Jacob den ingel tere stede.
Entie berch van Galga vorwaer
xx. milen, ende van Jherusalem
Vier milen, recht in die vard
995[regelnummer]
Te sente Samuels berge vord,
Daer staet Rama oec die pord.
Daer was die arke Gods in siden,
|
-
voetnoot+
- Cap. 15, opschrift. Bij Vinc.: De iesrael ac civitatibus samarie.
-
voetnoot935-937
-
Vinc.: Ad quinque leucas a naym sita est civitas iesrael. in qua regnavit impiissima iezabel. Daarop laat Vinc. nog wat volgen, dat Velthem niet vertaald heeft: Qua pro sua protervitate de palacio suo precipitata . adhuc stat sepulture illius columna. Met iesrael wordt bedoeld Jezrael, Jezreel, thans Zerain.
-
voetnoot938-939
-
Vinc. is hier weer uitvoeriger: Secus iesrael campus magedo existit in quo jehu rex samarie noviter junctus . regem juda ochoziam vicit.
-
-
[tekstkritische noot]941-943 Het einde dezer verzen is in het hs. zeer afgesleten, maar door scherp turen toch wel te lezen. Daarmede vervallen de voorstellen tot aanvulling van C.J.M. van Gelder-van de Water in het Tijdschr. voor Nederl. Taal- en Letterk. 12, 231. Naar aanleiding daarvan nog dit. Het blijkt nu, dat Lelong in vs. 943 wel degelijk goed heeft gelezen saulle; maar al was dat niet gebleken, er had nooit kunnen staan: David om Saul droevich was want een afkorting drou' = ‘droevich’ bestaat niet. Door den Latijnschen tekst kwam ik natuurlijkerwijze op het denkbeeld dat het laatste woord van dit vs. 943 moest zijn Jonatas, aangezien er een rijmwoord op -as noodig was, en bij scherp kijken bleek dat er ook te staan. Alleen de twee laatste letters -as zijn bijna heelemaal verdwenen; al de rest is nog zeer goed zichtbaar. 947 vord hs.: word De verbetering is reeds aangewezen door C.J.M. van Gelder-van de Water t.a.p.
-
voetnoot939
-
Magedo, in den bijbel: Meggido (zie Jos. 12, 21; 17, 11; Richt. 1, 27; 5, 19; 2 Kon. 9, 27; 23, 30; Zach. 12, 11). De vallei van Meggido was het groote slagveld van Palestina.
-
voetnoot940-944
-
Vinc.: Ad duas autem leucas a iesrael montes sunt gelboe quibus david de casu saut et jonathe dolens maledixit eosque damnavit perpetua sterilitate. Zie 1 Sam. 1, 21.
-
voetnoot945-946
- Velthem heeft Vinc. weer bekort: Ad quinque vero leucas a iesrael incipit samaria in loco qui dicitur castrum duplex.
-
voetnoot947-960
- Het onmogelijke verhaal van de begrafenis van Johannes den Dooper heeft Velthem opgediept uit de volgende passage van Vinc.: Hinc ad decem leucas sita est urbs sebaste sive augusta . in qua inter helyseum et abdiam prophetas sepultus fuit johannes baptista. Decollatus quidem est in castro macheronta . secus lacum asphaltidis. trans flumen jordanis et inde in sebaste sepultus a discipulis. Cuius corpus postmodum absque capite . digitoque quo salvatorem ostendit julianus apostata fecit comburi. et caput in alexandriam. deinde constantinopolim . et tandem in civitatem patras deferri. Digitum vero quo dominum ostendit beata thecla in montem gaudii tulit.
-
-
[tekstkritische noot]955 sente in het hs. voluit. 955 en 959 Tecla hs. telkens: tecta 957 doen hi de twee laatste letters van doen en de h van hi op ratuur. 963 Isar er wordt eigenlijk vereischt Sichar (zie de aanteekeningen hieronder) maar wat bewijst ons dat de fout niet van Velthem zelf afkomstig is? - Sichan hs.: sithan voluit. 965 Sychen hs.: sythen voluit. 966 [J]oseph Ten gevolge van het gat in het perkament, dat in de noten op vss. 912-924 reeds vermeld werd, ontbreekt de eerste letter van dit vers; van de o is nog de rechterbovenhoek behouden. 967 E[nde] worden Ten gevolge van het gat in 't perkament is de n met het verkortingsteeken er boven verdwenen; van de w van worden is alleen nog een klein stukje over; van de overige letters alleen de bovenste helft. 968 By [enen bor]re Reeds door C.J.M. van Gelder-van de Water is aangewezen hoe dit vers aan te vullen was (zie het Tijdschr. voor Nederl. Taal- en Letterk. 12, 232). Er kan aan de juistheid dezer aanvulling niet getwijfeld worden, aangezien naast het gat duidelijk staat rre, niet ere, zooals Lelong gelezen heeft. - Seroboam hs.: soroboam niet veranderd in Jerobeam
zooals C.J.M. van Gelder-van de Water wil (zie Tijdschr. voor Nederl. Taal- en Letterk. 12, 232), omdat ook Vinc. den vorm Jeroboam heeft.
-
voetnoot960
-
Tote[n] blide[n] berge: letterlijke vertaling van in montem gaudii, wat echter een vergissing is van Vinc. Mons gaudii = Montjoie; St.-Jan's vinger nu werd door de H. Tigris gebracht naar St.-Jean-Maurienne in Savooie (zie Acta SS. 25 Juni), dus in de Alpen, die in de middeleeuwen vaak werden geheeten de bergen van Montjoux, d.i. Mons-Jovis, eigenlijk den ouden naam van den St.-Bernard. Zie b.v. Verdam, Mnl. Wdb. op Monjou, en verg. vooral Maerlant's Rijmbijbel II, 23499 vlgg., waar 't bovenstaande verhaal voorkomt met den juisten naam: Montju.
-
voetnoot961-964
- Velthem spreekt van drie steden, terwijl Vinc. alleen drie namen van een stad vermeldt: Ad quatuor leucas a sebaste . civitas neapolis sita est . prius dicta sychar et sychem inter dan et bethel. Bij Vinc. volgt er dan nog een zinnetje, dat Velthem heeft overgeslagen.
-
voetnoot965-974
- Zijn een trouwe vertaling naar Vinc. Zie ook de noten hierboven.
-
-
[tekstkritische noot]969 coninc In het hs. is niet anders meer te zien dan de twee punten, waartusschen de afkorting cō stond. Alle mogelijke twijfel wordt overigens opgeheven door den tekst van Vinc.: ieroboam rex israel. 971 hise hs.: sine Deze verbetering, reeds gemaakt door C.J.M. van Gelder-van de Water (zie Tijdschr. voor Nederl. Taal- en Letterk. 12, 232) wordt door Vinc. gesteund: fabricavit duos vitulos aureos. quos dixit se tulisse de hierusalem. 972 niemen el C.J.M. van Gelder-van de Water wil lezen: nieuweren el en bepleit de verandering volgenderwijze: ‘Het is eene toevoeging van Velthem; door Vinc. wordt de verandering dus niet gesteund. Jerobeam is bang voor afval van zijn volk, indien zij om hun eeredienst opgaan naar Jeruzalem, waar Rehabeam regeert. Zulk een koning zal niet tot zijn volk zeggen: ‘Aanbidt nu deze goden, die ik zelve hier gebracht heb’; maar wel: ‘Gaat niet op naar Jeruzalem, hier zijn Uwe goden, die nergens anders vandaan komen dan van Jeruzalem’. Dit is zeker een zeer vernuftige opmerking; de vraag is maar, of Velthem óók zooveel kennis van den bijbel, of althans van de bijbelsche geschiedenis had, zoodat we mogen verwachten dat hij even vernuftig en even logisch zal geredeneerd hebben. Me dunkt, dat die vraag ontkennend moet beantwoord worden. 973 een verbeterd uit en: de tweede e
is boven den regel bijgeschreven. 981 Sichem hs.: sithē
-
voetnoot979-981
-
Vinc.: campus ... in quo est puteus. Ad quem dominus ex itinere fatigatus sedit . et samaritane predicavit. Daar is dus alleen spraak van de Samaritaansche vrouw, met wie Jezus sprak bij den put te Sichar (Joh. 4, 5 vlgg.) terwijl Velthem het gebeurde meer in 't algemeen vertelt (zie Joh. 4, 39-42). Of zou hij niet hebben begrepen dat samaritane bij Vinc. een datief enkelvoud was?
-
voetnoot981-982
- Hier maakt Velthem weer dezelfde fout als reeds meermalen: Bethel is een andere naam voor Luz (zie Gen. 28, 19); Vinc.: luza civitas . que et Bethel.
-
-
[tekstkritische noot]988 Galga Eigenlijk moest er staan Galgal zooals Vinc. heeft: zie ook de aanteekening hieronder. 989 [..] tOrienten ward hs.: en̄ torienten w. De verbetering is van C.J.M. van Gelder-van de Water (zie Tijdschr. voor Nederl. Taal- en Letterk. 12, 233). 990 Sichen hs.: siden voluit. Ook deze verbetering is reeds aangewezen door C.J.M. van Gelder-van de Water, t.a.p. Beide worden door den tekst van Vincentius aan de hand gedaan: zie hieronder de aanteekeningen. 991 Sichem hs.: sithem voluit. 995 sente in het hs. voluit. - Samuels hs.: saniuels zeer duidelijk, met een streepje op de i. Vinc.: ad montem sancti samuelis. 999 Sichem hs.: sithem voluit.
-
voetnoot985-986
- Velthem slaat weer iets over. Vinc.: Ibique filium sacrificare voluit. et ibi dormiens jacob angelos vidit.
-
voetnoot987-990
-
Vinc.: Montis bethel confinis est mons galgal versus orientem inter dan et sychem . opponitus monti gebal. - Galgal = Gilgal.
-
voetnoot998
-
Vinc.: usque ad adventum samuelis et david regis.
|