Nº 11. – Het geweten.
De gedachte, dat vader Ozaroff de reis niet zoude goedkeuren, verontrustte Alexis onophoudelijk. Hij kon zich niet vergeven de terugkomst zijns vaders, of ten minste eenen brief, die hem zijne goed- of afkeuring had kunnen doen weten, niet afgewacht te hebben. Nu dacht hij, dat eene reis, buiten weten van zijnen vader ondernomen, geene goede gevolgen konde hebben.
Deze onrust was de stem van het geschokte geweten, die gestrenge regter door God ons gegeven, om ons den regten weg aan te wijzen, wiens vermaningen wij wel kunnen wederstaan, maar die ons onbewimpeld onze misslagen voor oogen stelt, en daardoor het leven van den slechten verbittert. Gelukkig hij, die naar zijn getrouwe stem luistert; hij zal steeds voor groote misslagen bewaard blijven, en een gerust en vergenoegd leven leiden.
De wroegingen van het geweten verminderden grootelijks de genoegens, die Alexis zich van de reis had voorgesteld, en hij ondervond alzoo in vollen nadruk, dat er geen waar geluk bestaat, als het geweten niet gerust is.
Iwan had ook niet geheel en al het aandenken aan de