| |
| |
| |
Bibliografie
1. Werk van Louis Paul Boon
3 mensen tussen muren, een roman in lino. Amsterdam 1969, Querido (geschreven in 1941). |
De voorstad groeit. Brussel 1943, Manteau (thans in de Salamanderreeks van Querido). |
Abel Cholaerts. Brussel 1944, Manteau (tweede druk 1968 en derde druk 1975 bij De Arbeiderspers/Querido). |
Vergeten straat. Brussel 1946, Manteau (thans in de Salamanderreeks van Querido). |
‘Roode Aarde’ (Fascimile van Boons handschrift); in: Jaarboek i, Louis Paul Boon Genootschap, z.p. [1983], p. 12-28 (geschreven in 1945). |
Mijn kleine oorlog. Brussel [1947], Manteau. |
Mijn kleine oorlog. Amsterdam/Brussel 1960, Querido/Manteau (tweede, herziene druk, als Salamander). |
Mijn kleine oorlog. Amsterdam 1986, Querido (zevende druk, naar de eerste druk). |
Ook de afbreker bouwt op. Amsterdam 1982, De Arbeiderspers/Querido (bijdragen van Boon aan Parool 1946-1947, bezorgd door G.J. van Bork). |
‘Niets dan wat oorlog’ (een filmscenario waarschijnlijk omstreeks 1947 geschreven en omstreeks 1953 bewerkt). |
Maagpijn (zie Twee Spoken). |
Uitleenbibliotheek (zie Twee Spoken). |
‘Geniaal, maar met te korte beentjes. Boeken over oorlog en bezetting’, in: De Vlaamse gids 31 (1947), p. 119-124 (o.m. bespreking van ‘Het mijne’, d.w.z. van Mijn kleine oorlog en van Jef Last: Aan de Bronnen van het Verzet. ‘Het mijne’ werd ook opgenomen in Leus, Boonboek, p. 138). |
‘Geniaal, maar met te korte beentjes. Het Niets’, in: De Vlaamse gids 32 (1948), p. 678-690 (o.m. bespreking van Malaparte, Kaputt). |
Boontje's Twee Spoken. Amsterdam 1952, De Arbeiderspers (bevat Uitleenbibliotheek en Maagpijn). |
De Kapellekensbaan. Amsterdam 1953, De Arbeiderspers (vanaf de zestien- |
| |
| |
de druk conform de eerste, tweede en derde druk, alle andere drukken brengen een herziene versie). |
Memoires van een kleine jongen. Z.p. 1953, De Vlaamse gids (nauwelijks gewijzigd opgenomen in Verscheurd jeugdportret). |
Menuet. Amsterdam, 1955, De Arbeiderspers (ook: Antwerpen 1955, Ontwikkeling). |
Zomer te Ter-Muren, Amsterdam 1956, De Arbeiderspers (vanaf de zevende druk van 1979 opnieuw conform de eerste en tweede druk, de derde, vierde, vijfde en zesde druk brengen een herziene versie). |
‘De 17 kaarten van het verleden’, in De Vlaamse gids 39 (1955), p. 148-156, p. 245-254, en p. 307-316 (ook opgenomen in Reservaat. Boontjes verzamelde Reservaten. Amsterdam 1965, De Arbeiderspers/abc-boeken). |
Mieke Maaikes obscene jeugd. Amsterdam 1972, De Arbeiderspers. |
Verscheurd jeugdportret. Amsterdam 1975, De Arbeiderspers/Querido. |
Memoires van de heer Daegeman, Amsterdam 1975, De Arbeiderspers/Querido. |
Eros en de eenzame man. Een droefgeestig en schandelijk pornoverhaal, Amsterdam 1980, De Arbeiderspers/Querido. |
Memoires van Boontje. Amsterdam 1988, De Arbeiderspers (bezorging, voorwoord, annotatie door Jos Muyres en Bert Vanheste). |
Boontjes 1959-1960. Antwerpen 1988, Houtekiet (samenstelling, verantwoording en annotatie door Herwig Leus en Julien Weverbergh). |
Brieven aan Morris. Maastricht 1989, Gerards & Schreurs (bezorging, voorwoord, annotatie door Jos Muyres en Bert Vanheste. Verschijnt in 1989). |
Brieven aan literaire vrienden. Amsterdam 1989, De Arbeiderspers (bezorging, voorwoord en annotatie door Jos Muyres. Verschijnt in 1989). |
| |
2. Recensies en verdere beoordelingen van Mijn kleine oorlog, chronologisch geordend (zie ook de rubriek ‘Vertalingen’)
Piet van Aken, ‘Facetten onzer litteraire Internationalisatie, Louis-Paul Boon’, in: Zondagspost, 14 oktober 1945 (o.m. over de Zondagspostversie van Mijn kleine oorlog). |
Willem Elsschot, ‘Ter inleiding’ in: Louis Paul Boon, Mijn kleine oorlog, Brussel 1947, Manteau, p. 7-9 (gedateerd: Antwerpen, 31 Maart 1946, overgenomen in alle latere drukken). |
Anoniem, ‘Pijnlijke vergissing op de boekenmarkt’, in: Het Nieuwsblad, 12
|
| |
| |
maart 1947. |
H.L. [Hubert Lampo], ‘Twee Antipoden met Aanrakingspunten’, in: Volksgazet, 20 maart 1947, (antipode is Johan Daisne, Schimmen om een Schemerlamp). |
Maarten Thijs, ‘Naar aanleiding van “Mijn kleine oorlog”. Het werk van Boon: chaotisch of aanklacht tegen den chaos?’, in: De roode vaan, 22 maart en 29/30 maart 1947. |
C. Bittremieux, ‘Daisne en Boon, twee Romantici’, in: De Spectator, 23 maart 1947 (de tweede romanticus is Daisne, Schimmen om een schemerlamp). |
M.W. [Marcel Wauters], ‘L.-P. Boon's Kleine Oorlog’, in: Front, 30 maart 1947. |
Piet van Aken, ‘Open brief aan Louis-Paul na lezing van “Mijn kleine oorlog”’, in: Parool, 6 april 1947. |
Nico Oosterbeek, ‘Kleine kanten van de grote oorlog. Een Hollandse en een Vlaamse reactie’, in: De Nieuwe Courant, 3 mei 1947 (de Hollandse reactie is van Paul Huincks: De gevleugelde soldaat). |
H.K. (Henk Kuitenbrouwer), ‘Literatuur en menselijkheid’, in: De Linie, 19 mei 1947 (ook Daisne, Schimmen om een schemerlamp). |
Arthur-Kamiel Rottiers, ‘Mijn Kleine Oorlog door L.P. Boon, Een kramp van walging en cynische spot, brutaal geuit, decadent’, in: Het Handelsblad, 30 mei/1 juni 1947. |
Karel Leroux, ‘Literaire oogst in Vlaanderen’, in: nrc, 16 augustus 1947 (ook: van Aken, Van Hoogenbemt en Blondiau). |
Jan Schepens, ‘Onze “razende” reporter’, in: De Vlaamse Gids 31 (1947) 6, p. 380-381. |
J. Greshoff, ‘Louis Paul Boon, slachtoffer van overschatting’, in: Het Vaderland, 5 juni 1948 (deze merkwaardig onbegrijpende recensie werd opgenomen in het Boonboek, p. 84-85). |
Louis P. Boon, ‘Boeken over oorlog en bezetting. Het mijne’, in: De Vlaamse Gids, 32 (1948) 2, p. 119 (overgenomen in het Boonboek, p. 138). |
H. Wielek, ‘Mijn kleine oorlog’, in: De Vlam, 16 mei 1947, p. 15. |
Elisabeth Augustin, ‘Louis-Paul Boon’, in: Het Woord, 3 (1948-'49) 4, p. 84-89. |
R.F. Lissens, ‘Louis-Paul Boon. Korte karakteristiek’, in: Roeping 25 (1948) 7, p. 375-378. |
Henk Schaafsma, ‘Litterair leven in Vlaanderen. Rebellerend proza’, in: Vrij Nederland, 2 oktober 1948. |
| |
| |
Marnix Gijsen, ‘Vlaamse letterkunde. Twee phenomenen’, in: De Volkskrant, 1 december 1948 (andere fenomeen is Daisne). |
E. Parez, ‘De schrijver met het warmste hart van Vlaanderen, Louis-Paul Boon’, in: Vooruit, 1/2 mei 1952. |
R.B. [Raymond Brulez]. ‘Goed geweten!’, in: Nieuw Vlaams tijdschrift, 7 (1952/53) 2 (oktober), p. 219-220. |
J.C., ‘Brief van een “zwarte”’, in: Tijd en Mens, 4 (1953-54), p. 159-160. (brief van een nationaal-socialistische jeugdleider o.m. over de onmenselijke behandeling van sommige collaborateurs. Boon beloofde herhaaldelijk deze brief in een volgende druk op te nemen). |
R.F. Lissens, Balans en bezinning. Vijf en twintig jaar Vlaamse Letteren, Brussel/Amsterdam, Elsevier, 1955 (p. 36-37 handelen over Mijn kleine oorlog). |
M.Fr., ‘Op een rommelmarkt’, in: Vooruit, 8 februari 1958. |
JDR [Jeanine de Rop], ‘Boon herdrukt’, in: Vooruit, 6 oktober 1960. |
[Anoniem,] ‘Mijn kleine oorlog’, in: De nieuwe gazet, 21 oktober 1960 (eerder aankondiging van 2e druk dan recensie). |
Bert van Aerschot, ‘“Mijn kleine Oorlog”’. De schrijver als levensaanwijzer’, in: De nieuwe gazet, 28 oktober 1960. |
Roger Binnemans, ‘Mijn kleine oorlog’, in: Lektuurgids, (1961) 5-6, p. 154 (Binnemans betreurt dat Boon zijn oorlogskroniek gezuiverd heeft omdat daardoor ‘de authentiek ruwe toon bijna altijd is afgezwakt’). |
Clare Lennart, ‘Louis-Paul Boon: ‘“Mijn kleine oorlog”’, in: Het boek van nu, 14 (1960/1961) 9 (mei), p. 178. |
Anoniem [Raymond Herreman], ‘Mijn kleine oorlog’, in: Vooruit, 6 juni 1962, (in de rubriek ‘Boekuil’). |
Leo Persyn, ‘Mijn kleine oorlog’, in: Boekengids, 43 (1965) 9, p. 424. |
R.F. Lissens, De Vlaamse letterkunde van 1780 tot heden, Brussel/Amsterdam, 1967 (4e druk), Elsevier, p. 231-236. |
Alfred Kossmann, ‘Jong werk van Louis Paul Boon’, in: Het vrije volk, 5 april 1969. |
Jacques Kruithof, ‘“Mijn kleine oorlog” van Louis Paul Boon’, in: Raster 1977/2, p. 27-30 (in Raster-dossier: herlezing van 8 romans). |
Romain John van Maele, ‘Mijn (grote) kleine oorlog’, in: Voor allen. Vlaams Weekblad, 24 mei 1985. |
Marc Reynebeau, ‘Weerstanders dat zijn kommunisten’, in: Knack, 19 juni 1985. |
Gert J. Peelen, ‘De kleine oorlog van een tedere anarchist’, in: vu-magazi- |
| |
| |
ne 14 (1985) 7 (juli/augustus), p. 253-257. |
T. van Deel, ‘Boekenetalage’, in: Trouw, 25 september 1986. |
Wam de Moor, ‘“Mijn kleine oorlog” herdrukt. Boons boek op zoek naar een vrolijke god’, in: De tijd, 15 augustus 1986. |
| |
3. Vertalingen van Mijn kleine oorlog en reacties daarop
L.P. Boon, Mitt lilla krig, [Stockholm] 1976, Forum (vertaling: Sonja Pleijel). |
L.P. Boon, A Minha Pequena Guerra, Lissabon 1979, Dom Quixote (vertaling: Júlio Marten Willem de Jong). |
L.P. Boon, Izbrannoe [Bloemlezing], Moskwa 1980, Progress (een bundel waarin ook o.m. Vergeten straat; Mijn kleine oorlog werd vertaald door J. Sidorin). |
L.P. Boon, Mapetite guerre, Paris/Bruxelles 1986, La longue vue (vertaling: Marie Hooghe). |
L.P. Boon, Mein kleiner Krieg, Ravensburg 1988, Peter Selinka (vertaling: Helmut Müller en Jan Vandenbroecke). |
De Poolse vertaling die Zofia Klimaszewska in 1981 voltooide is voor zover bekend nog steeds niet verschenen. |
Brachin, Pierre [Over Louis Paul Boon], in: Anthologie de la prose Néerlandaise. Belgique ii, 1940-1948, Paris, 1968, xvi-xx (op p. 80-97 een fragment uit Mijn kleine oorlog in een vertaling van J.M. Delcour. Bespreking van dit werk in: Totems, 1969, p. 54-55). |
Hooghe, Marie, ‘Quelques remarques sur la traduction française de “Mijn kleine oorlog”’, in: Tijdingen van het Louis Paul Boon-Genootschap, 3 (1986) 2 (maart), p. 19-20. |
Leus, Herwig, ‘Louis Paul Boon: une flaque, une mer, un chaos. Postface’, in: Louis Paul Boon, Ma petite guerre, Paris/Bruxelles 1986, La longe vue, p. 129-137. |
Maegd-Soëp, Carolina de, ‘De Zuidnederlandse literatuur in Rusland. De groeiende populariteit van L.P. Boon’, in: Tijdingen van het Louis Paul Boon-Genootschap, 4 (1987) 2 (juni), p. 41-44 (overgenomen uit: Ons Erfdeel, 23 (1980) 3 (mei/juni). |
Maegd-Soëp, Carolina de, ‘Louis Paul Boon in het Russisch’, in: Tijdingen van het Louis Paul Boon-Genootschap, 4 (1987) 2 (juni), p. 47-48 (overgenomen uit Ons Erfdeel, 24 (1981) 2 (maart/april). |
| |
| |
Melant, M., ‘Ma petite guerre’, in: Le courrier littéraire des Pays-Bas et de Flandre, avril 1961 (no. 10), p. 3-6 (Melant deelt mee dat de volledige Franse vertaling weldra beschikbaar zal zijn. Na zijn artikel volgt ‘Lettre sur Lea Lübka’, vertaling van L. Roelandt). |
Melant, M., ‘L.P. Boon. My small war’, in: Writing in Holland and Flanders, april 1961 (nr. 10), p. 3-6 (na het artikel volgt een door Jan Finlay vertaald fragment). |
Redactie, ‘Dossier vertalingen. Louis Paul Boon in Polen’, in: Tijdingen van het Louis Paul Boon-Genootschap 3 (1986) 3 (september), p. 31-47 (deels overgenomen uit Ons Erfdeel, 2/1979. Een aanvulling van titels in: Tijdingen 5 (1988) 3 (sept.), p. 59-60). |
Redactie, ‘Mijn kleine oorlog’ (Ma petite guerre) vertaald in het Frans. De receptie in de Franstalige pers’, in: Tijdingen van het Louis Paul Boon-Genootschap, 3 (1986) 3 (september), p. 16-20. |
Redactie, ‘Dossier vertalingen: Rusland’, in: Tijdingen van het Louis Paul Boon-Genootschap, 4 (1987) 2 (juni), p. 39-69 (hierin o.m. de Maegd-Soëp, Sidorin en Vyncke). |
Redactie, ‘“Mijn kleine oorlog”, vertaald in het Duits’, in: Tijdingen van het Louis Paul Boon-Genootschap, 5 (1988) 3 (september), p. 61-62. |
Sidorin, Joeri, ‘Over het oeuvre van L.P. Boon’, in: Tijdingen van het Louis Paul Boon-Genootschap 4 (1987) 2 (juni), p. 49-56 (verder op p. 40: fotocopie van de illustratie in de Russische uitgave van ‘Mijn kleine oorlog’). |
Vyncke, Frans, ‘Louis Paul Boons kleine oorlog in het Russisch. Enkele vertaalproblemen’, in: Tijdingen van het Louis Paul Boon-Genootschap, 4 (1987) 2 (juni), p. 57-69. |
| |
4. Artikelen over aspecten van Mijn kleine oorlog (zie ook de rubrieken ‘Recensies’ en ‘Vertalingen’, in het bijzonder Leus en Melant)
Bork, G.J. van, ‘Werkelijkheid en fictie in Louis Paul Boons “Mijn kleine oorlog”’, in: Jaarboek 3 Louis Paul Boon-Genootschap, Antwerpen 1985, De Dageraad, p. 101-110. |
Braekeleer, Magda de, ‘“Mijn kleine oorlog” in de verzuilde kritiek’, in: Jaarboek 3, Louis Paul Boon-Genootschap, Antwerpen 1985, De Dageraad, p. 111-125. |
Gysen, René, ‘Een vergelijking van twee drukken van “Mijn kleine oorlog”’, in: Komma 1 (1965-'66) 5/6 (februari), p. 110-120. |
| |
| |
Janssen Reinen, Margreet, ‘De receptie van “Mijn kleine oorlog”’, in: Mijn kleine oorlog, veertig jaar later, Brochure bij symposium en tentoonstelling, Molenhoek 1985, Iambe, p. 16-26. |
Liebaut, Luc, ‘“Mijn Kleine oorlog” op het kruispunt van twee tradities’, in: Spiegel der letteren 22 (1980) 2 (juni), p. 103-122. |
Vanheste, Bert, ‘Paul-Gustave van Hecke als medeschepper van “Mijn kleine oorlog”. Over het ontstaan van Louis Paul Boons oorlogskroniek’, in: Maatstaf 33 (1985) 2 (februari), p. 2-10. |
Vanheste, Bert, ‘Mijn kleine oorlog: fictie én werkelijkheid’, in: Mijn kleine oorlog, veertig jaar later. Brochure bij symposium en tentoonstelling, Molenhoek 1985, Iambe, p. 39-69. |
Vanheste, Bert, ‘Ontstaans- en drukgeschiedenis’, in: L.P. Boon, Mijn kleine oorlog, Amsterdam 1986, Querido, p. 129-140. |
Vanheste, Bert, ‘Stalpaert van de Werbestelle: collaborateur én anti-christ’, in: Jaarboek 5 Louis Paul Boon-Genootschap, Antwerpen 1988, Facet, p. 69-77. |
Vera, Rik, ‘Objectief F.I.8’, in: Jaarboek 5 Louis Paul Boon-Genootschap, Antwerpen 1988, Facet, p. 59-68. |
Wispelaere, Paul de, ‘Boon als gefrustreerde Pygmalion. Commentaar bij Mijn kleine oorlog’, in: De broek van Sartre en andere essays, Schoten 1987, Hadewijch, p. 9-48. |
| |
5. Studies over aspecten van Boons overige werk
Baltus, Bas, ‘Het Aalst van Boon’, in: Jaarboek 4, Louis Paul Boon-Genootschap, Antwerpen 1986, Facet, p. 7-80. |
Boon, Jeanneke, ‘Memoires van jeanneke’ in: Maatstaf ii (1972), p. 707-710. |
Boonboek (zie Leus). |
Bork, G.J. van, Over de Kapellekensbaan en Zomer te Ter-Muren van Louis Paul Boon. Amsterdam 1977, Wetenschappelijke Uitgeverij (Synthese-reeks). |
Bork, G.J. van, ‘Louis Paul Boon en zijn uitgevers’, in: Maatstaf 28 (1980) 5/6 (mei/juni), p. 30-41. |
Bork, Gerrit Jan van en Gonny ten Houten-Biezeveld, Over Boon, Amsterdam 1977, Thespa (secundaire bibliografie over Boon met gegevens over receptie in de periode 1942-1972). |
| |
| |
Bork, G.J. van, ‘L.P. Boon’, in: Kritisch lexicon van de Nederlandstalige literatuur na 1945. Brussel/Groningen 1980. |
Bormans, Peter, Een socio-politieke analyse van het werk van Louis-Paul Boon, Licentiaatsverhandeling, vu Brussel, 1971 '72 (niet in de handel). |
Claus, Hugo, Louis Paul Boon. Brussel 1964, Manteau (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 30). |
Decorte, Luc, ‘Louis Paul Boon bij Moritoen. Moritoen bij Louis Paul Boon’, in: Maatstaf 28 (1980) 5/6 (mei/juni), p. 170-188. |
Elsschot, Willem, ‘Waarde vriend Boon, al schreeft gij met stront...Elf brieven van Willem Elsschot’, in: Nieuw Wereld Tijdschrift 5 (1988) 6 (december/januari), p. 4-11. |
Florquin, Joos, Ten huize van...8. Leuven/Brugge 1972, Davidsfonds/Orion, p. 9-98. |
Hoorick, Bert van, ‘L.P. Boon en het socialistisch engagement’, in: Maatstaf 28 (1980) 5/6 (mei/juni), p. 12-14. |
Houten-Biezeveld, Gonny ten, ‘Secundaire bibliografie over Boon 1975-1980’, in: Maatstaf 28 (1980) 5/6 (mei/juni), p. 189-196 (feitelijk: 1973/1980). |
Janssens, M., ‘De actualiteit van de Tweede Wereldoorlog in de hedendaagse Nederlandse literatuur’, in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde, 1987, aflev. 2, p. 185-197. |
Kijk, Louis Paul Boon, de schrijver in beeld. Amsterdam 1974, De Arbeiderspers/Querido. |
Leus, Herwig en Julien Weverbergh, Boonboek, [Amsterdam/Brussel] 1972, Paris/Manteau (gesprekken met Boon, documenten, gevoerd en bezorgd door Leus en Weverbergh). |
Leus, Herwig en Julien Weverbergh, Louis Paul Boonboek. Antwerpen/Amsterdam 1981, Elsevier/Manteau (tweede, vermeerderde druk van het Boonboek). |
Leus, Herwig, ‘Jeanneke Boon: “Die schone vrienden van vroeger die je laten vallen, dat komt hard aan”’, in Humo, 27 juni 1985 (interview, ook gepubliceerd in Vrij Nederland, 13 juli 1985). |
Leus, Herwig, ‘Het potlood als roede’, in: Nieuw Wereld Tijdschrift 2 (1985) 3 (mei/juni), p. 42/48. |
Ley, Gerd de, Een man zonder carrière. Gesprekken met Louis Paul Boon. Amsterdam 1982, De Arbeiderspers. |
Machiels, Ivo, ‘Plastische elementen in de literatuur (1942-1952), in:
|
| |
| |
Jaarboek 5, Louis Paul Boon-Genootschap, Antwerpen 1988, Facet, p. 79-92. |
Manteau, Angèle, ‘Over het onthaal van de eerste vier boeken van Louis Paul Boon’, in: War, 6 (1986) 31 (april/mei), p. 58-60. |
Muyres, Jos, ‘De receptie van Boons vroegste werk van 1942-1946’, in: Mijn kleine oorlog, veertigjaar later. Molenhoek 1985, Iambe, p. 4-15. |
Muyres, Jos, ‘Louis Paul Boon in “De roode vaan”’, in: Maatstaf 33 (1985) 6 (juni), p. 60-75. |
Muyres, Jos, ‘Op zoek naar de bronnen van de Kapellekensbaan: Louis Paul Boon in “Front”’, in: Jaarboek 4 Louis Paul Boon-Genootschap, Antwerpen 1986, Facet, p. 159-183. |
Muyres, Jos, ‘Een geniale “communist” in een liberaal maandblad, over de medewerking van Louis Paul Boon aan “De Vlaamse gids”’, in: Jaarboek 5, Louis Paul Boon-Genootschap, Antwerpen 1988, Facet, p. 21-57. |
Muyres, Jos, ‘Secundaire bibliografie Louis Paul Boon 1980-1985’, in: Jaarboek 5, Louis Paul Boon-Genootschap, Antwerpen 1988, Facet, p. 93-127. |
Raat, G.F.H., ‘Het leven als een wiel. Over “De voorstad groeit” van Louis Paul Boon’, in: Maatstaf 28 (1980) 5/6 (mei/juni), p. 45-55. |
Roggeman, Maurice, ‘De schrijfoefeningen van Louis Paul Boon’, in: Jaarboek 2, Louis Paul Boon-Genootschap, [Antwerpen] 1984, Soethoudt, p. 103-111. |
Roggeman, Maurice: zie ook Louis Paul Boon, Brieven aan Morris (hierin zijn opgenomen de ‘Herinneringen van Roggeman aan zijn vriend Boon). |
Roggeman, Willem M., ‘Wie waren Boontjes personages? In gesprek met Maurice Roggeman’, in: Maatstaf 28 (1980) 5/6 (mei/juni), p. 15-29. |
Rosseels, Maria, ‘In de bergrede herken ik mijn eigen geloof’, in: Gerd de Ley, Een man zonder carrière. Gesprekken met Louis Paul Boon. Amsterdam 1982, De Arbeiderspers, p. 25-30 (eerder gepubliceerd in: Maria Rosseels, Gesprekken met gelovigen en ongelovigen. Antwerpen 1967, De Standaard, p. 59-65). |
Schouten, Martin, ‘Louis Paul Boon en de spoken van de Kapellekensbaan’, in: Martin Schouten, Schrijversportretten. Amsterdam/Brussel 1975. |
Spoor, Corine, ‘Jeanneke Boon: “Soms zat Louis' hoofd vol met lettertjes”’, in: De Tijd, 23 december 1988, p. 66-71. |
Stijnen, Ludo, ‘Anti-utopisme als maatschappijkritiek’, in: Restant 10 (1982) 2 (zomer), p. 13-22. |
| |
| |
Tavernier, Roger, ‘Boon en de maatschappij, enkele aspecten’, in: Komma i (1965/1966) 5/6, p. 76-105. |
Vanheste, Bert, ‘Boon zoekt zich een blad’, in: Jaarboek 4, Louis Paul Boon-Genootschap, Antwerpen 1986, Facet, p. 11-131. |
Vanheste, Bert, ‘Vroege verzen van Louis Paul Boon’, in: Jaarboek 5, Louis Paul Boon-Genootschap, Antwerpen 1988, Facet, p. 7-20. |
Vanheste, Bert, ‘Louis Paul Boon tussen Lao-Tze en Dostojevski. Romanfragmenten uit de jaren dertig’, in: Jaarboek 6, Louis Paul Boon-Genootschap (verschijnt in 1989 bij het Genootschap, Aalst). |
Verdoodt, Frans-Jos, Boon-bibliografie. Het afzonderlijk verschenen werk en zijn voorgeschiedenis. Heverlee/Brugge 1984, Raakpunt/Kruispunt. |
Verdoodt, Frans-Jos, Het zoutvat van Boontje Boon. Louis Paul Boon in radio en televisie. [Brussel] 1985, brt. |
Verhuyck, Luc en Theo Jochems, Louis Paul Boon, Nijmegen/Brugge 1972, Gottmer/Orion (Ontmoetingen nr. 92). |
Vyncke, Frans, ‘L.P. Boons schooljaren’, in: Jaarboek 2, Louis Paul Boon-Genootschap, [Antwerpen] 1984, Soethoudt, p. 89-101. |
Weisgerber, Jean, ‘De sociologie van de avant-garde’, in: Nieuw Vlaams tijdschrift 20 (1969), p. 791-819. |
Wilde, Stafde, ‘Boon en Lolita: een opstel over nymfolepsie en het menselijke dat ons niet vreemd is’, in: Brochure L.P. Boon. Temse 1981, Masereelfonds, p. 13-17. |
Wispelaere, Paul de, Louis Paul Boon, tedere anarchist. Omtrent het utopia in ‘Vergeten straat’. 's Gravenhage/Rotterdam 1976, Nijgh & Van Ditmar. |
| |
6. Literatuursociologische studies
Albrecht, M.C./J.H. Barnett/M. Griff, (red.), The sociology of art and literature. A reader. London 1970, Duckworth. |
Brouwers, Bert, Literatuur en revolutie. Deel I, Inleiding tot de Literatuursociologie, Meppel 1971, Boom. |
Burger, Peter, Seminar: Literatur- und Kunstsoziologie, Frankfurt am Main 1978, Suhrkamp. |
Burns, E. & T., Sociology of Literature and Drama, Harmondsworth 1973, Penguin. |
Cante, David, The Fellow Travellers. Intellectual Friends of Communism, Yale 1988, Yale University Press (tweede, herziene druk). |
| |
| |
Goldmann, Lucien, Le dieu caché. Etude sur la vision tragique dans les Pensées de Pascal et dans le théâtre de Racine, Paris 1955, Gallimard. |
Hall, John, The sociology of literature, London/New York 1979, Longman. |
Lukács, Georg, Schriften zur Literatursoziologie, Neuwied am Rhein/Berlin 1961, Luchterhand. |
Vanheste, Bert, Literatuursociologie: theorie en methode. Assen 1981, Van Gorcum. |
| |
7. Studies over de geschiedenis van het dagelijkse leven (in het bijzonder tijdens de tweede wereldoorlog in Vlaanderen)
Algemene Geschiedenis der Nederlanden, Deel 15, Haarlem 1982, Fibula/Van Dishoeck (redacteur voor het gedeelte over Vlaanderen in deze periode: Herman Balthasar). |
Balthasar, Herman, ‘Is ook de oorlog alledaags?’, in: 1940-1945; Het dagelijkse leven in België, p. 7-15 (voor verdere gegevens zie: 1940-1945). |
Dantoing, Alain, ‘Het religieuze leven tijdens de bezetting’, in: 1940-1945, p. 169-175. |
Dongen, Hildegard van, ‘Armoede en hulpverlening tijdens de Tweede Wereldoorlog’, in: 1940-1945, p. 137-153. |
Duflou, Lucien, ‘Het dagelijkse leven op het Vlaamse platteland gedurende de Tweede Wereldoorlog, Casus Vlamertinge’, in: 1940-1945, p. 272-281. |
Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Tielt 1973-1975, Lannoo. |
Eynde, Willem van den, ‘Het muziekleven: een nature morte’, in: 1940-1945, p. 187-201. |
Geschiedenis der Nederlanden. Deel 3. De lage landen van 1780 tot 1970. Amsterdam/Brussel 1977, Winkler Prins. |
Ghysens, Jos en Jacques de Vos, Aalst. zomer 1940. Tielt 1975, Veys. |
Ghysens, Jos, Aalst 1940-44. Een stad onder Duitse bezetting. Tielt 1973, Veys. |
Gobyn, Ronny, ‘Het dagelijkse leven tijdens de tweede wereldoorlog: een vreemd mengsel van individualisme en solidariteit’, in: 1940-1945, p. 17-107. |
Herreman, Raymond, Vlaanderen, let op uw zaak. Gent 1945, Het Licht. |
Hoorick, Bert van, In Tegenstroom. Herinneringen 1919-1956. [Gent] 1982, Masereelfonds. |
Launay, Jacques de en Jacques Offergeld, Belgen en bezetters. Het dagelijkse
|
| |
| |
leven tijdens de bezetting 1940-1945. Antwerpen 1983, Soethoudt. |
Lauwaert, Dirk, ‘Van publiek tot toeschouwer, Duitse films in Belgische zalen’, in: 1940-1945, p. 203-217. |
Neckers, Jan, De bevrijding. Kapellen 1984, De Nederlandse Boekhandel. |
Neckers, Jan, ‘De bevrijding’, in: 1940-1945, p. 283-297. |
Neutjens, Clem en Paul Pelckmans, (red.), Een nieuw verleden? Literatuur en mentaliteitsgeschiedenis. [Antwerpen] 1987, (alw-cahier nr. 5) |
Schepens, Luc, Brugge bezet. Tielt 1985, Lannoo. |
Schepens, Luc, ‘De mentaliteit van de bevolking’, in: 1940-1945, p. 219-227. |
Scholliers, Peter, ‘De georganiseerde verarming: prijzen, lonen en koopkracht tijdens de bezetting’, in: 1940-45, p. 109-119. |
Selleslagh, Frans, ‘De tewerkstelling’, in: 1940-1945, p. 155-167. |
Vanheste, Bert, ‘“Zondagspost”: Vlaams en universeel weekblad tussen warme en koude oorlog’, in: Kreatief 21 (1987) 2/3 (juli), p. 3-37. |
Vermeulen, Marcel, ‘De legendarische Radijsstraat’, in: 1945-1950, p. 237-245. |
Witte, Els en Jan Craeybeckx, Politieke geschiedenis van België sinds 1830. Antwerpen 1981, De Standaard. |
1940-1945. Het dagelijkse leven in België. [Brussel] [1984] (catalogus tentoonstelling aslk, december 1984-maart 1985). |
|
|