Zinne-beelden, oft Adams appel(1642)–Jan van der Veen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 389] [p. 389] Bruylofs-Liedt Op de stem: Courante Francoise. O Bruygoms Troosje, O soete Roosje, Die met een vreemt gedacht. Vlieve Lief verwacht. Wien met genuchjes, En soete kluchjes Vermaken sal u Geest, Waarom zijt ghy bevreest? Heeft u yemant Na Maaghdelijck verstant Wat wijs gemaakt, En dit gelaakt, Die heeftet nooyt gesmaakt. De swacke vaatjes, V Cameraatjes, Dat slechte Poppe-goet, En kennen niet het soet Van't trecke-becke Van't warrem decke, Van't kitt'len inde zy, En ander knoeyery. Geen soeter zaakt, Geen vrolijker vermaak, Geen meerder vreught, Geen meer geneught, Als dese voor de Ieught. Daar leertme soentjes Van veel fat soentjes. Ae Borsjes, Hals, en mondt: O! dat is soo gesondt. [pagina 390] [p. 390] En den by vlaaghjes, Met soete slaaghjes, En klapjes op het lijf. O bloet! wat tijt verdrijf Ghenaakt de Bruydt, O waar de lieve Spruyt, Ghelooft dit vry, Soo 't anders zy, Verwijtet Morghen my. Al schijnje nu swak jes, 'k Wed dat het strakjes, ‘Den Bruygom maakt soo fix, Al waarje noch soo quix. Geen kleyn noch groetje, Van al het zootje, Behalven onse Bruydt, Of't meet ter Camer uyt, Doet op de deur, Den Bruygom isser veur. Al wat ghy wilt Belooft hy milt, Ey laat dit Paar instilt, Kom soete Sak jes Vertel ons quakjes, En laat dit Paar met vre'en, Dat bid ik yeder een, Vrolijke Schaapjes, Lustighe knaapjes, Speel soetjes hantje slagh, Want 't is noch veer van dagh Verbeurje pandt, 't Zijn soentjes voor de handt: En tot besluyt, Maakt dat hier spruyt, Een nieuwe Bruyloft uyt. Vorige Volgende