Godweet,
2625[regelnummer]
Hoedem Philips jegen dit leet,
| |
[pagina 156]
| |
Soe dat hi in al sijn leven
Der kerken goet niet dorste wech geven
Noch selve yet oec anteren,Ga naar margenoot+
Ende liet den papen enten heren
2630[regelnummer]
Gebruken, diest met rechte was.
Dese Philips, alsict las,
Hadde kinder scone sekerlike,
Daert met geviel jammerlike,Ga naar margenoot+
Alsic hierna noch tellen sal.Ga naar voetnoot2634
2635[regelnummer]
In desen tiden quam oec ongeval
In Vrancrike, in Normendien,Ga naar voetnoot2636
In Gascoengen, in Lombardien,Ga naar voetnoot2637
Ende oec in Rotsele mede:Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot2638
Want die wijngarde in elker stede
2640[regelnummer]
Vervoeren so in junius
Vor sent Jans misse, wi lesent dus.Ga naar voetnoot2641
Dat sire af hadde[n] selke noden
Datmen som moeste uut roden.Ga naar margenoot+
Dus ward dier tijt van wine daer,
2645[regelnummer]
Ende van andren dingen oec vorwaer;
En had gedaen die oude wijn,
Daer hadde wijns breke gesijn.
|
|