Nº 14. – Vervolg van de reis.
Terwijl Ozaroff de afwezigheid van zijnen zoon betreurde, vervolgde het schip de reis met eene snelle vaart, en drong al dieper de Noordelijke IJszee in, welke met vervaarlijke ijsbergen bezet was, hoewel de zon in dien tijd aldaar niet onder ging, en het vrij warm weder was. Onze jonge lieden verheugden zich zeer nu de verschijnselen waar te nemen, wier bestaan en oorzaken hun op de school geleerd en verklaard waren. Het was hun niet onbekend, dat in de Poollanden ten tijde der langste dagen de zon niet ondergaat, maar dit in die plaatsen zelve waar te nemen, verschafte hun thans een dubbel genoegen.
De Kapitein had zich te Archangel van eenen stuurman voorzien, die een man van groote ondervinding was, echter meer ervaren in de praktijk dan in de theorie; overigens was hij een zeer edeldenkend en braaf man. Land- en stadgenoot van onze jonge lieden zijnde, werd hij weldra hun vriend. Deze vriendschap was hun van