op dit woeste eiland had doorgebragt. De kapitein had al zijne ongelukkige lotgenooten overleefd, en hij was het dus geweest, die men in de grot gevonden had.
Verders vernamen zij uit het journaal nog de navolgende bijzonderheden:
‘Dat de kapitein van Duinen met het schip de goede hoop naar het noorden was gezeild ter walvischvangst, en dat zij op 70 graden breedte waren doorgedrongen. Maar daar de vischvangst in die streken niet voordeelig was, hadden zij zich naar het eiland Spitsbergen begeven, in de hoop van daar beter te zullen slagen. Toen zij echter op deszelfs hoogte gekomen waren, werden zij door eenen zwaren storm overvallen; het schip was vervolgens door vervaarlijke ijsschollen ingesloten, zoo dat zij elk oogenblik vreesden, dat het aan spaanders gestooten zou worden. Gelukkig bedaarde de wind, maar er kwam zulk eene dikke mist op, dat men geene drie schreden van zich af kon zien.’
‘Het scheepsvolk bevond zich alzoo in eenen hopeloozen toestand, maar toen de mist was opgetrokken zond de kapitein, die giste in de nabijheid van een eiland te zijn, vier matrozen ter ontdekking uit, die met het vertroostende berigt terug kwamen, dat zij slechts eenige mijlen van Spitsbergen waren, en dat zij daar, aan den ingang van eene golf, eene vervallene hut ontdekt hadden, ter plaatse waar onze drie schepelingen thans woonden.’
‘Men besloot daarop het schip te verlaten, en levensmiddelen benevens alles, wat zij daar dachten noodig te hebben, naar land te brengen, in de hoop van te eeniger tijd door een schip afgehaald en gered te zullen worden.’ Meer konden zij er niet van lezen.
Zij vonden ook eene kaart van het eiland, door van Duinen ontworpen, waarop den loop der rivieren, de bergen met derzelver grotten, vrij naauwkeurig werden aangewezen. Het journaal vermeldde verder, hoe men met de aldaar voorhanden zijnde middelen en gering voedsel, het best de gezondheid konde bewaren, en gaf verder eenige hulpmiddelen tegen ziekten aan de hand.
Te dien opzigte was hun dit journaal zeer nuttig, maar het bevatte tevens treurige bijzonderheden. Elf per-