Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1
(1906)–Lodewijk van Velthem– Auteursrecht onbekend
[pagina 115]
| |
Bi wat saken broeder Albrecht orlof hadde, dat hi met ingromantien mochte spelen. xxv.Ga naar voetnoot+1670[regelnummer]
Ee[.]ns broeder Alebrechte gevel,
Die metten paus bekent was wel,Ga naar voetnoot1671
Dat hi met hem eens spelen gine;
So dat si na dese dine
In een scip wilden tidenGa naar margenoot+
1675[regelnummer]
Ende alsoe ter zee ward riden.
Met cleinre menichte es hire in comen,
Ga naar margenoot+ Ende heeft broeder Alebrecht mede genomen.
Niet herde lange na dit gedaen,
Vernam die paus comende saenGa naar margenoot+
1680[regelnummer]
Wel .vij. scepe, al vol met here,
Wel tharnasche, wel in die were,
Alse te striden op elken man.
Die paus hem te versagen began,
Alsi van rechte mochte wale.Ga naar margenoot+
1685[regelnummer]
Wat holpt hier af lange tale?
Si begonsten den paus omringen daer,
Ende trocken vaste sinen scepe naer,
| |
[pagina 116]
| |
Alsem te vane optie wile;
Want si waren van Cecile,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1689
1690[regelnummer]
Ende hadse Menfrote daer gesent,Ga naar voetnoot1690
Om dattie paus had gescent
Met siere maledixien Frederike.Ga naar voetnoot1692
Dit wildi wreken sekerlike.
Dus hadden si den paus bespiet,Ga naar margenoot+
1695[regelnummer]
Dat hem en can besluten niet:
Mar en had broeder Alebrecht gedaen,
Hine waer vandaer niet ontgaen,
Doen dese waren so na comen,
Dat si waenden hebben genomenGa naar margenoot+
1700[regelnummer]
Den paus ende sine[.] gesellen daer,
Die alle hadden groten vaer,
Sonder broeder Allebrecht allene.
Si riepen daer alle gemene:
‘Geeft u op, oft ghi blijft doet!’Ga naar margenoot+
1705[regelnummer]
Die paus sprac met rouwen groet:
‘Wat moge wi doen, lieve liede?
Waer hier yeman die ons geriede
Dat wi mochten van hier ontgaen!’
Broeder Alebrecht antworde saen:Ga naar margenoot+
1710[regelnummer]
‘Here! ic soude ons wel bevreden
Van desen lieden nu ter steden,
Mar het es jegen [u] gebot.
Mochtic maken hier mijn lot
Ende ies orlof hadde vor waer,Ga naar margenoot+
1715[regelnummer]
Ic soudse alle doen vlien daer naer
| |
[pagina 117]
| |
Van vresen ende van anxte groet.’
Die paus sprac: ‘Alebrecht! dit doet!
Ic geefs u orlof nu ter stede
Ende alle wege vorward mede,Ga naar margenoot+
1720[regelnummer]
Alse lange alse gi leven moget.
In dien dat gi en geen ondoget
Daer met ne doet, noch geen quaet,
Soe absolveric u van alre daet.’Ga naar voetnoot1723
Doen dit die paus hadde gedaen.Ga naar margenoot+
1725[regelnummer]
Niet lange daer na, sonder waen,
Soe worden die ander daer in kere,
Ga naar margenoot+ Ende gingen vlien so harde sere
Also ofse die duvel had gejaecht.
Si worden daer so sere versaecht,Ga naar margenoot+
1730[regelnummer]
Want hem dochte dat daer te samen
Al die werelt op hem quamen.
Dus ward die paus van daer verloest
Ende bi broeder Alebrecht getroest,
So dat hi sonder enigen scadeGa naar margenoot+
1735[regelnummer]
Te Romen quam. Om dese dade
Die ghi hier nu hebt gehord,
So haddi orlof altoes vord
Bi ingromansien te doene met
Dat niet en waer jegen die wet.Ga naar margenoot+
|
|