Bijlage 1. Toelichting bij enkele politieke begrippen
De DeVlag: Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap/Deutsch-Vlämische Arbeitsgemeinschaft. In 1936 opgericht ter bevordering van de culturele toenadering. Gaf ook tijdschrift DeVlag uit (hoofdredacteur Jef van de Wiele). Tijdens de oorlog, samen met de Algemene ss-Vlaanderen, de meest extreme en nadrukkelijk nationaal-socialistische collaboratiebeweging. Na de bevrijding werd Van de Wiele in Duitsland leider van het Vlaams Bevrijdingskomitee. Aalst vormde het gewest viii van de DeVlag. Jef van de Wiele was tot het begin van de oorlog leraar aan het Aalsterse Atheneum. ‘Objektief F-I-8’ bevat waarschijnlijk een verwijzing naar de DeVlag-Aalst en naar Van de Wiele.
o.f.-f.i.: Onafhankelijkheidsfront - Front de l'Indépendance. Belangrijke verzetsorganisatie, in 1941 opgericht, met sterke communistische inslag. Verzetsbladen waren onder andere Front en De roode vaan/Le drapeau rouge. De ‘Gewapende Partisanen’ (het rode leger) was de communistische gevechtseenheid van het o.f. Het o.f. was ook in Aalst de sterkste verzetsorganisatie.
Organisatie Todt (‘De Todten’): In 1938 werd de o.t. (naar de Duitse minister Todt) opgericht om de Westwal langs de grens van Zwitserland tot Nederland te bouwen. Tijdens de oorlog zeer belangrijke ‘bouw’ organisatie die arbeiders ronselde voor o.m. Rusland en Noord-Frankrijk (de Atlantikwal).
Rex: Autoritaire, voornamelijk Franstalige, beweging met katholieke achtergrond. Leider Léon Degrelle. Tijdens de oorlog dé Waalse collaborerende partij.
Het ‘rode leger’: de Partisanen (zie o.f.).
Het Verdinaso: Verbond van Dietsche Nationaal-Solidaristen. In 1931 door Joris van Severen en Wies Moens gestichte autoritaire, politieke be-