Nº 73. – De dageraad.
Het weder werd vervolgens van dag tot dag meer zacht, en nu en dan viel er zware slagregen. De vallei kreeg toen eene geheel andere gedaante; de kruinen der rotsen werden van sneeuw ontbloot, welke bij het licht der maan zeer glinsterden, als zijnde overtrokken met ijs. Men kon thans reeds veel gemakkelijker mos voor de rendieren inzamelen, en Alexis en Iwan haalden eene goede hoeveelheid brandhout te huis, dat door den laatsten storm aan strand was geworpen.
O, wat was het voor hen een aangenaam gezigt, toen zij bespeurden, dat in den omtrek van de woning de sneeuw van tijd tot tijd verminderde, en gevoelden, dat de koude aan het afnemen was. Zij genoten toen reeds de voorsmaak van den naderenden zomer, en koesterden de stille hoop op eene spoedige verlossing.
De golf veranderde ook aanmerkelijk van gedaante.