Het volkomen huwelijk
(1926)–Th.H. van de Velde– Auteursrecht onbekendEen studie omtrent zijn physiologie en zijn techniek Voor den arts en den echtgenoot geschreven
[pagina 46]
| |
IIWat is het huwelijk? De gemeenschap van willen, van doen, van lijden, tusschen de echtgenooten. Het ergste, wat in het huwelijk kan geschieden, is niet dat de vrouw lijdt, doch dat zij van verlangen wegkwijnt, dat zij zich verveelt, dat zij eenzaam leeft als een weduwe. Is het dan een wonder, wanneer de vrouw zich van haren man vervreemdt? O! Indien hij haar van de eerste dagen af aan, dadelijk bij de eerste moeilijkheden reeds, werkelijk tot de zijne gemaakt hadde, haar medewetenschap zou hebben geschonken in zijn plannen, in alles, wat hem met hoop vervult en met onrust, - indien zij tezamen zouden hebben wakker gelegen, gekweld door dezelfde gedachten, dan zoude hij haar voor zich hebben bewaard. Het leed vormt een sterken band voor hen, die elkaâr liefhebben. Tezamen lijden beteekent wederom: liefhebben. Michelet | |
IIIHet huwelijk moet onophoudelijk een monster bestrijden, dat alles verslindt: de gewoonte. Balzac | |
IVHeureux vrayment est la vie
De la femme, qui se marie,
Et a trouvé un bon époux,
Je meure, si cela n' est doux.
Geciteerd door Vader Cats
(Liefdes Kort-Sprake, 's-Gravenhage 1623).
| |
[pagina 47]
| |
VAl het kleyn, en groote vee,
Al de vissen van de zee,
Al de vogels van het wout,
Wenschen om te zyn getrout,
Wenschen om te zyn gepaart,
Waerom mijne jeugt gespaart?
Cats (ibidem)
| |
VIVeux tu scavoir, Amy, pourquoi la douce rage
Nous pousse par amour au port du mariage?
Escoute la raison: l'amant qui est blessé,
Se veut unir au corps, dont il est desmembré.
Uit Cats Sinne- en Minne-Beelden
(Amsterdam 1658)
(Het gedichtje staat met verscheidene andere, in verschillende talen, onder een plaat, die de schepping van Eva uit Adam's rib voorstelt, en als opschrift draagt: ‘Quod perdidit optat’, - ‘wat hij verloren heeft, verlangt hij terug’). | |
VIIIndien God de vrouw tot heerscheres over den man bestemd hadde,, zoude Hij haar uit Adams hoofd hebben geschapen; hadde Hij haar tot zijne slavin bestemd - uit de voeten; doch Hij schiep hem de vrouw uit de zijde, omdat Hij haar tot zijne metgezellin als zijne gelijke bestemde. Sint Augustinus | |
VIIIHoe grooter de man, des te dieper zijn liefde. Leonardo da Vinci | |
IXDe vrouw is een zwak wezen, dat, als het huwt, haren wil aan den man ten offer moet brengen. De man is aan de vrouw als tegendienst de opoffering van zijn egoïsme verschuldigd. Balzac (Mémoires de deux jeunes mariés) | |
[pagina 48]
| |
XDer Gatte zieht sein Weib unwiderstehlich In seines Kreises abgeschlossne Bahn. Goethe (Die natürliche Tochter) | |
XIDe vrouw is voor haren echtgenoot dat, wat haar echtgenoot van haar gemaakt heeft. Balzac (Physiologie du mariage) | |
XIIWat de vrouw kwelt is niet de tyrannie van den man, doch zijne onverschilligheid. Michelet | |
XIIIIn de liefde bestaat niets, wat half is, niets middelmatigs. Wie de vrouw niet krachtig en machtig omvat, wordt noch door haar geacht, noch bemind. Hij verveelt haar, en verveling is bij haar niet ver van haat. Michelet | |
XIVEen koele vrouw is een vrouw, die nog niet dengene ontmoet heeft, dien zij liefhebben moet. Stendhal | |
XVWel ghy, die treurigh sit en klaegt,
Dat ghy bemint een koele maegt,
Dat ghy een grilligh meysjen vrijt,
Daerom ghy groote smerte lijt,
Mach ick u bidden, lieve vriendt,
Indien u slechts de vrijster diendt,
Soo schept een moedt, en lijt de pijn,
Gewis het sal eens beter zijn;
Want siet! door vlijt en soet gevley
Soo kreegh ick vijer uijt deze key.
Cats
(De plaat, die tot opschrift draagt: ‘Met arbeydt krijgt men vyer uyt den steen’, verbeeldt eenen man, die, aan den brandenden haard zittend, eene dame het hof maakt, terwijl op den achtergrond een jongen vonken uit een steen slaat.) | |
[pagina 49]
| |
XVIDies sei Eure Ehre, immer mehr zu lieben, als Ihr geliebt werdet, und nie die zweiten zu sein! Nietzsche (‘Also sprach' Zarathustra’) | |
XVIIEr bestaat niets beters, wanneer men elkaâr liefheeft, dan geven, steeds geven, alles, alles, het leven, de gedachte, het lichaam, alles wat men heeft; en te voelen dat men geeft, en alles op het spel te zetten om altijd nog meer te kunnen geven. Guy de Maupassant | |
XVIIIL'amour est un transfert de propriété, une transmission de pouvoirs de la nature à 1'homme. Par lui, 1'instinct, le désir, quittent le service de 1'espèce pour passer au service de 1'individu. Etienne Rey (De 1'Amour. 1925) | |
XIXDe aanblik van dat, wat in natuur en kunst opvallend schoon is, doet bliksemsnel de herinnering aan haar, die men liefheeft, opflitsen. Stendhal (De 1'Amour. 1825) | |
XXDe welriekende geuren zijn voor de menschen bijna even zoo belangrijk als het gebed, de hygiëne, het water en de lichaamsoefening. Omee Haleby (El Ktab) |
|