Een persoonlijk woord bij den aanvang
Dit boek gaat vele dingen zeggen, die in den regel onuitgesproken blijven. Daarom zal het mij menige onaangenaamheid bezorgen. Dat weet ik, omdat ik mijne medemenschen en hunnen aard, ontoelaatbaar te achten, hetgeen zij niet gewend zijn, zoo langzamerhand heb leeren kennen.
Reeds om die reden zou ik het dus niet eerder hebben kunnen schrijven. De arts, die met de eischen van zijne practijk heeft rekening te houden, kan zich niet veroorloven van den gewonen weg af te wijken.
Maar wie zich vrij gemaakt heeft, - wie zeggen kan, wat hij voor juist houdt, die heeft ook de plicht dat te doen. Zoo moet ik dus neerschrijven, wat ik als juist heb leeren zien. Ik zou het mijzelven niet kunnen vergeven, indien ik het naliet. Want het is dringend noodig, dezen weg te wijzen; te veel leed wordt geleden, dat kan worden vermeden; te veel vreugde verzuimd, die levensgeluk zou kunnen verhoogen.
Ik heb thans ook den goeden leeftijd voor dit werk, en een voldoende voorbereiding. De man der wetenschap, die zich meer dan een kwart-eeuw lang aan theoretische en practische vraagstukken heeft gewijd; de schrijver, die aan vele en velerlei gedachten vorm heeft gegeven; de vrouwenarts met uitgebreide ervaring; de vertrouwde van vele mannen en vrouwen; de mensch, aan wien niets menschelijks, de man, aan wien niets mannelijks vreemd is gebleven; de echtgenoot, die geluk en leed van het huwelijk heeft ervaren; de man-van-vijftig-jaren eindelijk, die geleerd heeft het leven met wijze resignatie te beschouwen, die te oud werd om nog jeugd-