Alexis en Iwan, of de overwintering op Spitsbergen
(1845)–W.J. van der Vegt– Auteursrechtvrij
[pagina 21]
| |
aan Ozaroff gezonden, was deze met overhaasting naar Archangel gereisd, in de hoop van door overreding zijnen zoon van zijn voornemen af te brengen. Wat Iwan betrof deze was zoo zeer aan het zeeleven gehecht, dat de oude man wel begreep, dat hij zijn voornemen niet zoude laten varen. Maar hoe groot was zijne verwondering bij zijne tehuiskomst, toen hij zag, dat de jonge lieden reeds vertrokken waren. Hij begreep wel, dat Alexis daartoe verleid was; en hoewel hij al den invloed, dien Iwan op hem had, kende, beschuldigde hij toch den Kapitein het meest, van hem tot dien stap overgehaald te hebben, hetgeen hem deed vreezen, dat de jonge lieden in slechte handen gevallen waren. Intusschen bleef er voor den braven Ozaroff niets anders over, dan den goeden God voor de onbezonnene knapen te bidden, en vergiffenis af te smeeken voor de straf, waarmede Hij dengenen bedreigt, die het vijfde gebod overtreedt, hetwelk zegt: Eert uwen Vader en uwe Moeder. Dan de goddelijke regtvaardigheid vergezelde de ondankbare knapen. |
|