Nº 40. – Huiselijke bezigheden.
Deze woorden, door den stuurman met nadruk uitgesproken, hadden eene goede uitwerking. De jonge lieden beloofden op nieuw zich met gelatenheid aan hun lot te onderwerpen, en al hunne krachten aan te wenden, om hetzelve dragelijk te maken.
De stuurman zeide, dat men den voorraad van brandhout moest vermeerderen, en eene groote hoeveelheid mos verzamelen, ook om meer zachte en warme legersteden te verkrijgen; voorts dat het vleesch diende gezouten te worden, dat men de gracht, die gedeeltelijk hunne woning omringde, moest verbreeden, en den muur voor de woning herstellen, welke bezigheden dan ook zoo spoedig mogelijk werden aangevangen.
Dit werk hield hen gedurende verscheidene dagen bezig, in welken tijd de zon hen geheel verliet, en de lange, verschrikkelijke nacht begon. De koude werd van dag tot dag gevoeliger, en eene dikke mist, door welke de stralen der maan niet konden dringen, bedekte het eiland; alles had een somber en treurig aanzien, terwijl eene doodelijke stilte hen onophoudelijk omringde.
De koude nam intusschen zoodanig toe, dat wanneer de zeelieden in hunnen ketel sneeuw deden smelten, om drinkbaar water te krijgen, hetzelve dadelijk bevroor, als het maar een oogenblik van het vuur was, en hoewel zij geboren en opgevoed waren onder eene zeer noordelijk hemelstreek, konden zij naauwelijks de ontzettende koude uitstaan, die zij te verduren hadden, daar