Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1
(1906)–Lodewijk van Velthem– Auteursrecht onbekendGa naar margenoot+ Van alden steden van Judee. xvij.Ga naar voetnoot+Bi Jherusalem es geseten, wel naGa naar voetnoot1086
Op ene mile, Betania,
| |
[pagina 68]
| |
Onder den berch van Oliveten,
Ter doder zee ward, als wijt weten.
1090[regelnummer]
In Bethania die stedeGa naar margenoot+
Verwecte onse here Lazarus mede,Ga naar voetnoot1091
bl. 5 a. Ende vergaf Marien hare sondenGa naar voetnoot1092-1093
In Symoens huus, optier stonden.
Ende vier milen van Jherusalem
1095[regelnummer]
So staet die stat Bethleem.Ga naar margenoot+
Van dane quam Helena die coninginne,Ga naar voetnoot1096-1099
Die God verboet in verhoelne sinne
Te dragene te Rome in die stat,
Ende te gravene tonser vrouwen na dat.
1100[regelnummer]
In Bethleem ward begraven daer naGa naar margenoot+
Paula ende Eust[.]ocia.
Ende vandaer over ene mile vord
Ward Rachel begraven, alsment hord,
Biden wege van Jherusalem mede;Ga naar voetnoot1104-1109
1105[regelnummer]
Daer dede Jacob bringen ter stedeGa naar margenoot+
xij. grote stene ant graf,
Om datmen gedinken soude daer af
| |
[pagina 69]
| |
Der .xij. kinder van Israel;
Dese sietmen daer harde wel.
1110[regelnummer]
Van Jherusalem .xvi. milen,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1110-1115.
Te Ramatha ward sonder gilen,
Staet een berch, daer ene stede
Op steet, die Modius hetet mede;
Daer leget der Machabeuse vader
1115[regelnummer]
Ende si was oec sine altegader.Ga naar margenoot+
Ende vandaer .viij. milen vordGa naar voetnoot1116-1119
Staet Lidda, dat was .i. pord;
Mer nu eest een casteel daer
Ende heet Dyospolis vor waer.
1120[regelnummer]
Drie milen van Bethleem naGa naar margenoot+
Staet die casteel Cavea;
Danen was Amos die prophete,
Ende ward daer begraven bi sinen behete.Ga naar voetnoot1123
Van Jherusalem ene mile welGa naar voetnoot1124-1127
1125[regelnummer]
Daer es gestaen die castelGa naar margenoot+
Daer Zacharias in menigen dach
Hier voer in te woenne plach.
xiij. milen van Jherusalem, soe
Es gestaen nu Jericoe;
| |
[pagina 70]
| |
1130[regelnummer]
Ende over die slinke side van daerGa naar margenoot+
Soe staet [dat] bosch vor waerGa naar voetnoot1131
Daer onse here in vaste mede
xl. dage, ende daerne ter stede
Die duvel wilde becoren saen
1135[regelnummer]
Alse van ghertheiden sonder waen.Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1135
Ende twee milen van desen woude
Dat Quarantena heten soude,
Optie side van Galilee,Ga naar voetnoot1138
Es een ander berch noch mee
1140[regelnummer]
Die utermaten hoge es;Ga naar margenoot+
Daer ward onse here oec na des
Ga naar margenoot+ Getemteert van girichede.
Een borne van groter bitterhedeGa naar voetnoot1143-1144
Sprinct int wout van Quarantenen.
1145[regelnummer]
Engaddi staet oec na tgeneGa naar margenoot+Ga naar voetnoot1145-1151
| |
[pagina 71]
| |
Daer wilen wies, seitmen mi,
Wijn die hiet Balsami;
Vander welker planten oec daer naer
DEgipten in haer lant vor waer.
1150[regelnummer]
Een halve mile van niwe BabiloneGa naar margenoot+
Staet .i. hof, hiet halve wone.
In dien hof .i. borre es,Ga naar voetnoot1152
Daer onse vrouwe plach vor des
Te wasscene in haer docke alsoe,Ga naar voetnoot1154
1155[regelnummer]
Doen si na Egipten vloeGa naar margenoot+
Om des quaets Herodes wille.Ga naar voetnoot1156
Ende dese hof leget altoes stille;Ga naar voetnoot1157
Ende ward datmen eerde oft wonne,Ga naar voetnoot1158-1163
Nemmermere droege hi gene behoeve,
1160[regelnummer]
Mer bulen comen souden ute gonen,Ga naar margenoot+
Die den sarrasinen te pinen comen
| |
[pagina 72]
| |
Souden, enten kerstinen ongelet,
Op dat si dit bestoeden met.
Niegeren oec die werelt doreGa naar voetnoot1164-1167
1165[regelnummer]
Ne vintmen van gerechter natoreGa naar margenoot+
En gene balseme wassen gemene,
Dan in dit Egipten allene.
Vier milen van Nazaret
Es Cayn die berch geset,
1170[regelnummer]
Daer Lamech Cayn in scoet vor das.Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1170
Over .ix. milen vanden berge CayphasGa naar voetnoot1171-1172
Oft vanden berge Carmelia,
So es die stat Cesaria,
Die staet in Palestine alsoe;Ga naar voetnoot1174
1175[regelnummer]
Danen was Cornelius Centurio,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1175-1177
Dien Peter doepte daer,
Ende ward biscop indie stat daer naer.
Ende Akers es inden hoec van al,Ga naar voetnoot1178-1183
Daer ment al met besluten sal.
| |
[pagina 73]
| |
1180[regelnummer]
Van orienten al toten middageGa naar margenoot+
So eest besloten, sonder sage,
Metter zee tot septentrione,
Ende tot occidente oec na tgone
Ende van Akers tote KayphasGa naar voetnoot1184-1185
1185[regelnummer]
Sijn .ij. milen; ende na dasGa naar margenoot+
So secgic dat .v. milen sijn
Toten castele Pelegrijn.Ga naar voetnoot1187
Ende van desen castele ter wilenGa naar voetnoot1188-1189
Sijn tot Cesarea .v. milen.
1190[regelnummer]
Ende van Cesarea tote JoppaGa naar margenoot+
So [es] ene dachvard, alsict versta,
Ga naar margenoot+ Ende van Joppe tote Ascaleon
Es .vi. milen in sijn doen.Ga naar voetnoot1193
Daer es Gaza bi gestaen,Ga naar voetnoot1194-1196
1195[regelnummer]
Daer Samsoen die porte brac saen,Ga naar margenoot+
Ende droechse daer op enen berch hoe.
Dese stede, die ic nu noemde alsoe,Ga naar voetnoot1197-1201
Cesarea, Joppe, ende Ascoline,
Ende Gaza, die hieten der Philistine.
1200[regelnummer]
Daer omtrent es nu al wout,Ga naar margenoot+
Ende staet gewassen lanc hout.
Van Jherusalem ten berge Synay
Sijn .xij. dachvard, seitmen mi.
|
|