Het volkomen huwelijk
(1926)–Th.H. van de Velde– Auteursrecht onbekendEen studie omtrent zijn physiologie en zijn techniek Voor den arts en den echtgenoot geschreven
Th.H. van de Velde, Het volkomen huwelijk. Een studie omtrent zijn physiologie en zijn techniek. Voor den arts en den echtgenoot geschreven. Leidsche Uitgeversmaatschappij, Leiden 1927 (vijfde druk).
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 1066 G 26
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de vijfde druk van Het volkomen huwelijk. Een studie omtrent zijn physiologie en zijn techniek. Voor den arts en den echtgenoot geschreven van Th.H. van de Velde uit 1927. De eerste druk verscheen in 1926.
redactionele ingrepen
p. *I: kop ‘[Afbeeldingen]’ toegevoegd.
p. *1-*4: de tabel op het uitklapblad is te breed om digitaal weer te kunnen geven. In deze digitale editie is de tabel in tweeën gesplitst en onder elkaar geplaatst.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, IV en 325) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
HET EERSTE BOEK VAN EEN TRILOGIE OVER HET HUWELIJKSGELUK
[pagina III]
HET VOLKOMEN HUWELIJK
Le mariage est une science
de balzac
[pagina V]
HET VOLKOMEN HUWELIJK
EEN STUDIE OMTRENT ZIJN PHYSIOLOGIE EN ZIJN TECHNIEK
VOOR DEN ARTS EN DEN ECHTGENOOT GESCHREVEN
door
DR TH. H. VAN DE VELDE
vijfde druk
LEIDSCHE UITGEVERSMAATSCHAPPIJ - LEIDEN
mcmxxvii
[pagina VI]
Alle rechten voorbehouden
Copyright 1926 by Dr. Th. H. van de Velde
[pagina IX]
Overzicht van den inhoud
Eerste afdeeling
Inleiding en algemeene geslachtelijke physiologie
Bladzijde | |
Hoofdstuk I. INLEIDING | |
Huwelijk en Volkomen huwelijk | 1 |
Redenen om aan het huwelijk vast te houden | 1 |
De vier hoekpijlers voor het gebouw van het huwelijk | 2 |
Juiste keuze van de(n) echtgenoot(e) | 2 |
Gezonde psychologische verhoudingen | 3 |
Goede oplossing van het vraagstuk der nakomelingschap | 5 |
Harmonisch, bloeiend geslachtsleven | 5 |
De arts als raadsman | 6 |
De echtgenoot als leider | 6 |
Tekortkoming en egoïsme van de meeste mannen en schijnbaar gebrek aan temperament van hunne vrouwen | 7 |
De echtgenoot als bestendige verleider van zijne vrouw | 8 |
Het volkomen huwelijk verlangt weten, eischt studie | 8 |
Dit boek als studieboek | 8 |
Hoofdstuk II. EEN BLIK IN DE ALGEMEENE GESLACHTELIJKE PHYSIOLOGIE VAN DEN MENSCH EERSTE GEDEELTE | |
Evolutie van de geslachtsdrift | 9 |
Drang tot voortplanting | 9 |
Aandrift tot geslachtelijke werkdadigheid | 11 |
Toenaderingsdrift (hare eerste componente) | 13 |
Ontspannings- of bevredigingsdrift (de tweede componente) | 13; 86; 135; 147 |
Ongedifferentieerde liefde | 14 |
Liefde | 15 |
Huwelijk | 16 |
Volkomen huwelijk | 17 |
Geslachtelijke gevoelens en inwendige prikkels | 11 |
Inwendige en uitwendige afscheiding der geslachtsklieren | 11; 84 |
Invloed van de inwendige afscheidingsproducten | 12; 87 |
Beteekenis van de inwendige en van de uitwendige secreta voor toenaderingsdrift en ontspanningsdrift | 14; 135 |
Psychische inwendige prikkels | 13 |
[pagina X]
Bladzijde | |
Hoofdstuk III. EEN BLIK IN DE ALGEMEENE GESLACHTELIJKE PHYSIOLOGIE VAN DEN MENSCH. TWEEDE GEDEELTE | |
Geslachtelijke gevoelens en uitwendige prikkels | 18 |
Psychische indrukken | 19 |
Van algemeenen aard | 19 |
Van persoonlijken aard | 20 |
Lichamelijke (door middel van de zintuigen overgebrachte) prikkels | 21 |
Smaak | 21; 54 |
Gehoor | 22 |
Muziek | 23 |
Rhytme | 23 |
Stem | 24 |
Reuk | 24; 153 |
Individueele gevoeligheid voor geuren | 24 |
Voortbrenging van persoonlijke reukstoffen | 25 |
In de uitademingslucht | 25 |
In het zweet | 26 |
In de algemeene uitwaseming van het lichaam | 27 |
Specifiek-sexueele reukstoffen (met persoonlijke schakeering) | 28 |
Menstruatielucht | 28 |
Van de uitwasemingen | 28 |
Van het genitaalsecreet | 28 |
Genitaalgeur bij man en vrouw | 28; 54 |
Spermalucht | 29 |
Hare vele schakeeringen | 30 |
Bij vrouwen in de uitademingslucht post coitum | 31 |
Specifieke genitaalgeur van de vrouw post coitum | 30 |
Inwerking der lichaamsgeuren op de geslachtelijke gevoelens | 24; 153 |
In het algemeen, en samenvattend | 24; 32 |
Zweet en uitwaseming | 26 |
Menstruatie | 28 |
Genitaallucht | 28 |
Sperma | 29; 31 |
Bijgeuren of abnormale geuren | 25; 28 |
Parfumerie en geslachtelijke gevoelens | 33 |
Parfums met algemeen karakter en hunne beteekenis | 33 |
Parfums met sexueelen grondtrek | 34 |
Mannelijke en vrouwelijke odeurs | 34 |
Harmonieeren van geuren | 35 |
Rationeele sexueele parfumeering | 35 |
Overeenstemmende reukstoffen | 35 |
Versterking van aantrekkende persoonlijke geuren of vervanging van dergelijke geuren | 34 |
Prikkeling van het eigen geslachtelijk gevoel door reukstoffen | 34 |
[pagina XI]
Bladzijde | |
Reukstoffen van dierlijke afkomst (muscus enz.) en hare toepassing | 35; 37 |
Lavendel, kamfer, bittere amandelen ter neutraliseering van een onaangename genitaallucht | 36 |
Een zure reactie verzwakt genitaalgeuren | 37 |
Alkali versterkt hen | 37 |
Grondslagen voor de samenstelling en het gebruik van parfums | 34; 38 |
Gezicht | 38 |
Aanblik der secundaire geslachtelijke kenteekenen | 39 |
De kleeding (mode) doet deze kenteekenen uitkomen | 40 |
Aanblik van lichaamsbewegingen en haar rhytme | 40 |
Spel der oogen | 41 |
Erotische werking, die van onpersoonlijke dingen (b.v. kleuren) kan uitgaan | 42 |
Tastgevoel | 42 |
Passief tastgevoel | 43 |
Erogene zonen | 43 |
Prikkeling van borsten en tepels | 44 |
Actief tastgevoel | 45 |
Zie verder in Hoofdstuk VIII, blz. | 154 enz. |
INTERMEZZO I (TWINTIG APHORISMEN) | 46 |
TWEEDE AFDEELING | |
BIJZONDERE GESLACHTELIJKE PHYSIOLOGIE (EN AN ATOMIE) | |
Hoofdstuk IV. EEN EN ANDER UIT DE GESLACHTELIJKE PHYSIOLOGIE VAN DE VROUW. EERSTE GEDEELTE | |
Inleiding en beperking van het onderwerp | 50 |
De uitwendige geslachtsorganen (hierbij plaat I). | |
Schaamspleet | 51 |
Schaamlippen | 52 |
Clitoris | 52 |
Frenulum clitoridis | 53 |
Bijzondere gevoeligheid voor prikkels | 53 |
Erectie van de clitoris | 53 |
Afscheiding van huidsmeer in de omgeving | 53 |
Eigenschappen en beteekenis van dit huidsmeer | 54 |
Noodzakelijkheid van zijne verwijdering | 55 |
Voorhof van de scheede | 56 |
Voorhofsslijmklieren | 56 |
Monding der urethra | 57 |
Hymen | 57; 258 |
Ongewone vormen van het hymen, en de beteekenis, die zij soms kunnen hebben | 58 |
Ingang van de scheede | 58 |
Perineum | 59 |
Het belang van zijne ongeschondenheid voor het echtelijke geluk | 60 |
Bulbi vestibuli | 61 |
[pagina XII]
Bladzijde | |
Hoofdstuk V. EEN EN ANDER UIT DE GESLACHTELIJKE PHYSIOLOGIE VAN DE VROUW. TWEEDE GEDEELTE | |
De inwendige geslachtsorganen (hierbij Plaat II en III) | 62 |
Algemeene beschrijving van hunne ligging | 62 |
Bekken | 62 |
Nabijgelegen organen | 63 |
Endeldarm | 63 |
Blaas | 64 |
Noodzakelijkheid van hare regelmatige, geheele ontlediging | 64 |
Urethra | 65 |
Scheede | 65 |
Omgevende spieren | 66 |
De ‘levator vaginae’ als functioneel-zelfstandig spiergedeelte | 67 |
Oefening der spieren van den bekkenbodem | 67 |
Verdikkingen enz. als omvattings- en wrijvingsapparaat voor den penis | 69 |
Scheedegewelf | 70 |
Nabijheid van de buikholte | 70; 79 |
Vaginaalsecreet | 70 |
Gehalte aan melkzuur | 71 |
Resorbeerend vermogen | 71 |
Veranderingen door de zwangerschap | 72 |
Veranderingen door ouderdom | 72 |
Baarmoeder | 73 |
Scheedegedeelte (hierbij Plaat IV) | 73 |
Slijmprop van Kristeller | 74 |
Ligging en houding van baarmoeder en scheede | 74 |
In ledigen toestand | 75 |
Tijdens den coitus | 75 |
Bewegelijkheid | 75 |
Band- en suspensie-apparaat | 76 |
Uterusholte | 77 |
Spierwand | 78 |
Eigenaardigheden van zijne samentrekkingen | 79 |
Buikvlies | 79 |
Verhouding van de inwendige geslachtsorganen tot de buikholte | 80 |
Eileiders | 80 |
Capillaire vloeistofstroom | 81 |
Samentrekkingen | 81 |
Eierstokken | 81 |
Uitwendige afscheiding (uitstooting der eieren) | 82 |
Inwendige afscheiding | 82 |
Hoofdstuk VI. EEN EN ANDER UIT DE GESLACHTELIJKE PHYSIOLOGIE VAN DE VROUW. DERDE GEDEELTE | |
Werking der eierstokken, Golfbeweging der levensverschijnselen, en Menstruatie (hierbij Plaat V en VI) | 84 |
Beteekenis van de werking der eierstokken voor de vrouw | 84 |
Taak van de eierstokken en invloed op de andere geslachtsorganen | 84 |
[pagina XIII]
Bladzijde | |
Voortbrenging van de eieren | 85 |
Tijdstip van de ovulatie (met betrekking tot de menstruatie) | 85 |
Opeenvolging der verschillende gebeurtenissen | 85 |
Spanning en regelmatige wisseling (golf) van spanning in den eierstok | 86 |
Ontspanningsdrift | 86 |
Gunstige voorwaarden voor een bevruchtenden coitus | 86 |
Bescherming van het ei, nadat het den eierstok verlaten heeft | 87 |
Vorming, ontwikkeling en teruggang van de corpus-luteum-klier | 87 |
Alterneeren van de corpus-luteum-golf en de eierstok-spannings-golf | 88 |
Verhouding van deze beide golven tot de geboorte van het ei en tot zijn dood | 88 |
Woekering en teruggang van het baarmoederslijmvlies | 89 |
Hare afhankelijkheid van de werking van het corpus luteum en Parallelisme van de hierop betrekking hebbende golflijnen | 89 |
Dergelijke verhoudingen met betrekking tot de borsten | 90 |
Invloed van de werking der eierstokken op het geheele organisme | 92 |
Golfbeweging der levensverrichtingen | 92 |
De curve der lichaamstemperatuur als representante | 92 |
Eischen, die aan haar moeten worden gesteld | 93 |
De temperatuur golf volgt de corpus-luteum-golf | 95 |
Het afscheidingsproduct van het corpus luteum stimuleert de levensverrichtingen | 95 |
Twee nieuwe bewijzen daarvoor | 96 |
Temperatuurkromme gedurende de zwangerschap (hierbij Plaat VI) | 97 |
Invloed der golfphasen op de lichamelijke en geestelijke bevinding | 98 |
Menstruatie | 100 |
Eén der verschijnselen van de golfdaling | 89 |
Afhankelijkheid van de werking van het corpus luteum | 96; 100 |
Invloed van andere inwerkingen | 100 |
Klimaat | 100 |
Gemoedsbewegingen | 100 |
Duur, hoeveelheid | 101 |
Plaatselijke verschijnselen, pijnen | 103 |
Algemeene verschijnselen, ‘onwelzijn’ | 103 |
Aard dezer stoornissen | 104 |
Zelfvergiftiging(?) | 105 |
Het begrip der ‘maandelijksche reiniging’ | 105 |
‘Onreinheid’ van de menstrueerende vrouw | 105 |
Duur van de geslachtsrijpheid | 106 |
Invloed van verschillende omstandigheden daarop | 107 |
Climacterium (Overgangsjaren) | 107 |
Verschil in optreden en verloop | 108 |
[pagina XIV]
Bladzijde | |
Ophouden van de golfbeweging | 108 |
Verschijnselen (lichamelijke en geestelijke) | 109 |
Geslachtelijke gevoelens | 110 |
Menopause | 109 |
De matrone | 109 |
Haar geslachtelijk verkeer | 110 |
Recapitulatie van het omtrent den samenhang der dingen gezegde | 111 |
Wat nog daar bijgevoegd moet worden | 112 |
Beteekenis van dit Hoofdstuk voor de practijk van het huwelijk | 113 |
Hoofdstuk VII. EEN EN ANDER UIT DE AN ATOMIE EN PHYSIOLOGIE DER MANNELIJKE GESLACHTSORGANEN (hierbij Plaat VII en VIII). | |
Inleidende beschouwing | 114 |
Penis | 115 |
Corpora cavernosa | 116 |
Erectie. | 117; 119 |
Eikel | 116 |
Voorhuid | 117 |
Voorhuidbandje | 117 |
Voorhuidsmeer | 118 |
Noodzakelijkheid van groote reinheid | 118 |
Besnijding | 118; 202 |
Zenuwapparaat | 119 |
Wellustige prikkeling. | 119 |
Bijzondere gevoeligheid van het voorhuidbandje | 118 |
De penis als copulatie-orgaan | 119 |
Vorm | 119 |
Grootte | 120 |
Urethra | 120 |
Hare verschillende gedeelten | 120 |
Slijmklieren | 121 |
Beteekenis van haar afscheidingsproduct (‘destillatio’) | 121; 151 |
Scrotum | 122 |
Zaadballen (hierbij Plaat VIII) | 122 |
Zaadvorming | 124 |
Bijballen | 123 |
Zaadmassa | 124 |
Transport | 125 |
Veranderingen in hare samenstelling | 125 |
Sperminum, zie beneden, bij Prostata | 129; 137 |
Ejaculatie, zie beneden | 132 |
Spermatozoën | 124 |
Beweging | 126 |
Onrijpe vormen | 125 |
Levensduur | 126 |
Levensvoorwaarden | 126 |
Bevruchting (versmelting van één zaadcel met het ei) | 127 |
Wat met de anderen geschiedt | 127 |
Prostata | 128 |
Haar afscheidingsproduct | 129 |
Invloed op de beweging der spermatozoën | 129 |
Sperminum | 129; 137 |
[pagina XV]
Bladzijde | |
Reuk | 137 |
Opwekkende werking | 137 |
Zaadleiders, zaadampullen | 130 |
Samentrekkingen | 125; 130 |
Eindstukken en uitmondingen | 132 |
Zaadheuvel | 129 |
Zaadblaasjes | 131 |
Afscheidingsproduct | 131 |
Volkomen en onvolkomen ontlediging | 134 |
Ejaculatie | 132 |
Herhaling | 134 |
Polluties | 135 |
Ontspanningsdrift | 135 |
Prikkeling en remwerking | 135 |
Inwendige secretie der zaadballen | 137 |
Haar invloed op lichaam en geest | 137 |
Geen golfbeweging, zooals bij de vrouw | 138 |
Vermindering en ophouden in den ouderdom | 138 |
Beteekenis daarvan | 138 |
Pogingen tot compensatie | 138 |
Door onderbinding der zaadleiders (volgens Steinach) | 138 |
Door overplanting van apentestikels (volgens Voronoff) | 138 |
Voorkoming der inactiviteits-atrophie | 139 |
INTERMEZZO II (TWINTIG APHORISMEN) | 140 |
DERDE AFDEELING | |
DE GESLACHTSOMGANG. ZIJNE PHYSIOLOGIE EN TECHNIEK | |
Hoofdstuk VIII. DEFINITIE, VOORSPEL EN LIEFDESSPEL | |
Definitie van den normalen geslachtsomgang | 145 |
Indeeling in voorspel, liefdesspel, geslachtelijke vereeniging, en naspel | 145 |
De geslachtelijke vereeniging (één wording, coitus) als hoogtestadium van den geslachtsomgang | 145 |
Hare bedoeling en haar einddoel | 145 |
Begrenzing der phasen | 146 |
Voorspel (Toenaderingsdrift) | 146; 148 |
Algemeene opmerkingen over zijne techniek | 148 |
Blik en woord | 148 |
Dans | 148 |
Coquetterie | 149 |
Flirt | 149 |
Autosuggestie en suggestie | 151 |
Beteekenis van het voorspel | 151 |
‘Destillatio’ (Voorbereidende afscheiding van slijm) | 151 |
Liefdesspel (Bevredigingsdrift) | 147 |
Liefdekus | 151 |
Onderscheiding der kussen | 152 |
Karakteristiek van den liefdekus | 152 |
Varianten van den liefdekus | 153 |
Effleurage | 153 |
Maraichinage | 153 |
[pagina XVI]
Bladzijde | |
Tongekus | 153 |
Apperceptie van den kus | 153 |
Reuk | 154 |
Besnuffelingstheorie van den kus | 154 |
Smaak | 154 |
Gevoel | 154 |
Lichaamskus | 155 |
Schakeeringen | 155 |
Analyse | 156 |
Liefdebeet | 157 |
Grens ten opzichte van het ziekelijke | 157 |
Grootere neiging tot den liefdebeet bij vrouwen | 158 |
Verklaring van dit verschijnsel uit den kus | 158 |
Analyse van het lustgevoel van de(n) gebetene | 159 |
Twee andere theorieën van den liefdebeet | 161 |
Associatie van de beide oer-driften des levens | 161 |
Sexueele haat als componente | 161 |
De liefdebeet van den man | 160 |
Het gebruik van geweld door den man als aequivalent van den liefdebeet | 158 |
Het gevoel van de vrouw ten opzichte daarvan | 159 |
De sexueele-haat-componente van dit geweld | 161 |
Betasting van het lichaam | 162 |
Nuancen | 162 |
Beteekenis der erogene zonen | 163 |
Prikkeling der tepels | 163 |
Betasting der borsten | 164 |
Prikkelspel | 165 |
Bij de vrouw | 165 |
Techniek | 168 |
Glijmiddelen | 169 |
Noodzakelijkheid in vele gevallen | 168 |
Bij den man | 166 |
Techniek | 167 |
Noodzakelijkheid van beperking | 167 |
Prikkelkus | 171 |
Hoofdstuk IX. DE GESLACHTELIJKE VEREENIGING (EENWORDING) - EERSTE GEDEELTE DER SYNOUSIOLOGIE | |
Physiologie en Techniek | |
Beschrijving | 173 |
Aard van de prikkeling van het mannelijke orgaan | 174 |
Nuancen der prikkels | 174 |
Beteekenis van de actieve deelname van de vrouw | 175 |
Belangrijkheid van den psychischen factor (liefde) bij de beide deelgenooten | 177 |
Ongelijke prikkelbaarheid bij man en vrouw | 177 |
Wederzijdsche aanpassing | 178 |
Aard van de prikkeling der vrouwelijke organen | 179 |
Het aandeel van de clitoris | 179 |
Beteekenis eener te geringe ontwikkeling van dit orgaan | 180 |
Het aandeel van de vagina in de prikkeling | 179 |
Verschil in orgastische bevrediging bij de twee soorten van prikkels | 181 |
[pagina XVII]
Bladzijde | |
De ideale éénwording (Curve A, in den tekst) | 182 |
Overeenstemming en verschil in het verloop bij man en vrouw | 183 |
Analyse van het ontstaan van het orgasme bij den man | 183 |
Idem bij de vrouw | 184 |
Coitus zonder voorbereiding van de ervarene vrouw (Curve B) | 187 |
Eénwording met eene onervarene vrouw na voorafgaand prikkelspel (Curve C) | 187 |
Paring met eene onervarene zonder voldoende voorbereiding (Curve D) | 189 |
Ontbreken van de orgastische bevrediging bij de vrouw | 190 |
Gevolgen daarvan | 191 |
Coitus interruptus (Curve E) | 192 |
De daardoor veroorzaakte schade | 193 |
Voorkoming van de schadelijke gevolgen van den voor de vrouw onbevredigend verloopenden coitus | 194 |
Door den man | 194 |
Door de vrouw zelve | 195 |
Hoofdstuk X. DE EENWORDING. - TWEEDE GEDEELTE DER SYNOUSIOLOGIE | |
Physiologie en Techniek (Vervolg) | |
Aandeel van de verschillende vrouwelijke organen aan het orgasme | 196 |
Secretieverschijnselen | 197 |
Ejaculatio (‘Seminatio’) van de vrouw? | 197 |
Uit de voorhofsklieren | 197 |
Uit den uterus | 198 |
Verschijnselen van den kant van het spierapparaat | 199 |
Samentrekking der baarmoeder | 199 |
Gedrag van de slijmprop | 200 |
Consecutieve verslapping | 200 |
Beteekenis van de aspiratie voor de opname van zaad | 201 |
Beïnvloeding der gebeurtenissen in de mannelijke organen (voor deze gebeurtenissen zelf zie hoofdstuk VII) | 201 |
Verlenging van den duur der erectie door spiersamentrekkingen bij de vrouw | 202 |
Invloed van het besneden-zijn | 202 |
Zijne beteekenis voor de vrouw | 203 |
Opzettelijke vertraging der ejaculatie | 204 |
Totale vermijding van de ejaculatie (‘Karezza’) | |
Verwerping van deze methode | 205 |
Verschil in grootte tusschen de mannelijke en de vrouwelijke paringsorganen | 207 |
Het normale verschil | 208 |
Vereffening daarvan | 208 |
Schade door wanverhouding | 208 |
Infantilisme bij de vrouw | 208; 212 |
Zijne beteekenis | 210 |
Infantilisme bij den man | 213 |
Meer dan normale grootte van den phallos | 213 |
Aanbeveling van een tijdig verricht medisch onderzoek omtrent geschiktheid tot het huwelijk | 211 |
Voorstel teneinde dit principe ingang te doen vinden | 213 |
[pagina XVIII]
Bladzijde | |
Hoofdstuk XI. DE EENWORDING. - DERDE GEDEELTE DER SYNOUSIOLOGIE | |
Plaatsing en houding bij den coitus | |
Hare beteekenis | 215 |
Voor de kans op bevruchting | 215 |
Voor de lustgevoelens | 216 |
Ter vermijding van schade | 216 |
A. Eerste plaatsing (Positio obversa) | 217 |
I. ‘Normale’ ligging | 218 |
Voor- en nadeelen | 218 |
II. Gestrekte liggingen | 219 |
Aard der prikkels | 219 |
Geforceerd-gestrekte ligging | 220 |
Indicatie | 221 |
III. Gebogen liggingen | 222 |
Aard der prikkels | 222 |
Steensnede-ligging | 224 |
IV. Rijdende houding (van de vrouw) | 225 |
Bijzondere techniek en verschillende aard der prikkels | 226 |
Nuanceering der lustgevoelens | 227 |
Nadeelen der methode | 227 |
Indicaties en contra-indicaties | 228 |
V. Zittende houding (vis à vis) | 228 |
Aard der prikkels | 229 |
Varianten | 229 |
‘Oppervlakkige’ uitvoering | 229 |
Indicatie bij zwangerschap | 230 |
VI. Zijligging (vis à vis) | 230 |
Hare bijzondere voordeelen als methode, die beide echtgenooten spaart | 231 |
B. Tweede plaatsing (Positio aversa, Coitus a tergo) | 231 |
VII. Buikligging (van de vrouw) | 231 |
Nadeelen | 232 |
VIII. Zijligging (a tergo) | 233 |
Bijzondere voordeelen in geval van betrekkelijke invaliditeit van een der echtgenooten | 233; 235 |
Hare toepassing in plaats van coitus-verbod | 235 |
IX. Knieligging | 236 |
Verschil in richting der paringsorganen | 237 |
Bevordering van de bevruchting | 238 |
Toepassing in de zwangerschap | 239 |
X. Zittende houding (a tergo) | 239 |
Bijzondere techniek hierbij noodzakelijk | 240 |
Tabellarisch overzicht van de houdingen en hare eigenaardigheden | 240 |
Beteekenis van de Synousiologie (Physiologie der éénwording) | 240 |
Voor den arts | 240 |
Als grondslag voor het begrijpen van de abnormaliteiten in het geslachtelijk verkeer | 241 |
Met betrekking tot het vraagstuk van vruchtbaarheid en onvruchtbaarheid | 241 |
Met het oog op plaatselijke en algemeene ziekten | 241 |
Voor den leek | 241 |
Ter bevordering van het echtelijk geluk | 242 |
[pagina XIX]
Bladzijde | |
Hoofdstuk XII. ALGEMEENE VERSCHIJNSELEN BIJ DEN COITUS. - NASPEL | |
Algemeene verschijnselen | 243 |
Tijdens de spanning | 243 |
Klieren | 243 |
Speekselafscheiding | 243 |
Urineafscheiding | 243 |
Zweetafscheiding | 243 |
Bloedsomloop | 244 |
Kleine bloedvaten | 244 |
Bloedsdruk | 244 |
Hart | 244 |
Spierstelsel | 245 |
Dwarsgestreepte (willekeurige) spieren | 245 |
Gladde spieren | 245 |
Zenuwstelsel | 245 |
Uitbreiding der excitatie op nabijgelegen gebied | 245 |
Plaatselijk, blaas en darm | 245 |
Centraal | 246 |
Zintuigen | 246 |
Concentratie van het geheele wezen van het individu op de genitaalsfeer | 247 |
Tijdens de consecutieve ontspanning | 247 |
Gevoel van vermoeienis | 248 |
Uitputting door te groote inspanning | 248 |
Weldoende inwerking op het algemeene bevinden | 248 |
Behoefte aan slaap | 248 |
Naspel | 249 |
Zijn zuiver psychisch karakter | 249 |
Verminderen en wegsterven van de opwinding | 250 |
Naklanken | 251 |
INTERMEZZO III (TWINTIG APHORISMEN) | 252 |
VIERDE AFDEELING | |
HYGIENE VAN HET VOLKOMEN HUWELIJK | |
Inleiding. Definitie; beperking en verdeeling van de stof | 255 |
Hoofdstuk XIII. LICHAMELIJKE HYGIENE. EERSTE GEDEELTE | |
Defloratie | 256 |
Twee weerstanden | 256 |
Psychische | 257 |
Schroom, angst | 257 |
Lichamelijke | 257 |
Hymen | 258 |
Techniek der defloratie | 258 |
Verscheuring van het hymen door rekking, niet door het te doen bersten | 258 |
Bloeding | 258 |
Moeilijkheden | 259 |
Glijmiddel | 261 |
Ontbreken van het orgasme bij de vrouw | 260 |
Geen prikkelspel | 260 |
Terughoudendheid bij het liefdesspel | 261 |
[pagina XX]
Bladzijde | |
Wittebroodsweken | 262 |
Een leertijd | 262 |
De vrouw moet leeren gevoelen | 262 |
Tijdelijke frigiditeit | 262 |
Oefenen en sparen | 263 |
Trapsgewijze verder gaan | 263 |
Hoofdstuk XIV. LICHAMELIJKE HYGIENE. TWEEDE GEDEELTE | |
Invloed van de geslachtelijke werkdadigheid op lichaam en geest | 264 |
Bij de vrouw | 264 |
Invloed van de gevolgen der geslachtelijke vereeniging (zwangerschap) | 265 |
Invloed van den geslachtsomgang op zich zelf | 266 |
Gunstige werking | 266 |
Op de geslachtsorganen | 266 |
Op het geheele lichaam | 266 |
Op den geest | 267 |
Ongunstige werking | 267 |
Bij overprikkeling | 267 |
Veranderlijkheid der grenzen | 267 |
Bij den man | 267 |
Gunstige werking | 268 |
Ongunstige werking | 268 |
Sexueel vermogen | 268; 269 |
Van den man | 268 |
Individueele verschillen | 268 |
Tijdelijk onvermogen | 269 |
Schade door overspanning | 269 |
Na tijdelijke onthouding | 270 |
Herhaalde coitus bij verhoogde potentie | 270 |
Van de vrouw | 267; 269 |
Grooter sexueel vermogen | 269 |
Schijnbare tegenstelling tot de veelvuldige frigiditeit | 271 |
Gevaar voor den man, die zijne vrouw aan maximale verrichtingen gewend heeft | 272 |
Over het verschil in leeftijd, dat bij voorkeur tusschen de echtgenooten moet bestaan | 273 |
Hoofdstuk XV. LICHAMELIJKE HYGIENE. DERDE GEDEELTE | |
Invloed van in- en uitwendige factoren op de geslachtelijke werkzaamheid (zie ook Hoofdst. II, III, VI, VII) | 275 |
Invloed van spijzen en dranken | 276 |
Prikkelende werking | 276 |
Door spijzen | 277 |
Door dranken | 277 |
Door medicamenten | 278 |
De ‘liefdedrank’ | 278 |
Matigend werkende stoffen | 279 |
Verbetering van te geringe prikkelbaarheid door eenvoudige hulpmiddelen | 280 |
Koolzuurbaden | 281 |
Invloed van passieve bewegingen | 281 |
Rijden | 282 |
[pagina XXI]
Bladzijde | |
Periodieke veranderingen van de aandrift | 282 |
Bij man en vrouw | 283 |
Lentemaximum | 283 |
Bij den man | 283 |
Bij de vrouw | 283 |
Groot verschil in de desbetreffende mededeelingen | 283 |
Twee- of vierwekelijksche stijging | 283 |
Theorie van Stopes | 283 |
Haar praemenstruaal maximum valt samen met de golftoppen van mijne curven (zie Hoofdst. VI) | 284 |
Mogelijke invloed van het corpus luteum | |
Een maximum na de uitstooting van het ei? | 284 |
Andere maxima | 285 |
Meening van den Schrijver | 286 |
Practische beteekenis van de maxima | 286 |
Verwerping van den eisch, den geslachtsomgang slechts daarnaar in te richten | 287 |
Gelijke ‘rechten’ op sexueele bevrediging En dezelfde ‘echtelijke plichten’ voor man en vrouw | 287 |
Hoofdstuk XVI. LICHAMELIJKE HYGIENE. VIERDE GEDEELTE | |
De geslachtsomgang onder bijzondere lichamelijke omstandigheden. | |
a. Menstruatie | 288 |
Prikkeling en remming der geslachtelijke gevoelens | 289 |
Het vermeende gevaar voor ontsteking der urethra bij den man | 290 |
Nadeelen voor de vrouw | 291 |
Onder bepaalde voorwaarden is de geslachtsomgang geoorloofd | 292 |
b. Zwangerschap | 293 |
Argumenten tegen den geslachtsomgang | 294 |
Miskraam | 294 |
Voortijdig bersting van de vochtblaas | 294 |
Kraambedinfectie | 294 |
Kwetsbaarheid der weefsels | 294 |
Doordrenking met sperma-stoffen | 295 |
De libido van de vrouw tijdens de zwangerschap | 297 |
Argumenten voor den geslachtsomgang | 297 |
Onbewuste gevoelens | 298 |
Bewuste gevoelens | 299 |
Onder bepaalde beperking is de omgang tot vier weken voor de baring geoorloofd | 297; 301 |
c. Onthouding na de baring | 302 |
Het eigenlijke kraambed (2 weken) | 302 |
Verbod van coitus in dezen tijd | 302 |
Involutietijd (nog vier weken) | 302 |
Toelating van voorzichtigen geslachtsomgang | 303 |
Samenvatting van b. en c. | 304 |
d. Ziekten | 305 |
Verbod van coitus bij gevaar voor infectie | 305 |
Idem bij acute ziekten der geslachtsorganen | 305 |
Chronische onstekingen der geslachtsorganen | 305 |
[pagina XXII]
Bladzijde | |
Verbod van coitus in sommige gevallen noodzakelijk | 306 |
De arts is dikwijls te streng in dit voorschrift Operatie is menigmaal verkieslijker | 306 |
De sexueele validiteit verdient in de medische overwegingen een grootere plaats | 307 |
Algemeene ziekten | 307 |
Wederkeerige invloed van ziekte en geslachtsomgang | 307 |
Gevaren van den coitus bij sommige ziekten | 307 |
Gunstige werking van den geslachtsomgang bij sommige ziekten | 307 |
Aanhangsel. Verzorging en reiniging der paringsorganen | 307 |
Hare noodzakelijkheid | 307; 310 |
Voorschriften | 308 |
Voor den man | 308 |
Voor de vrouw | 308 |
Voor beiden | 310 |
Hoofdstuk XVII. PSYCHISCHE HYGIENE. | |
Zorg voor de gezondheid van het echtelijke organisme | 311 |
Door het volkomen maken van zijne normale levensverrichtingen | 311 |
Vermijding van oververzadigdheid | 313 |
Voorzichtigheid bij de methode van deze vermijding | 313 |
Door ontwijking van banale intimiteit | 314 |
Door voorkoming van zielsconflicten | 315 |
Tusschen het volkomen huwelijk en den Godsdienst | 316 |
Litteratuur over dit onderwerp (in noot) | 316 |
Mozaïsche wetgeving | 317 |
Verwerping van het voorkómen van zwangerschap
Door Joodschen en Gereformeerden Godsdienst Door Roomsch-Katholieke Kerk |
318 |
Met deze verwerping is het volkomen huwelijk niet in tegenspraak | 320 |
Overeenstemming tusschen Physiologie en (Kath.) Moraaltheologie | 321 |
Standpunt van het Protestantisme | 321 |
Luthersche Kerk | 322 |
Moderne Protestanten | 322 |
Orthodoxe Protestanten | 322 |
Engelsche kerk | 322 |
Amerikanen | 322 |
Samenvatting | 322 |
Voor menschen, die naar ascese streven, komt het volkomen huwelijk niet in aanmerking | 322 |
Bij alle anderen behoeft het volkomen huwelijk niet met hunnen Godsdienst in conflict te komen | 323 |
Samensmelting van de psychische en lichamelijke componenten der liefde | 323 |
De geslachtsomgang is niet doel, maar uitdrukkingsmiddel voor de ziel | 323 |
Het Volkomen huwelijk als ideale uitdrukkingsmogelijkheid | 324 |