Christelyke gezangen
(1669)–Hendrik Uilenbroek– AuteursrechtvrijToon: ô Kersnacht.Zalig! is ’t in den Heere trouwen,
Om zaam’ een huis voor hem te bouwen.
Gezegent zijnze in haar staat,
Daar twee vereent, met hert en zielen
Gaan zamen voor haar Vader knielen;
Ontbreekt, geen goed, noch schaadt geen quaat.
2. Daar de deugden als sterren flonkren.
Wat nacht kan haren glans verdonkren?
Die wand’len in Godzaligheyt
Zijn Erfgenamen in dit leven,
| |
[pagina 119]
| |
Van zegen; of Godt zal haar geven,
Veel beter goedt in eeuwigheyt.
3. Ziet dit Paar! van Godt uit gelezen,
Om d’een, des anders deel te wezen;
Vereenigty tot een vleesch en geest.
Die twee! in Iezus! vast verbonden:
Wiens bandt weer nimmer wort geschonden,
Noch oyt gebroken is geweest.
4. d’Algenoegzame Godt! uw Vader!
De allerwijste Ziel-berader!
Geleyd’ en stuur’ uw over al,
Hy geev’ uw raadt in alle zaken,
En leer uw hoe gy ’t wel zult maken:
In al wat uw ontmoeten zal.
5. Iezus! uw’ Bruyd’gom! Vriendt; en Broeder!
Zy voor uw’ beyd’ een Zielen hoeder!
Zijn troost, zijn heyl, genaden-bron;
Wil uit de volheydt der genaden,
Uw Ziel verquikken en verzaden,
Iaa zy uw schildt, en vreugde-zon.
6. d’Heylige Trooster! koom neder dalen
Hy doe zijn gaven meerder stralen
Over dit Nieuw vereenigt Paar!
Hy help en troostz’, in alle quaden
En leydze in des Heeren paden.
Hy woon’ en blijv’ eeuwig by haar.
|
|