Zinne-beelden, oft Adams appel(1642)–Jan van der Veen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Rey Van d'Over-Ysselsche Ionck-vrouvven, Tot lof van de Brudt. Op de stem: Si tanto gratioso. ANna tieraat der Maaghden Van u deughtrijke Faam de Nimphen singen, We-sick, die oyt mishaaghden V gaven, schoen van ongemeene dingen, Dies uwen roem, O suyver bloem, Reykt mijder dan de wolkens, Die hier beneden Wert los lijk aangebeden, Vande Volken. De Maaghden truirigh rouwen, Om dat ghy wilt haar soete gildt verlaten, En wederom de Vrouwen, Verheugen sich in blyschap boven maten, [pagina 278] [p. 278] Om dat sy weer Der Maeghden eer In haren staat verkrijgen, Dies sy u groeten Eer biedighlijk ontmoeten Ende nijgen. Doen kint sheyt vloot de jaren, Die u vernuft soo wijsselik in-hulden, Vervreuchden haar de scharen, Siende de zeeden die u le'en vergulden, En blyde gheest, Die ghy beweest, Daar vreughde plach te wesen, En by den droeven Soo stijlde na 't behoeven, Gansch u wesen. De zeegenrijke stralen Die u den Hemel gaf soo uytgelesen. Die liet ghy weder dalen, In d'arme schoot der weduwen en weesen, Een spiegel voor Den Vrecken Door, Oft gierige baat-soekers. Die niet en denken Dat nutter dees geschenken Sijn als woekers, Hier uyt is licht te merken, Dewijl ghy weet het onderscheyt dier dingen, Wat vrucht van goede werken, Ghy inden Echt behoort en moet volbringen, Hierom soo doet Nau ghemoet, Gelijk wy al te samen V toe betrouwen Voor al op Godt wilt bouwen Eeuwig, Amen. Vorige Volgende